Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, de afgelopen maanden was er in de cultuursector maar ook in de publieke opinie en de media veel heisa over de toekomst van de bibliotheken in Vlaanderen. Maar naast de lokale gemeentelijke bibliotheken worden via het decreet Lokaal Cultuurbeleid ook nog enkele vzw’s gesubsidieerd die instaan voor de bibliotheek- en informatievoorziening voor mensen met een leesbeperking. Ik heb het dan over Blindenzorg Licht en Liefde, Luisterpuntbibliotheek en Transkript.
De aanpassingen aan het decreet Lokaal Cultuurbeleid hebben geen invloed op deze organisaties, maar het is wel belangrijk voor de uitbouw van een inclusief informatie- en bibliotheekbeleid om een toekomstgerichte visie op hun werking te ontwikkelen. De groep van mensen met een leesbeperking is immers groeiende en zeer divers: het betreft zowel personen met een visuele beperking – blinden en slechtzienden – als personen met een andere leesbeperking, zoals dyslexie of mensen die fysiek niet in staat zijn om een boek vast te houden. In uw beleidsnota kwamen deze organisaties evenwel niet ter sprake, vandaar dat ik u hierover enkele vragen wil stellen.
Amper 5 procent van de boeken die in Vlaanderen worden uitgegeven, wordt omgezet voor blinden en slechtzienden. Het inlezen van boeken is immers een langzaam proces: de productie van een Daisyboek neemt ongeveer zeven maanden in beslag. Dankzij moderne digitale technologie en elektronische boekfiles van de uitgevers zou dit proces veel sneller kunnen verlopen, waardoor ook meer boeken en tijdschriften ter beschikking zouden kunnen worden gesteld. Tot nu toe worden de verschillende ‘leesproducten’ – boeken, tijdschriften, kranten, Daisyboeken en brailleboeken – door een andere organisatie geproduceerd, omdat ze gebruikmaken van andere dragers of technologie. Indien wordt overgestapt naar een digitaal en meer geïntegreerd productiesysteem zou men veel efficiënter kunnen samenwerken.
Welke maatregelen wilt u nemen om de Vlaamse uitgevers te motiveren om samen met de gespecialiseerde organisaties in te zetten op deze nieuwe productiemethodes? Om tot een nog performanter aanbod te komen en zo een antwoord te bieden op de toenemende vraag naar gespecialiseerde begeleiding en advisering inzake toegankelijkheid, heeft de Vlaamse Regering beslist om alle beleidsuitvoerende taken inzake toegankelijkheid te bundelen binnen een organisatie. Hiertoe werd in 2014 het extern verzelfstandigd agentschap (EVA) Toegankelijk Vlaanderen opgericht. Vanaf 1 januari 2015 zijn in dit agentschap een aantal expertisecentra opgegaan.
Heeft de Vlaamse Regering onderzocht of het wenselijk is om dit agentschap ook de opdracht te geven om in te staan voor de toegankelijkheid van informatie? Toegang tot informatie beperkt zich immers niet alleen tot algemene lectuur – fictie en non-fictie –, educatieve boeken, kranten en tijdschriften, maar omvat ook audiodescriptie van films en tv-uitzendingen, het anysurferlabel voor websites, toegankelijke informatie in openbare gebouwen en toegankelijke overheidscommunicatie en -publicaties, enzovoort. Dit maakt volgens mij het best deel uit van een gecoördineerd Vlaams beleid voor toegankelijke informatie.
In april hebben Luisterpuntbibliotheek, Blindenzorg Licht en Liefde, Kamelogo en Transkript u een gemeenschappelijke nota bezorgd. Daarin wordt gepleit voor een degelijke uitbouw van de bibliotheekdienstverlening en verdere inbedding ervan in de lokale bibliotheken enerzijds en een versterkte samenwerking over de Vlaamse beleidsdomeinen heen om zodoende toegankelijke lectuur en informatie te garanderen voor mensen met een leesbeperking anderzijds. Wat is uw reactie op deze nota? Hebt u hierover al overlegd met uw collega’s? Wat zijn desgevallend de concrete beslissingen van de Vlaamse Regering?
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de interessante vragen van mevrouw Bastiaens.
De heer Meremans heeft het woord.
Ik deel dezelfde bekommernissen. De vraag is interessant, en ik ben benieuwd naar de maatregelen die zullen worden genomen en hoe het EVA nog meer zal worden uitgebouwd.
Namens mijn fractie sluit ook ik me daar graag bij aan.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, collega's, ik ben uiteraard op de hoogte van de problematiek. Luisterpuntbibliotheek en de twee productiecentra Transkript en Blindenzorg Licht en Liefde ontvangen samen jaarlijks een subsidiebedrag van 2.465.082 euro. Van dit bedrag is 582.000 euro bestemd voor de aanmaak van Daisyboeken, brailleboeken, hoorspelen en luistertijdschriften.
