Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, recent heeft de Europese Commissie geld uitgetrokken om de moeilijke marktsituatie aan te pakken waarmee de varkenssector te maken krijgt. Op 9 maart 2015 is de regeling in werking getreden die het mogelijk maakt de particuliere opslag van varkensvlees te ondersteunen.
Volgens Europees commissaris voor Landbouw Hogan is de steun voor de particuliere opslag het effectiefste instrument om de moeilijke marktsituatie aan te pakken. De maatregel haalt een bepaald volume aan varkensvlees van de markt, stabiliseert de financiële situatie van de varkenshouders en helpt de markt zich te herstellen.
Spanje en Duitsland vertegenwoordigen samen het leeuwendeel van de varkenshouderij in de EU. Ondanks het feit dat beide landen tegen de maatregel hebben gestemd, maken ze nu gretig gebruik van de steunmaatregel. Uit de eerste cijfers is gebleken dat ze samen verantwoordelijk zijn voor een derde van de steunaanvragen.
De steunmaatregel is ondertussen bijna twee maanden in werking. Dit lijkt me dan ook een geschikt ogenblik om het effect van de steunmaatregel te evalueren. Ik heb deze vraag op 28 april 2015 opgesteld. Ik wist toen niet welke recente Europese beslissingen nog zouden volgen tussen het ogenblik van de indiening en de mondelinge vraagstelling. Ik houd me echter aan de vraag om uitleg zoals ze is ingediend.
Minister, de varkenshouders kunnen nu al bijna twee maanden een beroep op de steunmaatregel doen. Wat is de impact van deze steunmaatregel op de marktsituatie geweest?
De varkenshouders hebben de keuze. Ze kunnen voor een periode van 90 dagen, 120 dagen of 150 dagen een verbintenis aangaan. Hebt u er enig zicht op welke verbintenis het meest is aangegaan? Hoeveel Vlaamse varkenshouders hebben tot nu toe gebruikgemaakt van de Europese maatregel?
Wat is de evolutie van de varkensprijzen in Vlaanderen en in Europa geweest sinds de inwerkingtreding van de steunmaatregel? In uw antwoord op mijn actuele vraag van 25 februari 2015 hebt u gesteld dat deze maatregel een eerste belangrijke stap vormt, maar dat er ook nog ruimte is voor verbetering. U zou hierover eventueel overleg met de andere lidstaten voeren. Heeft dat overleg tot iets geleid?
Minister, mijn laatste vraag is niet zonder belang. Welke beleidsmaatregelen wilt u verder nog nemen om de varkenshouderij in Vlaanderen te ondersteunen?
De heer Caron heeft het woord.
Minister, als ik me niet vergis, heb ik gisteren gelezen dat de Europees commissaris de maatregel zou stopzetten. Is dat zo?
Het is mogelijk dat u mijn tweede vraag niet meteen kunt beantwoorden. Misschien zult u dat schriftelijk moeten doen. In de context van de vraag om uitleg van de heer De Meyer ben ik nieuwsgierig welk type van bedrijven dit kan financieren. Gaat het om grote, industriële bedrijven of om kleine, familiale varkensbedrijven? Welke bedrijven die van de maatregel gebruik hebben gemaakt, beschikken over de capaciteit om vlees op te slaan?
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, ik heb begrepen dat de Europese Commissie de steun voor de tijdelijke opslag zal stopzetten. Kunt u dat even toelichten? We zijn nooit echte voorstanders van die maatregel geweest. Die producten moeten immers nog steeds op de markt terechtkomen. Tijdens het vorig debat hierover hebt u gesuggereerd dat er met betrekking tot de facturen van Rendac misschien nog andere opties zijn. Ik wil gewoon even polsen of in dat verband iets uit de bus is gekomen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, het klopt dat de Europese Commissie recent heeft beslist de eerder uitgevaardigde maatregel voor de particuliere opslag van varkensvlees stop te zetten. Die beslissing dateert van 29 april 2015.
De grootste hoeveelheid varkensvlees waarop de steunmaatregel van toepassing was, is wel al in het begin aangemeld. Vooral gedurende de eerste weken is van de maatregel gebruik gemaakt. De laatste weken is dat bijzonder beperkt gebleven.
De Europese Commissie is van mening dat de marktsituatie ondertussen voldoende is gestabiliseerd en dat de steunmaatregel niet meer nodig is. We hebben steeds gesteld dat dit geen mirakeloplossing zou zijn. Dat is ook gebleken. Er is weinig of geen positieve impact op de marktsituatie geweest. De steunmaatregel is op 9 maart 2015 van kracht geworden en heeft zeven weken gelopen. Tijdens die periode is de prijs van het varkensvlees niet substantieel gestegen. De voorbije week is zelfs opnieuw sprake geweest van een prijsdaling. Het valt natuurlijk moeilijk in te schatten hoe de markt zou hebben gereageerd indien er geen steunmaatregelen waren geweest. Er is echter zeker geen echt positief markteffect geweest.
