Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Het is in deze commissie al meermaals gegaan over de soortenbeschermingsprogramma’s (SBP’s), zowel in de vorige als in deze legislatuur. Een goede zes maanden geleden heeft collega De Bruyn een opvolgingsvraag gesteld rond dit thema. We kennen allemaal de problematiek.
In de beleidsnota Omgeving 2014-2019 staat letterlijk dat ‘minstens vier SBP’s per jaar’ zouden worden opgestart. We mogen aannemen dat ze uiteindelijk ook worden goedgekeurd, maar voorlopig blijft de balans steken op één goedgekeurd SBP, dat van de Antwerpse haven. U hebt er in het verleden al op gewezen dat dit een complex dossier was en is.
Dat is natuurlijk ook zo. Feit blijft dat we blijven steken in een goedgekeurd soortenbeschermingsprogramma. We kunnen moeilijk tevreden zijn met die stand van zaken. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) heeft een lijst voor de timing van alle andere SBP’s. Sommige zijn opgestart, in verschillende fasen. Sommige liggen op uw bureau, minister. Blijkbaar is er met die dossiers telkens iets mis, zodat ze niet worden goedgekeurd.
Minister, in oktober 2014 vertelde u dat het actieplan voor de kwartelkoning en de gezamenlijke SBP’s voor de beekprik, de rivierdonderpad en de kleine modderkruiper bijna klaar waren. In december zou dat ongeveer klaar moeten zijn. Hetzelfde geldt voor de basisrapporten voor de grauwe kiekendief en de hamster. Zeker voor de hamster is er heel wat Europese druk, omdat dat diertje ernstig bedreigd is, ook in onze regio’s.
Verder zou men vorig jaar al klaar zijn geraakt met de basisrapporten voor de heivlinder, de bruine eikenpage, de argusvlinder, de vleermuis, de gladde slang, de knoflookpad en de roerdomp. Maar we zijn nu een half jaar later en nog steeds zijn er geen nieuwe SBP’s goedgekeurd. In het lijstje dat ik heb opgesomd, ben ik nog de bever vergeten. U zei dat dat dossier klaar was en dat het tegen december helemaal kon worden afgerond. We zijn nu mei 2015 en bij mijn weten is het SBP nog altijd niet goedgekeurd.
Er was ook nog een tweede angel, namelijk dat de dubbele voorwaarde moet worden ontkoppeld. In het verleden hebt u meermaals gezegd dat die ontkoppeling zal gebeuren. Bij de vorige vraag gaf u een timing van eind 2014. Volgens mij is er nog altijd geen ontkoppeling gebeurd van het soortenbesluit en de rode lijst.
Minister, waarom duurt het zo lang om de fameuze SBP’s definitief goed te keuren en eindelijk uit te rollen? Daar zal de aap uit de mouw komen, bij de vraag of dit effectief een positieve impact zal hebben op onze biodiversiteit. Waar liggen de pijnpunten van de goedkeuring van de SBP’s? Wanneer wilt u de reeds opgemaakte soortenbeschermingsprogramma’s eindelijk goedkeuren? Hoeveel SBP’s zullen nog voor de zomer zijn goedgekeurd? Graag een concreet engagement. Klopt het dat de ontkoppeling van het Soortenbesluit en de rode lijst nog steeds niet is doorgevoerd? In dat geval, wanneer wilt u dit wel doorvoeren?
De heer De Bruyn heeft het woord.
Minister, ik had een schriftelijke vraag in voorbereiding omdat het om heel veel feitelijke deelvragen gaat over de status van verschillende formeel aangekondigde beschermingsprogramma’s voor een hele hoop dieren. De heer Sanctorum heeft terecht van een vraag om uitleg gebruikgemaakt om een uitgebreide stand van zaken te vragen. Ik ben heel benieuwd naar die precieze stand van zaken. Alle deelvragen van de heer Sanctorum stonden ook op mijn lijstje, en stonden een half jaar geleden ook al op ons lijstje.
Minister, ik zou ook graag horen welke budgetten voor 2015 klaarstaan, specifiek voor het goedgekeurde SBP-verhaal van Antwerpen. Dat is een grote zaak. Het zou interessant zijn te weten welk budget u daartegenover kunt zetten. Dragen de haven of de havenautoriteiten daarin bij? Zoekt u eventueel naar andere financieringen bij bedrijven die denken daarmee een mooi en groen imago te kunnen aanscherpen? Voor mij niet gelaten, maar het zou interessant zijn een zicht te hebben op het beschikbare budget. Is er al definitief beslist welke vier programma’s voor 2015 naar voren worden geschoven?
