Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, de aanleiding voor deze vraag is het tragische overlijden aan tuberculose van een 14-jarige leerlinge. De vraag gaat uiteraard niet over dit geval, maar over de reactie van de medisch directeur van de Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT). Hij verklaarde dat de laatste geverifieerde cijfers over gevallen van tuberculose van 2012 dateren. Toen waren er 54 sterfgevallen, waarbij we de nuance moeten maken dat bij heel veel gevallen er een andere doodsoorzaak was. Tbc kwam minstens met één andere aandoening voor.
De website van de VRGT beschikt over cijfers voor 2013, maar die zouden nog niet geverifieerd zijn. We zijn midden 2015. Eerdere vragen in dit parlement en daarbuiten hebben gewezen op een nogal zorgwekkende evolutie met betrekking tot tuberculose. Het lijkt me belangrijk dat van kortbij de evolutie van de ziekte, die een schokgolf door een gemeenschap stuurt als een tragisch overlijden zich voordoet, wordt opgevolgd. Op die manier kan ook een en ander in een juist perspectief worden geplaatst.
Uit cijfers van het Agentschap Zorg en Gezondheid blijkt dat de afgelopen jaren geen kinderen maar wel baby’s overleden aan tbc. In België zijn er elk jaar een duizendtal nieuwe gevallen en het probleem zou zich het scherpst in Brussel stellen.
In uw beleidsnota lees ik dat u vier elementen wilt opzetten in een preventiestrategie: actieve screening van risicogroepen, passieve screening, contactonderzoek, en behandeling en opvolging van recent besmette contactpersonen. Daar spreekt ambitie uit om kort op de bal te spelen. Dat staat in contrast met de vaststelling dat we twee jaar na datum geen geverifieerde cijfers hebben van de screening.
Kunt u toelichten welke methode wordt gebruikt om gegevens rond tuberculose te verzamelen? Kunt u toelichten waarom het zo lang wachten is op geverifieerde cijfers? Wanneer zullen de cijfers voor 2013 en 2014 beschikbaar zijn? Kunt u toelichting geven bij het bereik van de actieve screening van risicogroepen? Hoe wordt dit bereik bepaald en geëvalueerd? Kunt u toelichting geven bij de evolutie van tbc in Vlaanderen? Kunt u toelichting geven bij de preventiestrategie en de vier deelelementen? Wat is de stand van zaken? In welke initiatieven en maatregelen voorziet u? Kunt u toelichten hoe de gegevensverzameling en preventieve strategie in Brussel in de praktijk verloopt? Kunt u toelichting geven bij het outbreakmanagement en de outbreakcontrole inzake tuberculose? Welke rol is hierin weggelegd voor het Outbreak Management Team dat onlangs is samengesteld?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in tegenstelling tot wat we denken, is tuberculose in ons land niet verdwenen. Er is een incidentie van 9,5 op 100.000 inwoners. Daarmee behoort België tot één van de laagste incidentielanden wereldwijd.
Tuberculose kan volledig worden genezen met antibiotica. De behandeling duurt zes maanden en bestaat meestal uit drie tot vier geneesmiddelen. Na besmetting bij gezonde mensen is er slechts 10 procent kans dat de ziekte zich ontwikkelt in de daaropvolgende jaren. De kans is het grootst bij jonge kinderen en dragers van hiv. De ziekte is sterk armoedegerelateerd. Risicogroepen zijn dan ook kansarmen, dak- en thuislozen, gedetineerden, nieuwkomers uit hoge incidentielanden, asielzoekers, druggebruikers enzovoort. 54,6 procent van de gevallen komt voor bij niet-Belgen en 45,4 procent bij Belgen. 20 procent bij asielzoekers en mensen zonder papieren, dus 80 procent bij mensen die niet uit deze twee bevolkingsgroepen komen.
