Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, in een artikel op de nieuwssite Apache werden onlangs vraagtekens geplaatst bij de packagedeals die worden gesloten tussen cultuurhuizen en mediakanalen. Bij zulke mediapartnerships worden afspraken gemaakt over sponsoring, advertentieruimte, spotjes, wederzijdse logovermelding enzovoort. De achterliggende idee is dat beide merken elkaar kunnen versterken. Apache onderzocht in hoeverre redactionele aandacht deel uitmaakt van zulke overeenkomsten.
– Bart Caron treedt als voorzitter op.
Expliciete afspraken waren niet terug te vinden, maar verschillende bronnen uit de media- en culturele sector erkennen dat het moeilijk is uit te maken in hoeverre culturele partners beïnvloeden hoe over hen wordt geschreven. Door het opduiken van nieuwe marketingformules is het bovendien vaak niet goed uit te maken of gesponsorde content door de redactie dan wel door de partner is aangeleverd. Er wordt door sommige ondervraagden gevreesd dat de lezer, kijker of luisteraar door deze partnerships geen objectieve informatie meer ontvangen.
Een tweede problematisch fenomeen dat het artikel aanhaalt, is dat media – uit overwegingen qua prestige en efficiëntie – het liefst partnerships aangaan met grote cultuurhuizen, en dan het liefst voor een zo groot mogelijk sponsoringbedrag. Zo wordt het voor de kleinere organisaties of producties erg moeilijk om een deal te sluiten, en volgens sommigen ook moeilijker om aandacht op te wekken.
In Antwerpen dreigde onlangs het mediapartnership tussen Jazz Middelheim en radiozender Klara af te lopen, wegens de besparingsoefening bij de VRT. Er wordt op stedelijk niveau nu nagedacht over een package deal tussen de stad Antwerpen en de VRT, waarbij rond verschillende festivals en andere evenementen kan worden samengewerkt, zodat de ondersteuning wordt gegarandeerd. Dit soort afspraken zou mogelijk een zekere aandacht voor bepaalde kleinere initiatieven kunnen genereren.
Minister, bent u zelf al geconfronteerd met voorgenoemde bezorgdheden in de sector? Zouden de afspraken tussen cultuurhuizen en media transparanter moeten zijn? Vindt u de bezorgdheden van de kleinere cultuurhuizen terecht? Wat vindt u van het idee om packagedeals tussen de overheid en de media te sluiten, waarin ook kleinere organisaties opgenomen kunnen worden?
De heer Bajart heeft het woord.
Mevrouw Idrissi, dank u voor uw vraag. Ik ben ook een en ander nagegaan. De artikels waar u naar verwijst, geven inderdaad als startpunt van het onderzoek aan dat er gevreesd wordt dat het onderscheid tussen commerciële en redactionele afdelingen bij mediahuizen te klein is geworden. Met andere woorden, dat bij mediadeals, die worden afgesloten door de commerciële afdelingen, ook redactionele aandacht wordt opgenomen. Dat staat in feite in het eerste artikel.
Als we de artikelenreeks verder lezen, blijkt dat daar weinig tot geen bewijs voor is. Ik lees een kort stukje uit het derde artikel: “We moeten eerlijk zijn: voor dit onderzoek hadden wij de invloed van culturele mediadeals een stuk drastischer ingeschat, dan wat onze analyse doet uitschijnen. Al bij al valt de situatie in cultureel Vlaanderen best nog wel mee. Heel wat mensen hebben hun twijfels bij de objectiviteit van de Vlaamse pers, en die kritische blik is voor een stuk terecht, want er wordt wel degelijk heel wat druk uitgeoefend op onze media. (...) Maar in de culturele sector lijkt die druk nog relatief beperkt.”
Daarnaast, collega Idrissi, haalt u de ‘nieuwe marketingformules’ aan waarbij het onderscheid tussen gesponsorde en redactionele content niet meer zo duidelijk is. Maar ook daar denk ik dat we voorzichtig moeten zijn alvorens conclusies te trekken. Altijd. De ombudsman van De Standaard, Tom Naegels, schreef al een stuk waarbij hij zijn eigen krant waarschuwde om dit onderscheid zo snel en duidelijk mogelijk te maken. Maar ook wij moeten oppassen niet door te schieten in bezorgdheid.