– Tinne Rombouts treedt als voorzitter op.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dit is inderdaad al enkele keren aan bod gekomen. De heer De Bruyn en mevrouw Peeters hebben er al vragen over gesteld. Toen werkten we verder met de vier die we dit jaar willen afronden. De stand van zaken is dat het soortenbeschermingsbesluit van de bever bij de Raad van State zit. We hebben gewacht op een begrotingsakkoord. Dat is er nu en het zit bij de Raad van State.
De kwartelkoning is afgewerkt en wordt momenteel met de verschillende doelgroepen besproken. De grauwe kiekendief en de hamster werden al een eerste keer met de doelgroepen besproken, en wordt nu op basis van de opmerkingen herwerkt. Volgens de actuele planning zou die herwerking voor de zomer moeten worden afgerond. Het basisrapport voor de gladde slang is ook in opmaak.
Voor de heivlinder, de bruine eikenpage en de argusvlinder zal geen apart SBP worden opgemaakt. De belangrijkste soortenbeschermingsmaatregelen zijn in het aangepast beheer van natuurgebieden gesitueerd, voornamelijk binnen de speciale beschermingszones (SBZ’s). Voor die vlinders zal een beheerrichtlijn worden opgemaakt. Deze niet-habitatrichtlijnsoorten liften mee op de realisaties van de instandhoudingsdoelstellingen voor onze Europese beschermde habitats.
Aan de SBP’s voor de vleermuis, de knoflookpad en de roerdomp wordt voortgewerkt. Momenteel wordt prioriteit gegeven aan het afwerken van de SBP’s van hamster, kwartelkoning en de grauwe kiekendief. We moeten daar keuzes in maken, want het is tamelijk intensief.
Ik heb in deze commissie al eerder uitgelegd wat precies zo intensief is. Dit is nog steeds de afstemming op en de integratie in andere plannen en processen, bijvoorbeeld de afstemming op de instandhoudingsdoelstellingen. De soortenbeschermingsprogramma’s bevatten concrete acties. We mogen echter niet vooruitlopen op het lokaal overlegproces over de instandhoudingsdoelen dat we hebben gestart.
Een ander voorbeeld heeft specifiek betrekking op vissen. We moeten dit afstemmen op en integreren in de stroomgebiedbeheersplannen. Dat is nodig. Het gaat immers om acties die breed worden uitgevoerd. De toepassing is niet de taak van een enkele dienst of administratie. Het gaat om vele diensten. De financiering is ook uit verschillende hoeken afkomstig. Er is me daarnet dan ook gevraagd of ik geen middelen kan zoeken bij de andere partners die hierbij betrokken zijn. Dit is het geval met betrekking tot de havens. Ik kom straks nog terug op het budget voor 2015.
Het gevolg is dat we moeten samenwerken met tal van partners. Er moet tevens een financieel engagement zijn. Dit vergt natuurlijk overleg. Het ANB overlegt met andere diensten en administraties, zoals de Vlaamse Landmaatschappij (VLM). Het gaat dan onder meer om de beheersovereenkomsten die worden afgesloten. Verder is er overleg met het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) en met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) met het oog op wetenschappelijke ondersteuning. Daarnaast zijn er natuurlijk nog verschillende maatschappelijke actoren.
We zijn ervan overtuigd dat niemand zit te wachten op plannen die niet realiseerbaar zijn of die doelstellingen bevatten waar geen financiële engagementen tegenover staan. Om succes te kunnen boeken, is het met betrekking tot een aantal soorten tevens belangrijk dat we voldoende draagvlak tot stand brengen.
Mijnheer Sanctorum, het is niet zo dat er niets gebeurt omdat er nog geen soortenbeschermingsprogramma’s zijn. Dit is misschien een misverstand. Het opmaakproces leidt tot voorstellen van acties die binnen de bestaande reguliere beheermiddelen al kunnen worden uitgevoerd.
Dit gebeurt nu al op de terreinen van het ANB en in de erkende natuurreservaten. Dit is in de verschillende communicatieprojecten en onderzoeksprogramma’s opgenomen. Zo is het ANB, bijvoorbeeld, ter bescherming van de kwartelkoning gestart met een project om het broedsucces te verhogen.
