Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Mijn vraag om uitleg gaat over artikel 2.7.3.4.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Een bekend professor van wie u daarnet de naam hebt uitgesproken, is van oordeel dat de vraag die ik hier stel correct is.
Dat artikel stelt : “De schulden van de erflater die op de dag van het overlijden bestaan, worden forfaitair bepaald op 1500 euro, met uitzondering van de schulden die specifiek zijn aangegaan om onroerende goederen te verwerven of te behouden. Het bedrag van de begrafeniskosten wordt forfaitair bepaald op 6000 euro.” Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Door het feit dat er in de decreettekst heel duidelijk ‘schulden van de erflater’ staat, is het de vraag of de schulden van de huwgemeenschap kunnen worden meegerekend. Ik zei daarnet dat er wat onduidelijkheden zijn in de Vlaamse Codex Fiscaliteit. Wij willen onze medewerking verlenen om tegemoet te komen aan onduidelijkheden. De genoemde professor is van oordeel dat op dit vlak de schulden van de erflater niet de schulden van de huwgemeenschap zijn. Men is van oordeel dat mensen die gehuwd zijn onder een ‘algeheelheid’ van gemeenschap benadeeld worden ondanks het feit dat de huwgemeenschap ontbonden is. Want ondanks het feit dat de huwgemeenschap ontbonden is, blijven de schulden eigen aan de erflater.
Minister, kunt u akkoord gaan met de interpretatie dat de omschrijving ‘de schulden van erflater’ zoals omschreven in artikel 2.7.3.4.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit onder andere met betrekking tot “de schulden die specifiek zijn aangegaan om onroerende goederen te verwerven of te behouden”, maar ook met betrekking tot de andere schulden, enkel betrekking heeft op de eigen schulden van de erflater, en niet op de schulden van de huwgemeenschap?
Op welke wijze kunnen volgens u de schulden van de huwgemeenschap in het kader van hetzelfde artikel worden aangegeven in de aangifte van de successierechten?
Op welke wijze zult u er zorg voor dragen dat er geen nadelige gevolgen ontstaan voor de nalatenschappen van erflaters die gehuwd zijn onder een stelsel met een algehele gemeenschap dan wel met een welbepaalde gemeenschap?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Ik kan akkoord gaan met de interpretatie dat onder de schulden van de erflater enkel de eigen schulden van de erflater en niet de schulden van de huwgemeenschap moeten worden begrepen. Het was bij de opmaak van deze nieuwe bepaling niet de bedoeling om de keuze van het forfait te beperken tot de eigen schulden.
In overleg met het notariaat was mijn administratie ook al tot het besluit gekomen dat de huidige formulering van het bewuste artikel het initiële doel niet integraal bereikt en dat het dus moet worden aangepast. Dat is dus wat ik daarnet zei: bij een nieuwe codex kom je af en toe, en cours de route, zaken tegen die moeten worden verfijnd.
We hebben voor deze aanpassing trouwens al een tekstvoorstel klaar. Het zal deel uitmaken van het aanpassingsdecreet Vlaamse Codex Fiscaliteit. Intussen zal er voor de schulden van huwgemeenschap niet voor het forfait kunnen worden gekozen, maar zullen de werkelijke schulden moeten worden aangegeven en bewezen. Die gemeenschappelijke schulden worden dan wel bijkomend voor een werkelijk bedrag in rekening gebracht.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het was het te vrezen antwoord – als ik het zo mag zeggen –, maar ik ben blij dat u zult verhelpen aan die anomalie. We wachten met gerust gemoed af.
De vraag om uitleg is afgehandeld.