Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, minister, geachte leden, zoals blijkt uit het jaarverslag van het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) over 2013 streeft het agentschap naar een nog betere dienstverlening, waarbij administratieve correctheid wordt gecombineerd met een streven naar duurzaamheid. In die context kiest men zo veel mogelijk voor een digitale administratie. Door het elektronisch personeelsdossier en WebEDISON zijn volgens het jaarverslag al honderdduizenden formulieren en papieren documenten overbodig geworden.
Toch zijn er wellicht nog meer mogelijkheden om de papieren administratie te verminderen. Op dit ogenblik bespaart AgODi volgens het rapport jaarlijks al 1.600.000 vellen papier doordat 22 procent van de personeelsleden in het onderwijs hebben gekozen voor een digitale salarisbrief in plaats van een papieren versie. In 2013 werd bovendien met de sociale partners een opt-outsysteem afgesproken, zodat de papieren salarisbrief enkel nog zou worden gebruikt als het personeelslid er zelf voor opteert. Andere mogelijkheden zijn de elektronische aangifte bij de RSZ-verplichtingen sociaal risico en het digitaal doorgeven van de pensioengegevens via het project Capelo.
Ik wil u daarover enkele vragen voorleggen. Er is volgens het jaarrapport al een principieel akkoord over het opt-outsysteem. Op 17 februari, toen ik mijn vraag stelde, vroeg ik wanneer de veralgemeende elektronische salarisbrief zou worden ingevoerd. De week nadien las ik goed nieuws, want vanaf 1 september zou daar werk van worden gemaakt. Op 17 februari wist ik dat nog niet. In 2011 heeft AgODi de bestaande DMFA-aangifte – de vroegere RSZ-aangifte – gewijzigd, zodat de gegevens vanaf 2011 elektronisch bij de RSZ worden ingediend. Tegen wanneer wilt u in het kader van het Capeloproject de volledige digitalisering van de pensioendossiers realiseren? Hoe ver staat men met het digitaal schooldossier dat volgens het jaarrapport van AgODi eind 2014 zou worden gerealiseerd?
Minister Crevits heeft het woord.
Voorzitter, collega's, de elektronische salarisbrief wordt in september 2015 de norm. Tot 2009 ontvingen de personeelsleden hun salarisbrief slechts na een wijziging van een van de elementen die het salaris bepalen. Sinds juni 2009 kan het onderwijspersoneel zijn maandelijkse salarisbrief digitaal ontvangen. Daarvoor schrijft het personeelslid zich via de zogenaamde opt-in in. AgODi werkt voor dit project samen met ISABEL, een samenwerkingsprotocol van de banken om aan thuisbankieren te doen. Via de individuele bankpagina kan het personeelslid een kopie van zijn salarisbrief oproepen.
Thuisbankieren is dus een voorwaarde om de salarisbrief elektronisch te ontvangen. Die manier van werken garandeert een goed beveiligde en betrouwbare omgeving. Vandaag hebben al 45.105 personeelsleden vrijwillig ingetekend voor de ontvangst van de elektronische salarisbrief, of een kwart van het totale actieve personeelsbestand. Dat is niet zo slecht, al kan het natuurlijk nog beter.
De elektronische salarisbrief wordt nu de norm voor de personeelsleden die thuisbankieren en die klant zijn bij Belfius, BNP Paribas Fortis, ING of KBC. Personeelsleden die de brief toch niet elektronisch willen ontvangen, zullen nu actie moeten ondernemen via de zogenaamde opt-out. Klanten van AXA, CBC, CPH, Crelan, Deutsche Bank, Fintro, Hello bank, Keytrade en Record Bank kunnen vrijwillig blijven kiezen om de elektronische salarisbrief te ontvangen: het betreft het bestaande systeem van opt-in. De andere banken zijn voorlopig nog niet toegetreden tot het Zoomit-systeem. De personeelsleden die klant zijn bij die banken, kunnen dus geen gebruik maken van het systeem.
AgODI schat dat meer dan 120.000 personeelsleden of 70 procent van het personeelsbestand de elektronische salarisbrief zal ontvangen. Deze procedure werd besproken met de sociale partners, en zij reageerden positief. Vanaf september 2015 treedt de nieuwe procedure in werking. Zo is er voldoende tijd om iedereen op de hoogte te brengen. Dat zal gebeuren via de gebruikelijke wegen: via een brief aan de personeelsleden, de AgODi-website, School- en Lerarendirect, de media en de vaktijdschriften. AgODi werkt voort aan een systeem waarbij de personeelsleden van het onderwijs hun salaris kunnen raadplegen via een beveiligde website.
