Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb mijn vraag ingediend in navolging van de presentatie die werd gegeven door Sien Winters en een aantal andere sprekers over het Grote Woononderzoek dat ze hebben uitgevoerd. Daarbij werd nog maar eens beklemtoond – dat was geen verrassing – dat het op de woonmarkt vooral de huurders zijn die het heel zwaar te verduren hebben. We kennen allemaal de cijfers over hoeveel huurders meer dan één derde van hun inkomen spenderen aan huur, over hoeveel huurders na het betalen van hun huur niet meer voldoende overhouden om een menswaardig leven te leiden. Het gaat om meer dan 30 procent, over heel veel mensen.
De cijfers zijn bekend. Het is nodig – en dat beaamt u ook – dat we de grootste prioriteit geven aan het versterken van die private huurmarkt. Momenteel bestaan er twee types van ondersteuning aan private huurders. Enerzijds hebben we de huursubsidie voor mensen met een laag inkomen, gecombineerd met een specifieke woonbehoefte. Anderzijds is er de huurpremie om mensen te ondersteunen die al een hele tijd op een wachtlijst voor een sociale woning staan. Het is ook al aan bod gekomen in deze commissie dat de huursubsidies, de huurpremies eigenlijk een te klein bereik hebben. Niet zo enorm veel mensen maken gebruik van een huursubsidie. We weten ook – dat blijkt uit cijfers van mevrouw Moerenhout – dat heel veel mensen de weg niet vinden naar de huursubsidie. Er zijn dus een aantal mankementen die dringend zouden moeten worden weggewerkt.
Minister, u gaf zelf in uw beleidsnota ook aan dat u die instrumenten zou gaan screenen, dat u zou kijken waar er verbeteringen mogelijk zijn en hoe die instrumenten kunnen worden geharmoniseerd en geoptimaliseerd.
Ik wil het graag even met u hebben over een systeem dat mevrouw Winters aanhaalde tijdens de presentatie van het Grote Woononderzoek, een systeem dat ook in het buitenland bestaat. Ik weet dat het altijd moeilijk is om diverse landen met elkaar te vergelijken omdat er vaak een heel andere woonmarkt is, maar in het buitenland wordt dikwijls gebruik gemaakt van een vouchersysteem. Dat wordt losgekoppeld van de woning. Er wordt een tegemoetkoming gegeven aan huurders die volledig is geënt op het inkomen en de gezinssamenstelling van de huurder.
Daaraan zijn voordelen verbonden. Nu hebben huurders een heel beperkte keuzemogelijkheid. Heel veel woningen komen gewoon niet in aanmerking omdat de huurprijs te hoog is of omdat ze de bijkomende huurlasten niet kunnen betalen. Door die beperkte keuzemogelijkheid vallen ook heel veel buurten weg voor hen, daar kunnen ze niet huren. Als nu bepaalde buurten worden opgewaardeerd, kunnen ze er ook niet blijven omdat de woningen voor hen onbetaalbaar worden. Een ander voordeel van een vouchersysteem is dat, als de tegemoetkoming wordt losgekoppeld van de woning, maar wordt gebaseerd op het inkomen en de gezinssamenstelling, dat de kwaliteit van het woningpatrimonium alleen maar ten goede zou kunnen komen. Dat zijn kort samengevat de voordelen van het vouchersysteem die worden aangehaald door experts.
Minister, hoe staat u daartegenover? Hebt u er al onderzoek naar verricht? Ziet u het als mogelijkheid bij het herwerken van de huidige systemen, of ziet u de mogelijkheid om het te implementeren in de nieuwe systemen die u wilt opzetten na de screening van de bestaande instrumenten?
U hebt de evaluatie, de screening in het vooruitzicht gesteld. U hebt ook een herwerking van de instrumenten in het vooruitzicht gesteld. Wat is daarvoor uw concrete timing?
De heer Engelbosch heeft het woord.