Er bestaat ook een Bacillus Calmette-Guérin-vaccin (BCG). In het advies van de Hoge Gezondheidsraad stond ook dat migratie geen bedreiging is voor de volksgezondheid in België, dat een systematische vaccinatie van jonge kinderen niet is aangewezen, tenzij voor bepaalde groepen.
Minister, worden hoogrisicogroepen, zowel Belgen als niet-Belgen, gescreend? Zo ja, hoe vindt men die mensen en via welke kanalen? Wat is de rol van de huisarts bij de screening van deze mensen?
Mevrouw Croo heeft het woord.
Minister, ik sluit me aan bij mevrouw Saeys. Ik vraag me dan wel af of u het nuttig acht, in het licht van uw voornemen van een accuraat vaccinatieprogramma voor 2020, om een preventieve campagne in de scholen op te starten.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, in Vlaanderen en de andere gemeenschappen is tuberculose een meldingsplichtige infectieziekte. Artsen zijn dus verplicht een vermoeden van tbc aan de Vlaamse overheid te melden. De meldingscijfers voor Vlaanderen kunnen maandelijks worden geraadpleegd op de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Met deze ruwe cijfers, die dus erg snel beschikbaar zijn, kan men reeds een inschatting maken van de evolutie van tuberculose in Vlaanderen. Eind februari van het jaar volgend op het registratiejaar bezorgen wij de cijfers aan de statisticus van de Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding (VRGT). Die voegt de data van alle gemeenschappen samen en voert een controle uit op dubbele meldingen. In september heeft de statisticus van de VRGT de verwerking van alle data voor België afgewerkt. De cijfers worden vervolgens vergeleken met cijfers uit de ons omringende Europese landen en becommentarieerd door de VRGT. Dit rapport is dan klaar eind februari van het tweede jaar volgend op het registratiejaar. De cijfers van 2013 zijn reeds beschikbaar op de website van de VRGT. Het rapport van de cijfers van 2014 zal klaar zijn begin 2016.
Voor het eerst werd er ook een Vlaams rapport gepubliceerd op de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid over de cijfers van 2013. Volgens de beheersovereenkomst met de VRGT, bezorgt de VRGT het Vlaams rapport op 30 september van het jaar volgend op het registratiejaar. De cijfers van 2014 zullen dus in het najaar 2015 op de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid raadpleegbaar zijn.
De actieve screening van risicogroepen – dit zijn asielzoekers, gedetineerden en nieuwe immigranten – is via de beheersovereenkomst een taak die uitbesteed is aan de VRGT. Risicogroepen worden doorgaans gescreend via een longfoto, behalve kinderen onder de 5 jaar, rolstoelgebruikers en zwangeren. Zij krijgen een tuberculinehuidtest. De binnenkomstscreening van de asielzoekers gebeurt door de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Asielzoekers met een verdacht longbeeld bij de binnenkomstscreening en die toegewezen worden aan Vlaanderen, worden opgevolgd door de VRGT. Nadien worden de asielzoekers nog gescreend na zes maanden en na een jaar. Het bereik van de screening van de asielzoekers bij binnenkomst op de DVZ bedraagt 98 procent. De 2 procent gemiste gevallen worden nadien ook nog verder opgevolgd door de VRGT.
Gedetineerden krijgen zo snel mogelijk na hun detentie een longfoto. Na drie maanden krijgen ze een tuberculinehuidtest. Indien die negatief is, wordt de test jaarlijks herhaald. Personen met een positieve test krijgen een nieuwe longfoto en worden nadien jaarlijks met longfoto opgevolgd.
