Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Wie zijn woning renoveert, verbouwt of aanpast, kan onder bepaalde voorwaarden een premie krijgen van de Vlaamse overheid. Bij renovaties van funderingen en muren, draagvloeren, daken, buitenschrijnwerk, centrale verwarming, elektriciteit, sanitaire installaties of trappen kan men een renovatiepremie van maximaal 10.000 euro aanvragen, vandaag met een belastingvermindering. Wie specifieke problemen in een woning van minstens 25 jaar oud verhelpt, komt in aanmerking voor de verbeteringspremie van maximum 1250 euro. Tot slot kunnen 65-plussers die hun woning willen aanpassen aan de fysieke ongemakken die de leeftijd met zich meebrengt, onder bepaalde voorwaarden eveneens een beroep doen op de aanpassingspremie. De aanpassingspremie kan concreet gebruikt worden voor technische installaties en hulpmiddelen zoals een stoeltjeslift en voor verbouwingen die de woning toegankelijker maken.
Wonen-Vlaanderen heeft, conform het besluit van de Vlaamse Regering van 1992, drie maanden tijd om te beslissen tot het verlenen of weigeren van de aanpassings- en verbeteringspremie. Bij een volledige aanvraag voor een renovatiepremie moet Wonen-Vlaanderen een ontvangstmelding sturen met daarin de nodige behandelingstermijn.
Eind april vernam ik dat Wonen-Vlaanderen vertraging oploopt in het verwerken van de aanvragen. De wettelijke termijn van 7 maanden die normaal nodig is voor de beslissing en uitbetaling van een dossier, wordt wellicht niet gehaald. Dit staat te lezen op de website van Wonen-Vlaanderen. Door de achterstand in de verwerking van de aanvragen voor een renovatiepremie, lopen ook de aanvragen voor een verbeterings- en aanpassingspremie vertraging op. De oorzaak van de achterstand zou liggen in het grote aantal aanvragen voor een renovatiepremie. Voor de renovatiepremie werden in 2014 ruim 27.000 aanvragen ingediend. Dat is een sterke stijging in vergelijking met 2013. Toen waren er 19.068 aanvragen. Voor 2015 kunnen momenteel nog geen renovatiepremies aangevraagd worden in afwachting van een nieuw systeem. In 2014 steeg het aantal aanvragen voor een verbeterings- en aanpassingspremie licht tot 14.164.
Een aanvraag voor een verbeterings- en aanpassingspremie indienen kan pas nadat de werkzaamheden werden uitgevoerd. Daarna moet men tot zeven maanden wachten op een beslissing over de aanvraag. Voor mensen die wat financiële reserves hebben, is de prefinanciering op zich geen probleem, maar voor wie minder goed bij kas zit, kan de lange wachttermijn voor de uitbetaling ontmoedigen om de woning aan te passen of te verbeteren. Nochtans moeten vooral kwetsbaren gestimuleerd worden om de nodige ingrepen te verwezenlijken zodat de vermaatschappelijking van de zorg en het levenslang thuis wonen kan worden gehandhaafd. Een toegankelijke woning is van belang om goede zorg op maat te bieden aan ouderen.
Naast ontmoedigend is een achterstand in de verwerking van aanvragen ook weinig klantvriendelijk. De beleidsnota Wonen 2014-2019 stelt een efficiënt en doeltreffend Vlaams bestuur voorop. Maar van een Vlaamse overheid die efficiëntie hoog in het vaandel draagt, verwachten burgers een betere dienstverlening.
Minister, het is niet naar aanleiding van krantenartikelen dat ik u vragen stel, maar vooral omdat mensen me daarover hebben aangesproken.
Bevestigt u dat er een achterstand is? Welk percentage aan aanvragen voor de aanpassings- en verbeteringspremie wordt niet binnen de wettelijke termijn van drie maanden afgewerkt? Hoeveel aanvragen voor respectievelijk een renovatie-, aanpassings- en verbeteringspremie zijn er momenteel nog hangende? Kunt u de cijfers per provincie geven?
