Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, recent stonden er heel wat artikels in de krant met betrekking tot surplusdieren. Het ging meer bepaald over het dierenpark Planckendael, dat soms dieren doodt die het op overschot heeft, om het zo cru te zeggen. Het vlees wordt daarna gevoederd aan roofdieren.
Een tijdje geleden ontstond er internationale commotie rond een gelijkaardige praktijk in de zoo van Kopenhagen, waar een giraf was afgemaakt en nadien gevoederd werd aan de leeuwen. Ofschoon deze praktijken moreel afkeurende reacties uitlokken, verdient deze problematiek ook een rationele benadering waarin wordt gezocht naar de achterliggende motieven en de concrete omstandigheden waarin die euthanasie plaatsvindt.
De Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen (KMDA), waartoe Planckendael behoort, heeft inmiddels bekendgemaakt dat het euthanaseren van dieren deel uitmaakt van het beleid rond surplusdieren.
Het blijkt te gaan om gezonde dieren die ‘op overschot’ zijn en die niet in andere Europese parken terechtkunnen. Daarnaast wordt gewezen op de wetten van de natuur, waar bijvoorbeeld in kuddes vaak maar één mannetje en verschillende vrouwtjes zijn. Dat maakt dat er voor meerdere mannetjes geen plaats is.
Dat neemt niet weg dat het euthanaseren van gezonde dieren een gevoelige materie is. Het is van belang dat er transparantie bestaat over het beleid dat ter zake wordt gevoerd in de betreffende dierenparken en dat er op een rationele, verantwoorde en liefst zo minimalistisch mogelijke manier wordt omgesprongen met het euthanaseren van deze dieren. Het moet evident zijn dat euthanasie niet de eerste maar de laatste oplossing is, nadat alternatieven zijn onderzocht en onhaalbaar zijn gebleken.
Minister, hoe staat u tegenover het beleid van dierenparken die surplusdieren euthanaseren? Aan welke voorwaarden moet volgens u worden voldaan vooraleer kan worden besloten om dieren te euthanaseren? Hebt u al duidelijkheid gevraagd bij de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde in Antwerpen over hun euthanasiebeleid bij surplusdieren? Zo ja, welk beleid werd er gevoerd en is dit in de loop der jaren geëvolueerd? Weet u of het euthanaseren van surplusdieren ook in andere Vlaamse dierenparken of dierentuinen gebeurt? Zult u het euthanasiebeleid van surplusdieren in dierenparken in de toekomst op een andere manier opvolgen, zodat er meer transparantie in het beleid komt?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Ik kan perfect begrijpen dat, als men gezonde dieren euthanaseert, enkel omdat ze op overschot zijn, het als verwerpelijk en onaanvaardbaar wordt gezien. Vooral ook omdat het probleem van de surplusdieren voor een stuk wordt gecreëerd door de dierenparken zelf. Zij kweken dieren omdat ze schattig zijn als ze jong zijn, maar als ze ouder zijn, worden die overbodig. We moeten erop aandringen dat de dierenparken hun beleid op de een of andere manier zouden aanpassen. Dat lijkt me perfect mogelijk door surplusdieren te vermijden, via geboortebeperking bijvoorbeeld, en door andere oplossingen te zoeken dan ze te doden als er toch dieren op overschot zijn. In die zin wil ik de vraag van mevrouw De Vroe steunen.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Collega’s, het is een ethisch debat. Zoals mevrouw De Vroe zegt, moeten we dat rationeel benaderen. We moeten niet meegaan in de selectieve verontwaardiging die er vandaag over ontstaat. Er wordt gesproken over ‘euthanasie’. Dat is gewoon niet waar, dit is slachten. Het heeft niets met euthanasie te maken. Laat ons daarover ook niet hypocriet doen. In het wild worden die beesten ook opgegeten. In dierenparken worden doorgaans anonieme koeien gevoerd aan de dieren, en dan hebben we er geen enkel probleem mee. Plots staat de wereld in rep en roer als het gaat om surplusdieren.
Opvallend, en dan deel ik de verontwaardiging wel, is dat het ging om een bedreigde diersoort. Blijkbaar vond men geen oplossing om het dier naar een ander park te brengen. Ik heb zelfs begrepen dat het ging om een diersoort die is uitgestorven in de vrije natuur en enkel nog in dierenparken zou bestaan. Moeten we het ruimere debat niet eens voeren: waarom houden dierenparken vandaag uitgestorven diersoorten kunstmatig in leven en in kweekprogramma’s, als ze geen enkele inspanning leveren om die dieren via programma’s opnieuw in het wild te laten leven? Wat is het nut van een levend museum in dierenparken?
