Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Mijn vraag heeft niet zozeer betrekking op de raming op zich dan wel op de organisatie van die raming. In twee weken tijd heb ik twee mensen gehoord die een bindende raming wilden aanvragen, maar voor een gesloten deur stonden.
Minister, ik ga terug naar het verslag van de commissievergadering van 9 december 2014 waarin u verklaarde: “De procedure voor de voorafgaande schatting zoals die voor de successierechten bestaat, wordt opgeheven en vervangen door de mogelijkheid voor de aangifteplichtige om bij de Vlaamse Belastingdienst een bindende raming te vragen van de waarde van de goederen die deel uitmaken van de nalatenschap. Deze mogelijkheid zal nog niet vanaf de eerste dag gerealiseerd zijn, VLABEL zal zo spoedig mogelijk de daarvoor noodzakelijke gegevensuitwisseling met de FOD Financiën uitwerken. De bijzondere procedure van de controleschatting bij tekortschattingen, zowel voor de erfbelasting als voor de registratiebelasting, wordt opgeheven. De boeteregeling, die momenteel vervat zit in een koninklijk besluit, wordt in een decretale regeling omgezet en opgenomen in de Vlaamse Codex. De boetes worden ook grondig aangepast. Zo komt er een regeling voor laattijdig ingediende aangiftes van nalatenschap die verschilt naargelang een verlenging van de indieningstermijn wel of niet werd gevraagd en bekomen.”
Intussen zijn we een aantal maanden verder en worden mensen nog altijd geconfronteerd met vragen waar wij geen antwoord op kunnen geven. Vandaar dat ik de vraag aan u stel.
Kunnen de ramingen over de waarde van goederen die deel uitmaken van de nalatenschap nu al aangevraagd worden? Hebt u intussen een beter zicht op wanneer dit zou kunnen worden gerealiseerd? Welke procedure moet de burger tijdens de overgangsperiode volgen?
Zijn de nodige contacten al gelegd tussen de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) en de FOD Financiën? Hoe ver staat het met de gegevensuitwisseling tussen VLABEL en de FOD Financiën? Binnen welke termijn moet deze regeling in werking treden?
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de vernieuwde boeteregeling? Hoe zal dit verder verlopen?
De heer Bertels heeft het woord.
Mijn vraag is wat we doen met de toezeggingen die de minister destijds heeft gedaan met de ‘una via’-regeling waarbij de administratieve en de gerechtelijke procedure niet samen kunnen lopen. Er zit op dat vlak nog een onvolkomenheid in de decreetgeving. Die moet nog worden rechtgezet, puur vanuit intellectueel en vanuit rechtszekerheidstandpunt. Daarbij is dat tweede veel belangrijker.
Misschien moet u daar eens een vraag om uitleg over stellen, mijnheer Bertels.
De heer Lantmeeters zegt al weken dat die op komst is.
Het is niet omdat de heer Lantmeeters een vraag stelt dat u die vraag moet herformuleren in een vraag die u wilt stellen. Dat maakt het voor de minister moeilijk om out of the blue te antwoorden.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Om een betrouwbare raming van de venale waarde van een onroerend goed te kunnen opmaken, wordt doorgaans een vergelijkende methode gehanteerd. De deskundige moet daarvoor kunnen beschikken over relevante vergelijkingspunten. Dit zijn zo recent mogelijke transacties van goederen die min of meer gelijkaardig zijn aan het te ramen goed.
De FOD Financiën staat het gebruik van de databank en het programma dat door hen werd ontwikkeld voor het uitvoeren van schattingsoperaties niet toe. Het protocol dat ik met de federale minister van Financiën, Johan Van Overtveldt, op 11 februari heb afgesloten, bepaalt dat VLABEL nood heeft aan gegevens over de verkoopprijzen van gelijkaardige onroerende goederen. De FOD Financiën stelt deze verkoopprijzen ter beschikking via een webservice.