Verder wordt gewerkt aan een decreetgevend initiatief om de subsidiëring van de nestbescherming op vrijwillige basis in landbouwgebied voor soorten als de kwartelkoning, de grauwe kiekendief en de bruine kiekendief mogelijk te maken. Het is de bedoeling van het ANB de soortenbeschermingsprogramma’s voor de kwartelkoning, de grauwe kiekendief en de hamster nog dit jaar ter goedkeuring voor te leggen. Aansluitend hierop zullen de overige programma’s worden goedgekeurd.
De afgelopen maanden heeft het ANB de doelgroepen over een reeks wijzigingsvoorstellen van het soortenbesluit geconsulteerd. Die ontkoppeling maakt hier deel van uit. Die bevraging heeft plaatsgevonden. Het voorstel tot decreetswijziging en de opmerkingen van de doelgroepen moeten binnenkort worden voorgelegd.
Het ANB is klaar met een voorstel tot implementatie van de Europese verordening betreffende de aanpak van de invasieve exoten. Ik heb het ANB de opdracht gegeven dit meteen te integreren. Op die manier kan dit deel uitmaken van de decreetswijziging.
Mijnheer De Bruyn, dat is momenteel de stand van zaken. Ik heb het budget voor 2015 opgevraagd. Ik kan u echter nu nog geen antwoord geven. Zodra ik over het antwoord beschik, zal ik het aan het commissiesecretariaat overmaken. U zult dan de juiste budgetten kennen waarin voor 2015 is voorzien.
Wat u over de financiering van de haven hebt verklaard, klopt overigens. Dit is een mooi voorbeeld. We beschikken over de mogelijkheid om naar andere private partners te kijken. Dat is een suggestie waarmee we zeker rekening moeten houden. Dit betekent natuurlijk dat het ANB opnieuw overleg moet plegen en partners moet zoeken. Op die manier moet het financieel engagement zuiver worden gesteld. We zouden het sneller, met minder overleg, met minder draagvlak en met minder afstemming op de private partners kunnen aanpakken. Dat is niet wat het ANB tracht te doen.
Zoals ik daarnet al heb verklaard, zullen de soortenbeschermingsprogramma’s voor de kwartelkoning, de grauwe kiekendief en de hamster er nog dit jaar komen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Eerlijk gezegd, bevat het echter niet veel nieuwe elementen. Het is grosso modo hetzelfde antwoord als u zes maanden geleden hebt gegeven. Enkel de deadline is wat verschoven. Het gaat niet meer om het einde van 2014. U hebt er zich nu min of meer toe geëngageerd om nog voor de zomer een aantal belangrijke knopen door te hakken.
Volgens mij is iedereen ervan overtuigd dat de achteruitgang van de biodiversiteit in Vlaanderen een van de grootste uitdagingen vormt. Dit geldt zeker voor uw departement. Ik kan begrijpen dat allerlei administratieve factoren dan ook voor vertraging zorgen. Ik begrijp dit en ik kan dat als een verklaring beschouwen. Het is echter geen excuus. Als volksvertegenwoordigers moeten we er u op blijven aanspreken dat het bijzonder traag gaat. Dat kunt u niet ontkennen. Het hele proces heeft gigantisch veel vertraging opgelopen.
De prioriteringslijst van de soortenbeschermingsprogramma’s is door het ANB opgesteld. Als ik dat lees, zie ik dat voor een heleboel soorten 2012 als startjaar staat vermeld. Ik weet natuurlijk dat dit het startmoment van het hele proces is. Toen zijn de basisrapporten van start gegaan en dergelijke. Voor de beekprik, de rivierdonderpad, de kleine modderkruiper, de kwartelkoning en de grauwe kiekendief staat 2012 als startjaar vermeld. Ondertussen zijn we bijna halverwege 2015 en er zijn nog steeds geen soortenbeschermingsprogramma’s.
Minister, het enige wat het Vlaams Parlement kan doen, is er bij u op aandringen dat het moet vooruitgaan. Overleg is absoluut noodzakelijk. U mag zich hier echter niet achter blijven verschuilen. Het moet vooruitgaan. Als er ergens een knoop zit, moet u hier druk achter zetten. Als de wetenschappelijke begeleidingscommissie te traag werkt, is het uw taak als minister hier druk op uit te oefenen. Als binnen de administratie vertraging ontstaat, is het uw taak als minister om druk uit te oefenen op het ANB. Als het dossier op uw bureau ligt, is het uw taak om snel een beslissing te nemen. In elk geval moet het vooruitgaan.
