Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, de carrousel die onder de vorige ministers van Binnenlands Bestuur in gang werd gezet, blijft rondjes draaien, ook nu u bevoegd bent voor het beleidsdomein Binnenlands Bestuur. Blijkbaar zijn er faciliteitengemeenten, of tenminste een aantal Franstalige gemeentebesturen, die mordicus de verkiezingen in tegenstrijd met de taalwetgeving willen organiseren. Zo heeft FDF-burgemeester Véronique Caprasse van Kraainem aangekondigd dat zij de inwoners van haar faciliteitengemeente wil bevragen over hun voorkeurstaal. Bij de volgende lokale verkiezingen, in oktober 2018, zouden de kiesbrieven meteen in hun eigen taal kunnen worden verstuurd.
In de marge van een arrest van de Raad van State van 20 juni 2014 werd mevrouw Caprasse als burgemeester benoemd. Dit arrest werd geveld door de gezamenlijke kamers van de Raad van State. Tot voor de hervorming van Brussel-Halle-Vilvoorde waren geschillen over Vlaamse faciliteitengemeenten de exclusieve bevoegdheid van de Vlaamse magistraten bij de Raad van State. Door de BHV-hervorming is de tweetalige kamer bevoegd om daarover uitspraken te doen.
Het arrest van de tweetalige algemene vergadering van de Raad van State van 20 juni 2014 bepaalt dat inwoners van de faciliteitengemeenten rond Brussel met één brief aan de gemeente vier jaar lang documenten van de gemeente in het Frans kunnen ontvangen. Het arrest ging daarmee in tegen de omzendbrieven-Peeters en -Martens, die voorschrijven dat een Franstalige inwoner telkens opnieuw een brief moet sturen naar de gemeente om een in het Frans opgesteld document te krijgen. Om de voorrangsstatus van het Nederlands in het eentalig Nederlands taalgebied te verzoenen met de taalfaciliteiten zoals die door de federale wetgeving worden gewaarborgd in de zogenaamde randgemeenten, oordeelde de Raad van State dus dat: “wie in het Frans wenst te worden bediend door het gemeentebestuur, een verzoek moet indienen door een brief aan het gemeentebestuur te zenden of daar neer te leggen. Deze keuze geldt voor een redelijke termijn, namelijk voor vier jaar, en is hernieuwbaar. Daarnaast kan de particulier bij een welbepaald mondeling contact of met betrekking tot een welbepaald document altijd verzoeken om het gebruik van het Frans.”
De Raad van State keurde met andere woorden zowel de interpretatie van de Vlaamse Regering als die van de niet-benoemde burgemeesters af. Enerzijds zei de Raad dat de interpretatie van de Vlaamse Regering op een onevenredige wijze de rechten van de Franstalige inwoners zou beperken door te eisen dat zij telkens opnieuw uitdrukkelijk verzoeken om in het Frans bediend te worden. Anderzijds strookte de zienswijze van de niet-benoemde burgemeesters volgens de Raad van State niet met de voorrangsstatus van het Nederlands wanneer zij faciliteiten automatisch en voor altijd toekennen aan particulieren die dit één keer aanvroegen.
Naar een reactie gevraagd, zei uw voorganger, de toenmalige minister van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois dat hij uiteraard die beslissing van de Raad van State betreurde. FDF-burgemeester Caprasse zegt duidelijk dat door de nieuwe jurisprudentie de inwoners van Kraainem slechts één keer te kennen moeten geven dat ze in het Frans willen worden geholpen. Dan mag de gemeente hen dus in 2018 meteen een kiesbrief in het Frans toesturen.
Minister, op die manier is er nauwelijks nog enig verschil met de situatie in het tweetalige Brussel. Men mag dus geen enkele bereidheid meer verwachten van anderstaligen om Nederlands te leren en zich te integreren in de Vlaamse Rand rond Brussel. Daarmee komt ook een einde aan de gevestigde rechtspraak van de Nederlandstalige kamer van de Raad van State, die de omzendbrieven in het verleden gevalideerd heeft en de faciliteiten decennialang op een beperkende wijze heeft geïnterpreteerd.
Minister, dit is voor u als minister zeker een testcase. De voogdijoverheid wordt eens te meer door de Franstaligen in de Rand rond Brussel uitgedaagd. U kunt maar beter meteen en kordaat reageren. Hoe beoordeelt u dit gegeven, waarbij andermaal wordt geïllustreerd dat van een communautaire pacificatie in de Rand helemaal geen sprake is? Welke maatregelen kunt, wilt en zult u nemen ten opzichte van het initiatief dat werd aangekondigd door de FDF-burgemeester van Kraainem?
De heer Doomst heeft het woord.