Wat de tweede vraag betreft: elke maand zorgt het ministerie van Onderwijs voor de personeelsdossiers van ongeveer 180.000 personeelsleden. Dat behoort tot het takenpakket van AgODi en het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOS). Het eerste agentschap neemt het basis-, secundair en deeltijds kunstonderwijs voor zijn rekening, evenals de centra voor leerlingenbegeleiding, de inspectie en de pedagogische begeleiding. Het tweede agentschap staat in voor het volwassenenonderwijs en de hogescholen. AgODi organiseert elke vier jaar – in samenwerking met een extern bedrijf – een klantentevredenheidsonderzoek. Uit zo’n onderzoek bleek dat scholen het moeilijk hadden om de pensioendossiers van hun personeelsleden op te maken. De Pensioendienst voor de Overheidssector (PDOS) had ondertussen het Capeloproject – het elektronisch pensioendossier – uitgebouwd om de pensioengegevens te verzamelen. AgODi heeft daar vanaf het begin met veel overtuiging aan meegewerkt. Het onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is voor PDOS de grootste werkgever waarmee de dienst samenwerkt.
Voor de scholen betekent dat een hele planlastvermindering. AgODi en AHOVOS hebben in 2014 de historische gegevens van het onderwijspersoneel gedigitaliseerd. Dat zijn alle personeelsgegevens tot en met 31 december 2010. Eind februari 2015 zijn al 155.000 dossiers van de ongeveer 180.000 personeelsleden digitaal aan PDOS bezorgd, tien maanden voor de afloop van de door de Federale Regering vastgelegde termijn. Dat komt overeen met 89 procent van de door deze instantie gevraagde dossiers. De resterende 11 procent sturen de agentschappen in de loop van 2015 nog op. AgODi gaat nog op dit elan voort: ook voor de ‘aangifte sociaal risico’ heeft AgODi plannen. Nu moeten scholen voor bepaalde personeelsleden een heel aantal documenten invullen voor de RVA. AgODi en AHOVOS beschikken echter over alle gegevens van die personeelsleden. De agentschappen zullen dan ook rechtstreeks de informatie aan de RVA doorgeven. Zo kunnen scholen meer focussen op hun kerntaken en wordt de administratieve last voor de scholen een heel stuk minder. Het ministerie van Onderwijs maakt zo werk van een klantvriendelijke dienstverlening en zet in op maximale efficiëntie.
Sinds oktober 2014 is het digitaal schooldossier (DIGIS) in productie. In 2014 stuurde AgODi maar liefst 100.000 dienstbrieven voor scholen niet meer op papier op. De rechtstreekse digitale communicatie met de scholen werd de nieuwe manier van werken, via het platform ‘Mijn Onderwijs’. Het digitale schooldossier impliceert de omschakeling van de interne papieren schooldossiers naar gestructureerde digitale schooldossiers. Dat gebeurt uiteraard in een beveiligde omgeving. AgODi werkt ook aan de omgekeerde weg: scholen kunnen bepaalde gegevens via ‘Mijn Onderwijs’ aan het agentschap bezorgen. Dat is een moderne manier van werken waar we volop op inzetten. In 2015 bouwt AgODi voort aan het digitale schooldossier. Er komen een aantal functies bij die de efficiëntie ten goede komen. Het agentschap hecht heel veel belang aan gebruiksvriendelijkheid en planlastvermindering voor de scholen, en wil verder gaan op de digitale weg - dit lijkt wel een promotiespot voor AgODi.
Ik heb uiteraard alle begrip voor de collega’s die nu aan het eten zijn, maar ze missen wel zeer belangrijk nieuws. Want de elektronische salarisbrief die vanaf 1 september de norm wordt voor alle personeelsleden van het onderwijs is niet alleen klantvriendelijk, maar ook ecologisch van uitzonderlijke betekenis. Dat komt neer op een besparing van enkele miljoenen vellen papier.
Uw antwoorden op vragen twee en drie zijn zeker niet op te vatten als promotie voor AgODi, want AgODi verdient felicitaties voor het geleverde werk. U verwees er ook al naar: het betekent veel op het vlak van klantvriendelijkheid en planlastvermindering. Het is uitzonderlijk. In deze commissie wordt veel over planlastvermindering gesproken. Wel, ik vind dat AgODi op dat vlak echt uitstekend werk verricht. Ik hoop dat de mensen die zich daarvoor hebben ingezet, dit verslag ook lezen. Ik dank u voor het antwoord, minister.
Ik had het over een promospot omdat AgODi erg trots is over het geleverde werk. We onderschatten wat de impact is van deze stap om de planlastvermindering ook daadwerkelijk te realiseren. Ook de terugkeerbeweging is erg relevant, want scholen krijgen de kans om interactief via één platform op te treden, zonder dat alles twintig keer over en weer moet worden gestuurd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.