Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
We zijn gestart met de vragen over de evaluatie van vijf jaar Grond- en Pandendecreet. Minister, ik wil uw administratie feliciteren met de zeer goede nota over die evaluatie. De nota is toegelicht aan de commissieleden. Er zijn vragen gesteld aan de administratie. Natuurlijk waren enkele vragen beleidsmatig van aard. De ambtenaar kon in deze commissie op een aantal vragen geen antwoord geven.
Mijn eerste vraag staat ook in de nota over de evaluatie van vijf jaar Grond- en Pandendecreet en gaat over belastingvermindering voor renovatieovereenkomsten, in de volksmond de ‘mama-en-papalening’. Daaruit blijkt dat sinds het invoeren van dat instrument er in 5 jaar tijd maar 35 renovatieovereenkomsten werden geregistreerd, wat zeer weinig is. De doelstelling van de maatregel is niet onbelangrijk. Volgens de evaluatie is het niet helemaal duidelijk wat de oorzaak is van dit beperkte succes.
Minister, wat is uw visie op de mogelijke oorzaken van het beperkte succes van het systeem van belastingvermindering voor renovatieovereenkomsten? Wordt er nader onderzoek uitgevoerd? Hebt u plannen om wijzigingen aan te brengen in het systeem? De administratie suggereert dat er twee opties zijn. Ofwel schaft men die maatregel af, wat ik jammer zou vinden. Ofwel moet men meer inzetten op het beter promoten van dat instrument zodat dat aantal stijgt.
Er is ook een probleem met de attractiviteit van de renovatieovereenkomsten. Het wordt weinig gebruikt omdat het niet aantrekkelijk is. Men moet acht opeenvolgende jaren blijven wonen in het pand. Ik pleit ervoor om die ‘mama-en-papalening’ af te schaffen. De middelen die we daardoor uitsparen, kunnen we gebruiken voor de uitbreiding van de renovatiepremie. Als we keuzes moeten maken, is dat de ideale gelegenheid. We stoppen hiermee en we zetten meer in op de renovatiepremie.
Minister Homans heeft het woord.
Ik ga niet alle aspecten die te maken hebben met de renovatieovereenkomsten herhalen. Mevrouw Taeldeman heeft dat gedaan en de heer Engelbosch heeft eraan toegevoegd dat je minstens acht opeenvolgende jaren in de hoofdverblijfplaats moet blijven wonen.
Wat zijn de redenen waarom het niet succesvol is? Het maximaal te belenen bedrag van 25.000 euro is heel weinig, zeker als je een grondige renovatie wil doen. Als je een oud pand koopt en je kunt maar 25.000 euro lenen van mama of papa of broer of zus of iemand anders die je goed kent, dan is dat niet veel. Ook de belastingvermindering van 625 euro is peanuts. Als je grote renovatiewerken doet en als je maar 25.000 euro kunt lenen op die manier, dan is dat niet zo’n hoog bedrag. Men zit tamelijk snel aan 25.000 euro. Dat impliceert dat je naast die lening per definitie ook nog bij een bank zult moeten aankloppen voor een reguliere lening. Stel dat er toch iets misloopt bij de afbetaling, dan zal de bank de eerste schuldeiser zijn. Degene die zo braaf is geweest om die 25.000 euro via een renovatieovereenkomst te lenen, zal zijn geld wellicht niet terugkrijgen. Dat zijn allemaal zaken die ervoor zorgen dat het absoluut niet aantrekkelijk is.
Men kan als kredietgever – mama of papa – maar 25.000 euro geven, men kan maar 625 euro in mindering brengen van de belastingen. Tegelijk is de kredietgever verplicht om de roerende voorheffing op de aangerekende intresten te betalen. Dat is ook geen goede zaak. Het zijn zaken die die overeenkomsten totaal onaantrekkelijk maken. U hebt zelf gewezen op het weinige aantal keren dat er gebruik van is gemaakt. Die maatregel moeten we dus in vraag stellen. We moeten ons afvragen of die maatregel voldoende relevant is.
In mijn ogen is dat niet zo. We zetten beter in op andere instrumenten die wel een goede ondersteuning van het woonbeleid in totaliteit zijn. Zoals dit nu is uitgewerkt met alle modaliteiten, is het geen goed beleidsinstrument.
Mevrouw Taeldeman heeft het woord.
Dat is een duidelijk antwoord. Ik had de vraag gesteld tijdens de voorstelling van de evaluatie. Maar de administratie zelf kon daarop natuurlijk beleidsmatig geen antwoord geven.
Het is inderdaad belangrijk om een keuze te maken. Het instrument van het renovatieabattement van de registratierechten is wel een succes. Het aantal dossiers gaat duidelijk in stijgende lijn. Dan dringt een beslissing zich op. Dat was de bedoeling van mijn vraag. Er zijn maar twee manieren. Ofwel gaan we er voluit voor, maar dan moet het beter bekend worden gemaakt en gepromoot. Ofwel beslissen we, gelet op het maximaal te ontlenen bedrag van 25.000 euro en het beperkte bedrag dat kan worden ingebracht bij de belastingen, om af te stappen van deze maatregel.
Minister Homans heeft het woord.
Ik volg u, mevrouw Taeldeman. We kunnen beter inzetten op maatregelen die er wel iets aan doen en die wel iets kunnen veranderen.
Ik was nog vergeten te zeggen dat de renovatieovereenkomst enkel geldt voor panden die ongeschikt of onbewoonbaar zijn verklaard. Dat impliceert dat je veel meer nodig zult hebben dan 25.000 euro. Ik heb alle nadelen genoemd. Als er nog wordt geleend bij een particuliere bank en dergelijke, kom je als schuldeiser altijd als laatste.
Ik vind het geen goed instrument. Het wordt ook niet gebruikt, en dat heeft weinig te maken met: onbekend is onbemind. Het heeft eerder te maken met alle voorwaarden die eraan gekoppeld zijn. We steken onze energie beter in de maatregelen die er wel toe doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.