Dit is het zoveelste achterhoedegevecht dat wordt geleverd in de faciliteitengemeenten, waarbij het sop de kool niet waard is. We moeten hier zeker niet het reclamebureau zijn van de burgemeesters in de faciliteitengemeenten die altijd achter het net vissen. We moeten dat vissen hier niet te veel onder de aandacht brengen. Het doet mij denken aan het heel populaire zondagavondprogramma ‘Eigen kweek’. Dit lijkt mij ‘Eigen kweek’ te zijn, om de aandacht te vestigen op ‘zie eens hoe balorig wij toch zijn en hoe wij, ondanks de verloren strijd, toch blijven doorgaan’. Het is goed geprobeerd, maar ik heb altijd begrepen dat de overheid enkel kennis kan nemen van de taalkeuze met een brief die van een particulier komt en dat het dus niet het gemeentebestuur is dat dit moet invullen. Het ligt volledig bij de particulier om hiervan het bewijs te leveren.
In die zin denk ik dat de minister, wanneer dat nodig zou zijn, zeer streng en zeer rechtvaardig zal optreden.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Minister, ik wil even terugkomen op de discussie die we hier op 9 december over hetzelfde onderwerp gehad hebben. U zei toen dat u zich zou houden aan het arrest van de Raad van State en dat inwoners bij brief kennis mogen geven van het feit dat ze in de toekomst in het Frans willen worden aangeschreven. Dat moet elke vier jaar gebeuren, zoals in het arrest van de Raad van State vermeld staat.
In de pers werd gezegd dat er een bevraging zou komen, maar dat klopt niet. Ik heb daarover gesproken met mevrouw Caprasse. Ze overweegt enkel om de bevolking over die zaak te informeren, om de mensen erop te wijzen dat als ze hun oproepingsbrieven en andere documenten van de gemeente in het Frans wensen te krijgen, ze daartoe een brief moeten sturen aan de gemeente.
U hebt op 9 december gezegd: “Aan de particulieren, inwoners van deze gemeenten, moeten hun rechten inzake faciliteiten worden gewaarborgd; zij kunnen aan het gemeentebestuur de toepassing van die rechten vragen. Zoals het een rechtsstaat betaamt, zal de Vlaamse Regering zich aan de arresten houden.” Ik vertrouw erop dat u sinds 9 december niet van standpunt veranderd bent en dat men de inwoners van de gemeente mag informeren over het feit dat ze, als ze hun documenten in het Frans willen krijgen, een brief aan het gemeentebestuur moeten sturen.
De heer Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dit is inderdaad een interessante vraag, ook om te polsen naar de intenties van de minister met betrekking tot dit probleem.
Ik ben het eens met wat collega Doomst zei. Het is een zoveelste poging om opnieuw wat communautaire herrie te veroorzaken in de Rand.
Aan de andere kant hebben we ook het arrest gezien van de algemene vergadering van de Raad van State in juni 2014. De heer Janssens heeft het er al uitvoerig over gehad. Ook daar kun je eventueel, bij wijze van grap, de bedenking bij maken dat als men voortaan vier jaar de tijd krijgt om Nederlands te leren, het waarschijnlijk wel zal moeten lukken. En dan zijn we over enkele jaren af van dit soort vragen.
Maar alle gekheid op een stokje, collega’s. Er zitten hier wel wat angeltjes in. Ik wil u daarom vragen, minister, hoe u het interpreteert dat de burgemeester enerzijds een totale groep van de bevolking wil bevragen, en dat anderzijds het arrest spreekt over het versturen van een individuele brief aan het gemeentebestuur, wat toch twee verschillende dingen zijn. Ook hier kan dus al eens bekeken worden of wat de burgemeester van plan is, wel klopt met het arrest.
Dan is er nog het specifieke aspect dat minister Bourgeois destijds omtrent deze materie heeft aangehaald, namelijk of dit kan in het kader van de privacywetgeving. Ik heb het dan over het hele verhaal rond de taalregisters, waar in de vorige legislatuur zeer duidelijke uitspraken rond gedaan zijn. In welke mate wenst u die te behouden?
Minister Homans heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik wil vooraf stellen dat ik het nogal eens ben met de analyse die collega’s Segers en Doomst hebben gemaakt. Mevrouw Caprasse heeft inderdaad bepaalde uitspraken gedaan in de media – wellicht wou men inderdaad eens laten zien hoe stoer men kan zijn – maar los daarvan is er tot op heden niets concreets gebeurd. Er is geen enkele actie ondernomen. Zij heeft een aantal uitspraken gedaan, waar vooralsnog geen gevolg aan is gegeven. Het is in deze context belangrijk om dat toch even te vermelden.