Minister, er is een Europese koepel van dierenparken. Weet u of daar herplaatsingsprogramma’s bestaan, waarbij parken hun surplusdieren op een lijst zetten en andere parken kijken of ze het dier kunnen opvangen? Kunt u een bijdrage leveren tot een debat op Europees niveau over het opstarten van programma’s in de dierenparken om in de natuur uitgestorven diersoorten opnieuw in het wild te brengen?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik ben het bijzonder eens met de nuancering van de heer Engelbosch. Hij maakt de opmerking dat dierenparken bepaalde diersoorten in stand houden, zonder dat ze worden uitgezet. Maar als zij daarmee stoppen, is het natuurlijk voor eens en voor altijd. Dat zijn bijzonder ingrijpende beslissingen. Als ze bepaald genetisch materiaal in stand houden, houdt dat in dat ze het na x-aantal jaren nog altijd kunnen proberen. Daar op een gegeven moment mee stoppen, vind ik wel een erg gevaarlijke beslissing.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik ben het ermee eens dat we de zaken moeten benoemen zoals ze zijn. Euthanasie associeer ik altijd met een vorm van wilsuiting, wat in dit geval toch moeilijk is.
De richtlijn van de Raad van 1999 betreffende het houden van wilde dieren in dierentuinen deelt de dierentuinen een belangrijke rol toe voor conservatie, onderzoek, voorlichting en bewustmaking van het publiek, waarbij het dierenwelzijn gegarandeerd moet worden. Het is in de praktijk niet eenvoudig om het evenwicht tussen die verschillende factoren te bewaren. Het kweken van dieren vormt een fundamenteel onderdeel van het conservatieluik en is noodzakelijk voor het behoud van de genetische diversiteit binnen de dierentuinpopulatie.
Uiteraard moet dat kweken gebeuren op een weloverwogen manier, waarbij surplusdieren zo veel mogelijk vermeden worden. In de rest van Europa kun je zeggen dat er grosso modo twee scholen bestaan. Ten eerste heb je de stroming die vooral in het Verenigd Koninkrijk aanwezig is, waarbij men voortplanting vooral wil voorkomen, als de kans groot is dat jongen niet geplaatst kunnen worden. Dat sluit euthanasie natuurlijk niet uit, want je kunt niet alles perfect plannen.
De tweede stroming sluit vooral aan bij de Scandinavische visie, waarover hier nogal plastisch werd verteld en waarvan we de voorbeelden kennen uit de pers. De ratio daarachter is dat dieren zich moeten kunnen voortplanten, omdat dat net een essentieel onderdeel is van de verrijking. Daar redeneert men dat, in functie van het dierenwelzijn, de korte stress van het doden soms beter is dan de langdurige stress van het zich niet kunnen voortplanten. Daar zegt men bijgevolg: meer kweken, maar ook meer doden.
Alle dierentuinen worden geconfronteerd met de surplusproblematiek. Ik heb geen precieze cijfers van het aantal gevallen, maar we weten dat het gegeven bestaat. Na het verschijnen van de nieuwsberichten heb ik onmiddellijk contact opgenomen met de KMDA, en binnenkort staat er nog een overleg gepland tussen mijn kabinet en de KMDA. Men heeft alvast de schriftelijke ‘policy statement’ uit 2011 bezorgd, die in 2012 is aangepast. Ik zal dat document laten bezorgen aan de commissie.
In die ‘policy statement’ zit men veeleer op het eerste spoor en leunt men dus iets dichter aan bij de visie van het Verenigd Koninkrijk. Inzake surplusdieren volgt de KMDA het Euthanasia Statement van de European Association of Zoos and Aquaria (EAZA) van maart 2011. Dieren komen op een EAZA-lijst, die regelmatig geactualiseerd wordt. Dat is een soort uitwissellijst. Alle dierentuinen die daar lid van zijn, bijvoorbeeld ook Pairi Daiza, worden op de hoogte gesteld en kunnen zich aanmelden als adoptant. Een beperkte ruil met of schenking aan niet-EAZA-dierentuinen en particulieren met gunstige reputatie is ook mogelijk. Men kan dus met andere woorden ook buiten die lijst gaan.