Het is in de eerste plaats aan de redacties en de mediahuizen zelf om hierin de redactionele onafhankelijkheid te bewaken. Eigenlijk laat deze artikelenreeks net zien dat ze daar ook goed in slagen. Ik deel wel de bezorgdheid om de kleinere organisaties, en ik heb dan ook de volgende vraag, minister. In uw visienota Kunsten wil u meer samenwerking tussen de grote cultuurhuizen en kleinere organisaties, de grote huizen nemen de kleinere mee. Ziet u daarin dan ook de mogelijkheid tot packagedeals of mediadeals, die hier wordt aangehaald?
De heer Meremans heeft het woord.
Ik wil de heer Bajart bijtreden. Ik heb de artikelenreeks doorgenomen. De journalist concludeert dat de situatie in cultureel Vlaanderen eigenlijk best meevalt. De redactionele invloed lijkt beperkt te zijn. De grootste invloed op berichtgeving vloeit vooral voort uit persoonlijke contacten. Er zijn niet direct bewijzen te vinden dat er contractueel sprake zou zijn van redactionele beïnvloeding.
Maar je moet dit wel in het oog houden. We moeten daar echter niet te ver in gaan. Het is logisch dat huizen die door de budgettaire context onder druk staan, proberen om hun producten zo goed mogelijk naar voren te brengen.
Mijn collega had het al over de grote huizen die de kleinere moeten meenemen in hun slipstream. Zij kunnen een voorbeeld zijn. Of kijk naar Antwerpen, waar men een package deal maakt voor alle spelers in het Antwerpse: ook dat zou een mogelijkheid kunnen zijn.
Zoals de artikelenreeks het aangeeft: het is niet van die aard om nu onmiddellijk maatregelen te eisen. Dat heeft mijn collega ook niet gezegd.
Ik wil mij aansluiten bij de bekommernissen die verschillende collega’s geuit hebben.
Het is ten eerste van ontzettend groot belang voor veel cultuurhuizen om een goede samenwerking met de VRT te hebben. Met spotjes aankondigen, gratis tickets, ...: promotioneel is dat van essentieel belang. Maar ook qua waardering voor het evenement of de manifestatie is de samenwerking met de VRT belangrijk. Laat ons daar dus alstublieft niet op afkorten, want het is zo nodig voor de sector om ‘airplay’ te hebben. En dat geldt net zo goed voor een schlagerfestival op Radio 2 als voor een klassieke concertreeks waarvoor met Klara wordt samengewerkt.
Mijn tweede bekommernis dan: het is waar dat de VRT in belangrijke mate aandacht heeft voor de grotere evenementen. In die zin is de bezorgdheid van de kleinere huizen, die ook vaak waardevolle dingen doen, terecht. Ik ben zelf ook betrokken geweest bij een aantal van die afspraken met de VRT. Dat gebeurde vanuit kleinere cultuurhuizen, en met succes. Het zijn dus niet altijd alleen de grote. Zeker wat betreft Radio 1, maar nog meer Klara, is er een grote aandacht voor het niet-populaire of het minder vanzelfsprekende deel van de kunsten. Dat vind ik een belangrijke stap.
Als er deals zijn met financiële transacties of met mediaruil – wat meestal de gebruikte techniek is: aankondigingen in ruil voor advertenties, enzovoort – dan moet de openbare omroep daarin wel transparant zijn. Maar ik wil niet dat we de kleine kwalen, die we hier en daar aantreffen, inzetten om de grote waarde die ze hebben ongedaan te maken. Ik wil niet dubbelzinnig zijn. Ik pleit voor transparantie, maar ik pleit ook voor de samenwerking tussen de openbare omroep en de cultuurwereld. Het is een heel belangrijke samenwerking. Als we die zouden verliezen, zouden we ver achteruitgaan.
Minister, er moet niet alleen over de deals zelf transparantie zijn. Het is niet altijd duidelijk – en ik spreek uit ervaring – waarom men wel een partnership met A en niet met B verkiest. Soms zijn daar, vanuit het culturele veld, geen objectieve verklaringen voor te geven. Soms speelt daar sentiment of betrokkenheid of gevoel.
Ik wil het in elk geval niet negatiever benaderen dan nodig is. Ik pleit wel voor voorzichtigheid en transparantie bij samenwerking met commerciële actoren uit de evenementsector. Dat heb je ook, ook met de VRT. Daar spelen commerciële belangen voor een actor, terwijl de openbare omroep een openbare functie heeft voor iedereen. Dat is van een ander kaliber, een ander gehalte. Dat vereist een andere techniek van samenwerking.
Minister Gatz heeft het woord.
