Verslag vergadering Commissie voor Wonen, Armoedebeleid en Gelijke Kansen
Verslag
De heer de Kort heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik zou graag met u van gedachten wisselen over de problematiek van de onderbezetting van sociale huurwoningen. Vaak is er sprake van onderbezetting bij koppels wier kinderen het huis uit zijn, waardoor ze in deze fase van hun leven in een te grote woning wonen.
De onderbezettingsvergoeding is al wettelijk geregeld in het kaderbesluit Sociale Huur, maar moet nog worden uitgevoerd om effectief gebruikt te kunnen worden door sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s). Om de maatregel toe te kunnen passen, moet de onderbezetting van sociale woningen echter eerst in kaart gebracht worden. Vandaag heeft de administratie daar geen overzicht van. Verder zou het ook interessant zijn om te inventariseren welke SHM’s woonvoorzieningen specifiek voor senioren hebben of plannen, omdat dit ook onderbezetting kan tegengaan.
Minister, is de onderbezetting van sociale huurwoningen al in kaart gebracht? Zo ja, zou u hiervan een overzicht kunnen geven? Zo niet, zijn er plannen om die in kaart te brengen?
Op welke termijn wilt u het gebruik van de onderbezettingsvergoeding effectief mogelijk maken door middel van een uitvoeringsbesluit?
Hoe groot zal de toeslag van de onderbezettingsvergoeding zijn?
Denkt u ook aan andere maatregelen om onderbezetting tegen te gaan, bijvoorbeeld aan verhuispremies? Hebt u ook andere begeleidende maatregelen in gedachten?
Zal er een inventarisatie gebeuren van de SHM’s met woonvoorzieningen aangepast aan senioren? Zullen dergelijke woonvoorzieningen verder gestimuleerd worden?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, u hebt me allerlei cijfers gevraagd van een inventarisatie. Ik zal ze u vandaag meegeven. Ik hoop dat ik ook van u een blij man maak op deze donderdagvoormiddag.
Er is nog altijd geen deftige definitie van wat ‘onderbezetting’ is. We zijn ervan uitgegaan – en ik denk dat dit een goed uitgangspunt is – dat wanneer er twee slaapkamers op overschot zijn, we van onderbezetting kunnen spreken. Een alleenstaande of een koppel zonder kinderen in een drieslaapkamerwoning, lijkt me een heel goed voorbeeld van onderbezetting.
Als we dit als criterium nemen, wil dat zeggen dat 15.188 woningen onderbezet zijn op dit moment. Dat is een heel aanzienlijk aantal. Het is ongeveer 11 procent van het aantal woningen dat momenteel verhuurd is: op dit ogenblik worden 138.393 woningen verhuurd, want om een intellectueel eerlijk debat te voeren, tel ik de leegstand nu eventjes niet mee.
In het licht van de lokale autonomie is het de verantwoordelijkheid van de gemeente en van de sociale huisvestingsmaatschappij in kwestie om dergelijke oefeningen te maken. Ze zijn ook het beste vertrouwd met het patrimonium. Aangezien u mij om cijfers vroeg, heb ik contact opgenomen. Het lijkt me in het kader van de goede verstandhouding goed om ze nu gewoon al te geven zonder dat u ze opnieuw moet opvragen via een schriftelijke vraag.
U vraagt ook naar de termijn om de onderbezettingsvergoeding mogelijk te maken. U spreekt terecht van een uitvoeringsbesluit. U weet dat het, net zoals voor de energiecorrecties, al sinds 2007 mogelijk is, maar niet wordt toegepast. Ik weet eigenlijk niet of het toepassen van de onderbezettingsvergoeding een goed instrument is. De meer gegoede sociale huurder kan die immers gewoon afkopen. Zo kan een alleenstaand koppel waarvan de kinderen uit het huis zijn vertrokken, gewoon een afkoopsom betalen, het koppel kan dan gewoon in een grote sociale woning blijven wonen.
Ik denk dat we dat beter kunnen aanpakken in het kader van het invoeren van de tijdelijke contracten. Als mensen weigeren om te vertrekken, wordt dan ook gewoon het contract opgezegd, met dien verstande dat er dan natuurlijk ook een alternatief moet worden aangeboden. Zeker als het over iets oudere mensen gaat, mag dat niet te ver verwijderd zijn van de oorspronkelijke woonst en dergelijke meer. Dat lijkt mij in elk geval een veel betere manier om onderbezetting aan te pakken dan louter die vergoeding toe te passen, want de ene kan het afkopen en de andere niet.
We hebben een uitgebreid sociaal woonpatrimonium, maar ik vind het jammer dat dat voor ruim 11 procent onderbenut wordt. Gelet op de wachtlijsten, moeten we het zo efficiënt mogelijk invullen. Ik zie dus niet veel heil in het toepassen van een onderbezettingsvergoeding. Ik denk dat we dat beter kunnen oplossen met het invoeren van de tijdelijke contracten, met alle restricties die ik al heb meegegeven.
Ik heb voor u ook een inventaris gemaakt van de sociale woonvoorzieningen die zijn aangepast aan senioren. Dat zijn er 11.087. Het gaat dus om woningen die binnen de sociale huisvestingsmaatschappijen momenteel gekwalificeerd staan als bejaardenwoningen. Van die woningen kan aangenomen worden dat ze tegemoetkomen aan bepaalde noden die gepaard gaan met een bepaalde leeftijd. Het spreekt voor zich dat niet iedere oudere persoon nood heeft aan een dergelijke sociale woning, maar dat hebt u ook niet beweerd. Die kan ook perfect gehuisvest worden in een reguliere sociale woning, bijvoorbeeld een studio of eenslaapkamerwoning.
De heer De Kort heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord en voor de wijze waarop u uw antwoord hebt gegeven. De onderbezettingsvergoeding is inderdaad niet het passende instrument om onderbezetting tegen te gaan. Ik ben ook blij om van u te vernemen dat we meer in de omgeving van de senioren moeten zoeken om een andere woning aan te bieden. Het is goed dat we die mensen kunnen zeggen dat we hen levenslang in een sociale woning willen laten wonen, maar dat er op een bepaald moment wel sprake van moet kunnen zijn dat zij van een grote gezinswoning naar een kleinere, aangepaste seniorenwoning overstappen. Ik bedank u en uw medewerkers ook voor de inspanningen die u hebt gedaan om het cijfermateriaal naar voren te brengen.
Dit is een veel grotere problematiek dan die waar we in het begin van deze legislatuur over van gedachten hebben gewisseld, namelijk over mensen met een te hoog inkomen. We moeten de handen in elkaar slaan voor een betere benutting van ons sociaal patrimonium.
De vraag om uitleg is afgehandeld.