Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ter voorbereiding van de huidige beheersovereenkomst met de VRT keurde de plenaire vergadering in de vorige legislatuur het voorstel van resolutie goed van de collega’s Carl Decaluwe, Philippe De Coene, Wilfried Vandaele, Veli Yüksel, Chokri Mahassine, Lieven Dehandschutter en Johan Verstreken – de meesten van hen zitten hier intussen zelfs niet meer.
In die resolutie werd aan de Vlaamse Regering gevraagd om er bij de opmaak van de beheersovereenkomst 2012-2016 inzake de algemeen publieke opdracht over te waken dat: “1° de VRT haar decretale opdracht uitvoert door te zorgen voor een kwalitatief hoogstaand aanbod in de sectoren informatie, cultuur, educatie en ontspanning. Prioritair moet de VRT op de kijker en luisteraar gerichte informatie- en cultuurprogramma’s brengen. Daarnaast worden ook sport, eigentijdse educatie, eigen drama en ontspanning verzorgd. De nadruk ligt daarbij op de onderscheidende, innovatieve, kwalitatieve, onafhankelijke en gevarieerde programmering van de openbare omroep om een zo groot mogelijk en gevarieerd publiek te bereiken. Een geheel van performantiemaatstaven wordt gehanteerd om de maatschappelijke meerwaarde van de openbare omroep te toetsen.”
In de beheersovereenkomst 2012-2016 werd daarom als tweede krachtlijn ‘publieke meerwaarde en kwaliteit’ vastgelegd. Daarbij lezen we: “De VRT staat garant voor een hoge kwaliteitsstandaard. De VRT realiseert maatschappelijke meerwaarde in alles wat ze doet en versterkt deze meerwaarde door meer nadruk te leggen op de publieke en ethische kwaliteit, in haar opdracht is de VRT niet gedreven door commerciële en politieke belangen. Binnen haar publieke opdracht zet de VRT in op diversiteit, onafhankelijkheid en pluriformiteit. Ze draagt op die manier bij tot een vernieuwende, warme en duurzame samenleving. Alle kwaliteitsinitiatieven en -instrumenten worden tot één coherent en transparant geheel geïntegreerd, dat toelaat om de kwaliteit (inclusief de publieke meerwaarde) continu op te volgen en te verbeteren.”
Bij de definities werd dan onder andere de ‘kwaliteitskaart’ bepaald: “De kwaliteitskaart is een instrument dat de vier dimensies van kwaliteit omvat en door de VRT gehanteerd wordt bij het implementeren en evalueren van haar kwaliteit.” Die vier dimensies van kwaliteit worden dan als volgt opgesomd: publieke kwaliteit, ethische kwaliteit, functionele kwaliteit en operationele kwaliteit.
In haar jaarverslag rapporteert de VRT over het kwaliteitssysteem. In het recentste jaarverslag bijvoorbeeld, dat van 2013, gaat men op pagina 84 op een aantal zaken in, maar het blijft toch beperkt tot een punctuele opsomming van acties en activiteiten met een meerwaarde, community building enzovoort. Het gaat bijvoorbeeld ook over de deontologie van de VRT-nieuwsdienst, het programmacharter en beroepsethiek. Over de kwaliteitskaart werd eigenlijk niets meer vernomen sinds het afsluiten van de beheersovereenkomst.
Op het einde van het jaarverslag 2013 komt het wel nog eens terug, in hoofdstuk 09, ‘Doelstellingen uit de beheersovereenkomst: performantie’. Daar wordt een opsomming gegeven van wat ze gedaan hebben, met verwijzingen naar de overeenkomstige pagina’s in de beheersovereenkomst. Maar dat is natuurlijk niet echt een meetinstrument.
Ik heb ook iets teruggevonden op de website van de VRT. Als je daar de zoekterm ‘performantiemaatstaven’ ingeeft, kom je uit bij het jaarverslag 2010, waarin men met andere maatstaven werkt, wellicht omdat dat nog onder de vorige beheersovereenkomst viel. Nu heeft men er dus weer andere.
Minister, kunt u meer toelichting verschaffen bij hoe de VRT de kwaliteitsinitiatieven en -instrumenten tot één coherent en transparant geheel heeft geïntegreerd, om zodoende de kwaliteit, inclusief de publieke meerwaarde, continu op te volgen en te verbeteren? Welke meetinstrumenten werden daarvoor ontwikkeld? Ik vind die in elk geval niet terug. Welke concrete indicatoren worden er gemeten voor de maatschappelijke meerwaarde?
Bent u van mening dat het kwaliteitsmeetsysteem, als dat er zou zijn, beantwoordt aan de doelstelling, zoals geformuleerd in onze resolutie? Wordt met andere woorden de maatschappelijke meerwaarde van de openbare omroep permanent getoetst? Acht u het wenselijk en mogelijk om in de volgende beheersovereenkomst meer concrete bepalingen op te leggen om de maatschappelijke meerwaarde van de openbare omroep te meten?
