Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, dierenrechtenorganisaties, maar ook dierenasielen dringen aan op een verbod op stroomhalsbanden voor honden. Dierenasielen melden dat ze wekelijks honden binnenkrijgen die, volgens hen, door zo’n halsband getraumatiseerd en onhandelbaar zijn geworden. De halsbanden zijn vrij te verkrijgen in de dierenwinkels.
Afhankelijk van de functie of het doel kunnen de elektrische halsbanden worden ingedeeld in drie types, namelijk trainings-, antiblaf- en antivluchthalsbanden. Bij antiblaf- en antivluchthalsbanden is het risico op welzijnsproblemen kleiner, omdat de elektrische schok door de hond te voorspellen of te controleren is. Het gebruik van de trainingshalsbanden, daarentegen, kent een zeer groot risico. Door een foute timing en het inconsistent toedienen van de schok kan er immers stress ontstaan bij het dier. Het welzijn van de hond is bijgevolg afhankelijk van de persoon die de afstandsbediening hanteert.
De dierenasielen klagen aan dat het ondoordacht of oneigenlijk gebruik van dit instrument veel leed en bijkomende gedragsproblemen, veroorzaakt door angst, kan teweegbrengen. Dat is uiteraard afhankelijk van de stroomsterkte die wordt gebruikt. Gebruikers stellen dat een zeer lage sterkte niet pijnlijk is, maar enkel hinderlijk, wat in veel gevallen genoeg is om ontradend te werken. De wetgeving in verband met het gebruik van de elektrische halsbanden in andere Europese landen varieert, van een verbod tot een toelating of een toelating onder voorwaarden.
Minister, in het advies van de Raad voor Dierenwelzijn van 2010 over deze problematiek staat te lezen dat het welzijn van het dier niet in vraag wordt gesteld bij het gebruik van dergelijke halsbanden. Ik citeer: “Recentere literatuur toont aan dat er bij correct gebruik het gebruik van de halsband resulteert in een toestand waaraan de hond zich met minimale kost aanpast. Bijgevolg is de stress- en welzijnsimpact in dit geval beperkt.” Volgt u, na de meldingen van de dierenasielen en de dierenrechtenorganisaties, deze stelling van de Raad voor Dierenwelzijn van vijf jaar geleden nog? Dringt, na de binnengelopen klachten, een nieuw onderzoek zich niet op? Welke acties zult u ondernemen? Gaat u bepaalde Europese landen volgen en ook het gebruik of de verkoop van de stroomhalsband verbieden? Heeft Vlaanderen een specifieke wetgeving met betrekking tot het gebruik van elektrische halsbanden? Gebeuren er controles op die producten? Zo ja, door wie? Is er een maximale stroomsterkte vastgelegd? Waarop baseert men zich daarvoor? Kunt u een maximumwaarde voor de stroomsterkte laten vastleggen? In het Vlaamse regeerakkoord wordt een sensibilisatiecampagne over het houden van huisdieren aangekondigd. U verwacht daarvoor in het najaar voorstellen van de administratie. Zal in de sensibilisatiecampagne gedragstraining via hondenscholen en het geven van positieve impulsen aan dieren, dus het belonen van goed gedrag, worden verplicht of gestimuleerd?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik wil een korte aanvulling geven. Het klopt dat het advies van de Raad voor Dierenwelzijn genuanceerd is in deze discussie, maar ik wil daar wel aan toevoegen dat het advies eigenlijk gold voor een correct gebruik. Het probleem dat ter zake rijst, is nu net dat van het buitenmatig gebruik. We moeten dat advies dus wel in de juiste context plaatsen.
Minister, persoonlijk vind ik die stroomhalsbanden toch zeer bizarre tuigen om dieren te behandelen of te houden. Als je eens rondloopt in een supermarkt, of specifiek in een dierenhandelszaak, dan zie je daar soms heel gekke dingen staan, zoals die stroomhalsbanden, maar ik denk ook aan mollenklemmen. Daar hangt een zeer eigenaardig sfeertje rond. De meningen zijn verdeeld over de vraag wat de rol kan zijn van zo’n stroomhalsband, maar sowieso moet dat wel worden gereglementeerd.
Minister, een voorstel zou kunnen zijn dit zodanig te reguleren dat alleen bij problematisch gedrag van een hond zo’n stroomhalsband wordt toegelaten, bijvoorbeeld als een dierenarts of een dierengedragsspecialist dat voorschrijft. Ik weet niet of u zoiets in overweging neemt. Dat is een mogelijkheid om het gebruik van die stroomhalsbanden toch op een aanvaardbare manier binnen de perken te houden.
Minister Weyts heeft het woord.