Mevrouw Hostekint, als het al iets te maken zou hebben met huren, lijkt het mij gewoon een veralgemening en een uitbreiding van de bestaande huursubsidies. U zegt dat iedereen die huurt, geld zou moeten krijgen. Dat is eigenlijk gewoon een aanvulling op het inkomen. Dat heeft weinig te maken met instrumenten om de huurmarkt te versterken. In de landen waar het systeem wordt gebruikt, is er helemaal geen sociale huurmarkt. Het enige effect dat het systeem zou hebben, is dat we iedereen geld geven, waardoor er niets verandert op de huurmarkt. We hebben het er al vaak over gehad, het effect zou gewoon zijn dat de huurprijzen stijgen. Het is echt niet wenselijk om een systeem in te voeren waarmee we extra geld geven aan iedereen in Vlaanderen die huurt. Dat zal geen enkel positief effect hebben.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Minister, ik wil vanuit onze fractie beklemtonen dat de kern van de boodschap inderdaad is dat we moeten gaan naar een verhoging van het aanbod van huurwoningen. Ik heb begrepen dat het Steunpunt Wonen een onderzoeksopdracht heeft gekregen die alles rond de huurmarkt in kaart brengt. Wij kijken uit naar die studie.
Naar aanleiding van de bespreking van de beleidsnota werd inderdaad gesteld dat het systeem van huursubsidies en huurpremies zal worden vereenvoudigd en geharmoniseerd. Net als mevrouw Hostekint wil ik graag polsen naar de timing van die harmonisatie en vereenvoudiging. Collega’s, eigenlijk is het zaak om te zoeken naar een algemeen, eenvoudig en sluitend systeem van ondersteuning van bepaalde inkomenscategorieën. Minister, ik denk dat u in deze commissie al hebt aangekaart dat die ondersteuning moet gaan naar de meest kwetsbare inkomenscategorieën. Ik denk vooral dat het een systeem moet zijn dat betaalbaar blijft voor de overheid. Ik meen mij te herinneren dat u een paar weken geleden in de commissie de maandelijkse en jaarlijkse kostprijs hebt weergegeven indien we het systeem van huursubsidie en huurpremie zouden doortrekken naar alle inkomenscategorieën. U wilde meegeven wat het zou betekenen voor het budget van Vlaanderen, op maandbasis en op jaarbasis. Ik kan me de bedragen niet meer precies herinneren, maar ze waren wel enorm.
Wij kijken vooral uit naar de timing van een vereenvoudigd en geharmoniseerd systeem van huursubsidie en huurpremie.
Minister Homans heeft het woord.
Ik zal misschien beginnen met de laatste opmerking van mevrouw Taeldeman. Het ging om het concreet jaarlijks bedrag van 336 miljoen euro. Dat is een aanzienlijk bedrag, boven op alles wat we zouden doen in de sociale huisvestingsmarkt.
De opmerkingen van de heer Engelbosch zijn zeer terecht.
Mevrouw Hostekint, u hebt zelf al verwezen naar een vraag om uitleg in deze commissie van mevrouw Moerenhout. Ik heb toen ook erkend – en ik denk dat iedereen in deze commissie dat doet – dat het betaalbaarheidsprobleem op het vlak van wonen vooral ligt bij het inkomensprobleem. We hebben dat allemaal erkend en u hebt het zelf herhaald in uw vraagstelling. Het is een problematiek die door verschillende ministers, vanuit verschillende invalshoeken moet worden aangepakt. Dit gaat over onderwijs, tewerkstelling, sociale zekerheid en wonen. Ook mijn eigen bevoegdheden zijn dus uiteraard zeer belangrijk.
Hebben we zelf al concreet onderzoek verricht? Neen. U hebt verwezen naar een aantal onderzoeken, bijvoorbeeld dat van mevrouw Winters, waarin het idee inderdaad naar voren wordt gebracht.
Het model bestaat al langer, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Ik denk dat de heer Engelbosch terecht heeft aangehaald dat het systeem vooral in landen bestaat waar er totaal geen sociale huisvestingsmarkt is. Ik denk dat het een en-enverhaal moet zijn.