De heer Vandaele heeft het woord.
Voorzitter, minister, mevrouw Brouwers wijst erop hoe vluchtig een politieke carrière kan zijn. Blijkbaar blijven allen nog collega Verstreken en ikzelf over van de ondertekenaars van de resolutie. De meesten zijn goed terechtgekomen. Anderen niet: de heer Decaluwe is gouverneur van West-Vlaanderen, de heer Tommelein is staatssecretaris. Bij sommigen is het dus helemaal misgelopen, maar de meesten hebben het overleefd. (Gelach)
Ik wil me aansluiten bij wat mevrouw Brouwers zegt. We hebben inderdaad in de meerderheidsresolutie in 2011 gevraagd dat: “een geheel van performantiemaatstaven wordt gehanteerd om de maatschappelijke meerwaarde van de openbare omroep te toetsen”. Ik vond nog een antwoord terug van uw voorgangster, mevrouw Lieten, op een vraag van de heer Yüksel. Ik leid daaruit inderdaad af – mevrouw Brouwers zei het ook al – dat er vanaf januari 2013 een nieuw kwaliteitssysteem zou worden ingevoerd, gebaseerd op de bestaande kwaliteitskaart. Dat nieuwe systeem zou meer oog hebben voor de publieke meerwaarde en voor de operationele kwaliteit. Dat is allemaal behoorlijk complexe materie, zeker voor eenvoudige parlementsleden zoals wij. Het systeem zou toelaten om de kwaliteit van het aanbod continu op te volgen.
Ik wil daarom graag aansluiten bij wat de collega vraagt. Ik wil graag wat meer toelichting over het nieuwe kwaliteitssysteem. In welke mate wordt de maatschappelijke meerwaarde vandaag continu opgevolgd, zoals destijds in het vooruitzicht werd gesteld?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik was er hier helemaal nog niet bij toen de resolutie tot stand kwam, maar ik snap heel goed de logica die aan de basis ervan ligt. Het was natuurlijk een heikele oefening, want hoe meet je kwaliteit en publiek belang cijfermatig? Ik begrijp dat de VRT er goed werk van heeft gemaakt, er is gewerkt aan een geïntegreerd kwaliteitssysteem, waarbij permanent wordt gemonitord, waarbij ook de kwaliteit wordt geoperationaliseerd. De meeste resultaten ervan zijn nogal positief.
Het blijft natuurlijk een moeilijke oefening. De kwestie is vooral semantisch en riskeert bijna redundant te worden. Een openbare omroep moet sowieso een publiek belang dienen en is al voorwerp van continue monitoring. Daar een nieuw, apart systeem voor performantiemaatstaven aan toevoegen voor publiek belang, is oké, maar het zal altijd een moeilijke oefening blijven.
Misschien is de tijd inderdaad gekomen om naar aanleiding van de nieuwe beheersovereenkomst te bekijken of het moet worden aangehouden of kan worden verbeterd. Ik hoor graag uw visie daarop.
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik zal eerst aangeven hoe de VRT op dit ogenblik de kwaliteitsinitiatieven en -instrumenten tot één coherent en transparant geheel integreert en probeert te integreren.
De VRT heeft in 2012 in kaart gebracht op welke verschillende terreinen zij werkt in het kader van het streven naar kwaliteit. Elke kwaliteitsdimensie valt uiteen in een aantal componenten. Om te bepalen hoe de VRT presteert op elke component zijn indicatoren geformuleerd waaraan moet worden voldaan. Er zijn componenten voor publieke meerwaarde, voor functionele kwaliteit en voor productionele kwaliteit.
Inzake publieke meerwaarde spelen zes componenten een rol. Voor de duidelijkheid: onder de noemer publieke meerwaarde vallen de publieke en de ethische kwaliteit, waarnaar u terecht verwijst, samen.
De eerste component is de betrouwbaarheid. De indicatoren daarvoor zijn bijvoorbeeld adviesverlening, opleidingen, richtlijnen, vertrouwensonderzoek. De tweede component is de maatschappelijke impact. De indicatoren zijn bijvoorbeeld aanbod met directe maatschappelijke impact en mediawijsheidsinitiatieven. De derde component is diversiteit. Voorbeelden van indicatoren zijn het halen van streefcijfers in het aanbod en het personeelsbestand. De vierde component is het onderscheidend aanbod. De indicatoren zijn bijvoorbeeld een concrete omschrijving van uit wat het aanbod bestaat op verschillende vlakken, zoals informatie, cultuur en educatie. De vijfde component is innovatie. Voorbeelden van indicatoren zijn nieuwe formats en technologische vernieuwingen. De zesde component is de Vlaamse verankering. Indicatoren daarvoor zijn bijvoorbeeld het aandeel Vlaamse muziek en Vlaamse televisieproducties.
