Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, de centrale doelstelling van het Europese schoolfruitproject is kinderen aanzetten om gezond te eten, en het groeiende obesitasprobleem aan te pakken. De basis van het project is een vaste wekelijkse fruitdag, waarop de kinderen samen een stuk fruit of groente eten, bij voorkeur gekoppeld aan een educatieve activiteit. Deelnemen kan op twee manieren. Een: via een fruitabonnement. De school sluit een contract af met een leverancier voor een wekelijks fruitabonnement. Twee: de school spreekt af met de leerlingen en hun ouders om op een vaste dag zelf een stuk fruit of groente van thuis mee te brengen.
Door de budgetverhoging waartoe de Europese Commissie heeft besloten, kon de doelgroep van het Vlaamse schoolfruitproject door de regering worden uitgebreid met de leerlingen uit het buitengewoon secundair onderwijs (buso). Tot nu toe kwamen enkel basisscholen in aanmerking. Deze uitbreiding kunnen we alleen maar toejuichen.
Wanneer ik echter de cijfers bekijk als antwoord op mijn schriftelijke vraag 286 van 7 januari 2015, valt toch op dat nog heel wat scholen van het basisonderwijs niet deelnemen aan het project en we dus heel wat kinderen van dit basisonderwijs momenteel nog niet bereiken.
In het schooljaar 2013-2014 scoort de provincie Antwerpen laag, met ongeveer 39 procent van de scholen die deelnemen. Als we dit doortrekken naar het aantal leerlingen, bereikt de provincie Antwerpen maar ongeveer 33 procent van de leerlingen. Ook in Oost-Vlaanderen bereiken we maar ongeveer 35 procent van de leerlingen. De provincie die de beste cijfers kan voorleggen, is West-Vlaanderen, met een bereik van ongeveer 57 procent van de scholen en 54 procent van de leerlingen.
Minister, zult u nog extra inzetten op het bereiken van meer scholen en leerlingen uit het basisonderwijs? Op welke wijze zal dat dan gebeuren? In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag stelt u ook dat in het schooljaar 2014-2015 is gepland dat 15 procent van de scholen uit het buso zullen deelnemen. Halen we die 15 procent?
De heer De Croo heeft het woord.
Mijnheer Sintobin, u zult het me niet kwalijk nemen, maar ‘eigen fruit eerst’. Ik ben een dagelijkse fruitconsument. ‘An apple a day keeps the doctor away.’ Ik ben op het einde van mijn eigen consumptie.
Ik vind dit een goede zaak, maar er zijn ook buso-scholen die helaas op een ander niveau staan. Voert men daar voldoende campagne? Heeft men daar aandacht voor? Zijn daar cijfers van?
In Vlaanderen zijn er helaas nog altijd kinderen in armoede. Het dagelijks eten van fruit loopt wat omgekeerd met de levensstandaard van de mensen. Dat is nogal dramatisch. Minister, ik weet niet hoe u afspreekt met minister Crevits en haar diensten. Het ondersteunen van de minst begunstigde scholen of leerlingen hierbij ligt me nauw aan het hart. Ik wil u daarin aanmoedigen.
Minister, ik las dat er 150 miljoen euro Europese middelen bijkomen. Wat betekent dat aan extra middelen voor Vlaanderen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Joosen, de cijfers die u geeft, kloppen, maar ik moet ze wel nuanceren. De cijfers gaan over scholen die specifieke contracten hebben afgesloten met één leverancier, die een keer per week het fruit levert. Er zijn twee systemen. In het schoolfruitproject zijn er scholen die zich engageren zonder een contract af te sluiten dat er eenmaal per week, soms zelfs tweemaal, verplicht fruit wordt meegenomen naar school. Fruit in de boekentas dus. De cijfers die u aanhaalt, gaan over die gesubsidieerde fruitabonnementen. Heel wat scholen organiseren ook fruitdagen, zonder dat fruitabonnement te nemen.
Op dit moment zijn we bezig met een evaluatie van dat schoolfruitproject, een soort bevraging van de actie door TNS Dimarso. Daarvan hebben we nog geen resultaten. Als we die hebben, kunnen we die hier bespreken.