De nieuwe immigranten krijgen een uitnodigingsbrief waarin staat dat ze zich gratis op tuberculose kunnen laten onderzoeken bij de VRGT. Er gebeurt ook jaarlijks een screening bij mensen zonder papieren in gesloten centra. Voor deze groepen is de dekkingsgraad moeilijk te berekenen. Voor de eerste aanvullende screening en opvolgscreening van asielzoekers is dit onmogelijk omdat er geen gegevens bekend zijn over hoeveel asielzoekers deze screening zouden moeten krijgen: de ‘noemer’ in de berekening ontbreekt. Voor de screening van de gevangenen kan justitie de cijfers over het aantal te screenen gedetineerden niet bezorgen. Ook hier ontbreekt dus de noemer in de berekeningsbreuk. Ook over de screening van nieuwe immigranten en mensen zonder papieren kan er geen dekkingsgraad worden berekend omdat de totale aantallen van deze groepen niet gekend zijn.
Sinds 1981 is er een blijvende dalende trend in het aantal tuberculosegevallen in Vlaanderen. De laatste drie jaar is deze gestagneerd op het lage niveau van 6,6 gevallen per 100.000 inwoners.
De preventiestrategie die in de beleidsnota beschreven staat, is al jaren de basis van de tuberculosebestrijding in Vlaanderen: actieve screening van risicogroepen, passieve screening, bron- en contactonderzoek en ten slotte behandeling en opvolging. De actieve screening van risicogroepen wordt uitgevoerd door de VRGT in opdracht van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Passieve screening is de verantwoordelijkheid van de curatieve sector. De VRGT biedt een opleidingsprogramma aan voor artsen in de eerste lijn en voor alle intermediairen die werken met risicogroepen. Het blijkt echter niet gemakkelijk om huisartsen te motiveren om een opleiding over tbc te volgen. De VRGT is momenteel bezig met het ontwikkelen van een e-learningpakket voor intermediairen die werken met risicogroepen zodat zij mensen met verdachte symptomen sneller naar de VRGT of de curatieve sector kunnen doorverwijzen voor verder onderzoek. Het bron- en contactonderzoek wordt gecoördineerd door het Agentschap Zorg en Gezondheid. De uitvoering gebeurt in samenwerking met diverse actoren zoals de VRGT, de eerste lijn en de longartsen. De behandeling en opvolging van recent besmette contactpersonen is een taak van de curatieve sector. Het Agentschap Zorg en Gezondheid en de VRGT bezorgen hen hiervoor de nodige richtlijnen. Om de kostenefficiëntie van de verschillende elementen te evalueren loopt momenteel een overheidsopdracht.
In Brussel is de Vlaamse overheid enkel verantwoordelijk voor de tuberculosegevallen die zich voordoen in unicommunautair Vlaamse instellingen. De preventiestrategie voor deze gevallen is dezelfde als die voor Vlaanderen. De andere tuberculosegevallen worden gemeld aan de artsen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest die hiervoor nauw samenwerken met de VRGT en het Fonds des Affections Respiratoires (FARES).
Bij elke melding van een tuberculosepatiënt wordt de besmettelijkheid ingeschat en wordt er samen met de patiënt een contactlijst opgesteld van de te onderzoeken contacten van deze patiënt. Deze contacten worden per brief uitgenodigd om zich te laten screenen. Voor deze screening kunnen ze gratis terecht bij het Agentschap Zorg en Gezondheid en de VRGT of betalend bij een arts naar keuze. Bij grotere groepen – zoals bijvoorbeeld de school in het recente geval – of in bijzondere gevallen – besmetting bij bezoekers van cafés, mensen die zich zelf niet willen of kunnen verplaatsen – gaan de verpleegkundigen van het Agentschap Zorg en Gezondheid en bij capaciteitsproblemen ook de verpleegkundigen van de VRGT ter plaatse testen uitvoeren. Zij verzamelen de resultaten en verwijzen contacten, indien nodig, verder voor onderzoek en eventueel behandeling. Contacten die zich niet aanbieden voor onderzoek krijgen nog eens een herinneringsbrief. Indien er paniek is in een bepaalde groep, besteedt het Agentschap Zorg en Gezondheid extra aandacht aan uitgebreide communicatie over de risico’s om besmet te worden door tuberculose.