Voor 2015 werd een budget van 20,9 miljoen euro vooropgesteld voor het uitbetalen van de renovatiepremie. Zal het budget waarin wordt voorzien voor het uitbetalen van de renovatiepremie voor het jaar 2015 volstaan gezien de grote vraag einde 2014?
Op welke duurzame manier denkt u de wachttijden te kunnen verkorten? Zullen er extra personeelsleden worden aangeworven of zal men intern personen verschuiven om het probleem op te lossen? Zo ja, om hoeveel personeelsleden gaat het? Welke termijn schuift u naar voren om de aanvragen te verwerken en de goedgekeurde subsidies uit te betalen? Ook tijdens de vorige legislatuur waren er op een bepaald moment nogal wat wachtlijsten. Toen heeft voormalig minister Van den Bossche heel snel beslist om personeelsleden te verschuiven om te voldoen aan de vraag van de burger die hoopt op een goede dienstverlening.
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Coppé, u vraagt of er een achterstand is. Het antwoord is duidelijk ‘ja’. Ik schets wat we hebben gedaan. Het regeerakkoord en de beleidsnota zijn heel duidelijk over wat er met de renovatiepremie gaat gebeuren. Het geldt niet voor de verbeterings- en aanpassingspremie (VAP), enkel voor de renovatiepremie. We hebben daarover ook al in de plenaire vergadering en in de commissie verschillende vragen behandeld.
In oktober 2014 is het aangekondigd. Er was een overgangsperiode tot 1 december 2014, waarin mensen nog een aanvraag konden indienen, zonder dat die al moest worden zijn vergezeld van de nodige facturen. Dat is verlengd tot eind februari 2015. Mensen die voor 1 december 2014 een aanvraag hadden ingediend voor de renovatiepremie, kregen tijd tot eind februari 2015 om de nodige stukken binnen te brengen. Dat heeft ook een effect op de achterstand. Maar het was billijk om die overgangsperiode in te lassen, het was nodig.
Wat er is gebeurd, en dat hadden we ook wel verwacht, is dat door de wijzigingen die zouden worden doorgevoerd – het bedrag van 10.000 euro wordt niet meer in één keer gegeven, maar opgesplitst over drie jaar –, er een rush ontstond bij de administratie die deze dossiers behandelt. Het aantal dossiers in oktober en november is behoorlijk gestegen. Ik geef enkele cijfers. Normaal gezien ontvangt Wonen-Vlaanderen maandelijks ongeveer 1500 aanvragen voor een renovatiepremie. Zowel in oktober als november 2014 werden telkens, dus per maand, echter meer dan 7000 aanvragen ingediend. Als u weet dat het normale ritme 1500 aanvragen per maand is en dat die twee maanden telkens 7000 aanvragen zijn ingediend, lijkt het logisch dat er een kleine achterstand is.
Er is niet enkel een achterstand bij de behandeling van de dossiers voor een renovatiepremie. De VAP is niet onderworpen aan een hervorming, ook omdat het over de laagste inkomens gaat en mensen dat geld onmiddellijk nodig hebben. Het is goed dat die Vlaamse premie ongewijzigd blijft. Toch is er daar ook een achterstand, niet omdat de aanvragen zijn toegenomen, maar omdat die door dezelfde ambtenaren worden behandeld. Dezelfde ambtenaren behandelen dus de aanvragen voor de VAP en voor de renovatiepremie. Als er 14.000 aanvragen komen op twee maanden tijd, is het logisch dat dat ook een effect heeft op de behandelingstermijn voor de VAP.
Mevrouw Coppé, u vraagt welk percentage aan aanvragen voor de aanpassings- en verbeteringspremie niet binnen de wettelijke termijn van drie maanden wordt afgewerkt. Van de in 2014 en 2015 aangevraagde VAP’s werden er op heden 13.773 beslist. In 1398 gevallen, of 10,15 procent, viel deze beslissing buiten de termijn van drie maanden. Ik heb net al geschetst hoe dat komt: het gaat om dezelfde ambtenaren.