Er zijn ook een aantal elementen die de functionele kwaliteit proberen te objectiveren.
Het gaat daarbij ten eerste over het bereik. De indicatoren zijn uiteraard de bereikgegevens. Een tweede component is de waardering. Voorbeelden van indicatoren zijn waarderingscijfers, aantal klantencontacten, maar ook het aantal klachten. De derde component is de tevredenheid. Het memo-onderzoek is een voorbeeld van een indicator. Inzake operationele kwaliteit spelen ook drie componenten een rol. Er is de component productionele kwaliteit. Een indicator is bijvoorbeeld de toepassing van het databeheersysteem. Er is de professionele kwaliteit. Voorbeelden van indicatoren zijn technische kwaliteit en taalkwaliteit. De derde component voor operationele kwaliteit is de kostenefficiëntie. Een indicator kan de zogenaamde ‘design-to-value’ zijn.
In haar jaarverslag gaat de VRT in op alle componenten. Dat gebeurt voor een aantal componenten in het hoofdstuk kwaliteit en voor een aantal andere componenten meer uitgebreid in de rest van het jaarverslag, bijvoorbeeld in de hoofdstukken nieuws en informatie, cultuur, diversiteit. Alle componenten worden dus jaarlijks geëvalueerd door de VRT zelf.
Zoals bekend, maakt de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM) elk jaar een toezichtsrapport op over de naleving door de openbare omroep van de beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid. In het toezichtsrapport voor 2013 concludeerde de VRM: “De VRT blijkt deze doelstelling behaald te hebben.” Ook ik ben van mening dat dit het geval is. De VRT blijft in elk geval haar maatschappelijke meerwaarde aan de hand van verschillende indicatoren toetsen.
Wat betreft de volgende beheersovereenkomst: het huidige geïntegreerde kwaliteitssysteem is al heel gedetailleerd opgebouwd, met concrete componenten en indicatoren, waar ik hier niet ben op ingegaan. Het ligt voor de hand om in de eerste plaats te bekijken in hoeverre hieraan kan worden voortgewerkt. Het kwaliteitsthema zal in elk geval uitgebreid aan bod komen bij de onderhandelingen over de volgende beheersovereenkomst.
Ik dank u voor het antwoord, minister. Vooral dat laatste is interessant. U zei dat de performantiemaatstaven om de kwaliteit te meten er zijn. Zoals u het zelf ook al zei, staan ze in het jaarverslag echter verspreid of versnipperd weergegeven. Een echte kwaliteitskaart, waarop we bijvoorbeeld kunnen aflezen of het jaar na jaar vooruitgaat hebben we niet, en dat was toch de bedoeling. We zouden aan de hand van cijfers de evolutie moeten kunnen vaststellen. Mevrouw Segers, ik geef toe dat dit geen gemakkelijke oefening is. Toch moet het mogelijk zijn om een aantal elementen cijfermatig uit te drukken. Men heeft dat niet geprobeerd. Ik denk dus dat we voor de volgende beheersovereenkomst moeten onderzoeken of we doorgaan met het bestaande, zeer uitgebreide systeem, dan wel proberen om het voor de politici die voor de controle moeten zorgen, allemaal wat inzichtelijker te maken. Dat kan hier dan grondig worden besproken, naar aanleiding van de bespreking van het jaarverslag of van een ander document. Wat nu voorligt, is niet echt wat we voor ogen hadden. Misschien is de volgende beheersovereenkomst een goede gelegenheid om voor een beter opvolgingsinstrument te zorgen.
Ik wil op de suggestie of vraag ingaan. Ik kan u ten dele volgen wanneer u zegt dat de informatie over de huidige indicatoren iets te veel worden gesynthetiseerd in het jaarverslag, en dat u een diepgaander inzicht verwacht. We zullen de VRT vragen om er nu al werk van te maken. Gezien de eis van transparantie denk ik dat men daarmee geen probleem zal hebben. Volgens mijn interpretatie van het jaarverslag heeft men ervoor gekozen om wat te vulgariseren en de zaak leesbaar te houden. Als u, als politica met een controlerende taak, een diepgaander inzicht verlangt, dan zullen we de VRT vragen om een document voor ‘professionals’ op te stellen dat daaraan tegemoetkomt. Ik zal vragen om daar nu al voor te zorgen. Voorts zullen we dat zeker meenemen bij de uitwerking van de volgende beheersovereenkomst.
Dat is zeer goed, en ik dank u daarvoor, minister. Het zal dan ook interessant zijn om de volgende jaren de evolutie goed te monitoren. Dat laatste is wat we nu eigenlijk missen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.