Het nog op te richten Outbreak Support Team (OST) wordt gerealiseerd in uitvoering van het MDRO-protocolakkoord (multi-drug resistant organism) tussen de gemeenschappen en de federale overheid en heeft alleen betrekking op uitbraken in zorginstellingen. Het is de bedoeling dat het uitbraakonderzoek door het OST wordt ondersteund, in tegenstelling tot onze acties rond tbc in de gemeenschap, waar we het onderzoek volledig zelf voeren. Alleen wanneer de ondersteuning door het OST niet zou volstaan om het probleem in een zorginstelling op te lossen, neemt het OST handhavende maatregelen en wordt de sturende component opgevoerd.
De vraag of we moeten overgaan tot een screening moet het voorwerp uitmaken van een advies van de Vlaamse werkgroep Bevolkingsonderzoek. Wanneer uit wetenschappelijke literatuur of uit aanbevelingen van de Wereldgezondheidsorganisatie zou blijken dat er een aanleiding is om dergelijke maatregel in overweging te nemen, dan wordt het advies gevraagd van de Vlaamse werkgroep Bevolkingsonderzoek. Als daaruit blijkt dat de afweging tussen inspanningen, risico’s en gezondheidswinst dat verantwoordt, dan kunnen we dat in overweging nemen. Ik heb er geen weet van dat er momenteel zo’n vraag voorligt, maar ik zal het voor alle zekerheid nog eens nagaan.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Het is echt niet mijn ambitie om te vervallen in een welles-nietesspelletje. De aanleiding van mijn vraag was net dat op 20 mei, datum van indiening van mijn vraag, in weerwil van wat u net hebt gezegd, op de website van de VRGT staat dat het geen geverifieerde cijfers zijn uit 2013. In de officiële communicatie, naar aanleiding van het sterfgeval in Herzele, heeft men ook zwart op wit gezegd dat de laatste cijfers afkomstig zijn uit 2012. Die procedure sleept behoorlijk lang aan. Als men pas in september van het jaar nadien over geverifieerde cijfers beschikt, gecombineerd met een meldingsplicht, lijkt me dat een nogal omslachtige procedure. Ik zou u willen vragen na te gaan in hoeverre dat kan worden rechtgezet op die website en of die procedure niet korter kan.
Ik ben een beetje geschrokken van het onvermogen bij Justitie om te weten wat het bereik is van screening bij gevangenen. Ik kom uit Dendermonde, dat is een stad die een beetje een kwalijke reputatie heeft over het in huis houden van gevangenen. Maar over het algemeen zijn dat toch vrij behoorlijk gesloten instellingen waar een behoorlijke registratie aan vooraf gaat. Ik vind het raar dat men niet weet welk bereik men heeft op gevangenen. De link tussen Welzijn en Justitie moet hier absoluut worden gelegd. Ik wil u vragen om daar ten aanzien van uw verantwoordelijke collega iets rond te doen. Het gaat immers over een populatie met een hoog risico, maar blijkbaar zijn wij zelf niet op de hoogte van het bereik laat staan van de efficiëntie. Het is een beetje fluiten in het donker wat we daar doen. Ik wil u vragen om daar aandacht aan te besteden.
Ik heb het even gecheckt. De gegevens staan wel degelijk op de website, maar het is mogelijk dat dit is gebeurd nadat er een indringende vraag was gesteld door de heer Van Malderen. Ik kan niet achterhalen wanneer dat is gebeurd.
Wat Justitie betreft, is het geen kwestie van niet willen. Het heeft veeleer te maken met het feit dat de werking van het informaticasysteem niet onmiddellijk aan de orde is. Alle gedetineerden worden systematisch gescreend wanneer zij de gevangenis binnenkomen. Op die manier is dit systeem relatief sluitend. Het al dan niet registeren zal ik samen met de minister van Justitie bekijken. We zullen dit toevoegen aan de lijst.
De vraag om uitleg is afgehandeld.