Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Deze vraag dateert van 11 maart, en deze ochtend stond er net iets over in de krant – van timing gesproken. De instellingsreview is een periodieke toetsing van de kwaliteit van het onderwijsbeleid van een hogeronderwijsinstelling in Vlaanderen. De review biedt de instelling vanaf 2015 de kans om te laten zien vanuit welke visie zij opereert, welk beleid is gevoerd en met welk resultaat, welke verbeteracties zijn genomen en welk nieuw beleid is ontwikkeld.
In afwachting van de instellingsreview organiseerde de KU Leuven nu al een nulmeting, een interne audit, om zo de pijnpunten uit de structuur bloot te leggen. Naar aanleiding van die nulmeting ontstond echter kritiek vanuit de KU Leuven zelf op het kader van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), omdat die te formalistisch en te sterk vanuit een centralistisch en Nederlands bestuursmodel zou zijn geformuleerd.
Volgens de NVAO wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een vernieuwd kader, en dat op basis van voorstellen van de Vlaamse Universiteiten en Hogescholenraad (VLUHR). Uit het persbericht van vanochtend bleek dat alle 22 instellingen kiezen voor een interne zelfevaluatie met onafhankelijke externen.
Mijn vraag is intussen misschien wat gedateerd, maar ik zal ze toch stellen, minister. Hoe zal het vernieuwde kader enerzijds de planlast daadwerkelijk verminderen en anderzijds de bekommernissen inzake kwaliteitsbewaking, onder andere geformuleerd door de NVAO en de studenten, een plaats geven?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, een van de vier werven in het hoger onderwijs is de aanpassing van het stelsel voor externe kwaliteitszorg. In november hebben we met alle actoren een consensus bereikt over een nieuwe aanpak. Het ontwerpdecreet heeft intussen alle adviezen gekregen. Het is naar het parlement gestuurd en komt er hier dus ook aan.
De kern bestaat erin dat we een stap zetten naar meer autonomie en verantwoordelijkheid voor de instelling. Tot nu toe visiteerde de cel kwaliteitszorg van de VLUHR iedere opleiding apart, op basis waarvan de NVAO dan een accreditatie verleende. In de toekomst is het de bedoeling dat de instelling als geheel wordt gevisiteerd: de instellingsreview.
Als instellingen in die review kunnen aantonen dat ze ook de kwaliteit van hun individuele opleidingen waarborgen, dan worden ze vrijgesteld van aparte visitaties per opleiding. Dat biedt heel wat mogelijkheden om de planlast terug te dringen.
De keuze om de externe kwaliteitszorg in het hoger onderwijs op een hoger niveau te tillen, namelijk dat van de instelling, is er gekomen op vraag van de instellingen zelf. Ik ga ervan uit dat men dat niet gaat vertalen in een centralistisch model. Dat zou ook een contradictie zijn: ze vragen meer autonomie, maar anderzijds zouden ze dan zelf gaan centraliseren. Dat lijkt mij raar.
Ik ben zeer blij dat alle hogescholen en universiteiten gekozen hebben voor de instellingsaccreditatie. Tot eergisteren was dat nog niet zo, maar gisterenmorgen heeft de laatste hogeschool beslist om toch ook mee in te stappen. Dat is heel goed, omdat ze dan ook zeer goed aan ervaringsuitwisseling kunnen doen. Er kan ook samengewerkt worden aan het handboek dat moet worden opgesteld. Iedereen heeft dus dezelfde keuze gemaakt.
De vrees voor een vernederlandsing lijkt mij niet aan de orde. De NVAO is een Vlaams-Nederlandse organisatie. De helft van de bestuurders komt uit Vlaanderen. Die Vlaamse bestuurders zaten ook al van in het begin mee aan tafel omtrent de wijzigingen aan het Vlaamse stelsel. Ik zie ook dat men in Nederland zeer geïnteresseerd is in de stappen die wij hier aan het zetten zijn. De hele overgang naar het nieuwe stelsel wordt geflankeerd door een evaluatie. Zoals in het regeerakkoord staat, willen we tegen 2018 keuzes kunnen maken over de bestendiging en verdere toekomst van de externe kwaliteitszorg in het hoger onderwijs. Maar dan moet je natuurlijk wel een model hebben dat werkt.
Tijdens de uitwerking van het aangepast stelsel is meteen werk gemaakt van voorstellen tot vereenvoudiging van de bestaande kaders voor de instellingsreview en voor de opleidingsvisitaties. De opleidingsvisitaties blijven bestaan voor de nieuwe opleidingen, de opleidingen in een verbetertraject en de opleidingen in instellingen die nog niet naar het nieuw systeem overstappen. Sinds gisteren zijn er echter geen dergelijke instellingen meer.
Op het ontwerp van decreet zal ik nu niet verder ingaan. Dat komt volgende week aan bod. Ik zou het ook nu al kunnen uiteenzetten, maar dat lijkt me een beetje raar.
Wat de pilots voor de vernieuwde instellingsreview betreft, is afgesproken met een beknopte kwaliteitscode te werken. De aanpassing van de kaders en de opstelling van de kwaliteitscode is gebeurd in een klankbordgroep die al langer bestaat. De NVAO, de instellingen, de studenten en de Vlaamse overheid overleggen daar samen. Dit wordt ter advisering aan de VLUHR voorgelegd. Nadien moet de Vlaamse Regering dit nog goedkeuren.
De VLUHR heeft op 15 maart 2015 een advies uitgebracht. Het advies van de studenten verwacht ik binnenkort. Het advies van de VLUHR was positief. Dat viel een beetje te verwachten. De instellingen waren immers ook positief.
Als het Vlaams Parlement het ontwerp van decreet goedkeurt, zal het van belang zijn het signaal te geven dat het ons om de kwaliteitscultuur en het verbeterperspectief te doen is. Het gaat niet om een controle omwille van de controle. Dat is net wat we willen vermijden.
Mijn antwoord is enigszins een voorafname op de discussie van volgende week. Ik kan het ontwerp van decreet moeilijk nu al op de website plaatsen. De toelichting volgt volgende week. Eigenlijk staat het ontwerp van decreet ondertussen al op de website. Het is immers gedrukt en rondgestuurd.
Het ontwerp van decreet staat sinds deze middag op de website van het Vlaams Parlement.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, mijn vraag om uitleg dateert al van even geleden. Volgens mij heeft het weinig nut om hier nu dieper op in te gaan. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
We zullen daar volgende week verder over spreken.
De voorzitter heeft daarnet nog gesuggereerd uw vraag om uitleg tot volgende week uit te stellen. (Opmerkingen. Gelach)
De vraag om uitleg is afgehandeld.