Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, vorige week was de heer Glenn Janssens, bijgenaamd de keizer van de wegwijzer, in het nieuws. De persoon zelf interesseert me niet, de zaak evenmin, maar het epitheton is blijven hangen. Hoe zit het met de markt van de verkeerssignalisatie in Vlaanderen? Is die markt vrij? Werkt die goed? Is er voldoende concurrentie en competitie? Als er een goede concurrentie is in die markt, krijg je acceptabele prijzen voor een acceptabele kwaliteit. Dat betekent dat middelen kunnen worden geïnvesteerd in andere zaken dan in verkeersborden zodat men toch dezelfde kwaliteit kan krijgen.
Ik lees in de media dat er een zekere marktconcentratie is in die sector, tot 60 procent voor sommige bedrijven. Verschillende bedrijven zouden in handen zijn van een en dezelfde holding. Minister, volgt uw administratie dat actief op en brengt ze dat in kaart? Zijn er prijsvergelijkingen met andere regio’s of omliggende landen? Is er daarover een verslag geweest van het Rekenhof? Hoe werkt die markt? Zijn we daar tevreden over? Vinden we dat dat beter kan? Zo ja, welke initiatieven kunt u daarvoor nemen?
Mijn vraag om uitleg is naar aanleiding van een zaak die in de media is gekomen, maar zo werkt de politiek voor een groot deel. Ik zal hier later nog op terug komen met meer diepgang dan alleen maar naar aanleiding van deze boutade. Het is wel een belangrijk thema, want er zijn sterke indicaties dat er een marktconcentratie is in die sector. Die overheidsmiddelen kan men veel beter aan andere zaken investeren dan daaraan. Is er een zicht op een onderzoek naar hoe die markt precies werkt?
Minister Weyts heeft het woord.
Naar aanleiding van de zaken waar u naar verwijst, zou men gemakshalve kunnen denken dat er enige betrokkenheid is van de kant van de ambtenaren, van het Agentschap Wegen en Verkeer of van de Vlaamse overheid. De betrokken ambtenaren zijn echter geen voorwerp geweest van dat gerechtelijk onderzoek. Er werden trouwens geen onderzoeksdaden gesteld in relatie tot het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV).
De administratie respecteert de wetgeving op de overheidsopdrachten bij het in de markt zetten van de werken. Ik heb geen indicatie van het tegendeel. De bestaande wetgeving op de overheidsopdrachten biedt voldoende garanties om de vrije markt te laten spelen. Wat de marktspelers zelf betreft, moet je daar gewoon akte van nemen. Dat kunnen we niet reguleren.
We maken natuurlijk blijvend gebruik van de verschillende procedures in het kader van die regelgeving, meer bepaald als het gaat over de drempel van 85.000 euro. In dat geval kun je werken met een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, zij het dat je verschillende bedrijven moet aanschrijven.
We moeten die procedure en de mogelijkheden blijven benutten. Indien we dat niet zouden doen, zouden we uiteindelijk voor een prijsverhoging voor onszelf en dus ook voor de belastingbetaler zorgen.
Dat het misbruik door middel van een rechtszaak naar boven is gekomen, bewijst dat de regelgeving werkt.
Mijnheer Van Rompuy, de mededinging op de vrije markt is natuurlijk een federale bevoegdheid. U hebt om een betere werking gevraagd. Ik heb aan onze zijde geen indicatie van het tegendeel gekregen. Er is me gemeld dat de vrije markt speelt. Indien werken of, in dit geval, signalisatie op de markt worden geplaatst, beantwoordt alles in voldoende mate aan de desiderata van ons agentschap.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister, dat was eigenlijk mijn vraag niet. Ik trek niet in twijfel dat de administratie de wetgeving op een correcte wijze toepast. Er zijn regels in verband met de toepassing. Die regels worden correct uitgevoerd.
Als een tender wordt uitgeschreven, is de vraag hoeveel spelers op de markt zich kunnen inschrijven. Hebben we daar zicht op? Hoe verloopt de prijsvorming? Hoe verhoudt de prijs zich tot de prijs van eenzelfde verkeersbord in een ander land of in een andere regio? Hebben we daar enig zicht op? Uiteindelijk betaalt u de factuur. Het is belangrijk te weten of de prijsvorming op een goede wijze verloopt. Uw administratie besteedt daar budgetten aan. Dat interesseert me.
U hebt terecht vermeld dat het een federale bevoegdheid betreft. Dat is een zaak voor de Belgische Mededingingsautoriteit en dergelijke. Misschien is het nuttig dat uw administratie informatie verzamelt om te weten in welke markt de tenders worden geplaatst, hoe die markt werkt en ook of ze een correcte prijs betalen.
Als een speler 60 procent van de markt beheerst, moet dit toch eens nader worden bekeken. Ik weet niet of dit klopt, maar ik heb er ook geen gegevens over. Mijn vraag is dan ook in de eerste plaats welke gegevens we hierover hebben. Verloopt dat allemaal goed? Kunnen we dit met andere gegevens vergelijken? Zou het Rekenhof dit eens op een nuttige wijze kunnen onderzoeken? Kunnen we het Rekenhof misschien eens die opdracht geven?
Minister, ik heb geen indicaties in verband met malversaties of zo gezien. Zoals ik al heb verklaard, excuseer ik me ook dat ik me beroep op berichten in de media. Dat is ook de reden waarom ik deze vraag om uitleg stel. Als een speler 60 procent van de markt beheerst, is het best mogelijk dat de markt onvoldoende vrij is en dat dit veel beter kan. In dat geval zou u voor hetzelfde product misschien veel minder moeten betalen. U zou die middelen dan kunnen investeren in zaken waarvoor u momenteel niet over middelen beschikt of besparingen niet moeten uitvoeren die u momenteel wel moet uitvoeren.
Dat is de essentie van mijn vraag om uitleg. Ik begrijp dat u hierover momenteel geen informatie hebt. Ik zou het echter appreciëren indien u uw administratie zou vragen eens na te gaan wat we hierover weten. Ik begrijp tevens dat u hiervoor niet bevoegd bent. U zou de federale minister van Economie, desnoods per brief, echter kunnen vragen dit eens te onderzoeken.
Minister Weyts heeft het woord.
De regulering van de markt en de concurrentie vallen onder de federale bevoegdheden. Ik zal AWV eens bevragen in verband met de zaken die in de markt worden geplaatst. Dit is afhankelijk van de procedure. Er is een drempel van 85.000 euro. Hierboven wordt een andere procedure gevolgd. Als de aanbesteding volledig boven die drempel valt, wordt het volledig in de markt geplaatst. Dit verschijnt ook in het Bulletin der Aanbestedingen. De vraag is of er voldoende competitieve partijen zijn. Indien het om een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking gaat, moeten altijd minstens drie partijen worden aangeschreven. Dat zijn er al minstens drie. Ik zal nagaan of ter zake enige problemen in verband met een overconcentratie worden gemeld. Ik heb daar alvast geen melding van gekregen.
Mijnheer Van Rompuy, u bent eigenlijk de baas van het Rekenhof. Ik ben dat niet. Het Vlaams Parlement kan het Rekenhof die vraag stellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.