Volgens mij spreek ik namens veel commissieleden als ik stel dat we het een beetje beu zijn altijd te moeten horen dat het complex is, dat er veel overleg moet plaatsvinden en dat hierdoor vertragingen ontstaan. Op een bepaald ogenblik nemen we daar geen genoegen meer mee. Er moeten, conform de engagementen die u in uw beleidsnota bent aangegaan, beslissingen worden genomen.
Wat de uitvoering van de prioriteringslijst betreft, zitten we met een achterstand. Ik heb echter gemerkt dat met betrekking tot de timing nog steeds een aantal beslissingen moeten worden genomen. De lijst loopt tot 2016. De legislatuur loopt echter tot 2019. Ik hoop dat we binnenkort meer duidelijkheid over die laatste drie jaar zullen krijgen. Wat is de planning? Welke soorten zullen in welke volgorde door middel van soortenbeschermingsprogramma’s worden aangepakt?
Minister, u hebt daarnet verklaard dat het niet enkel om de soortenbeschermingsprogramma’s gaat. Ook door middel van parallelle processen kan nog vooruitgang worden geboekt. Dat is een goede zaak. Ik hoop dat dit ook effectief gebeurt.
Het blijft echter allemaal een beetje anekdotisch. U hebt de kwartelkoning als voorbeeld aangehaald. Op zich is dit positief. Het Vlaams Parlement kan echter moeilijk inschatten wat er daadwerkelijk gebeurt. Het zou nuttig zijn het Vlaams Parlement in afwachting van de soortenbeschermingsprogramma’s een overzicht van die parallelle vooruitgang te geven. Wat is de vooruitgang? Over welke soorten gaat het? Welke initiatieven worden genomen? Aangezien u dit als een daadwerkelijke vooruitgang hebt bestempeld, neem ik aan dat de administratie over een dergelijk overzicht beschikt.
De heer De Bruyn heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de stand van zaken. Wegens de vertragingen met betrekking tot dit dossier word ik hier echter niet heel vrolijk van. Ik dank u ook voor het inzicht in de financiering dat u nog zult verschaffen. Ik kijk hier zeker naar uit.
Ik heb veel begrip voor uw pleidooi. We hebben overleg, afstemming, integratie en consultatie nodig. Ik heb daar alle begrip voor. Ik draai ondertussen echter ook al elf jaar mee in de politiek. Als ik iets heb geleerd, is het wel dat al die elementen enkel een kans op succes hebben indien er ook overredingskracht aan te pas komt. Voor die overredingskracht moet de politieke eindverantwoordelijke zorgen. In dit geval bent u dat.
Minister, ik zou u dan ook met aandrang willen vragen om hier de komende maanden meer politieke daadkracht en overredingskracht dan in het verleden in te investeren. Op die manier kunnen overleg, afstemming, integratie en consultatie tot meer resultaten leiden.
Op dat ogenblik zullen we over een effectieve uitvoering van de soortenbeschermingsprogramma’s kunnen beginnen te spreken en zullen we kunnen beginnen na te denken over een manier om de opgebouwde vertraging in te halen. Dat is volgens mij immers een discussie waard.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer De Bruyn, het ANB wil hier natuurlijk op een goede manier werk van maken. Het ANB werkt in mijn opdracht aan een draagvlak. We kunnen er natuurlijk met de botte bijl door gaan en meedelen hoe het zal zijn. Op die manier zouden we echter een tegenreactie op het terrein krijgen en zou het niet worden geïmplementeerd. Volgens mij is het soms beter in de loop van het proces aan het draagvlak te werken dan zo maar iets op tafel te leggen. Ik kan dan wel doen alsof ik veel daadkracht heb, maar ik zou nadien moeten vaststellen dat het op het terrein niet gebeurt. Dat is misschien een andere werkwijze. Ik ben ervan overtuigd dat ik op het terrein de beste resultaten zal boeken indien ik op voorhand aan het draagvlak werk. Zoals beloofd, zal ik nog de gegevens in verband met de begroting bezorgen.
Mijnheer Sanctorum, ik zal het ANB vragen me een volledig overzicht te bezorgen van alle alternatieven die op het terrein bestaan. Ik zal dat overzicht aan het commissiesecretariaat overmaken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.