Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Wouters heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op 14 maart bracht topwielrenster Jolien D’hoore aan het licht dat heel wat van haar collega-rensters aan anorexia athletica lijden. Anorexia athletica is een combinatie van intensief sporten en daarnaast te weinig eten waardoor je blijft afvallen.
Topsporters maken deel uit van een wereld waar het steeds balanceren is op de grenzen van zowel het psychische als het fysische aspect. Veel van deze jongeren moeten een bepaald lichaamsgewicht hebben en gaan hiervoor afvallen. Frequent wordt de problematiek ook niet opgemerkt door trainer en begeleiders. De anorexia sluipt dan binnen zonder dat iemand het opmerkt, met fysieke en sociologische gevolgen.
Topsporters hebben natuurlijk een belangrijke voorbeeldfunctie. Ze zijn vaak, vanwege hun sportieve prestaties, rolmodellen voor kinderen en jongeren. Het gevaar schuilt er dan in dat jongeren zich daaraan gaan spiegelen en zelf ook in die vicieuze cirkel terechtkomen.
Tijdens de vorige legislatuur werd deze problematiek reeds een aantal keren aangekaart. De Vlaamse minister van Sport gaf toen onder andere aan dat in de schoot van Bloso een meldpunt Eetstoornissen opgericht werd, specifiek in het kader van deze problematiek. Hier kunnen topsporters, trainers en begeleiders terecht met vragen en voor advies.
Minister, weet u hoeveel meldingen er binnenkomen bij dit meldpunt Eetstoornissen? Hoe worden deze opgevolgd? Wordt het meldpunt ook gecontacteerd door trainers en begeleiders die informatie willen inwinnen over de problematiek? Is het meldpunt reeds voldoende bekend binnen de sector? Welke sensibiliserende en informatieve initiatieven worden nog ondernomen door u in het kader van deze problematiek? In hoeverre kan het wenselijk zijn dat de Vlaamse overheid regelmatig controles uitvoert bij de Vlaamse topsporters waarbij gewichtscontroles, metingen van het vetpercentage en lichaamswater uitgevoerd worden? Kan het een optie zijn om deze controles te koppelen aan de dopingcontroles?
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Wouters, u weet dat het thema ‘gezond sporten’ me na aan het hart ligt. Sporten op zich is al gezond, en als men dan nog letsels kan voorkomen, zijn we goed bezig, ongeacht of het nu gaat om recreatieve sporters of topsporters. Ik heb het artikel ook gelezen. Anorexia athletica is zeker iets om op te volgen.
Voor hulpvragen zijn er verschillende bronnen. Eerst en vooral is er de informatieve website www.eetproblemenindesport.be, die vorig jaar in april door Bloso is gelanceerd op maat van diverse doelgroepen: sporters, topsporters, trainers en omkadering en de ouders. De inhoud is gestoffeerd door Eetexpert en de universiteiten. Via posters, flyers en verwijzingen op de websites van sportfederaties wordt de informatie rond deze problematiek verspreid. Uit de statistieken van deze website blijkt dat er dagelijks tussen veertig en vijftig unieke bezoekers de site bekijken. Indien er in de media items aan bod komen rond voeding, gewicht, eetproblemen, merken we dat de dagen daaropvolgend meer bezoekers de weg naar de site vinden. Meteen na de uitzending van Reyers Laat waarbij Jolien D’hoore de problematiek aankaartte, werden meer dan honderd bezoekers genoteerd.
Ook via de zoekmachine Google kom je bij zoektermen ‘eetprobleem’ en ‘sport’ automatisch op deze website terecht. Ook op de websites van de topsportfederaties is de informatie rond deze problematiek terug te vinden. Bijkomend zijn er ook informatieve posters verdeeld via de sportfederaties maar ook in de Bloso-centra om de website kenbaar te maken.
Topsporters, omkadering en peers kunnen vervolgens met hun vragen terecht bij Eetexpert vzw, een kenniscentrum in verband met eet- en gewichtsproblemen. Het is het algemeen meldpunt. Via hen zou men binnen de 48 uur geholpen worden en kan men een beroep doen op klinisch psychologen, gespecialiseerd in het behandelen van eetstoornissen. De subsidie komt van minister Vandeurzen.
Bijkomend kan er via contact met de domeinexpert sportpsychologie een beroep worden gedaan op sportpsychologen. Vanaf het moment dat er een hulpvraag binnenkomt, gaat men na wie er op korte termijn en binnen de regio de topsporter kan helpen.
Tot slot kan er ook bij een groep van sportdiëtisten, binnen het netwerk van de domeinexpert sportfysiologie en voeding, aangeklopt worden. Ook hier wordt een snelle opvolging gegarandeerd.
Er werden via deze kanalen 17 aanvragen ontvangen van zowel topsporters zelf als van de dagelijkse omkadering van de topsporters. De vragen betroffen niet alleen vragen om hulp; er werden ook meer algemene informatievragen gesteld. Tijdens de Dag van de Trainer werd een sessie aan het thema gewijd. Niet minder dan 229 trainers van de 1322 aanwezige trainers volgden deze sessie. Het is dus iets wat leeft. De weg naar de website wordt goed gevonden.
Topsporters worden momenteel vaak geconfronteerd met tests gaande van gewichtscontrole op training en/of wedstrijd tot het bepalen van lichaamssamenstelling. Deze testwaarden worden aangewend om tot betere prestaties te komen. Het accuraat bepalen van lichaamssamenstelling en het formuleren van correcte en medisch verantwoorde adviezen dient echter door gespecialiseerde personen of centra te gebeuren. Indien er hierbij medische of gezondheidsrisico’s vastgesteld worden, zal men vanuit de professionele deontologie niet talmen om aan de alarmbel te trekken. Specifieke controles uitvoeren in het kader van dopingcontroles lijkt dan ook een brug te ver. Het is niet makkelijk en ook niet altijd even duidelijk om de lichaamssamenstelling te doen. Soms zijn het gewoon inschattingen.
De problematiek heeft veel te maken met de sporttak zelf, waardoor ook de federaties een rol kunnen opnemen. Daarnaast wil ik ook meegeven dat het niet aangewezen is om enkel op het lichaamsgewicht te focussen, omdat Vlaams onderzoek duidelijk aantoont dat anorexia athletica niet de meest voorkomende problematiek is bij topsporters. Boulimia blijkt het vaakst voor te komen bij topsporters. Deze stoornis valt zeer moeilijk via uiterlijke kenmerken vast te stellen. De dagelijkse omkadering, vrienden en familie van de atleet zijn vaak het best geplaatst om problematisch gedrag te kunnen detecteren, bijvoorbeeld een toiletbezoek na het eten of vreetbuien krijgen.
Momenteel staan er nog geen nieuwe initiatieven vast voor 2015. Wel is het de bedoeling het thema actueel te houden. Er zijn goede informatiebronnen en ik wil op de ingeslagen weg verder gaan.
De heer Wouters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de antwoorden. Ik ben vooral verheugd dat veel trainers interesse betonen. Ik denk dat dit de belangrijkste groep is als het over de goede begeleiding van onze jonge sporters gaat. We zeiden het elkaar al: gezond sporten stopt vaak waar topsport begint. We moeten dat toch zeer goed in het oog houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.