Vorige week heb ik in deze commissie op de vraag om uitleg van de heer Kennes geantwoord: “De recente verkoopprijzen van onroerende goederen zijn bijvoorbeeld cruciale gegevens om de venale waarde van onroerende goederen na te gaan. In het protocol werd daarom bepaald dat de FOD Financiën via een webservice de verkoopprijzen van vergelijkbare goederen die in zijn databank aanwezig zijn, ter beschikking gaat stellen van VLABEL. Dit wordt momenteel nog technisch uitgewerkt; deze webservice is dus nog niet operationeel, maar de afspraken zijn wel gemaakt.”
Door het gebrek aan noodzakelijke basisgegevens kunnen wij niet overgaan tot voorafgaande schattingen van onroerende goederen. Federaal minister Van Overtveldt en ikzelf zijn ons daarvan bewust. Wanneer de techniciteit op de website die moet worden aangepast klaar is, zal dit probleem verholpen zijn. Intussen zitten we wel vast. Elke suggestie om het probleem te deblokkeren is dan ook welkom.
VLABEL heeft geprobeerd om zo spoedig mogelijk te voorzien in een valabel alternatief dat werd uitgewerkt via een kwaliteitscharter met de landmeters-experten. Ook daar heb ik vorige week al naar verwezen. In dit charter worden een aantal criteria vastgelegd waaraan een kwalitatieve schatting moet voldoen. Het gaat zowel om criteria waaraan de persoon die de schatting uitvoert moet voldoen als om criteria over de inhoud van het schattingsverslag. Landmeters-experten kunnen zich engageren dit charter na te leven. Burgers die een beroep doen op een landmeter-expert die het kwaliteitscharter heeft ondertekend en zich aldus geëngageerd heeft om het charter na te leven, mogen veronderstellen dat VLABEL de geschatte waarde van het goed in principe niet in twijfel zal trekken.
De lijst van experten die het kwaliteitscharter hebben onderschreven, zal publiek beschikbaar worden gesteld zodat de burger te allen tijde weet welke experten worden beschouwd als kwalitatieve partner van de overheid. Het ontwerp van kwaliteitscharter is intussen klaar. Samen met de sectorfederaties zal ik de structurele samenwerking tussen mijn administratie en de landmeters-experten op basis van dit kwaliteitscharter zeer binnenkort bevestigen. Op die manier kunnen we snel starten met een valabel nieuw systeem als alternatief voor de vroegere voorafgaande schattingen. VLABEL werkt intussen verder aan de uitbouw van een eigen gegevensdatabank die aanleiding moet geven tot een schattingstool op basis van de gegevens die VLABEL sinds de overname van de dienst zelf verzamelt.
De uitbouw van deze databank en de opgezette samenwerking met de landmeters-experten zullen periodiek worden geëvalueerd. Beide factoren zullen bepalen of en wanneer artikel 3.3.1.0.9 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) inzake het aanvragen van een bindende voorafgaande schatting bij de aangifte van de erfbelasting in werking zal treden. Op dat ogenblik zal VLABEL zelf voldoende gegevens verzameld hebben om over te gaan tot voorafgaande schattingen van onroerende goederen.
De vernieuwde boeteregeling voor tekortschattingen die werd opgenomen in de VCF kan al worden geïmplementeerd. Deze is dus van toepassing sinds 1 januari 2015.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Als ik het goed begrijp, dan kunnen er vandaag nog geen schattingen gebeuren. Het charter is getekend en de lijst van deskundigen die door de administratie zullen worden aanvaard moet nog worden opgesteld. Op dit ogenblik is er dus geen bindende raming mogelijk. Wanneer zou dit volgens u in orde kunnen zijn?
