Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, in een open brief met als titel ‘Tijd voor innovatief en fair mediabeleid in plaats van dure blanco cheques’ richten de leden van Media.21, de koepel van digitale media, zich tot de overheden. In hun open brief weerklinkt een oproep om meer rekening te houden met de onafhankelijke en digitale journalistiek. Specifiek vragen ze een eerlijker mediabeleid dat niet altijd ten voordele zou werken van de grote mediabedrijven en verwachten ze dat er meer ingezet wordt op innovatie en op nieuwe spelers.
In hun oproep verwijzen ze naar de steun aan de klassieke media via het bezorgingscontract voor de papieren kranten en naar de discrepantie in de verschillende btw-tarieven die gehanteerd worden. Zo is een abonnement op een digitale nieuwswebsite onderhevig aan 21 procent btw, terwijl een abonnement op een papieren krant vrijgesteld is van btw. Ze vinden dat niet eerlijk.
Verder vraagt de koepel extra aandacht voor journalistieke innovatie. Ze bepleiten een verdriedubbeling van de middelen voor het Fonds Pascal Decroos en ze ijveren ook voor meer aandacht voor de nieuwe media. Concreet stellen ze voor om in plaats van Kranten in de Klas (KiK), nieuws in de klas te ondersteunen zodat niet er niet alleen aandacht is voor nieuws uit de papieren krant, maar ook voor nieuws van de nieuwssites. Dit laatste is ook in het regeerakkoord opgenomen, de verruiming van kranten in de klas is eigenlijk al een verworvenheid.
Momenteel is het zo dat in het Vlaamse medialandschap slechts twee grote krantengroepen overblijven. Dat komt de inhoudelijke diversiteit inderdaad niet ten goede. Daarom spelen de kleinere, digitale initiatieven ook voor ons een belangrijke rol. Zij bevorderen ontegensprekelijk de diversiteit en de pluriformiteit binnen het Vlaamse medialandschap en ze verrijken de berichtgeving. Uit uw beleidsnota leren we dat u – terecht – veel waarde hecht aan pluriforme berichtgeving. Ook u geeft aan dat kwaliteitsvolle nieuwssites zeker een plaats verdienen binnen het media-aanbod.
Naar aanleiding van de open brief stel ik u graag een aantal vragen. Deelt u de bekommernissen die door de leden van Media.21 aangebracht werden? Kunt u er vanuit de Vlaamse bevoegdheden mee aan de slag?
Op welke manier kunt u de pluriformiteit en de diversiteit binnen het media-aanbod bevorderen en welke rol ziet u hier weggelegd voor de digitale media?
Zijn er elementen in de discussie waar u met uw federale collega over wil overleggen? Ik denk hierbij aan de tarieven voor de bezorging van de kranten.
Minister, de bekommernis van de groep Media.21 kwam de voorbije weken inderdaad ruim in de reguliere media aan bod. Het is een goede zaak dat die spanning wordt opgeroepen. Het is natuurlijk een probleem om er vorm aan te geven in het Vlaams mediabeleid. Ik hoop dat de minister mogelijkheden ziet, maar dit is natuurlijk vooral een federale kwestie. Het betreft de vroege ochtendcontracten met Bpost en de dominantie van de btw-tarieven. Ze zijn inderdaad aan een actualisering toe, dat moeten we in alle eerlijkheid zeggen.
Het valt trouwens op dat het potje alleen voor die twee zaken, Bpost en de btw, groter is dan dat voor het hele Vlaamse mediabeleid samen. Bovendien staat er geen kwalitatief instrumentarium tegenover. De bekommernis die ik aan de minister wil meegeven als hij gaat overleggen met zijn federale collega, is of er kan worden onderzocht of er kwalitatieve impulsen kunnen worden gekoppeld aan de steun. De steun is er nu enerzijds voor de kranten, maar anderzijds ook voor de post. Dit is gebaseerd op de democratiseringsgedachte om de krant vroeg bij de mensen te brengen. Dit is een legitieme keuze, de vraag is of dat zo veel moet kosten. Er is echter geen enkele kwalitatieve impuls en dat betreft natuurlijk het Vlaams beleid.