Natuurlijk heeft een gemeentebestuur het recht om zijn inwoners al dan niet te informeren over bepaalde arresten van de Raad van State. Ik wil daar in de marge bij opmerken dat ik het zeer merkwaardig vind dat het in dit geval wel gebeurd is, in het kader van het arrest van de Raad van State van juni 2014, maar dat andere arresten van de Raad van State dan weer niet werden meegedeeld aan de inwoners, bijvoorbeeld toen het ging over de omzendbrieven-Martens en -Peeters, die door de Raad van State bevestigd werden. Toen vond men het blijkbaar niet nodig om de inwoners daarover in te lichten, en nu wel.
Wat het voorgenomen initiatief van mevrouw Caprasse betreft, wens ik mee te delen dat, als een bestuur informatie verstrekt aan zijn burgers, het er ook voor moet zorgen dat die informatie correct is en dat bepaalde onderdelen niet eenzijdig uit hun context mogen worden gerukt. Maar ik herhaal: vooralsnog ging het enkel om een communicatie in de media, meer informatie hebben we niet gekregen. We hebben ook geen vraag gekregen, ook het agentschap niet. Het gaat dus enkel om wat stoere uitspraken van de burgemeester van Kraainem in de media.
Ik hoop wel dat het bestuur van Kraainem zal handelen met volledig respect voor de taalwetgeving, niet alleen in zijn betrekkingen met particulieren, maar ook in al zijn bestuurshandelingen, meer in het bijzonder de vergaderingen van de gemeenteraad, het college van burgemeester en schepenen en de organen die het bestuur in uitvoering van de regelgeving heeft opgericht. Dat lijkt me zeer belangrijk en nogal vanzelfsprekend.
Ik heb tijdens de toelichting bij mijn beleidsnota Bestuurszaken en Binnenlands Bestuur duidelijk gezegd dat we dat samen met de gouverneur en de administratie zullen opvolgen. De bestuurshandelingen in de Vlaamse faciliteitengemeenten worden systematisch opgevolgd, meer in het bijzonder met betrekking tot de correcte toepassing van de taalwetgeving aldaar.
Ik besluit met te zeggen dat dit volgens mij wat stemmingmakerij in de media is geweest van de betrokken burgemeester, maar dat ik vooralsnog geen signalen heb gekregen dat we ook daadwerkelijk moeten ingrijpen. Als dat wel het geval is, zullen we zeker niet nalaten om dat te doen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, vooralsnog is er inderdaad alleen de communicatie in de media geweest, en als ik collega Van Eyken mag geloven, zal er zelfs geen verder gevolg worden gegeven aan die stoerdoenerij van de burgemeester van Kraainem en zal er helemaal geen taalbevraging gebeuren. U hebt ook bevestigd dat er intussen nog geen formele beslissing in die zin is genomen. Als men alsnog zou beslissen om in Kraainem met taalregisters te werken, zult u daar dan tegen optreden? Zult u die beslissing dan, zoals het hoort, vernietigen?
Het is misschien een meer juridische kwestie, maar u hebt zelf verwezen naar de omzendbrieven-Peeters en -Martens. De Nederlandstalige kamer van de Raad van State heeft daar zeventien jaar lang geen enkel probleem mee gehad, maar nu zijn ze plots wel teruggefloten door de tweetalige kamer van de Raad van State. De omzendbrieven zijn als dusdanig niet vernietigd door de Raad van State, omdat ze geen voorwerp uitmaakten van de procedure die aanhangig was en waarover op 20 juni 2014 een arrest is geveld. Welk statuut hebben die omzendbrieven volgens u nog? Kan de Vlaamse Regering de toepassing van de reglementen of de handelwijze die in de omzendbrieven geformuleerd werd, nog afdwingen?
De heer Van Eyken heeft het woord.
Ik dank de minister voor haar antwoord. Het ligt volledig in de lijn van mijn verwachtingen. De informatie mag dus verstrekt worden. Ik ben het volledig met u eens, minister, dat geen enkel deel van de informatie uit zijn context mag worden gerukt en dat het duidelijke informatie moet zijn aan de bevolking van wat er mogelijk is ingevolge dat arrest van de Raad van State.
Collega’s, ik heb mevrouw Caprasse vanmiddag nog aan de lijn gehad. Er is geen intentie om een bevraging of raadpleging van de bevolking te doen.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Janssens, u loopt met uw vraag een beetje vooruit op de zaken. Ik kan nu niet zeggen wat we zouden doen als ze toch met een taalregister zouden werken, want dat is vooralsnog niet aan de orde. Ik hoop ook dat het niet zo ver komt. Maar we zullen dat bekijken op dat moment.
Wat het statuut van de omzendbrieven betreft, denk ik te mogen verwijzen naar het uitgebreide debat dat we hier op 9 december hebben gehad, waarin dat allemaal al aan bod is gekomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.