Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, in een nota van de Vlaamse Regering ter evaluatie van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid stelt u dat de administratie het voortbestaan van de last bescheiden woonaanbod in vraag stelt. We hebben het document ook gekregen. “Aangezien het instrument niet bijdraagt aan de doelstelling om een betaalbaar woonaanbod te realiseren, dient het beleid zich de vraag te stellen of een overheidsoptreden gerechtvaardigd is.”
Het agentschap Wonen-Vlaanderen stelt vervolgens dat het een optie is om een effectieve stimulans in te voeren voor private actoren om een ‘betaalbaar’ bescheiden woonaanbod op de markt te brengen.
Minister, volgt u de administratie in haar redenering dat overheidsoptreden niet gerechtvaardigd is? Zult u uw beleid in dezen bijsturen? Zult u de private actoren aanmoedigen om een bescheiden woonaanbod op de markt te brengen? Zult u dus eerder van een vraaggestuurd beleid vertrekken dan van een aanbodgestuurd beleid?
De heer Anseeuw heeft het woord.
Uit schattingen van de sector zelf blijkt dat bijna 80 procent van de nieuwbouwwoningen een bescheiden woning is. Dan is de vraag vrij voor de hand liggend: moeten we de definitie niet opnieuw invullen zonder dat een aantal principes – betaalbaarheid, beschikbaarheid, kwaliteit – worden losgelaten?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Van Volcem, u hebt de nota grondig doorgenomen. Het is goed dat ook de parlementsleden weten wat er in de Vlaamse Regering wordt beslist en besproken. Vandaar dat we het document ook hebben overgemaakt in alle openheid.
Mevrouw Van Volcem, ik kan u wel zeggen dat uw vragen net iets te vroeg komen. (Opmerkingen van mevrouw Mercedes Van Volcem)
Ik zal antwoorden, maar dat biedt u natuurlijk wel de opportuniteit van een vervolgvraag.
Mijn medewerkers en mijn administratie zijn grondig aan het onderzoeken welke gevolgen er worden verbonden aan de conclusie van het evaluatierapport over het grond- en pandenbeleid, waar u naar verwijst. Wij hopen daarmee na de zomer klaar te zijn.
Er is inderdaad het onderscheid tussen de bescheiden woningen die door een SHM worden gebouwd en de bescheiden last zoals die wordt gedefinieerd in het Grond- en Pandendecreet die, voor alle duidelijkheid, niet is vernietigd door het Grondwettelijk Hof.
De heer Anseeuw heeft al een aantal deeltjes van mijn laatste antwoord gegeven. Hij was correct in zijn redenering. Er wordt inderdaad geschat dat 80 procent van de nieuwbouwwoningen die zijn gebouwd door private ontwikkelaars, de normen van een bescheiden woning niet overtreffen: een kavel van maximum 500 vierkante meter, een volume van maximum 500 kubieke meter. De vraag kan dan openlijk gesteld worden naar de toegevoegde waarde van dit instrument als dit reeds de norm is op de woonmarkt. Er zijn verschillende mogelijkheden variërend van het afschaffen van dit instrument tot het herijken ervan. In de nasleep van de evaluatie van het decreet is het Agentschap Wonen-Vlaanderen dit verder aan het onderzoeken met de stakeholders. Na de zomer komen we dus met de resultaten en zullen we misschien een concreter antwoord kunnen geven op uw toch wel terechte vragen die, jammer genoeg, een klein beetje te vroeg komen.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Wordt vervolgd in september.
De vraag om uitleg is afgehandeld.