Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister-president, ik stel u een vraag in het kader van uw bevoegdheid Buitenlands Beleid, met betrekking tot de mensenrechten in China en meer bepaald de problematiek van de orgaanhandel. Die problematiek volgen velen van ons al langer, collega’s. De onmiddellijke aanleiding om de vraag hier te stellen, was een uitzending begin maart van Telefacts, waarin een BBC-reportage werd gebracht over de vervolging van de aanhangers van Falun Gong in China. Los van het feit dat die vervolging indruist tegen alle mogelijke mensenrechtenprincipes, niet enkel volgens mij, lag de klemtoon van de uitzending vooral op illegale orgaanhandel. De aanhangers van Falun Gong zijn vaak het slachtoffer van illegale orgaanroof van overheidswege in China.
Het druist in tegen alle principes van mensenrechten, in bijzonder het VN-Verdrag tegen Foltering en andere Wrede, Onmenselijke of Onterende Behandeling of Bestraffing, dat overigens door China werd geratificeerd in 1988.
Deze praktijk van orgaanroof werd ook systematisch toegepast op geëxecuteerde gevangenen. Twee weken geleden was er een seminarie in een van de commissies van het Europees Parlement, gewijd aan de problematiek van orgaanroof in China. Verschillende experten op wereldniveau, onder andere uit Canada, en collega’s van het Europees Parlement hebben toen het woord genomen. Daar werd uitgelegd dat in de officiële statistieken van China drie categorieën van orgaandonoren worden opgenomen. Ten eerste: de gewone, burgerlijke orgaandonoren, die vrijwillig aangeven donor te willen zijn bij hun overlijden, accidenteel of niet. Ten tweede: mensen die geëxecuteerd worden ten gevolge van een gerechtelijke veroordeling. En ten derde: mensen die geëxecuteerd worden ten gevolge van hun overtuiging. Dat zijn dan in groten getale mensen die aanhanger zijn van Falun Gong.
Begin dit jaar zou men een eind hebben gemaakt aan de orgaanroof op mensen die het voorwerp zijn van de doodstraf. Tijdens het seminarie in het Europees Parlement bleek echter dat dat gewoon een administratieve herschikking is en dat men in China de beslissing heeft genomen dat al wie organen afstaat na een terdoodveroordeling, dat vrijwillig doet en dus wordt ondergebracht in de eerste categorie, namelijk de burgers die vrijwillig hun organen doneren. Dan blijft enkel de derde categorie nog over, de mensen die organen afstaan ten gevolge van een terechtstelling ten gevolge van hun overtuiging, namelijk de Falun Gong.
Het is een heel verontrustend en choquerend gebeuren. Het is bovendien niet nieuw. Het probleem wordt ons al verschillende jaren gesignaleerd. Het is voor ons als parlementsleden soms moeilijk om precies uit te maken wat onder de federale bevoegdheden ressorteert en wat onder de Vlaamse, minister-president, maar u zult hier wel gepast op kunnen antwoorden.
Hoe moeten wij als beleidsmakers op die informatie reageren, binnen het kader van onze politieke verantwoordelijkheden? Hoe brengt u de problematiek aan de orde in het kader van uw contacten met Chinese autoriteiten? In uw beleidsbrief hebt u gezegd hoe hoog Vlaanderen de mensenrechten in het vaandel draagt en hoeveel belang wij eraan hechten. Ik zou graag weten hoe men deze concrete toepassing daarvan, deze concrete problematiek, aan de orde brengt. Wat kunnen wij doen om mensen die hun geloof belijden, zijnde de Falun Gong, te beschermen tegen dit vreselijke misbruik?
Toerisme tot slot is een bevoegdheid die grotendeels onder Vlaanderen ressorteert. Vandaag bestaat er in het rijke Westen zoiets als orgaantoerisme. Is dat een problematiek die enkel onder de federale bevoegdheden Justitie, Binnenlandse Zaken en Buitenlandse Zaken valt, of kunnen wij die ook vanuit Vlaanderen opvolgen met de bevoegdheid Buitenlands Beleid? Zo ja, welke stappen worden er in dat verband, vooral dan ten aanzien van China, ondernomen?
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister-president, vorig jaar rond deze tijd was er wat ophef over een klassiek Chinees dans- en muziekspektakel dat in het Théâtre National werd georganiseerd door de vzw Falun Gong. Het cultuurhuis wordt elk jaar onder druk gezet om het contract met de vzw te ontbinden. Via Chinese ambassades worden ook lokale overheden in het buitenland onder druk gezet om de Falun Gong niet te bevoordelen en om, waar het kan, de beweging buiten Chinese culturele manifestaties te houden.