Ben ik voorstander van zo’n model? Niet onmiddellijk. Ik zal u zeggen waarom. Wat u voorstelt, of het vouchermodel in het algemeen, is eigenlijk enkel en alleen afhankelijk van het inkomen. U hebt dat zelf ook gezegd. Dat is gewoon de waarheid. Ik vind het zelf heel belangrijk dat we een soort controle hebben op de kwaliteit van de woonst. Dat zou dus niet gebeuren als men met zo’n model zou werken. Men krijgt gewoon een cheque en mag in gelijk welke woning intrekken. De hoogte van het huurcontract wordt ook niet bepaald. Dat zou volgens mij dus ook de deur kunnen openzetten voor huisjesmelkers die daarin een leuke broodwinning zouden kunnen zien.
Ik denk dat we als overheid niet alleen de mensen moeten ondersteunen, wat we doen met onze huursubsidies en huurpremies. U hebt daarnet zelf het onderscheid tussen beide aangehaald. U hebt dat correct gedaan, dus zal ik het niet herhalen. Het is belangrijk om de bestaande systemen te harmoniseren. We hebben in de beleidsnota aangekondigd dat dat nodig is. We willen meer inzetten op de automatische rechtentoekenning van de huursubsidie en de huurpremie. Ik denk dat dat op vraag van mevrouw Christiaens was, nog niet zo lang geleden. We botsen daar natuurlijk op een muur. We hebben namelijk geen zicht op de huurcontracten die geregistreerd zijn, omdat dat nog een federale bevoegdheid is. We zullen met onze federale collega’s praten.
Er zijn natuurlijk een aantal euvels. Niet iedereen weet dat hij of zij recht heeft op een huursubsidie of huurpremie. We hebben hierover al verschillende debatten gevoerd. Ik denk dat een harmonisering en een evaluatie van de twee systemen zich opdringt. Als ik me niet vergis, bestaat de huurpremie nog niet zo heel lang, sinds 2012. Het andere systeem, van een huursubsidie, bestaat al langer, sinds 2007. Willen we naar één systeem gaan? Ja.
Tegen wanneer denk ik dat deze hele oefening rond zal zijn? Tegen het voorjaar van 2017.
Mevrouw Hostekint heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Zoals gezegd, is het altijd moeilijk om landen te vergelijken. Er zijn altijd bepaalde eigenschappen die verschillen. We hebben niet allemaal dezelfde woonmarkt – en gelukkig maar, in sommige gevallen. In de meest ideale wereld zou iedereen die recht heeft op een sociale woning, daar meteen moeten terechtkunnen en zouden we al die mensen kunnen huisvesten op de sociale woningmarkt. Dat zou de meest ideale situatie zijn. We weten vandaag dat dat niet het geval is, dat heel wat mensen op de wachtlijst staan, dat ze moeten wachten tot ze terechtkunnen in een sociale woning en ondertussen op die private huurmarkt terechtkomen waar ze vaak de middelen niet hebben om een kwalitatieve woning te betrekken.
We weten dat we voor die mensen moeten bijpassen op dat vlak. U zegt dat we een evaluatie moet houden en tot een harmonisatie moeten komen. Dat klopt. We zullen dan keuzes moeten maken. Minister, er zijn twee verschillende systemen. Het ene systeem hangt vast aan de kwaliteit van de woning en het andere aan het al dan niet op de wachtlijst staan. We zullen daarin een keuze moeten maken. Het is heel belangrijk dat dat inderdaad op een beredeneerde manier gebeurt en dat we ons heel goed bewust zijn van de gevolgen van die keuzes op het moment dat we naar die harmonisering streven.
U hebt een concrete timing gegeven, namelijk het voorjaar 2017. Dat lijkt natuurlijk nog heel ver weg. U vindt het snel? Het hangt er natuurlijk vanaf aan welke kant van de tafel je zit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.