De sector als geheel heeft mij over deze bekommernissen nog niet gecontacteerd, al is dit thema enkele maanden geleden wel zijdelings aan bod gekomen tijdens een gesprek met festivalorganisatoren.
Ik verneem van Medialaan en SBS Belgium dat zij geen afspraken hebben met grote of kleine cultuurhuizen. De VRT heeft wel een aantal samenwerkingen met de cultuursector.
De VRT meldt mij dat mediaruil bij haar steeds gescheiden is van redactionele aandacht in de programma’s. De VRT behoudt in alle gevallen redactionele autonomie. Dat betekent dat de programmamakers steeds zelfstandig beslissen over de inhoud van hun programma’s.
De VRT rapporteert elk jaar in haar jaarverslag over haar cultuuraanbod en over het samenwerken met de cultuursector. De omroep bezorgt ook alle noodzakelijke informatie ter zake aan de Vlaamse Regulator voor de Media. Die is immers belast met de uitvoering van een toezichtsopdracht over de uitvoering van de beheersovereenkomst van de VRT.
Eventuele afspraken die grote en kleine cultuurhuizen hebben met mediaspelers worden door mijn administratie niet systematisch opgevolgd. Het lijkt me niet onwaarschijnlijk dat kleinere spelers hier soms moeilijker aan bod komen.
Het idee van dergelijke package deals waarvan de vraag gewag maakt, lijkt me niet onmiddellijk evident. Het gaat voorbij aan de basisidee die normaliter ten grondslag ligt aan ruilsponsoring. Ik verklaar mij nader: beide contracterende partijen sluiten een overeenkomst waarbij ze elkaar diensten aanbieden die een gelijkwaardige economische ruilwaarde hebben. Beide prestaties worden boekhoudkundig door hen gefactureerd zonder dat er daarom effectief geld van de ene partij naar de andere vloeit. Er is wel een geldstroom als een van beide partijen geen btw kan recupereren, wat vaak het geval is wanneer de culturele partner een vzw is. Die vzw betaalt dan de btw op de waarde van de dienst die de mediapartner in ruil verricht. Op die manier kan de culturele partner tegen de boekhoudkundige kost van enkel de btw een mediacampagne financieren die veel duurder is dan wat ze zelf financieel aankan, door tegenover de aangeboden media-aandacht evenwaardig genoemde diensten in ruil te schenken, bijvoorbeeld – en meestal – tickets.
Het lijkt daarom weinig logisch dat een overheid advertentieruimte zou krijgen van een mediapartner in ruil voor tickets van organisaties die door die overheid gesubsidieerd worden. Als niet-mediapartner zou in dat geval de overheid de btw op de geleverde mediaprestaties moeten betalen, als ze die btw niet zelf kan recupereren. En hoe zouden de tickets van de adverterende organisaties in kwestie bij de mediapartner moeten terechtkomen? De vraag is met andere woorden terecht, maar het antwoord is veel complexer.
Wat de VRT betreft, kan ik u melden dat die samenwerkt met heel veel partners. Zo waren er bijvoorbeeld met betrekking tot muziek alleen al in 2014 meer dan vijfhonderd samenwerkingen met allerlei organisaties. In de meeste gevallen ging het om mediapartnerships. Soms worden er ook nog uitzendingen op locatie aan gekoppeld. Zulke samenwerkingen worden initiatief per initiatief ingeschat en in een overeenkomst verwerkt.
Packagedeals, waarbij een overeenkomst gesloten wordt met één partner, die op zijn beurt andere organisaties meeneemt, sluit de VRT momenteel niet. Elk initiatief wordt apart ingeschat. Parameters zijn daarbij onder meer: sluit het initiatief aan bij het profiel van een merk en/of net, leeft het initiatief bij de mediagebruikers en/of de luisteraars en wil de organisator de VRT er graag bij om de uitstraling te vergroten?
Op vraag van grote cultuurhuizen en grote concertorganisatoren sluit de VRT soms wel een structurele overeenkomst af per jaar, maar binnen die overeenkomst kiest de VRT dan weer zelf de initiatieven die worden ondersteund.
