Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, grote infrastructuurwerken brengen hinder met zich mee, maar vaak kan een goede communicatie die hinder toch wat beperken. Er moet goede communicatie zijn met alle betrokkenen: mensen die van die weginfrastructuur gebruik moeten maken om naar hun werk te gaan, buurtbewoners, maar zeker ook de vrachtwagens, als het over autostrades, gewestwegen of industriële zones gaat.
We waren onlangs op bezoek bij het Vlaams Verkeerscentrum. Zij gaven aan dat zij een goede communicatie en samenwerking op poten hebben gezet met collega’s uit Nederland en Duitsland, om al lang op voorhand met vrachtwagenchauffeurs te kunnen communiceren over grote infrastructuurwerken, mogelijke hinder en de omleidingen die het best gevolgd kunnen worden.
De komende jaren staan er grote infrastructuurwerken gepland in de Antwerpse regio. Binnen het havengebied is er op dit moment al een groot werk aan de gang, namelijk aan de Deurganckdoksluis. Voordat die in gebruik kan worden genomen, zullen er ook nog werken moeten gebeuren aan de nieuwe weginfrastructuur. Naar aanleiding daarvan kwamen er vanuit de havengemeenschap wat signalen en vragen, onder meer van Alfaport, over hoe de communicatie op dat moment zal verlopen. Die werken zullen immers een grote impact hebben op het havengebied.
Op welke manier zal er gecommuniceerd worden? En vooral: op welke manier zal er met buitenlandse chauffeurs gecommuniceerd worden? Enkel communiceren in het Nederlands zal waarschijnlijk niet volstaan. Om onze haven bereikbaar te houden, is een goede communicatie lang op voorhand essentieel. Het gaat mij daarbij niet alleen over de bereikbaarheid, maar ook over de verkeersveiligheid. U weet dat dat ook voor heel wat mensen binnen de haven een belangrijk aandachtspunt is.
Minister, deelt u mijn mening dat een goede – dat wil zeggen: duidelijke, tijdige en begrijpbare – internationale communicatie over wegenwerken essentieel is? Hoe zal die communicatie worden opgesteld? Zal er bijvoorbeeld ook de mogelijkheid zijn om in andere talen dan het Nederlands te communiceren, net om de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid ook in havengebieden te kunnen garanderen?
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het is een relevante problematiek die collega Bastiaens hier aanhaalt. Het is inderdaad goed om begrijpbare informatie over de verkeerssituatie te hebben. Onze havens zijn internationale economische draaischijven, en dus is taal zeker belangrijk. We moeten daar wel bij opmerken dat bijvoorbeeld niet elke chauffeur het Engels machtig is.
Ik kan misschien wel een inspirerend voorbeeld aandragen vanuit de Gentse haven. Wij hebben in samenwerking met het Havenbedrijf, Voka-VeGHO (Vereniging van Gentse Havengebonden Ondernemingen) en de provincie een app ontwikkeld, die de chauffeurs als het ware rechtstreeks naar het adres leidt. Dat begint nu stilaan zijn vruchten af te werpen. Het gaat dan niet enkel over verkeersveiligheid, maar bijvoorbeeld ook over het niet meer passeren door woonwijken. Op die manier kan het Verkeerscentrum alternatieven, werkzaamheden en files op die gps-applicaties melden. Dat gebeurt dan automatisch in de taal van de chauffeur. Dat lijkt mij een interessant voorbeeld, dat misschien mee een oplossing kan bieden voor de terechte bezorgdheid van de collega.
De heer Van Eyken heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij de terechte opmerkingen van de twee voorgaande sprekers. We zitten in een tijd dat het verkeer op onze wegen meer en meer internationaal is. Er zijn steeds meer mensen die het moeilijk hebben om alle aanwijzingen te begrijpen. Misschien zou het gebruik van pictogrammen en andere zaken op dat vlak een oplossing kunnen bieden.
Ik wil van de gelegenheid gebruik maken, minister, om te verwijzen naar een voorstel dat ik in de voorbije legislatuur heb gedaan betreffende een aanpassing van het taalgebruik bij bestemmingsnamen. Je kunt op onze wegen namelijk verschillende bestemmingsnamen aantreffen naargelang het gebied waar je in zit. Ik geef het voorbeeld van de regio-Brussel. De ene keer moet je de richting Liège volgen, de andere keer de richting Luik. Aan de ene kant moet je Aken volgen en aan de andere kant Aix-la-Chapelle, terwijl je eigenlijk naar Aachen wilt.