Mijnheer Caron, er is geen enkele individuele varkenshouder die van die steun kan genieten. De steun wordt wel toegekend aan de slachthuizen, uitsnijderijen of groothandelaars. In Vlaanderen hebben 6 bedrijven gebruikgemaakt van deze steunmaatregel en zijn er 70 contracten afgesloten. Vlaanderen heeft in het totaal 1836 ton varkensvlees onder contract voor steun. Dat is in totaal 3 procent van wat op Europees niveau is aangemeld. De steun kon, zoals u zelf al aangaf, aangevraagd worden voor drie verschillende stockagetermijnen: 90, 120 of 150 dagen. 70 procent van de contracten is afgesloten voor 90 dagen. Het is aan de operatoren om op basis van de opportuniteiten van de markt te beslissen wat voor hen de meest voordelige stockage-periode is.
De Belgische varkensprijs is vrij stabiel gebleven. Momenteel ligt de Belgische varkensprijs bijna 10 procent onder het meerjarige gemiddelde.
Ik heb bij de start van de maatregel al gezegd dat dit voor ons niet de ideale oplossing is, maar het is iets wat de Europese Commissie beslist heeft. Wij hebben ook andere maatregelen genomen, onder andere een premie voor het slachten op lager gewicht en dergelijke, maar daar was binnen Europa weinig draagvlak voor, en ook de Europese Commissie had er weinig oren naar. Een aantal andere lidstaten, die belangrijke varkenssectoren vertegenwoordigen, waren immers geen vragende partij om dat te doen.
Er is momenteel op Europees niveau een heel sterk aanbod van varkensvlees, en dat drukt natuurlijk op de prijs. De verwachting is dat die situatie nog de rest van 2015 zal aanhouden. Er zijn wel twee belangrijke inspanningen die de sector nog kan leveren en waarbij wij hem ook kunnen ondersteunen. In de eerste plaats is er de export die verder ondersteund moet worden. Eind 2014 heeft het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM) bij de Europese Commissie een promotieprogramma ingediend voor cofinanciering. Dat is begin 2015 goedgekeurd door de Europese Commissie. De komende drie jaar is er dus extra promotiebudget bij VLAM voor varkensvlees. Dat zal vooral gebeuren in Aziatische landen en Australië. We hebben daarvoor 850.000 euro ontvangen van Europa.
Ik heb recent ook een besluit ondertekend dat de criteria vastlegt voor het oprichten van producentenorganisaties in de varkenshouderij. Varkenshouders kunnen zich verenigen in een producentenorganisatie. Dat geeft hun de mogelijkheid om gezamenlijk te onderhandelen met de andere schakels in de keten. Daarnaast kan een producentenorganisatie ook beslissen om een aantal andere aanbodbeheersende maatregelen te nemen. Maar natuurlijk zal dat niet de mirakeloplossing zijn die een-twee-drie alles zal kunnen oplossen.
Mevrouw Joosen, het klopt dat er een vraag was om de Rendac-factuur verder te financieren. Het is een serieus budget dat daarvoor gezocht moet worden. Dat heeft op tafel gelegen bij de begrotingscontrole, maar daar was weinig steun voor. We zullen dat dus in de eigen budgetten moeten zoeken, maar dat zal niet evident zijn, want die eigen budgetten staan ook onder druk. Het zal dus ten koste gaan van andere maatregelen. Dat is een afweging die we moeten maken en die we verder moeten bespreken met de sector.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. We hadden inderdaad kunnen lezen dat de maatregelen ondertussen stopgezet waren.
U stelt heel terecht dat we wisten dat dit geen mirakeloplossing was. De vraag is natuurlijk wat het effect zou zijn geweest indien deze maatregel niet genomen was. We hebben toch minstens een tijdelijke prijsstijging gehad. Laat ons hopen dat het dipje dat we vandaag meemaken, niet blijvend is en dat er opnieuw snel een kentering komt.
Een belangrijk element dat u aanhaalt, is de extra promotie voor de export. Als we willen dat de varkenshouderij op termijn rendabel is, dan zal de export daar inderdaad een bijzonder grote rol bij spelen.
Ik ben ook tevreden dat u zegt dat we de producentenorganisaties een duw in de rug hebben gegeven. Het is belangrijk dat onze familiale bedrijven meer macht hebben op de markt, als je ziet wat de retailers allemaal kunnen ten opzichte van onze varkenshouders.
Ik ben ook tevreden dat collega Joosen herinnerd heeft aan de vraag over Rendac. Wij hebben die vraag enkele maanden geleden zelf ook nog gesteld. Het is goed dat dit opnieuw onder de aandacht wordt gebracht. We blijven erop aandringen dat daar middelen voor vrijgemaakt worden.
De heer Caron heeft het woord.
Het zijn inderdaad de slachthuizen die van de steunmaatregel kunnen genieten. U sprak over zeventig contracten, minister. Zijn dat dan individuele varkensbedrijven waarmee de slachthuizen een contract hebben en behoort dat tot het bedrijfsgeheim? Of kan daar nader onderzoek op gebeuren? Welk mechanisme speelt hier? Hoe werkt dat systeem?
Minister Schauvliege heeft het woord.
De landbouwers, de producenten zelf, hebben daar niets aan. Het zijn de slachthuizen die een deel achterhouden dat ze niet op de markt brengen. En zij krijgen een vergoeding voor de kosten die ze hebben voor de opslag. Zo zit het in elkaar.
De vraag om uitleg is afgehandeld.