Het minste dat je kunt zeggen, is dat de meningen verdeeld zijn. Als ik opnieuw enkel mijn mailbox als graadmeter neem, dan blijkt er een grote bezorgdheid te zijn. Er zijn toch wel heel wat gebruikers, en ook heel wat mensen die vaststellen dat eigenaars van zulke toestellen daar niet vakkundig mee omspringen. Ook in professionele hoek merk ik heel wat bezorgdheid, bijvoorbeeld bij de politie, die een variant van die halsbanden in haar opleiding gebruikt. Mevrouw Vermeulen, daarom lijkt het me goed dat u een onderscheid maakt, want alles wordt op één hoop gegooid. Er zijn verschillende toepassingen. Op dat vlak is de markt heel creatief. Er bestaan verschillende vormen van zulke halsbanden. U noemde de trainings-, de antiblaf- en de antivluchthalsbanden. Er is wel een groot onderscheid ter zake. Het belangrijkste onderscheid dat men kan maken, is dat van de conditionering voor een verwachte handeling. Daarbij wordt er dus een lijn getrokken, zij het dat die lijn niet zichtbaar is. Dat is vergelijkbaar met bijvoorbeeld een schrikdraad die wordt gebruikt in omheiningen. Aan de andere kant heb je bijvoorbeeld stroomhalsbanden met een afstandsbediening, waarmee men min of meer spelenderwijs schokken toebrengt. Je moet geen gedragsspecialist zijn om te beseffen dat dat wel wat kan teweegbrengen in de psyche van zulke dieren.
Er is inderdaad een advies van de Raad voor Dierenwelzijn. Ik denk dat er gronden zijn om aan die raad te vragen dat nog eens te bekijken, al was het maar wegens de technologische evoluties waarnaar werd verwezen en het feit dat het aanbod in de speciaalzaken ruimer wordt. De gegevens die me werden voorgelegd, zijn dikwijls weinig specifiek of gestructureerd. Ik heb ook gegevens opgevraagd om dat dossier te vervolledigen, zodat de administratie ook een nieuw dossier kan samenstellen en dat ook kan voorleggen aan de Raad voor Dierenwelzijn. Ik wil hen ter zake niet passeren, gezien het gegeven dat ze zich daar in het verleden over hebben gebogen. De samenstelling van de nieuwe Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn zal in grote lijnen gelijklopen. Daar zullen ongetwijfeld ook dikwijls dezelfde personen aan deelnemen. Op basis van een dergelijk nieuw dossier kan men dan bekijken of men desgevallend een ander advies kan formuleren. Bijvoorbeeld zou men heel specifiek kunnen onderscheiden of het gaat over trainingshalsbanden. Ik wil niet vooruitlopen of geen voorafnames doen, maar men zou bijvoorbeeld kunnen concluderen dat sommige toepassingen alleszins toch op zijn minst moeten worden gevrijwaard voor de professionals, dat ze niet zomaar vrij kunnen worden verkocht in de particuliere handel. Dat zou een mogelijk alternatief kunnen zijn. Dat is alleszins mijn eerste impressie, op basis van alle gegevens die men me heeft doorgespeeld.
Het is, voor alle duidelijkheid, niet zo dat er een totale vrijheid is. Er bestaat natuurlijk zoiets als productnormen. Daarbij worden bijvoorbeeld ook de stroomsterkte en dergelijke bepaald. Die zijn meestal Europees geregeld, en in afgeleide daarvan ook federaal. Dat is een federale bevoegdheid. In theorie kunnen we op basis van het dierenwelzijn ook wel een beperking van de stroomsterkte opleggen, maar goed, dat wil ik bekijken aan de hand van het advies, dat dan weer zal zijn gebaseerd op het dossier van de administratie. Ik ga echter niet onmiddellijk in het wilde weg ingrijpen.
Wat de vraag over de campagne betreft: ik heb de administratie gevraagd om ook specifiek gefocuste thema’s uit te kiezen, zeker over het houden en het aanschaffen van huisdieren, waarover we dan volgend jaar een sensibilisatiecampagne kunnen voeren.
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. Ik heb zelf een aantal honden getraind. Bij de ene hond ging dat al iets gemakkelijker dan bij de andere. Dat was op een school, met klikkertraining en voedselbeloning. Ik had een scheper die daar totaal niet voor geschikt was. Men stelde me voor om een halsband te gebruiken, omdat hij dan sneller zou luisteren. Maar ik kwam zelf tot de conclusie dat hij met een positieve benadering moest worden beïnvloed door sport en spel. Hij legde niet de focus op voedsel maar op sport en spel. Ik denk dat de halsbanden soms te snel worden gebruikt om snel iets te kunnen aanleren. Ik ben er ook van overtuigd – en daar volg ik de heer Sanctorum volledig in – dat de halsbanden enkel kunnen worden gebruikt door ervaren deskundigen die ze op de juiste timing kunnen gebruiken en enkel in gevallen waar alles al is geprobeerd en de situatie eventueel levensbedreigend zou kunnen zijn.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik sluit me helemaal aan bij collega Vermeulen. De vraag rijst opnieuw, minister, of u bereid bent om de piste dat het in specifieke gevallen pas mag worden toegestaan, verder te bekijken. U moet daarom niet vandaag zeggen of een dergelijke beperking zal worden ingevoerd of niet, maar ten minste of de piste zal worden bekeken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.