Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Voorzitter, minister, u weet dat in Sint-Truiden, niet ver van waar ik woon, er een heel groot psychiatrisch centrum is met 700 bedden en een heel groot aanbod van beschut wonen, met 260 bewoners en ongeveer 130 woningen. De vraag is vanuit die sector aan mij gesignaleerd, daarom wil ik ze in deze commissie aan u stellen. Het betreft de huisvesting van psychiatrische patiënten en ex-patiënten in een ruimer kader. Het gaat om bewoners die na een verblijf in het kader van beschut wonen zelf op zoek moeten gaan naar huisvesting op de reguliere markt en daarbij op een aantal moeilijkheden stoten.
Eigen aan mensen uit beschut wonen – misschien kort door de bocht, maar laten we daar realistisch in zijn – is dat velen niet kunnen terugvallen op een sociaal netwerk, nog niet actief zijn op de arbeidsmarkt en financieel beperkt zijn tot een vervangingsinkomen. De lange wachtlijsten voor sociale woningen en woningen van sociale verhuurkantoren (SVK’s) zorgen ervoor dat zij bij ontslag uit het initiatief beschut wonen niet onmiddellijk opnieuw gehuisvest kunnen worden. Een huursubsidie zou hiervoor een oplossing kunnen bieden, maar het probleem is dat mensen uit de groep die het beschut wonen verlaten, daar niet altijd op kunnen rekenen.
Ik heb in de schriftelijke versie van mijn vraag om uitleg de voorwaarden opgesomd. Ik ga die hier nu niet herhalen, iedereen kent wel de voorwaarden om een huursubsidie te kunnen krijgen. Maar zoals ik al zei, valt men in geval van beschut wonen niet onder die categorieën, toch in de meeste gevallen niet. De meerderheid van de bewoners die ontslagen worden uit een initiatief beschut wonen, voldoen niet aan de voorwaarden en kunnen dus niet van een huursubsidie genieten. Een betaalbare woning is nochtans cruciaal voor de maatschappelijke integratie van deze mensen, daar zijn we het allemaal over eens.
Een bijkomend probleem is de terugkeerproblematiek. Laten we ervan uitgaan dat een ex-psychiatrische patiënt wel een huursubsidie heeft ontvangen, maar hij hervalt, wat jammer genoeg vaak voorkomt. Vaak is een opname in de psychiatrie niet eenmalig maar na verloop van tijd hervalt men wel eens. Indien men dan opnieuw op de reguliere markt terechtkomt als men niet meer in de psychiatrie verblijft, dan heeft men al eens het voordeel van huursubsidie genoten en heeft men er per definitie geen recht meer op.
Deze problematiek is zeker niet nieuw, maar ik zei al in mijn inleiding dat het me vanuit de sector nog eens werd gesignaleerd. Tijdens de vorige legislatuur heeft uw voorgangster beslist om in het kader van sociaal wonen met een versnelde toewijzing te werken, zodat mensen die uit beschut wonen komen een versnelde toewijzing zouden kunnen krijgen in het kader van een sociale huurwoning. Dat was natuurlijk een nobel initiatief en dat helpt zeker, maar het lost natuurlijk niet alle problemen op. Er zijn sowieso de wachtlijsten. Indien er een versnelde toewijzing is voor die bepaalde groep, dan worden de wachtlijsten voor de andere mensen nog langer.
Het is bovendien niet nuttig om te werken met toewijzing naar een sociale woning, want dan ontstaat een concentratie. Ik verwijs als voorbeeld naar Sint-Truiden, waar men heel veel psychiatrische patiënten heeft. Als men daar gaat naar de snellere toewijzing naar het sociaal wonen, dan krijgt men een concentratie in de sociale woningen van psychiatrische patiënten. Tijdens de vorige legislatuur is er ook een positief initiatief opgestart van een aantal projecten Wonen-Welzijn die in een regelluw kader de integratie van psychiatrische patiënten opnemen.
Minister, u kent het probleem ongetwijfeld. Hebt u bepaalde initiatieven voor ogen om die huursubsidie te vergemakkelijken voor mensen die uit beschut wonen komen of voor ex-psychiatrische patiënten? Worden er ook initiatieven genomen rond sociale huisvesting? Op welke manier zult u de resultaten van de proefprojecten Wonen-Welzijn in uw beleid in het kader van integratie van deze zwakke doelgroep opnemen?
De heer Anseeuw heeft het woord.
Voorzitter, ik ondersteun de bekommernis van de vorige spreker. Het gaat om een zeer kwetsbare groep. Het gaat ook om een groep waarvoor wonen niet vanzelfsprekend is. Ook in het kader van een ontslagvoorbereiding is dat zeker een belangrijk aandachtspunt.