De organisatoren gaan al meer dan een decennium gebukt onder zware vervolgingen van de Chinese autoriteiten. Het is dan ook onaanvaardbaar dat wij daaraan zouden bijdragen door die voorstelling te censureren en affiches af te plakken. Het is uiteraard belangrijk om over al die zaken een gezonde en volwassen dialoog te onderhouden met China. Om de plooien glad te strijken, moet je natuurlijk met elkaar rond de tafel zitten.
Er kan uiteraard geen sprake van zijn dat handelsgesprekken aanleiding kunnen vormen tot censuur van mensen en organisaties die door China onderdrukt worden. Aan de basisvrijheden en aan de fundamentele mensenrechten raken we niet, en zeker niet op ons eigen grondgebied.
In navolging van mevrouw de Bethune willen we vragen dat ook de Vlaamse Regering bij elk onderhoud met of bezoek aan China de mensenrechtensituatie aankaart, met specifieke aandacht voor de rechten van de etnische en religieuze minderheden. We verlangen dat China het grondwettelijke recht op godsdienst- en geloofsvrijheid ten volle eerbiedigt, alsook de vrijheid van meningsuiting en vereniging, die daar onlosmakelijk mee verbonden zijn. Wij roepen ook op tot de onmiddellijke vrijlating van alle gewetensgevangenen in China, met inbegrip van de aanhangers van Falun Gong.
De heer De Croo heeft het woord.
Ik weet niet in hoeverre de minister-president bevoegd is voor de vraag die ik ga stellen. Mevrouw de Bethune heeft een gedocumenteerde en betrouwbare vraag gesteld, met feitelijke gegevens, maar, tenzij ik mij verkeerd gedocumenteerd heb, heeft Falun Gong wel een grote vrijheid in Hongkong, dat op termijn weliswaar China is. Ik deel natuurlijk de verontwaardiging en verwijten in de vraag van mevrouw de Bethune, maar mijn vraag is of het mogelijk is om na te kijken of het lot van die belangrijke groep in Hongkong inderdaad helemaal anders is en de problemen die mevrouw de Bethune aankaart, daar niet plaatsgrijpen. Minister-president, zou het kunnen dat de Chinese eenheid, in haar gegeven diversiteit, nu met verdragen en overgangsmaatregelen, een heel andere houding aanneemt tegenover deze bevolkingsgroep? Die dimensie wou ik toevoegen aan de vraag.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Er heerst inderdaad al enkele jaren enige ongerustheid, ook in deze commissie, over de vervolging van de Falun Gong. Falun Gong is in essentie een soort meditatietechniek, die in China blijkbaar nogal repressief wordt aangepakt, tot zelfs het verwijderen en verhandelen van organen van de volgelingen ervan toe.
Ik heb dit in het verleden zelf ook al aangekaart. Toch merk ik dat er nog altijd enige duisterheid en onwetendheid over heerst. Het is natuurlijk ook logisch dat er niet meteen duidelijkheid over kan worden verstrekt, als het over illegale handel in organen gaat.
Daarom wil ik er bij de minister-president op aandringen om zo veel mogelijk cijfermateriaal te verzamelen en ons te bezorgen, om met meer overzicht te kunnen bekijken wat er aan de hand is en wat wij vanuit het kleine Vlaanderen eventueel kunnen doen. Ik wil ook vragen om te bekijken of ook in andere staten en regio’s de vervolging van de Falun Gong en het probleem van illegale handel in organen aan de orde zijn. Ik wacht graag het antwoord van de minister-president af, maar dan moeten we later ook eens beter naar de gegevens kijken die ons kunnen worden verstrekt.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Een aantal collega’s stellen vragen naar feiten en cijfergegevens. Het is natuurlijk niet evident om daar zelf informatie over te verzamelen. Specifiek wat Hongkong betreft, mijnheer De Croo, fluistert de voorzitter mij hier ‘one country, two systems’ in. Dat wordt in Hongkong inderdaad op wel meer terreinen ervaren.
Collega’s, de Chinese regering heeft elke aantijging daaromtrent altijd categoriek ontkend. China zegt dat het organen recupereert van ter dood veroordeelde gevangenen na hun executie. Huang Jiefu, directeur van het Chinese Comité voor Orgaandonatie en voormalig plaatsvervangend minister van Volksgezondheid, verklaarde op de conferentie over orgaandonatie en transplantatie in Madrid in 2010 dat uiterlijk medio 2014 alle ziekenhuizen die orgaantransplantaties mogen uitvoeren, niet langer organen van geëxecuteerde gevangenen zouden mogen gebruiken en verplicht zouden worden om alleen organen te gebruiken die vrijwillig zijn gedoneerd en via een nationaal systeem worden toegewezen.
