Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, dit is opnieuw een technisch dossier. U weet dat het een van mijn stokpaardjes is: ik ben er weer met de verkoop van frequentiepakketten en de verdeling van de opbrengsten.
Door de beslissing in het Overlegcomité van 24 april 2013 deelde de Vlaamse Gemeenschap voor het eerst in de opbrengsten van de veiling van een frequentieband. Het was een belangrijke beslissing omdat het een princiepsbeslissing was die ook van toepassing zal zijn op toekomstige veilingen van gelijkaardige frequenties. Daarnaast werd ook beslist dat, met het oog op die toekomstige veilingen, het gebruik van de frequenties de komende jaren permanent gemonitord zou worden, om het onderscheid te maken tussen wat tot de omroepactiviteiten behoort, wat gemeenschapsmaterie en wat federale materie is.
In 2014 raakte bekend dat het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) de mogelijkheid krijgt om een spectrum in de 900 megahertz- en 1800 megahertzfrequentieband te herverdelen. Twee KB’s werden hiervoor aangepast. In het najaar van 2014 stelde ik een vraag om uitleg over de frequentiepakketten in de 900 en 1800 megahertzband. In uw antwoord zei u dat er nog geen afspraken gemaakt werden, of waren op dat moment, over wie de monitoring van het frequentiegebruik op zich zou nemen, en dat u dat opnieuw zou opnemen met uw federale collega.
Naar aanleiding van mijn vraag om uitleg over het Rapport Mediaconcentratie 2014, waarbij ik daar natuurlijk nog eens op terugkwam, stelde u het volgende: “In het kader van eerder gestelde vragen van de heer Vandaele zijn er alvast contacten tussen mijn kabinet en dat van de heer De Croo.” Recent nam ik nochtans kennis van het rapport van het Federaal Planbureau, de versie van maart 2015, over de economische vooruitzichten in de periode 2015-2020. Dat rapport vermeldt op pagina 19 voor 2013 een opbrengst van 422 miljoen euro uit de verkoop van frequenties voor entiteit I, 200 miljoen euro aan opbrengsten in 2015 en 34 miljoen euro opbrengsten in 2017. Daartegenover stel ik evenwel vast dat er wat betreft de transfers van entiteit I naar entiteit II enkel in 2013 een transfer van 72 miljoen euro, dat is een deel van de verkoopopbrengst van de 800 megahertzfrequentie, uit de verkoopopbrengsten van de frequenties vermeld wordt. Verder, op bladzijde 20, lees ik dat het rapport voor de komende jaren niet uitgaat van inkomsten uit de verkoopopbrengsten voor entiteit II. Er is dus blijkbaar toch iets mis. Er wordt, heb ik de indruk, niet echt rekening mee gehouden dat er nog doorstortingen of een verdeling zou zijn.
Minister, welke stappen werden intussen gezet om afspraken te maken over de monitoring van het frequentiegebruik en de toekomstige verdeelsleutels van de opbrengsten? Kan ik, gelet op het rapport van het Federaal Planbureau, besluiten dat de contacten met het kabinet van de federale minister bevoegd voor telecom tot op heden nog niet tot concrete afspraken over de monitoring van het frequentiegebruik en de toekomstige verdeelsleutels van de verkoopopbrengsten hebben geleid?
Als die afspraken er inderdaad nog niet zijn, bent u het dan met mij eens dat er op korte termijn nood is aan duidelijkheid over wie de monitoring uiteindelijk gaat doen, en over de verdeelsleutels van de verkoopopbrengsten? Als er inmiddels wel concrete afspraken zouden zijn, wat mogelijk is, kunt u die dan toelichten?
Ik wil enkel kwijt dat het misschien onverwachte inkomsten zou kunnen opleveren, die voor ons mediabeleid nieuwe perspectieven openen. (Opmerkingen van de heer Wilfried Vandaele)
Ik zou ervan uitgaan dat opbrengsten die binnen de brede rayon van de media vallen daarvoor ook kunnen worden aangewend, maar dat is natuurlijk niet vanzelfsprekend. Het is maar een lichtje dat ik plots op het eind van die tunnel zie. Je weet maar nooit.
Minister Gatz heeft het woord.
Collega’s, recent heb ik over dit dossier nog informeel overleg gepleegd met mijn federale collega bevoegd voor telecommunicatie. ‘Recent’ is niet langer geleden dan eergisteren. Het was een algemeen overleg om te bekijken hoe de digitale agenda van de Federale Regering complementair kan zijn of zelfs samenvallen met de debatten die wij de komende weken en maanden over de VRT zullen hebben. Dat was het hoofdpunt. Daarnaast hebben wij ook een gezamenlijke bandbreedte gezocht voor dit dossier. Straks, op het einde van mijn antwoord, kom ik, mijnheer Vandaele, nog terug op uw heel specifieke vragen, waar toch nog wel enkele onduidelijkheden over blijven bestaan.