Ik denk tegelijk dat als de minister een afweging maakt van welke maatregelen er eventueel nog zouden kunnen worden genomen om de toegankelijkheid van een goede en betaalbare woning voor die kwetsbare groep meer te verzekeren dan vandaag, dat het belangrijk is dat dat niet los wordt gezien van heel wat andere maatregelen en mogelijkheden die er vandaag al zijn om bijvoorbeeld naar die specifieke doelgroep de garantie te geven op een goede betaalbare woning. Ik denk bijvoorbeeld aan een aantal steden en gemeenten die al met een lokaal toewijzingsreglement werken, en specifiek ook voor die doelgroep voorrangsregels hebben ingebouwd, die blijkbaar ook wel een verschil maken. Als we iets meer kunnen doen, dan zal niemand daar tegen zijn, maar mijn pleidooi is dat we dat niet los mogen zien van de mogelijkheden die er vandaag al zijn, al was het maar omdat de bomen niet tot in de hemel groeien en omdat er naast de huursubsidie nog heel wat andere mogelijkheden zijn om specifiek voor die doelgroep een en ander te doen.
Mevrouw Van den Brandt heeft het woord.
Minister, de projecten ‘Welzijn-Wonen’ kwamen al aan bod. Dat is in de commissie Welzijn ook al een paar keer aan bod gekomen. Het zijn projecten die u samen beheert met de minister van Welzijn. Van de minister van Welzijn is er een engagement om die in principe voort te zetten, natuurlijk na een positieve evaluatie en indien nodig een bijsturing. Ik wou van u gewoon vragen of u hetzelfde engagement had dat, zolang er geen negatieve evaluaties zijn, of mits bijsturingen, die projecten worden voortgezet en verder worden gefinancierd.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Christiaens, uw vraag is terecht. Ik denk dat er toch wel een onderscheid moet worden gemaakt tussen psychiatrische patiënten enerzijds en ex-psychiatrische patiënten anderzijds. Psychiatrische patiënten horen in een andere context gehuisvest te worden. Ex-psychiatrische patiënten is nog een ander paar mouwen.
U weet zeer goed wat de definitie is om in aanmerking te komen voor een huursubsidie. Je moet bijvoorbeeld komen uit een pand dat ongeschikt is, onbewoonbaar is of iets dergelijks. Dan krijg je een subsidie om naar een meer leefbaar pand te gaan. Mensen die uit een project beschut wonen komen, kunnen niet op basis daarvan een huursubsidie krijgen omdat je veel kunt zeggen van beschut wonen, behalve dat het geen aangepaste, geen geschikte of geen bewoonbare woning was.
Dezelfde vraag is gesteld door mevrouw Schryvers in de commissie van 12 januari 2012, dus tijdens de vorige legislatuur, die dezelfde problematiek heeft aangekaart, en zeer terecht. De vorige minister heeft dan gezegd dat ze de problematiek onderschrijft maar dat een uitbreiding van het stelsel van huursubsidie, puur vanwege de definitie maar ook vanwege de budgettaire krapte die er toch wel is, niet mogelijk is.
Ik wil er wel op wijzen dat er nog altijd zoiets bestaat als een installatiepremie die je kunt krijgen van het OCMW. Het OCMW voert eerst een middelentoets uit om te kijken of je zelf niet financieel bij machte bent om toch in je eigen huisvesting te voorzien. Een installatiepremie is eigenlijk een vorm van huursubsidie. Het is gewoon een andere definitie, maar het komt er wel op neer. Bijvoorbeeld mensen die vanuit een project beschut wonen komen en op zelfstandige basis willen gaan wonen, kunnen van het OCMW, als ze daarvoor in aanmerking komen, een installatiepremie krijgen, mits de middelentoets die het OCMW verplicht is om te doen.
U vraagt welke andere initiatieven ik neem om de huisvesting van deze doelgroep te faciliteren, zoals de toegang tot sociale huisvesting. U hebt het zelf al aangehaald, en het was een correcte weergave van de situatie, dat mijn voorgangster ervoor heeft gezorgd dat er bepaalde prioritaire doelgroepen werden afgebakend in het kaderbesluit Sociale Huur. Dat neemt niet weg dat lokale besturen zelf ook een lokaal toewijzingsreglement kunnen nemen, waarbij er nog andere voorwaarden worden opgelegd. Het is wel degelijk zo dat er in de sociale huisvesting een voorrang is voor zeer specifieke doelgroepen en dat deze doelgroep er ook onder kan vallen, met dien verstande dat dat altijd gepaard gaat met een begeleiding.
Vanuit mijn bevoegdheid Wonen zorg ik dan voor de huisvesting, bijvoorbeeld in de sociale huisvesting, van een ex-psychiatrische patiënt die al dan niet vanuit een project beschut wonen komt. Het is dan aan minister Vandeurzen om in begeleiding te voorzien. Via de centra algemeen welzijnswerk (CAW’s) en dergelijke meer wordt ook heel veel gedaan vanuit de lokale besturen zelf die ook investeren in CAW’s om in de begeleiding van die mensen te voorzien. Het zou onverstandig zijn om die mensen aan hun lot over te laten in een sociale woning of in een private woning: hier is begeleiding nog altijd op zijn plaats. De samenwerking loopt perfect tussen mij en minister Vandeurzen, wat zijn verantwoordelijkheid betreft qua begeleiding.