Het is evident, collega’s, dat Vlaanderen een speerpunt maakt van mensenrechten en dat we daar wereldwijd vooruitgang in willen zien, maar het is voor Vlaanderen niet evident om rechtstreeks ten aanzien van China op te treden en om eigen, parallelle initiatieven te nemen. Wij schrijven ons in in het Europese beleid. Dat is de partner die, in samenspraak met ons intra-Belgische beleid en conform de standpunten die de federale minister van Buitenlandse Zaken inneemt, zorgt voor het aansnijden van die themata. Er is ter zake Europees beleid uitgewerkt, sinds eind vorig jaar, door de hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, Federica Mogherini.
De Europese Unie heeft het probleem van de Falun Gong regelmatig onder de aandacht van de Chinese autoriteiten gebracht, in het kader van de Europees-Chinese mensenrechtendialoog, die sinds 1995 in principe twee keer per jaar plaatsvindt. Tegelijk tracht de Europese Unie China verder aan te moedigen bij de versterking van de rechtsstaat en bij hervormingen die de mensenrechten en minderheden ten goede komen, via de jaarlijkse EU-China-top. Zoals ik al zei, deelt de federale minister van Buitenlandse Zaken het standpunt van de EU.
Uitgerekend vandaag en morgen vindt er een strategische dialoog tussen de EU en China plaats, waar mevrouw Mogherini de mensenrechten opnieuw aankaart. Dat is mijns inziens ook het aangewezen forum om dat te doen namens de collectiviteit van de Europese Unie. In juni volgt dan de Europees-Chinese top. Ook daar zal dat opnieuw een van de thema’s zijn.
Wat de vraag over orgaantoerisme betreft, denk ik dat dat een uitsluitend federale bevoegdheid is, tenzij collega Vandeurzen daar meer inhoudelijk op zou kunnen antwoorden. Mij lijkt het vooral een justitieel-politiële kwestie te zijn.
Mevrouw Soens, u verwees naar Le Théâtre National. Het is evident dat er vrijheid van meningsuiting is in dit land, maar dat is wel een bevoegdheid van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) en niet van de Vlaamse Gemeenschap. Maar het is evident dat wij, als Vlaanderen, onverkort achter het recht op vrije expressie en de vrijheid van meningsuiting in ons land staan. Het behoort tot de fundamenten van de Europese Unie, en zeker ook van ons land, en tot de principes die Vlaanderen huldigt.
Mevrouw De Bethune heeft het woord.
Ik dank de minister-president voor zijn antwoord. Ik kan helemaal akkoord gaan met de positie die hij uitlegt, namelijk dat het mensenrechtenbeleid een beleid is dat wij op Europees niveau coherent moeten voeren, en dat dat ook binnen België samen gedragen moet worden door de deelstaten en het federale niveau. Dat is logisch. Het is de enige manier, en ook een sterke manier, om daarin vooruit te gaan.
Dat belet niet dat we vanuit Vlaanderen moeten zoeken hoe we die principes die we huldigen en waar we samen diplomatiek op drukken, concreet kunnen maken binnen het Vlaamse beleid. We moeten aanknopingspunten zoeken om het hard te maken, anders blijft het een belijdenis van waarden. Dat heeft op zich wel betekenis, maar er moet ook aansluiting zijn bij de concrete waarden.
We hebben vanuit Vlaanderen heel wat contacten met China op economisch gebied. Ook onze bedrijven hebben heel wat contacten met China. De uitdaging is om een gepaste manier te vinden om het mensenrechtendiscours te betrekken bij die economische verhoudingen, zeker wanneer het over dergelijke belangrijke zaken als de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting en het respect voor het leven gaat, zaken die hier dramatisch geschonden worden in het kader van die illegale orgaanhandel.
Het is dus zoeken naar een concretisering van ons beleid op dat vlak, met de handgrepen die we op het Vlaamse niveau hebben.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Ik begrijp de pragmatische weg die wordt bewandeld. Via de intra-Belgische standpuntbepaling probeert men te wegen op de Europese benadering van het dossier. Ik denk dat er voorts niet veel mogelijkheden zijn vanuit het kleine Vlaanderen. Dit mag ons echter niet beletten, en op dat vlak sluit ik me aan bij mevrouw de Bethune, om te zoeken naar een concrete benadering. De volgende jaren zullen we daar onze handen vol mee hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.