In 2015 zal het BIPT een studie uitvoeren in verband met de waarde van het spectrum. Eenmaal beslist zou worden tot een veiling over te gaan, zal dit dossier geagendeerd worden op het Overlegcomité. Eerst is er dus een studie, dan een mogelijke veiling en, in dat verband, een Overlegcomité. In aanloop daarvan zullen we tot een concreet akkoord trachten te komen over de verdeling van de opbrengsten. Wat betreft de monitoring waar u over spreekt, is het zo dat het BIPT vandaag het verbruik en gebruik monitort van het spectrum voor mobiel internet. Dat gebeurt dus.
Ik wil u als bijkomende informatie ook graag het volgende meegeven. Op 7 november 2014 heeft het BIPT een openbare raadpleging gepubliceerd met betrekking tot het spectrum voor publieke mobiele communicatie. Hierin kwamen onder meer de 700 megahertzband en de L-band aan bod.
In een recente mededeling van de raad van het BIPT van 7 april 2015 met betrekking tot een meerjarenplan voor het spectrum voor mobiele publieke diensten schetst het BIPT verschillende punten die uit bovenvermelde openbare raadpleging naar voren kwamen. Voor de 700 megahertzband bijvoorbeeld wordt vermeld dat in België de operatoren op dit ogenblik nog geen nood hebben aan frequenties in die band, maar dat dit kan veranderen tegen 2018-2020. Het BIPT meldt dat het hen realistisch lijkt dat de 700 megahertzband tegen 2020 in gebruik genomen zou kunnen worden en dat hiervoor dan een toewijzingsprocedure zou moeten plaatsvinden in 2018. Voor de L-band zou de toewijzingsprocedure pas georganiseerd worden als er reële nood is en als de apparatuur voorhanden is. Voor de L-band bereidt de Europese Commissie wel een besluit voor om deze frequentie breed ter beschikking te stellen. Het is dan ook zo dat, op basis van de bovenvermelde conclusies van het BIPT, de discussie over de toekomstige verdeelsleutels van de verkoopopbrengsten voor bijvoorbeeld de 700 megahertzband en L-band vandaag nog niet hoogdringend lijkt, alhoewel zich voor de L-band mogelijk een besluit van de Europese Commissie kan aandienen.
We hebben uiteraard naar de bron van uw vraag gezocht, namelijk pagina 19 van het rapport van het Planbureau. Momenteel kan ik de bedragen die daarin vermeld staan, nog niet rijmen met het algemene kader dat ik u net heb geschetst. Dat hebt u van mij tegoed. We willen ook absoluut weten waar de prognoses van het Federaal Planbureau op gebaseerd zijn. Ik kan u daar vandaag nog geen antwoord op geven.
Het voordeel is dat de gesprekken bezig zijn. We zijn de bepalingen van het Overlegcomité wel degelijk aan het uitvoeren. We zijn de gesprekken aan het starten met betrekking tot toekomstige mogelijke veilingen. Op dat vlak zitten we wel in een correct tijdskader. De duidelijkheid over de exacte bedragen in het rapport van het Planbureau moet ik nog achterhalen.
De heer Vandaele heeft het woord.
Het is in elk geval goed dat u het gesprek met uw federale collega hebt gehad. Het is ook goed dat u het dossier blijft opvolgen. Voor de 700 megahertz- en de L-band hebben we nog tijd. Dat zal zich pas aandienen na 2018. U hebt nog geen antwoord op de vraag over het rapport. Misschien moeten we ons geheugen nog eens opfrissen. Zijn er ondertussen al afspraken over de 900 en 1800 megahertz?
Daar zijn geen verdere afspraken over. We hebben samen de tekstexegese van het Overlegcomité gedaan om te zien wat er precies in staat en wat er moet gebeuren. Het blijkt een dynamischer gegeven te zijn dan dat we op het eerste zicht zouden denken. We moeten het open end dat het Overlegcomité in de formulering had gelaten, opnieuw vernauwen. De monitoring gebeurt, wat al een goede zaak is. De gesprekken zijn gaande en we zullen de nodige waakzaamheid tentoonspreiden.
Dat antwoord volstaat voorlopig. Het zou goed zijn dat we op een bepaald moment het resultaat zien van de monitoring.
Ik vermoed dat de studie van het BIPT die nu loopt, ons in de loop van het jaar meer duidelijkheid zal brengen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.