Ik ben een voorstander van een uniform gebruik van de plaatsnaamborden. We zouden enkel of met voorrang de taal van de plaats zelf moeten gebruiken. Er zou dus enkel of eerst en vooral Liège en dan Luik moeten staan. Ik beweer niet dat dit enkel in Vlaanderen zou moeten gebeuren. In Wallonië zou er eerst Antwerpen en dan Anvers als bestemming moeten staan.
We hebben een bijzondere autostrade tussen Luik en Brussel. Wie de E40 neemt, gaat heen en weer over de taalgrens en rijdt eerst naar Waremme, dan naar Borgworm, dan weer naar Waremme en ten slotte weer naar Borgworm. Voor internationale reizigers valt dit moeilijk te begrijpen.
Minister, wat denkt u hiervan? Hoe staat u hiertegenover? Bent u bereid op dit vlak tegenover uw collega’s van de andere gewestregeringen een lans te breken om hierover overleg te voeren?
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voorzitter, de duidelijkheid op onze wegen is natuurlijk een goede zaak voor de verkeersveiligheid. Het gaat natuurlijk niet enkel om de taal. Er zijn veel ongeschreven boodschappen, zoals pictogrammen en markeringen.
Ik zou echter een bijkomende vraag willen stellen. Minister, indien u mijn vraag niet onmiddellijk kunt beantwoorden, kunt u dit ook later doen. Zijn er al effectief veel meldingen binnengelopen? Is dit iets wat bij de anderstalige reizigers leeft? Heeft de administratie meldingen ontvangen?
De verkeersveiligheid is natuurlijk belangrijk. Kunnen we uit de ongevallenanalyses of -statistieken afleiden dat bepaalde ongevallen te wijten waren aan onveilige situaties veroorzaakt door mensen die bepaalde wegaanduidingen niet begrepen? Hebt u ervaring met dit onderwerp ten gevolge van meldingen of de ongevallenstatistieken?
Ik zou me hier kort bij willen aansluiten. Dit thema is tijdens de vorige legislatuur in de Senaat aan bod gekomen. Ik heb dat toen opgevolgd. De heer De Padt heeft toen een wetsvoorstel ingediend om de signalisatie in meerdere talen weer te geven.
Tijdens de discussie zijn echter een aantal moeilijkheden aan de oppervlakte gekomen. De taalwetgeving zou een probleem kunnen vormen. Daarnaast is toen geredeneerd dat we het best met pictogrammen zouden werken. Dit is immers veel uniformer. Dit zou echter het best op het niveau van de hele EU worden aangepakt.
Minister, kunt u stappen zetten om uw Europese collega’s ertoe te bewegen op het vlak van pictogrammen wat uniformer te werken?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, ik zal eerst op de concrete aanleiding van deze vraag om uitleg ingaan. Ik deel natuurlijk de bezorgdheid om een duidelijke communicatie. In het verleden is de nodige informatie over werken aan het Deurganckdoksluis op verschillende manieren verspreid. Met betrekking tot de toekomstige werken zijn we ook met een en ander bezig.
We stellen momenteel bereikbaarheidskaarten op voor de Waaslandhaven tussen half september 2015 en eind januari 2016. Ten gevolge van de werken zal over de Deurganckdoksluis geen verkeer mogelijk zijn. We trachten op een grafische wijze duidelijk weer te geven welke bedrijven langs welke weg kunnen worden bereikt. Die kaarten zullen in de vorm van flyers, in advertenties en op websites worden verspreid. Alle bedrijven zullen ze ook aan hun klanten en leveranciers kunnen bezorgen. Dit alles staat in functie van een goede bereikbaarheid.
Daarnaast beschikken we over de klassieke kanalen. Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en het Verkeerscentrum Vlaanderen worden, net als bij alle grote wegeniswerken, ook ditmaal ingeschakeld. Verder zijn het stadsbestuur, het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, de Maatschappij Linkerscheldeoever, het gemeentebestuur van Beveren, AWV en de afdeling Maritieme Toegang hier in sterke mate bij betrokken.
Wat de plaatsing van boodschappen op de dynamische borden langs de autosnelwegen betreft, is het Verkeerscentrum Vlaanderen vanzelfsprekend gebonden aan de taalwetgeving. Daarnaast is er de bezorgdheid om de verkeersveiligheid. Ik ben door beide gepassioneerd. Wat de taalwetgeving betreft, wijs ik erop dat iedereen wel zijn vreemde kanten en interesses heeft. Wat de verkeersveiligheid betreft, gaat het om een gedeelde bezorgdheid.
De taalwetgeving stelt natuurlijk dat de communicatie, de boodschappen op die borden, langs de wegen in het Vlaamse Gewest, enkel in het Nederlands kan. Dat is niet anders dan in de ons omringende landen. We zijn op dat vlak niet uniek. In andere landen worden dergelijke boodschappen ook in de eerste plaats in de taal van land zelf opgesteld.