In afwachting dat Vlaanderen beschikt over een eigen databank, zal een beroep worden gedaan op die onafhankelijke deskundigen. Het is de burger die zelf het initiatief moet nemen om iemand aan te stellen. Bestaat dan niet de kans dat men aan shoppen gaat doen? Men kan dan een schatter aanspreken die een eerste waardeoordeel velt, waarna men de mogelijkheid heeft om naar een volgende schatter te gaan, die misschien een lager waardeoordeel velt.
Vlaanderen moet een eigen databank opstellen die zal worden aangevuld met de verslagen die de onafhankelijke deskundigen zullen opstellen. Wanneer zal Vlaanderen zelf die schattingen maken? En zal Vlaanderen daar dan zelf een databank over aanleggen of bestaat de mogelijkheid dat de waardevolle federale databank die is opgebouwd, beschikbaar wordt? Of blijft de enige mogelijkheid die webservice?
De mensen die een nalatenschap zullen aanvaarden van mensen die recent of enige tijd geleden zijn overleden, hebben vragen die de administratie momenteel zelf niet kan beantwoorden.
Minister Turtelboom heeft het woord.
De federale overheid moet de gegevens ter beschikking stellen. Op termijn zal dat gebeuren via een webservice, maar die connectie is technisch nog niet gemaakt. Intussen hebben we geen toegang tot de databank. Dat is geen kwestie van politieke onwil, maar het is wel moeilijk werken op die manier. Ik heb daarover al contact gehad met de federale minister Van Overtveldt. In afwachting van die webservice – het zal nog een aantal maanden duren voor dit elektronisch mogelijk is – moet dit manueel gebeuren, maar ook dat is momenteel een probleem. Onze oplossing is het charter met de landmeters-deskundigen, waarbij we via een kwaliteitscharter proberen te voorkomen dat er aan shopping wordt gedaan. Fundamenteel is echter dat mijn diensten gebruik moeten kunnen maken van die databank, maar dat is vandaag niet mogelijk. De webservice moet ervoor zorgen dat we de databank online kunnen bekijken, maar dat zal nog een aantal maanden duren. Intussen kunnen we ze ook manueel niet consulteren, en dat is het probleem. Het is geen politieke onwil, maar een probleem dat tussen de Vlaamse en federale administraties moet worden uitgeklaard. We werken daar heel hard aan.
Ik doel helemaal niet op politieke onwil of zo. Ik stel een echte vraag. Die database zal nooit volledig ter beschikking worden gesteld, maar via een webserver of iets dergelijks. Begrijp ik goed dat op dit ogenblik de lijst van erkende landmeters nog niet ter beschikking is?
We zijn echt in de laatste fase. Het gaat om een paar weken. Intussen is het nog altijd nuttig om toegang te hebben tot de database, omdat daar een schat aan informatie zit, van referentiepunten, die je enkel opbouwt in de tijd.
Mag ik een vraag stellen, minister, die nogal gevoelig kan liggen? Op dit ogenblik kan die bindende raming niet worden gevraagd, binnenkort wel. Ik neem aan dat er laattijdige aangiftes zouden kunnen gebeuren naar aanleiding van het ontbreken van die bindende raming. U weet dat de regeling op dit ogenblik van toepassing is dat, ook al krijg je uitstel voor aangifte, je een boete moet betalen. Is er een mogelijke oplossing voor de mensen die worden geconfronteerd met dit probleem, waar ze zelf niets aan kunnen doen? Zij krijgen misschien ambtshalve een boete opgelegd.
In de aangifte kan men goed pro memorie aangeven wat de randvoorwaarden zijn. Men kan bijvoorbeeld het goed zonder venale waarde vermelden, zodat het goed is aangegeven, in afwachting van de raming. En er goed bij verwoorden dat er nog geen venale raming is op dit moment.
Er bestaat een gevaar bij een aangifte met pro memorie. Ik vraag het maar voor de rechtszekerheid.
Misschien nog stof voor verdere debatten in de toekomst.
De vraag om uitleg is afgehandeld.