Mijnheer Vandaele, in een onverdacht verleden, voor de verkiezingen dus, heb ik al pogingen ondernomen om de link te leggen tussen de twee. Alle impulsen die we kunnen geven, zitten in het Vlaams beleid. En alle financiële stromen zitten in het federale beleid. Dat bemoeilijkt de kwestie.
Uw vraag is legitiem, ik sluit me er graag bij aan. De kern van het probleem is dat de digitale media minder kansen krijgen dan de traditionele media. Die laatste hoeven voor mij niet ‘gestraft’ te worden, maar de digitale media zouden minstens gelijkberechtigd moeten worden in dit dossier.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, mijnheer Vandaele, natuurlijk heb ook ik kennis kunnen nemen van de open brief van Media.21. Daarin worden heel wat bedenkingen gemaakt bij de steun die vandaag door de overheid wordt gegeven aan de media, u hebt ze al geschetst.
U en ook de heer Caron gaven duidelijk aan dat het zwaartepunt van het ongenoegen op het federale vlak ligt. Het gaat inderdaad over de krantenronden en de onrechtstreekse steun die op die manier aan de kranten wordt gegeven, en over het btw-tarief, dat ook tijdens de paasvakantie nog even in opspraak is gekomen en wellicht nog een staartje zal krijgen. Ik zal me echter niet uitspreken over die zaken, ze zijn de bevoegdheid van de federale overheid. Nu de interministeriële conferenties geïnstalleerd zijn, lijken ze me daarvoor een geschikt forum. Zoals u weet, bestaat er een interministeriële conferentie Cultuur en Media. Ik denk niet dat die in het verleden vaak is bijeengekomen. Het is minstens voor Cultuur mijn ambitie, om, om allerlei redenen onder meer wegens het Brusselse dossier, de conferentie wel bijeen te roepen. Ik neem aan dat we in dat gremium toch een bepaalde dynamiek kunnen creëren om die dingen ook samen te bespreken.
Mijnheer Caron, ik wil wel een nuance maken bij uw laatste uitspraak. Het gaat natuurlijk ook wel over kansen geven aan gedrukte media en kansen geven aan digitale media, maar het gaat natuurlijk over de businessmodellen van de beide media, die nog niet in een nieuwe plooi zijn gevallen. Kansen geven is één ding. In die zin is de brief die wordt aangekaart, behoorlijk pertinent. Het debat is echter breder dan dat.
Ik zal me tot het Vlaamse niveau beperken. Hoewel de financiële hefbomen er inderdaad van een heel andere aard zijn, denk ik immers toch dat we in de beleidsnota en het beleid vandaag en in de toekomst ruime aandacht aan de nieuwe nieuwsmedia geven en willen geven, zowel wat het oogpunt van de gebruiker als wat het aanbod zelf betreft. Dan gaat het over de thema’s mediawijsheid, opleiding, onderwijs en innovatie.
Ik geef u een vijftal clusters. Een aantal zaken die ik vertel, kent u wel. Ik zal ze niet in extenso allemaal opnieuw voorlezen.
U weet dat het Vlaams Kenniscentrum voor Mediawijsheid meer middelen heeft gekregen en van mij meer armslag krijgt om iedereen te stimuleren slim en bewust om te gaan met de media. Naast het feit dat het de gebruikers wijzer moet maken, is het ook wel de bedoeling dat dit centrum samen met de sector een visie ontwikkelt over de rol die private media-actoren – waaronder ook de nieuwe nieuwsmedia – kunnen spelen met betrekking tot mediawijsheid. Dit is dus breder dan alleen maar het overbrengen van mediawijsheid. Het gaat ook wel over de visieontwikkeling binnen de sector. Dat is een proces dat dit jaar zal worden opgestart.