Gezien de ligging van Vlaanderen en de vaststelling dat zowat heel de wereld over onze banen rijdt, moeten we met een specifiek element rekening houden. We gaan ervan uit dat niet iedereen het Nederlands machtig is. Om die reden worden de boodschappen op de dynamische borden dan ook steeds zo taalonafhankelijk mogelijk opgesteld. Dat is een vrij pragmatische ingesteldheid.
We maken de boodschappen zo duidelijk mogelijk door maximaal gebruik te maken van universele tekens en van pictogrammen. Dat is hier daarnet trouwens ook gevraagd. Natuurlijk is het soms nodig woorden te gebruiken. In dat geval trachten we maximaal gebruik te maken van taalonafhankelijke woorden als ‘via’. Dat is een zeer taalonafhankelijk woord dat vrij universeel wordt begrepen.
Problemen, ongevallen of werken worden steeds aangeduid met een pictogram en een bijbehorend omleidingsadvies. Hierbij gebruiken we steeds de naam van de bestemming. De alternatieve route wordt aangeduid met het routenummer of met de vermelding van de tussenliggende bestemming, voorafgegaan door het woord ‘via’. Een voorbeeld is “Gent via Brussel”. We hebben vastgesteld dat dit een vrij universeel gekend en begrepen begrip is.
Als we dezelfde boodschap in een andere taal zouden vermelden, zou dit trouwens tot een teveel aan informatie leiden. We moeten er rekening mee houden dat een bestuurder de boodschap in een oogopslag onmiddellijk moet begrijpen. Als er verschillende lijnen zouden staan en de boodschap in alternatieve talen zou worden weergegeven, zou dit de leesbaarheid, de duidelijkheid en bijgevolg de verkeersveiligheid niet ten goede komen.
Bovendien zou een bijkomende boodschap in, bijvoorbeeld, het Engels, weinig meerwaarde bieden. De namen van de binnenlandse bestemmingen op de vaste bewegwijzering worden, conform de taalwetgeving, in het Nederlands weergegeven. De dynamische borden refereren hieraan.
Ik vat even samen. Het lijkt me een combinatie van pragmatisme, wetgeving en verkeersveiligheid. Ik heb geen weet van klachtenmeldingen. Ik moet wel toegeven dat ik het niet specifiek heb nagevraagd. Ik zal dat alsnog doen. In elk geval kan ik hier spontaan verklaren dat ik geen weet heb van klachten ter zake.
Mevrouw Bastiaens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik kan me voorstellen dat er niet zo veel klachten zijn. Die klachten zouden immers moeten worden ingediend door buitenlandse chauffeurs die moeilijk de weg zullen vinden naar de plaats waar ze een klacht kunnen indienen. Het is echter duidelijk dat er ongerustheid heerst.
Ik heb begrepen dat u oog en oor hebt voor de bereikbaarheid. U werkt hiervoor samen met de administratie en met de vele stakeholders die u net hebt opgesomd. Het gaat onder meer om het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen en het stadsbestuur. Het lijkt me echter ook belangrijk de private havengemeenschap hierbij te betrekken. Daar leeft de bezorgdheid immers zeer sterk.
U hebt een aantal bezwaren opgesomd waaruit blijkt dat het moeilijk is onmiddellijk aanpassingen door te voeren. Ik heb daar gedeeltelijk begrip voor. We moeten echter oog hebben voor de bezorgdheid en de vragen die leven.
Minister, ik zou nog een aansluitende vraag willen stellen. U hebt het gehad over de bereikbaarheid van de havengebieden. Het gaat immers niet enkel om de haven van Antwerpen. Ik heb vandaag in de krant gelezen dat u misschien plannen zou hebben om voor het havengebied een mobiliteitsplan op te stellen. Zou u daarover wat meer duidelijkheid kunnen verschaffen?
De heer De Clercq heeft het woord.
Ik deel een beetje de mening over het pragmatisme. Wij hebben veel klachten gekregen van stakeholders, van bewoners, van internationale chauffeurs die niet de juiste of rechtstreekse weg nemen naar het bedrijf waar ze moeten leveren of het gebied waar ze moeten zijn. Door zo’n app op de gps te installeren, kun je al veel oplossen. Pragmatisch gezien kan dat hier toch wel tot voorbeeld strekken.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik veronderstel dat we de vraag over het mobiliteitsplan in een volgende discussie kunnen behandelen. Er zijn inderdaad voorstellen en vragen in hoofde van de stad en de haven en de bedrijven, om dat concreet gestalte te geven. Maar dat zal een uitgebreidere vraagstelling en dito antwoord vergen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.