Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, recent keurde de Vlaamse Regering de bisconceptnota goed, met als titel ‘Transitie beleidsveld sport: naar een vernieuwd agentschap Sport Vlaanderen’. Dit past in de samenvoeging van een aantal beleidsdomeinen volgens het Vlaams regeerakkoord. De doelstelling van de conceptnota is het samensmelten van de huidige tweeledige structuur van de sportadministratie, met enerzijds het agentschap Bloso en anderzijds de afdeling Sport en Jeugd uit het breder departement.
Hierbij dient, volgens de conceptnota, bijzondere aandacht te worden besteed aan de specifieke positie van de Nationale Antidopingorganisatie Vlaanderen (NADO), waarbij conform de Wereld Anti-Doping Code de operationele onafhankelijkheid van de NADO gewaarborgd dient te worden. De keuze die in de conceptnota gemaakt wordt, is een inkanteling in het nieuwe sportagentschap. Ik citeer: “Daarom wordt in eerste instantie onderzocht om NADO Vlaanderen louter administratief onder te brengen bij het vernieuwde sportagentschap met een afzonderlijk ondernemingsplan en een afzonderlijke begrotingslijn. Die constellatie zal worden voorgelegd aan WADA (World Anti-Doping Agency).”
Op 29 januari 2015 stelde de heer Caron een vraag over welke opties u overwoog voor de NADO, in het kader van de hertekening van de administratie, minister. U antwoordde dat u nog geen voorafname wou doen – ik citeer: “We gaan bij de reorganisatie het respect voor de WADA-code 2015 meenemen. De operationele onafhankelijkheid is voor mij overigens prioritair, zelfs als het niet in de WADA-code zou staan. Dat lijkt me de enige mogelijkheid om effectief te komen tot een degelijke antidopingcontrole. Laat me de verdere concretisering eerst intern verder bespreken.” En verder: “Uiteraard heb ik nog contacten buiten het sportgebeuren waar controle-elementen aan bod komen. Daar kan ik ideeën opdoen om te zien hoe we op de meest efficiënte en transparante manier – maar binnen de WADA-code – met klantvriendelijkheid tot een oplossing kunnen komen.” Dat was zeer duidelijk.
Toch heb ik enkele vragen. Minister, kunt u meer uitleg verschaffen waarom u denkt dat deze administratieve inkanteling, met een afzonderlijk ondernemingsplan en begrotingslijn, zal volstaan om de operationele onafhankelijkheid van de NADO te verzekeren? Welke andere opties werden overwogen? Waarom verkiest u de inkanteling boven mogelijke andere opties? Welke voordelen levert dit op, die een andere optie niet zou opleveren? Wanneer wordt dit voorgelegd aan WADA en wanneer verwacht u een antwoord? Stel dat het antwoord van WADA negatief zou zijn, welke optie verkiest u dan en om welke redenen?
De heer Poschet heeft het woord.
Ik dank de heer Bajart voor zijn vraag. Ik heb dezelfde opmerking kort gemaakt bij de bespreking van de aanpassing van de Antidopingwetgeving in december 2014. Het is voor ons ook een belangrijk punt om geen vermenging te hebben van rechter en partij, en dus te zorgen voor een zo sterk mogelijke ‘Chinese Wall’. Ik kijk uit naar uw antwoord, minister.
De heer Wynants heeft het woord.
Ik kan me aansluiten bij beide collega’s, maar het is duidelijk gezegd dat we het louter administratief willen aansluiten bij het vernieuwde sportagentschap, met een afzonderlijk ondernemingsplan en begrotingsplan. Er moet operationele onafhankelijkheid zijn voor NADO Vlaanderen. De minister heeft ook gezegd dat NADO Vlaanderen in principe een subafdeling is van deze commissie. Het is een opportuniteit om een beslissing te nemen, in samenspraak met WADA, zodat we onafhankelijk kunnen reageren.
Minister Muyters heeft het woord.