Een ander punt, waarover u het hebt gehad, is dat van Kranten in de Klas. We kennen allemaal het ontstaan. Sinds het schooljaar 2003-2004 speelt dit KiK-project een voorname rol in de kennismaking van jongeren met het Vlaamse krantenaanbod en het leren omgaan met gedrukte media. Sedert het schooljaar 2012-2013 is er ook een duidelijke digitale component, waarbij leerlingen toegang krijgen tot de deelnemende kranten, via de digitale nieuwskiosk Gopress. Er is dus een evolutie. Er is meer flexibiliteit. We willen daar verder op inzetten. Het project moet verder evolueren van een passieve kennismaking met gedrukte kranten – ik druk het nu wat zwart-wit uit – naar een actieve consultatie van digitale nieuwssites, participatie aan discussiegroepen en dergelijke meer. Dat is dus ook in de beleidsnota aan bod gekomen. Er werd inmiddels een onderzoeksopzet uitgeschreven om KiK te evalueren wat gebruik en impact betreft. Daarnaast moet het onderzoek ook inzicht geven in de opportuniteiten om jongeren op een gepaste manier wegwijs te kunnen maken in het diverse en pluriforme aanbod van onze nieuwsmedia, ongeacht de drager. Deze zomer worden de resultaten daarvan opgeleverd. Dat is toch al een tweede punt waarop we verder de bakens willen verzetten.
U bent zeker ook op de hoogte van het opleidingsplatform Mediacademie. Dat moet verder maximaal worden ingezet. Zoals u weet, is dat een stroomlijner en facilitator van sectorspecifieke en open opleidingen in de media. Het biedt ook een platform aan de diverse stakeholders van de sector om te reflecteren over het opstellen en uitwerken van een talentmanagementbeleid. De opleidingen en het omkaderend overleg zijn erop gericht de diversiteit en kwaliteit van onze mediasector te optimaliseren en te versterken. Het onderzoek met betrekking tot deze Mediacademie en de opleidingssteun voor de mediasector start deze maand, en moet ook deze zomer afgerond zijn. Ook daar wordt er dus weer een nieuwe stap gezet. Soms gaat het om bescheiden stappen. De volgende maanden kunnen we de impact daarvan verder bekijken en al dan niet versterken. Bij dit alles wordt ook duidelijk bekeken hoe journalisten van online media meer aan bod kunnen komen.
Dan is er het onderdeel van de innovatie. Dat behoort natuurlijk tot de bevoegdheid van minister Muyters. De wijze waarop media een beroep kunnen doen op de steunaanvragen binnen Innovatie zal ook het onderwerp zijn van een gesprek dat ik met collega Muyters heb en zal hebben. Daarnaast wil ik nagaan hoe we het steunbeleid vanuit Media kunnen koppelen aan innovatieve projecten in de mediasector, los van de louter technologische aspecten. Met andere woorden, dit moet ook maatschappelijk meer worden ingebed. Dat is ook enigszins de teneur van de open brief van Media.21.
Dan is er de rol van de openbare omroep. Ik hoef het niet te herhalen in deze commissie: in een relatief kleine mediamarkt als Vlaanderen moet de VRT de drijvende kracht zijn voor de ontwikkeling en vooruitgang van de hele mediasector. Ook op het gebied van innovatie kan de openbare omroep diegene zijn die de markt mee helpt ondersteunen. Het digitale is een van de elementen die worden meegenomen in de voorbereiding van de nieuwe beheersovereenkomst. Ook hier in het parlement zal dat uitgebreid aan bod komen.
Naast deze vijf belangrijke clusters wil ik kansen geven aan een aantal kleinere projecten. U weet ook dat een aantal van de ondertekenaars van deze open brief rechtstreeks door ons mediabeleid worden ondersteund, en dat zal ook in de toekomst zo zijn. Met die kleinere projecten willen we toch ook het pluralisme en de pluriformiteit binnen de mediasector versterken. Dat kan gaan over specifieke projecten. Het kan ook gaan over structurele maatregelen. De kwalitatieve nieuwssites verdienen in die zin zeker hun plaats binnen dat meervoudige media-aanbod, want ze zijn complementair aan de reguliere media en verruimen zo het informatieaanbod.