We kunnen natuurlijk niet genoeg scholen hebben die daaraan deelnemen. We moeten volop inzetten op de communicatie, en dat doen we ook. We gaan dat zelfs verscherpen. We hebben een website www.fruitopschool.be. Er worden gerichte mails gestuurd naar scholen om hen daarop attent te maken. Er is een brochure beschikbaar voor scholen. En vanaf dit schooljaar zijn er een aantal begeleidende maatregelen die we extra subsidiëren. Zo’n maatregel is bijvoorbeeld de Proefkampioen. Dat is een project waar kleuters spelenderwijs omgaan met nieuwe smaken. De UGent is daarbij betrokken om na te gaan welk effect dat heeft. Dat wordt dus wetenschappelijk onderzocht in samenspraak met het Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie en Ziektepreventie (VIGeZ), dat inzet op gezondheid.
Daarnaast wordt bekeken of er een aanpassing moet gebeuren, maar dat doen we na die bevraging. Het is goed om eerst te weten te komen waaraan het ligt als scholen niet meedoen. Dan kunnen we op basis daarvan bijsturen, ook inzake communicatie.
Inzake de buso-scholen is er een terechte bezorgdheid. Eigenlijk zitten we daar nog niet zo slecht. In totaal doet 33,6 procent van de buso-scholen mee. Dat valt al bij al dus mee. Misschien moeten we de aandacht op een andere manier vragen. Maar opnieuw, laat ons die bevraging afwachten en daaruit leren hoe we kunnen bijsturen. Ik deel uw bekommernis volledig. We zullen dat ook goed opvolgen en kijken hoe we dit kunnen bijsturen op basis van de bevraging.
Mijnheer De Meyer, we moeten dat navragen. Ik kan niet meteen antwoorden hoeveel dat specifiek voor Vlaanderen betekent. Ik zal het overmaken aan de secretaris.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Ik ben blij te horen dat die evaluatie lopende is. Ik heb ook nog het strategisch plan schoolfruit voor Vlaanderen gevonden. Daarin was inderdaad sprake van een evaluatie van processen en effecten.
Daarin stond: “met oplevering februari 2015”. Ik neem aan dat het die evaluatie is, we zullen die verder afwachten.
Ik heb begrepen dat bij onze collega’s van de commissie Onderwijs het onderwerp ‘gezonde voeding op school’ aan bod is gekomen. Daarbij werd ook het Schoolfruitproject eventjes aangehaald. Minister Crevits liet weten dat ze nog wil onderzoeken of er een label ‘gezonde school’ kan komen. Een label kan natuurlijk positief werken; scholen willen wellicht graag een label krijgen. Een gezondheidsbeleid op school is echter ook een werk dat nooit af is. De minister gaf aan te willen bekijken of dit een optie is. Ik neem aan dat u goede contacten met haar onderhoudt en mijn vraag is hierbij of u samen met haar wilt bekijken of het Schoolfruitproject een plaats kan krijgen binnen dat label, als het er komt.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mevrouw Joosen, uiteraard heb ik een heel goed contact met minister Crevits. We hebben hier ook al over gepraat. Vanuit Leefmilieu hebben we een heel goed systeem om scholen aan te moedigen om in te zetten op milieuzorg op school (MOS). Scholen kunnen per jaar awards krijgen. Er zijn verschillende niveaus: van scholen die pas beginnen tot de top, de echte MOS-school. Het idee is dat we willen bekijken of we dit kunnen enten op MOS. We willen vermijden dat we weer iets anders moeten doen. U weet dat mijn collega werkt aan de planlastvermindering voor scholen. Als we iets nieuw installeren, moeten we ervoor zorgen dat het niet weer meer lasten met zich meebrengt. Het idee is aan het groeien om MOS, gezonde scholen en het label samen te brengen. We zijn er zeker al mee bezig. Uiteraard moeten we dan ook de Schoolfruitactie daaraan koppelen.
Mijnheer De Meyer, onze diensten werken bijzonder efficiënt, want ondertussen heb ik toch al een antwoord ontvangen op uw vraag. Gelukkig bestaan er tegenwoordig smartphones. We krijgen van de 125 miljoen euro Europees geld, 1,9 miljoen euro voor de Schoolfruitactie in Vlaanderen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.