Ook vraagt u hoeveel aanvragen voor respectievelijk een renovatie-, aanpassings- en verbeteringspremie momenteel nog hangende zijn, en een opdeling van de cijfers per provincie. Ik hoop dat ik uw vraag juist heb geïnterpreteerd en dat u met ‘hangende’ doelt op alle aangevraagde maar onbesliste premies. Ja? Goed. Ik overloop ze per provincie: Antwerpen 2126 renovatiepremies en 1695 VAP’s, Limburg 823 renovatiepremies en 721 VAP’s, Oost-Vlaanderen 886 renovatiepremies en 266 VAP’s, Vlaams-Brabant 808 renovatiepremies en 370 VAP’s en West-Vlaanderen 1542 renovatiepremies en 781 VAP’s. In totaal gaat het om 6185 renovatiepremies en 3833 VAP’s.
Uw vraag over het budget komt aan bod bij de begrotingscontrole. Laten we het zo dadelijk bespreken, het staat op de slides. Dan is het duidelijk dat er een significant budget is toegevoegd aan de 20,9 miljoen euro, waarnaar u zelf verwees.
Tot slot vraagt u op welke duurzame manier ik de wachttijden wil verkorten. In 2009, bij het begin van de vorige legislatuur, is er ook een behoorlijke ingreep gebeurd voor de renovatiepremie. Toen hebben we hetzelfde effect gezien: door de aangekondigde ingreep kwam er een toestroom van dossiers. Toen kampten we ook met achterstand.
Hoe gaan we het nu aanpakken? In tegenstelling tot wat de vorige legislatuur is gebeurd, gaan we geen nieuwe personeelsleden aanwerven. Wel is het zo dat de dossiers nu per provincie worden behandeld. Brussel monitort dat centraal. Als een bepaalde provinciale entiteit nog marge heeft om een deel van de dossiers over te nemen van een andere provinciale entiteit, gebeurt dat. Er is een heel goede samenwerking tussen de provinciale entiteiten. Dat verloopt heel collegiaal. Zij nemen dossiers van elkaar over. In het overzicht dat ik heb gegeven, ziet u dat niet elke provincie met evenveel dossiers te kampen heeft. Dat is een goede manier van aanpakken. De centrale dienst in Brussel, die normaal nooit aanvragen behandelt, steekt ook een tandje bij indien de wisselwerking tussen de provinciale entiteiten niet voldoende zou blijken. Maar het wordt zeer goed opgevolgd in Brussel. Ook de provinciale entiteiten verdienen een pluim, omdat ze zo collegiaal optreden en ook heel hard werken.
Deze aanpak werpt vruchten af. Om u een idee te geven: in 2014 besliste Wonen-Vlaanderen maandelijks gemiddeld over 1567 renovatiepremies. Het gemiddelde over de eerste vier maanden van 2015 ligt op 2165. Dat is een significante toename in afhandeling. Dat is een zeer goede evolutie.
Mevrouw Coppé heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik dank u voor de uitleg en voor de cijfers. We merken inderdaad dat er heel wat premies moeten worden behandeld. Het belangrijkste is dat er een geruststelling is, dat de administratie zelf naar oplossingen heeft gezocht om het personeel dat in dienst is, zo goed mogelijk in te zetten en zodat er per provincie een vorm van solidariteit bestaat om de mensen te bedienen. Dat hebben we inderdaad ook voorgeschreven in het regeerakkoord en in de beleidsnota Wonen. Efficiëntie is daarbij heel belangrijk. Er zijn verwachtingen gecreëerd bij de burger. Als de administratie via interne verschuivingen zoekt naar een oplossing, is dit een heel goed antwoord.
We weten en merken ondertussen ook dat de premies om woningen te optimaliseren een succes blijven. Zo wordt een verbetering aangebracht aan het toch wel verouderde woonpatrimonium in Vlaanderen. Het nieuwe systeem voor renovatiepremies zal in deze commissie zeker nog op een later moment aan bod komen. Ik dank u voor uw uitgebreide antwoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.