Eén wil ik er nog bijkomend uittillen, namelijk het Fonds Pascal Decroos, dat de voorbije jaren een belangrijke rol heeft gespeeld om mediapluriformiteit, maar ook de onderzoeksjournalistiek in Vlaanderen te stimuleren. Het fonds zorgt ervoor dat journalisten werk kunnen verrichten dat ze zonder deze steun wellicht niet hadden kunnen realiseren. De grote troef van het fonds is immers de mediumneutrale werking en de steun aan de journalist zelf. Het fonds zal voor mij verder een sleutelfunctie blijven vervullen. Dat vertaalde zich nog niet in extra middelen, gezien het huidige budgettaire klimaat, maar hun budget werd ook niet verminderd, wat voor hen toch ook een positieve zaak is, hoop ik. Dat is een bewuste keuze geweest.
Het komt me niet toe om uitspraken te doen over specifieke federale dossiers. Ik zou dat kunnen doen, maar dat zal de zaken niet vooruithelpen. Zoals ik echter al heb aangegeven, neem ik aan dat de mogelijkheden om een interessant gesprek en een dynamiek ter zake binnen de interministeriële conferentie Cultuur en Media op te starten wel van belang kunnen zijn.
Ik denk dus dat ik, met de activiteiten of steunmaatregelen, met het beleid dat ik heb vernoemd, en ook met de specifieke steun voor een aantal ondertekenaars van de open brief, wel aangeef dat ik zeker aandacht heb voor hun noodkreet.
Het bredere verhaal zal ook in een bredere context moeten worden bekeken. Met eenzijdige uitspraken van mijn kant zal ik op korte termijn niet veel oplossingen realiseren.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, u hebt gelijk dat de echte hefbomen zich op het federale niveau bevinden: de gunsttarieven voor de verdeling en de btw-tarieven. Maar het is wel goed dat u de Vlaamse instrumenten die u hebt, ook inzet. U geeft ook aan waar u dat doet. Voor het Fonds Pascal Decroos zijn de middelen weliswaar niet gestegen maar die 300.000 euro blijft wel behouden. Het is toch ook een signaal in deze tijden van krapte dat we dit een belangrijk instrument vinden.
Het doet me ook plezier dat u zegt dat er momenten zullen zijn waarop u met de federale collega’s van gedachten zult wisselen. Dat is inderdaad het moment om dit ter sprake te brengen en na te gaan of we daar enige vernieuwing kunnen introduceren. Die zaken bestaan al lang, het zijn van die bijna vastgeroeste situaties. Met een medialandschap dat zo snel evolueert, is het misschien goed dat we die toch zeer belangrijke instrumenten zoals de btw en de gunsttarieven voor verdeling eens in die context bekijken. Dat is wat ook de heer Caron al zei. Ik ben er ook een voorstander van om een aantal voorwaarden te koppelen aan die perssteun. Dit instrument mag gerust wat aangescherpt worden, in die zin dat daar inhoudelijke, kwalitatieve voorwaarden aan gekoppeld worden.
Stel u eens voor dat we dat grote bedrag zouden kunnen koppelen aan criteria over buitenlandberichtgeving of culturele berichtgeving. Stel u voor dat we daarmee beurzen zouden kunnen toekennen waarbij het Fonds Pascal Decroos het vijf- of tienvoudige zou krijgen van vandaag, waarbij we een deel van dat geld in documentair werk zouden kunnen stoppen voor radio en televisie.
Ik hoor u graag pleiten voor een nieuwe staatshervorming.
Het zou fijn zijn geweest indien alles wat media en delen van telecom betreft, deel zou uitmaken van één geïntegreerd beleid. We zouden er verder mee geraken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.