Voorzitter, aangezien er in de komende commissievergaderingen geen specifieke vraag over Jazz Middelheim wordt gesteld, ga ik daar even op in, want dat was ook wel enigszins de aanleiding voor de vraag. Het woord ‘packagedeal’ is wel gebruikt door de schepen van de stad Antwerpen naar aanleiding van Jazz Middelheim, maar dan veeleer in overdrachtelijke zin. De VRT beschouwt dat als een uitnodiging om met de stad Antwerpen te gaan praten over samenwerkingen met betrekking tot tal van initiatieven in het culturele veld. Ik heb ook met de schepen daarover al contact gehad, om ervoor te zorgen dat we de juiste oplossing kunnen vinden voor een festival als Jazz Middelheim, waarvan iedereen zal erkennen dat het een zeer goed festival is. Met andere woorden, ofwel wordt er in die dynamiek van de stad en bredere initiatieven met de VRT een oplossing gevonden, ofwel zullen we nog altijd moeten zoeken naar een veilige haven voor dit festival binnen het Kunstendecreet. Dat ligt wel enigszins voor de hand. Daarom heb ik u een breder antwoord willen geven, terwijl de ontstaansgeschiedenis particulier is.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, ik wil eerst op de collega’s antwoorden die enigszins minimaliserend doen over mijn vraag. Ik heb ook niet gezegd dat ik aan de alarmbel trek. Het is een bekommernis die ik hier op tafel leg en waarover ik graag de mening van de minister zou willen. Ik meen dus dat mijn vraag hier wel terecht is.
Minister, het is eigenlijk een heel moeilijk iets, want het is eigenlijk heel moeilijk om aan te duiden waar er precies iets fout loopt. Stel dat je als groot cultuurhuis in Brussel een sponsordeal hebt met een krant als De Morgen. Als die afspringt en je merkt dat er heel wat minder artikels over jouw huis verschijnen, kan je dan zeggen dat dit te maken heeft met het afspringen van die sponsordeal? Natuurlijk kan je dat niet bewijzen, maar het heeft wel gevolgen. Het lijkt me dus wel belangrijk dat daarover wordt gesproken. U hebt heel wat voorbeelden aangehaald van de VRT. Dat was eigenlijk niet mijn bedoeling. Het is een veel ruimer debat, dat niet alleen over de VRT gaat. Het is heel gemakkelijk het te hebben over packagedeals met grote en kleine instellingen. Zoiets doen is technisch veel ingewikkelder dan het lijkt. Ik denk echter toch wel dat er ergens een opening is. U hebt er zelf voor gepleit dat de grote instellingen veel meer zouden instaan voor de kleinere. Er moeten afspraken worden gemaakt ter zake. We zullen nog wel zien hoe dat gaat evolueren, maar ik meen dat men ter zake wel eventueel mee kan sturen. Het gaat er niet alleen over om die kleinere instellingen een dak boven het hoofd te geven. Men kan ook meer structureel gaan nadenken over die packagedeals. Ik weet ook niet wat de oplossing ter zake precies kan zijn, maar ik denk dat er misschien wel een mogelijkheid op tafel ligt.
Ten slotte ben ik zeer blij met uw opmerkingen over Jazz Middelheim. Ik denk dat dit ook niet ter discussie staat. Ik ben heel blij dat er naar een oplossing wordt gezocht, en als het niet via Antwerpen kan, dan via Brussel. Ik dank u.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, ik wil even terugkomen op uw antwoord. Ik ben heel blij met wat u op het einde hebt gezegd. Dit is niet nieuw. We delen dat engagement en die bekommernis wat jazz betreft, en in het bijzonder wat Jazz Middelheim betreft. Als we daar allemaal samen aan werken en inderdaad wel alle mogelijkheden bekijken en openhouden, dan ben ik er zeker van dat we tot een goede en duurzame oplossing kunnen komen in dezen. U hebt het in uw antwoord ook gezegd: als huizen sponsorovereenkomsten, deals maken, dan moet er een meerwaarde zijn voor de beide partijen. Dat lijkt me heel belangrijk. Om nog eens terug te komen op het idee in Antwerpen, dat gaat eigenlijk net daarover. In dit geval ging het inderdaad ook over mediadeals met de VRT. De VRT heeft haar culturele opdracht. Anderzijds is er een ongelooflijk rijk en divers cultuuraanbod in Antwerpen. Men moet elkaar daarin kunnen vinden, om grote en kleinere initiatieven, om de diversiteit van dat cultuuraanbod beter te promoten en in beeld te brengen. Ik denk dat we dan al heel ver staan. Ik wil u dan ook oproepen daar ook in de verdere besprekingen over en voorbereidingen op de beheersovereenkomst met de VRT verder over na te denken, en met de VRT het gesprek aan te gaan over de vraag hoe we ook daarmee in de toekomst op een goede en – de collega’s hebben het aangehaald – transparante manier verder kunnen omgaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.