Euthanasie kan overwogen worden als opties B of C, dus niet-EAZA-dierentuinen en particulieren, geen oplossing opleveren. In veel gevallen wordt de combinatie van contraceptie en euthanasie gezien als een aanvaardbare methodiek vanuit het welzijnsaspect. De combinatie van reproductie en euthanasie wordt ook frequenter overwogen in functie van betere gezondheid, welzijn en verrijking. Vooral de gezondheid en het welzijn van het moederdier kunnen in het gedrang komen als haar de mogelijkheid tot voortplanting wordt ontzegd.
Ook de World Association of Zoos and Aquariums (WAZA) ondersteunt euthanasie als deel van het dierenpopulatiemanagement, als de strategie steunt op wetenschappelijke analyse van een populatie, in het belang van het langetermijnbehoud.
Een volgend punt is dat euthanasie is aangewezen als verplaatsing naar een ondermaatse faciliteit het enige alternatief is. Dat is toch een belangrijke overweging die men daar neerschrijft. Specifiek over die bepaling en de toepassing ervan wil ik een gesprek hebben met de KMDA, in welke mate die mogelijkheden altijd maximaal uitgeput worden.
Het besluit van de KMDA-policy is dat een combinatie van beperkt kweken, isolatie, contraceptie en euthanasie gehanteerd moet worden. Als de levenskwaliteit van een dier in het gedrang komt, wordt euthanasie verkozen boven het laten voortleven van het dier onder omstandigheden die het welzijn aantasten.
Dat lijkt mij een correcte afweging die wordt gemaakt. De vraag is wat de toepassing van dat beginsel in de praktijk betekent. Daarover zou ik graag nog eens met de KMDA rond de tafel zitten.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, we zullen het dossier uiteraard verder opvolgen, zodra u met de KMDA aan tafel hebt gezeten.
Ik heb nog één bijkomende vraag. Er was destijds een commissie Dierentuinen op federaal niveau. Hebt u plannen om die commissie nu, na de regionalisering, op regionaal niveau voort te zetten? Zo ja, wie zou daar dan in zetelen?
De heer Engelbosch heeft het woord.
Ik wil even reageren op collega Ceyssens. Ofwel heeft hij het verkeerd begrepen, ofwel heb ik mij verkeerd uitgedrukt, maar ik heb er absoluut niet voor gepleit dat dierenparken zouden stoppen met uitgestorven diersoorten te kweken. Ik heb er vooral voor gepleit dat zij actief een maatschappelijke rol zouden opnemen en zouden zoeken naar programma’s om die dieren opnieuw in het wild te kunnen uitzetten. Dat wou ik even ter verduidelijking meegeven.
Ik ga misschien een beetje vloeken in de kerk, maar er is ook de problematiek van de verwaarloosde paarden. Er zijn vandaag een massa paarden die nergens terechtkunnen. Misschien moeten we eens nagaan of euthanasie niet beter is dan ondermaatse faciliteiten. Die dieren staan soms verwaarloosd op slecht onderhouden weides en we rekken hun leven tot ze vanzelf doodvallen. Is het dan niet humaner om euthanasie toe te passen en ze als voeder te gebruiken voor wilde dieren in dierenparken? Vandaag kan dat niet, maar misschien is het een piste die eens moet worden onderzocht.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik wil dat laatste graag mee onderschrijven. Ik heb u er al attent op gemaakt bij de bespreking van de beleidsnota. Er is vandaag een torenhoog probleem met paarden die niet kunnen worden geslacht waardoor er een overtal van paarden is die vaak in zeer slechte omstandigheden moeten leven. Voor de paardenasielen is het op dit moment dweilen met de kraan open.
Minister Weyts heeft het woord.
Er is natuurlijk de interferentie waarbij paarden die staan geregistreerd als hobbydieren, andere inspuitingen mogen krijgen dan dieren die bestemd zijn voor de slacht. Je kunt die registratie niet wijzigen.
Het gaat dus over de keuze die bij de geboorte wordt gemaakt: sportpaard of slachtpaard. Er moet dus een juiste registratie gebeuren zodat de voedselveiligheid wordt gegarandeerd, want daaraan kan niet worden getornd.
Mevrouw De Vroe, er zijn, geloof ik, 27 dierentuinen in Vlaanderen. Wat de commissie voor dierentuinen betreft, hebben we de intentie om dit te behouden, met een erkenning door Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.