U weet dat er binnen de sociale huisvesting twee toewijzingssystemen bestaan. De sociale huisvestingsmaatschappijen wijzen hun sociale woning in principe toe volgens de chronologie van de wachtlijst, met dien verstande dat er binnen het kaderbesluit Sociale Huur wel degelijk prioritaire doelgroepen zijn bepaald, maar SVK’s passen een puntensysteem op basis van de woonnood toe. Over SVK’s is hier weinig gezegd, maar dat is een belangrijke actor in het kunnen huisvesten van deze belangrijke doelgroep. Een SVK bijvoorbeeld houdt rekening met de woonnood en ook met het aspect of er een dreigende dakloosheid is, wat veel voorkomt in de groep die u terecht aanhaalt. Ook de woningkwaliteit van de huidige woning en dergelijke wordt meegenomen als er een toewijzing is via een SVK.
Onder de categorie dreigende dakloosheid worden ook mensen begrepen die een instelling moeten verlaten en geen woonrecht meer hebben elders. Zo krijgen ze dus ook het hoogste puntenaantal binnen een SVK zodat ze redelijk snel via een SVK een woning kunnen krijgen.
De toewijzing via een sociale huisvestingsmaatschappij heb ik u daarnet al een beetje uitgelegd. Artikel 278 van het kaderbesluit Sociale Huur voorziet in de mogelijkheid om een of meer doelgroepen af te bakenen en er voorrang aan te verlenen, zo ook de doelgroep die u in uw vraag hebt aangehaald. Maar dan blijft de begeleiding ook onontbeerlijk om die huisvesting te kunnen doen lukken.
Wat betreft de projecten ‘Wonen-Welzijn’, zijn er in 2011 elf experimentele projecten opgezet tussen Wonen en Welzijn. Die worden nu geëvalueerd. Ik heb in mijn beleidsnota en bij andere vragen die in deze commissie aan bod zijn gekomen, heel duidelijk gezegd dat ik deze projecten absoluut samen met minister Vandeurzen, als de evaluatie positief is, wil voortzetten. Het is zo dat vanuit Wonen mijn bijdrage eerder gaat over de infrastructuur, terwijl alle andere randvoorwaarden, begeleiding en dergelijke meer, tot de bevoegdheid van collega Vandeurzen horen, maar dat was ook zo in de elf experimentele projecten. Ik ga dat samen met minister Vandeurzen voortzetten, als de evaluatie positief blijkt te zijn. Ik heb toch geen indicaties gekregen dat dat niet het geval zou zijn.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw uitgebreid antwoord. Het klopt natuurlijk, ik heb het ook in de vraag geschetst, dat een aantal maatregelen vorige legislatuur zijn genomen ten aanzien van die doelgroep. Maar wij krijgen vanuit de sector en vanuit de doelgroep de opmerking dat het niet voldoende is. U erkent ook dat het waarschijnlijk niet echt voldoende is. Er moet een afweging worden gemaakt van alle maatregelen, zoals collega Anseeuw zei. Maar enkel en alleen met de versnelde toewijzing naar de sociale huur, zitten we te beperkt, altijd en alleen maar in dezelfde sector. Het gaat ook maar over 6 procent SVK’s. Dat is zeker ook een interessant instrument, maar daar is het aanbod nog beperkter. Ik ben er toch voorstander van en ik wil ervoor pleiten om de voorwaarden voor de huursubsidie aan te passen aan deze heel zwakke doelgroep.
Er is nog een bijkomend probleem, dat is u misschien ontgaan, namelijk met de ex-psychiatrische patiënten. Laten we ervan uitgaan dat ze op een bepaald moment in aanmerking komen voor een huursubsidie en ze hervallen en worden weer opgenomen, wat vaak gebeurt, dan komen ze vervolgens sowieso niet meer in aanmerking voor een huursubsidie omdat er een aantal jaren tussen moet zijn. Het is eigen aan die mensen dat ze in een bepaalde periode in hun leven jammer genoeg een aantal keren worden opgenomen.
Het is een beperking in de wetgeving dat men voor die mensen dezelfde timing oplegt. Ik zou u willen vragen om dit nog eens te onderzoeken.
Minister Homans heeft het woord.
Zoals in de beleidsnota Wonen staat, wordt het opgenomen in de evaluatie over het Huursubsidiebesluit. Het is inderdaad een doelgroep die misschien een beetje meer onder de loep moet worden genomen, maar er zijn ook nog andere kwetsbare doelgroepen. We zullen het zeker opnemen in de evaluatie om na te gaan hoe we dit eventueel kunnen aanpassen. U zegt dat deze mensen vaak hervallen. Dat klopt ook wel, maar ik heb ook uitgelegd dat je dan via het OCMW recht kunt hebben op een installatiepremie wat eigenlijk ook een vorm van huursubsidie is.
De vraag om uitleg is afgehandeld.