Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, van 21 tot 27 maart vond een handelsmissie naar de Golfstaten Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten plaats. Het betreft een handelsmissie ingericht door het Federaal Agentschap voor Buitenlandse Handel waaraan ook de deelstaten hebben deelgenomen. Als gastheer van de Wereldbeker voetbal 2020 heeft het emiraat Qatar een project opgezet voor de modernisering van zijn sport-, hotel- en transportinfrastructuur. Naast de olie-en gasleidingen die voor de huidige welvaart hebben gezorgd, heeft het land een enorm potentieel waarvoor echter aanzienlijke investeringen in opleiding, onderzoek en ontwikkeling nodig zijn. Qatar is ondertussen wel gekend als een van de rijkste landen ter wereld, met het op een na hoogste bbp per inwoner. Uit de landenfiche van de FOD Buitenlandse zaken blijkt dat Qatar wil overschakelen van een economie die steunt op petroleum en gas naar een economie waarin kennis en knowhow centraal staan. Het zijn domeinen waarvoor ook Vlaanderen gekend staat. Om dit te verwezenlijken, zal Qatar zich moeten laten bijstaan door competente partners, aldus de landenfiche. Volgens de Wereldhandelsorganisatie (WHO) is Qatar de 33ste exporteur ter wereld voor goederen en de 55ste voor diensten. De Europese Unie is de vierde belangrijkste importeur van producten uit het emiraat. België is de twaalfde klant van Qatar en is goed voor 1,2 procent van zijn export. In de Europese Unie is ons land het vierde belangrijkste land, goed voor 13,3 procent van de import, achter het Verenigd Koninkrijk, Italië en Frankrijk.
Qatar ambieert om deze kenniseconomie te ontwikkelen dankzij investeringen in onderwijs, onderzoek en ontwikkeling. In dat kader zag al in 1995 de Qatar Foundation het licht. Dat is een vzw die zich focust op onderwijs, wetenschap en maatschappelijke ontwikkeling. Zo werd in haar schoot ook de Education City opgericht. Deze campus herbergt antennes van verschillende internationaal gerenommeerde universiteiten en hogescholen. Het is de bedoeling om onmiddellijk een beroep te kunnen doen op hooggeschoold personeel alvorens op langere termijn eigen Qatarese universiteiten op te starten.
Om deze universiteiten aan de industrie te koppelen, werd ook het Qatar Science & Technology Park (QSTP) uit de grond gestampt: een incubator om start-ups te begeleiden. Het is de bedoeling ondernemers uit de hele wereld aan te trekken en hen aan te moedigen hun producten in Qatar te ontwikkelen en te commercialiseren. Onder de eerste leden van QSTP bevinden zich bedrijven als EADS, ExxonMobil, General Electric, Microsoft, Shell en Total. Dat zijn grote multinationals. Voor het jaar 2014-2015 werd voor onderwijs 7,22 miljard dollar uitgetrokken, wat een stijging is met 7,3 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Dat bedrag is goed voor 12 procent van het totale overheidsbudget. Met dit bedrag moeten onder meer 85 nieuwe scholen, 21 crèches en een uitbreiding van Qatar Foundation worden gerealiseerd. Voorts is het land lid van GAFTA, een samenwerkingsverband van 18 landen van de Arabische Liga uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het land maakt zo deel uit van een vrijhandelszone met een markt van meer dan 300 miljoen inwoners. Het uiteindelijke doel is één economische zone realiseren.
Gegevens uit 2013 leren ons dat Qatar slechts de 88e klant van België is, en haar 35e leverancier. Sinds de vorige Belgische economische missie naar Qatar, in 2007, is de export sterk gestegen. In 2008 en 2009 was die goed voor 340 miljoen euro, om nadien weer te verminderen naar 159 miljoen euro in 2013. Enkele van onze belangrijkste exportsectoren passen nochtans helemaal in het Qatarese verhaal van diversificatie en ontwikkeling, zoals de farmaceutische sector en de producenten van machines, apparaten en kunststoffen. De landenfiche van de FOD Buitenlandse Zaken benadrukt wel dat de handelsbalans zwaar overhelt in het voordeel van Qatar, met een overschot van ongeveer 1 miljard euro. Volgende opportuniteiten worden voor onze bedrijven opgesomd: de uitbating en het onderhoud van de vele nieuwe gebouwen, baggeren, de aanleg van sportinfrastructuur, de bouw van woongelegenheden, de expertise op het gebied van spoorwegen, de architectuur, de veiligheidsuitrusting, de expertise op het gebied van mechanica, de elektriciteit, de loodgieterij, de raffinage, de exploratie en exploitatie van olie en gas, enzovoorts.
Gelet op de opportuniteiten voor de Vlaamse ondernemingen krijg ik graag enige toelichting bij enkele vragen. De mogelijke omschakeling van de economie in Qatar naar een kenniseconomie creëert bijzondere mogelijkheden voor Vlaanderen. Op welke manier kan de Vlaamse economie een partner zijn in deze omschakeling? Zijn universiteiten of hogescholen uit ons land actief in Qatar? Hoe wordt de handelsmissie geëvalueerd, en wat zijn de resultaten voor onze bedrijven en ondernemingen?
Kunt u meedelen welke bedrijven hebben deelgenomen aan deze handelsmissie, eventueel opgedeeld per gewest, Vlaanderen, Brussel en Wallonië? Wat was de totale kostprijs van deze handelsmissie en welke bijdrage heeft Vlaanderen gedragen?
Mevrouw Soens heeft het woord.