U hebt een punt dat een meer geïntegreerd productiesysteem tot efficiëntiewinsten kan leiden. Wegens de betrokkenheid van diverse actoren – bibliotheek, productiecentra, uitgevers, auteurs, onderwijs, belangenbehartigers, enzovoort – die elk eigen doelstellingen nastreven, is dit een complexe materie die meer onderzoek vereist. Een eengemaakt systeem vereist ook dat de verschillende technologieën die momenteel worden gebruikt, worden vervangen, en bijkomende investeringen zijn in tijden van schaarste geen evidentie. Het is lovenswaardig dat Luisterpunt in 2011 al een overeenkomst sloot met de Vlaamse Uitgevers Vereniging over het digitaal ter beschikking stellen van geconverteerde lectuur aan personen met een leesbeperking. Ik zal de problematiek alvast meenemen naar het Boekenoverleg en het Vlaams Fonds voor de Letteren vragen hoe er kan worden ingezet op een efficiëntere manier van werken, en wat de financiële implicatie hiervan is.
Het Agentschap Toegankelijk Vlaanderen is een bevoegdheid van minister van Gelijke Kansen Homans. Navraag leert dat het agentschap sinds mei 2015 – en niet zoals eerder was voorzien op 1 januari – effectief operationeel is. Op dat moment kantelden de organisaties Enter, Intro en de adviesbureaus ATO, Westkans en Toegankelijkheidsbureau in Toegankelijk Vlaanderen in. De vraag over de toegankelijkheid van informatie werd wel degelijk in rekening genomen bij de totstandkoming van het agentschap. Het is zo dat de hogergenoemde organisaties reeds langer werken rond meerdere aspecten van de toegankelijkheid van informatie en communicatie.
Binnen de werking aangaande de toegankelijkheid van de leefomgeving wordt een brede invulling gegeven aan het begrip toegankelijkheid. Zo wordt in het kader van de toegankelijkheid van gebouwen of het publieke domein steeds aandacht besteed aan de mentale aspecten als de ‘leesbaarheid’ van een gebouw of een duidelijke en leesbare signalisatie. De werking van Intro focust zich op het toegankelijk maken van allerhande evenementen. Binnen deze context werkt de organisatie al geruime tijd aan het toegankelijk maken van filmvoorstellingen via audiodescriptie of realiseert ze integraal toegankelijke toneelvoorstellingen en concerten met boventiteling, tolken Vlaamse gebarentaal, ringleidingen en voelstoelen. Ook krijgen eventorganisatoren advies en ondersteuning bij de realisatie van een toegankelijke communicatie. Dat betekent: informatie op de website, folders, prijslijsten, et cetera. Al deze opdrachten worden integraal gecontinueerd binnen het agentschap Toegankelijk Vlaanderen.
Het begrip ‘integrale toegankelijkheid’, waarrond de opdrachten van het agentschap zich situeren, werd binnen het oprichtingsdecreet van het agentschap ook ruim gedefinieerd. Het omvat onder meer de zelfstandige en gelijkwaardige bereikbaarheid, betreedbaarheid, begrijpbaarheid en bruikbaarheid van de fysieke omgeving, van vervoer, van evenementen, van producten, van informatie en van communicatie. Het agentschap heeft vandaag echter nog geen expliciete opdracht inzake de toegankelijkheid van lectuur of websites en andere digitale communicatieplatformen.
Ik heb hierover overlegd met minister Homans. Zij heeft mee de nodige input voor het antwoord op uw vraag gegeven.
Ik heb de nota over inclusie door middel van toegankelijke lectuur en informatie voor mensen met een leesbeperking ontvangen. Zoals u aangeeft, omvat deze nota aanbevelingen die meerdere Vlaamse collega’s aanbelangen, namelijk behalve de minister van Cultuur en Media ook de ministers van Gelijke Kansen en Onderwijs, en in het bijzonder die van Welzijn. Er worden eveneens aanbevelingen geformuleerd die federaal en Europees worden geregeld.
In eerste instantie wordt de nota aan mijn administratie voorgelegd om te onderzoeken wat concreet haalbaar is, en dit in overleg met Bibnet, de Nederlandse Taalunie en het Vlaams Fonds voor de Letteren, in het kader van de hernieuwde samenwerking tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. Ik onderschrijf in elk geval het belang van die nota, die inderdaad het voorwerp van een domeinoverschrijdend overleg moet worden. Ik ga ervan uit dat concrete afspraken binnen de Vlaamse Regering zullen worden gemaakt in het kader van het gelijkekansenbeleid, dat transversaal de verschillende beleidsdomeinen coördineert.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Met mijn eerste vraag vroeg ik naar nieuwe systemen. U wijst erop dat het een complexe materie is. Ik ben het daarmee eens. Maar voorbeelden uit het buitenland tonen aan dat er een aantal dingen mogelijk zijn. Ik heb ook begrepen dat u de opdracht hebt gegeven aan het Vlaams Fonds voor de Letteren. Dat is inderdaad een van hun opdrachten. Maar er zitten hier ook wel een aantal opportuniteiten in het kader van innovatie in. Ik weet dat koken geld kost. Als we naar verschillende vormen van input kijken, moeten we ook de kant van de innovatie bekijken. Die zou ook wel eens een bijdrage kunnen leveren. Ik ben blij dat u verder overleg hebt gepleegd. U hebt gelijk, een deel van het verhaal zit ook bij minister Homans. Verder overleg is hier noodzakelijk. Maar ik dring erop aan dat concrete acties niet te lang uitblijven. We kunnen blijven overleggen met verschillende stakeholders. Wij moeten de dingen stap voor stap concreet aanpakken. Ik zei het al in mijn vraag: de groep van mensen met een fysieke beperking of een leesbeperking groeit. Daarom vind ik dat verdere actie noodzakelijk is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.