Mijnheer Bajart, u verwijst terecht naar de vraag van de heer Caron, waarin hij ongeveer alle opties die er waren, heeft geschetst. In de door de Vlaamse Regering goedgekeurde conceptnota blijven we uitgaan van transparantie en onafhankelijkheid.
Er zijn domeinen waar er een gelijkaardige situatie is. De VDAB bemiddelt aan de ene kant, maar kan aan de andere kant – nieuw sinds de zesde staatshervorming – controleren en sanctioneren. Ik denk ook aan de inkanteling van de inspectie Ruimtelijke Ordening in het departement Ruimtelijke Ordening. Dat is allemaal gebeurd om dezelfde redenen als die die wij nu hebben: de mogelijkheid van efficiëntiewinsten, de bundeling van expertise en dergelijke. Daarom hebben wij er dus voor gekozen om die inkanteling zo voor te stellen.
Omdat ik zeker wil zijn dat het WADA dit goedkeurt, heb ik het voorgelegd aan hen. Ik heb nog geen reactie gekregen van WADA. Maar ik loop nog niet vooruit op een mogelijk negatief antwoord, want ik ben positief van geest en probeer er altijd van uit te gaan dat het een heel goed voorstel is. Ik sta er ook voor 200 procent achter.
Ondertussen vonden reeds een aantal stappen plaats, zoals een vergadering van de stuurgroep die het transitieproces voor sport begeleidt en van de werkgroep rond antidoping. Deze werkgroep bestaat onder meer uit de leidend ambtenaar van het departement, Bloso en de directeur van NADO. De werkgroep besprak de concrete invulling van het begrip onafhankelijkheid en bereidde de brief aan WADA voor.
Deze brief aan WADA heb ik vorige week verstuurd. Doorgaans antwoorden zij relatief snel, maar het is nog geen week geleden. Ik ben nog niet op de hoogte van het antwoord. Zodra ik dat heb, ben ik graag bereid om dat over te maken aan de commissie.
De heer Bajart heeft het woord.
Minister, ik volg uw redenering en ook de verwijzing naar efficiëntiewinsten en het bundelen van krachten en expertise. De heer Poschet had het ook over de Chinese Muur. Dat zou voldoende kunnen zijn om onafhankelijkheid te waarborgen. Maar, en ik bedoel dat niet pejoratief, eerder constructief: mensen blijven mensen. Zelfs met het afzonderlijke ondernemingsplan en de afzonderlijke begrotingslijn, vraag ik me af of de keuze niet te ambigu is. Zou het niet beter zijn dat we NADO Vlaanderen uit een ambigue sfeer halen? Ik weet dat u de beste bedoelingen hebt. U geeft heel veel aandacht aan een sterk antidopingbeleid. U zult het ongetwijfeld opvolgen, ik ook. Ik vind het toch belangrijk om die bezorgdheid te onderstrepen. Dank u wel.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik deel die bezorgdheid, maar u moet beseffen, en ik kan er één of twee naast zitten, niet omdat ik niet kan tellen: het gaat om ongeveer twaalf mensen. Die als een afzonderlijke eenheid nemen, is niet efficiënt. Zij hebben een backoffice nodig, een personeelsbeleid, administratie enzovoort. We doen het echt voor de efficiëntiewinst.
Er is een nieuw agentschap, waar alles van sport zit. Dan lijkt het mij bijna vanzelfsprekend dat je het ook daar onderbrengt. Daar is ook meerwaarde, excellentie en expertise aanwezig. Er zijn nog voorbeelden in de Vlaamse overheid. We zullen erover waken, we moeten ook nog de goedkeuring van WADA krijgen, maar ik denk dat we de garanties kunnen bieden. Als ik daaraan zou twijfelen, zal ik de nodige maatregelen nemen.
Ik ga akkoord met de klemtonen en de subtiliteiten in het antwoord. Ik volg het samen met u op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.