Kunt u ons een deelnemerslijst bezorgen van de handelsmissie, minister-president? Ik vermoed dat dat niet zo moeilijk kan zijn, omdat we die kunnen opvragen bij Flanders Investment & Trade (F.I.T.). Kunt u aanduiden of er bedrijven bij zijn die zich bezighouden met defensie en wapenhandel? Is dat mogelijk?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mijnheer Vanlouwe, het is inderdaad zo dat de diversificatie van de Qatarese economie opportuniteiten biedt voor samenwerking tussen Vlaanderen en Qatar. Dat heeft minister Muyters ook beklemtoond, die mij vervangen heeft. Ik citeer hem, toen hij deelnam aan de zending: “Onze Vlaamse innovatieve en kennisgedreven economie staat internationaal hoog aangeschreven. Met het bezoek aan Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten halen we de banden verder aan met een regio die als handelspartner aan belang wint en veel opportuniteiten biedt in tal van sectoren. De Vlaamse export naar Qatar bedraagt 171 miljoen euro en naar de Verenigde Arabische Emiraten 3,39 miljard euro, en dat zit in stijgende lijn. We zullen deze missie gebruiken om onze exportrelatie verder te bestendigen, maar ook om de aanwezige investeringsfondsen van beide golfstaten warm te maken om meer te investeren in Vlaanderen.”
U vraagt naar de betrokkenheid van universiteiten of hogescholen. In de eerste plaats is er de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), die zeer nauwe contacten onderhoudt met de belangrijkste onderzoeksinstellingen in Qatar: Qatar University, Qatar Foundation, Qatar National Research Fund, the Gulf Organisation for Research and Development. Dat gebeurt in het kader van gezamenlijke onderzoeksprojecten, die mee bijdragen tot de realisatie van de Qatar National Vision 2030. Het is maar een van de voorbeelden van onze expertise en innovatieve kracht.
Er is ook nog het opvallende project van het Vlaams Kenniscentrum Water (Vlakwa) met de Universiteit Gent, de Universiteit Antwerpen, de KU Leuven en de Campus Kortrijk. Zij zijn aan de slag in Qatar in een gezamenlijk onderzoeksproject. Tijdens de periode 2014-2015 zal de ecologische toestand van de Abu Nakhla Lagoon in kaart worden gebracht.
Er is een tevredenheidsenquête gebeurd na de missie, en die geeft aan dat 82 procent van de respondenten de missie als goed tot uitstekend omschrijft. Verder vallen volgende resultaten te noteren, die dus slaan op de volledige missie naar Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten.
Eén, tijdens meer dan zevenhonderd b2b-meetings vonden intensieve contacten plaats tussen Vlaamse en lokale bedrijven. Een meerderheid van de deelnemers geeft aan te verwachten dat daaruit op korte tot middellange termijn resultaten zullen uit voortvloeien, zoals nieuwe klanten, projecten, orders enzovoort.
Twee, tijdens seminaries en informatiesessies kwamen Vlaamse bedrijven in contact met ‘high level’ politieke en economische actoren in Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten. De focus lag daarbij op de sectoren infrastructuur en bouw, energie, cleantech, water en gezondheidszorg. De aansluitende netwerkmomenten boden ruimte voor interactie met de lokale bedrijven en tussen de deelnemers onderling.
Drie, de Vlaamse expertise en knowhow werden onder de aandacht gebracht van de projectverantwoordelijken van toekomstige wereldevents als de Wereldexpo in Dubai en het WK voetbal in Qatar.
Vier, tijdens twee power lunches werden wij voorgesteld als een interessante investeringslocatie. Tot slot zijn er al zestien contracten en/of memorandums of understanding ondertekend door Vlaamse bedrijven en organisaties. Van de deelnemerslijst heb ik een pdf die ik aan de secretaris zal bezorgen.
Het Agence wallonne à l’Exportation et aux Investissements étrangers (AWEX) stond in voor 18 procent met 79 personen, Brussel Invest & Export (BIE) voor 21 procent en 86 personen, F.I.T. voor 52 procent en 190 personen en de federaties voor 9 procent en 30 personen. De totale gemeenschappelijke organisatiekosten – het is een ruwe schatting, want er zijn nog geen definitieve cijfers – komen neer op 135.000 euro. Dat is verdeeld volgens de gangbare verdeelsleutel tussen het Agentschap voor Buitenlandse Handel, de FOD Buitenlandse zaken en de drie gewesten. De bijdrage van Vlaanderen bedraagt ongeveer 40.000 euro.
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Dank u wel, minister-president, voor uw zeer omstandige toelichting. Het is bijzonder positief dat onze Vlaamse universiteiten en hogescholen en diverse kenniscentra zoals VITO en Vlakwa daar actief zijn. Wij moeten onze kenniseconomie verder blijven uitdragen naar dergelijke landen.
Ik hoop dat het naar aanleiding van deze handelsmissie in de toekomst nog meer kan gebeuren, naar Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten en uiteraard ook naar andere landen in die regio, waar de omschakeling naar een kenniseconomie volop aan de gang is. Ik vind het positief dat 80 of 85 procent van de deelnemers het als goed tot uitstekend evalueren.
Ik ben bijzonder tevreden dat er goede afspraken gemaakt zijn tussen de gewesten over de deelname en de verdeling van de kosten. Ik kan opnieuw vaststellen dat er een overwicht was vanuit Vlaanderen, ook van ondernemingen. Ik kijk uit naar de lijst van de deelnemende ondernemingen uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Zo’n handelsmissie biedt bepaalde opportuniteiten. Vlaanderen zou het alleen kunnen, denk ik, maar in dit geval was er dus een samenwerking met AWEX en BIE.
Ik hoop alvast dat Vlaanderen het in de toekomst nog gaat doen, zeker naar dergelijke landen en naar groeilanden. Het is positief dat er reeds contracten zijn ondertekend, ook op lange termijn. U zegt dat er ook nog contracten worden verwacht. We kijken ernaar uit. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.