Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Vraag om uitleg over het ontslag van de Vlaamse Bouwmeester
Verslag
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Voorzitter, aangezien mijn vraag om uitleg vorige week is uitgesteld, dateert dit onderwerp al van een tijdje geleden. In alle kranten stond te lezen dat het ontslag van de Vlaamse Bouwmeester door de Vlaamse Regering meteen na het auditrapport een feit was.
Als gewezen schepen van Ruimtelijke Ordening heb ik de Vlaamse Bouwmeester steeds als een bewaker van de ruimtelijke kwaliteit beschouwd. Als de overheid werken aanbesteedt, wordt vaak vooral naar de prijs gekeken. De kwaliteit van het project is minder doorslaggevend. Zeker in budgetneutrale tijden is dit niet gemakkelijk. Als een wedstrijd wordt uitgeschreven, blijkt wat het goedkoopste is.
We hebben het in Brugge nog meegemaakt. Met betrekking tot het Rijksarchief hebben we van de Inspectie van Financiën een negatief advies gekregen. Wie zich echter in een werelderfgoedstad of op een zeer specifieke site bevindt, komt op die manier in een moeilijk parket terecht.
De ene inzending is misschien het best te integreren, maar een andere inzending is misschien het goedkoopst. Op dat ogenblik speelt de Vlaamse Bouwmeester een zeer belangrijke rol. Zelfs bij de realisatie van bruggen of van sociale woningen wordt niet enkel gekeken naar de prijs, maar ook naar de ruimtelijke kwaliteit. Het liefst gaat het om een combinatie. De ruimtelijk mooie ontwerpen hoeven niet altijd de duurste te zijn.
Het ontslag werd in alle kranten met veel poeha aangekondigd. Hierdoor en met alles wat ik heb gelezen, werd de figuur van de Vlaamse Bouwmeester, gewild of ongewild, een beetje besmet. Veel mensen vroegen zich af wie dat was en wat hij deed. Hij zou bepaalde architectenbureaus hebben voorgetrokken. Ik heb gelezen dat het allemaal niet kosjer verliep.
Minister, in juli 2014 heeft de Vlaamse Regering een beslissing genomen. Er zijn daarover al eerder debatten gevoerd. Er is gevraagd of die functie moest worden behouden. Een andere vraag was of het niet te duur was. Uiteindelijk heeft de Vlaamse Regering beslist de functie te behouden, maar te vervangen door een college van deeltijdse experten in plaats van een expert. De diensten van de Vlaamse Bouwmeester zouden deel uitmaken van de administratie Ruimtelijke Ordening. Ik vind het nochtans belangrijk dat een bouwmeester zijn advies onafhankelijk kan blijven verlenen.
Ik vind het belangrijk dat u kunt duiden welke redenen er waren voor dit prompt ontslag. U zult hierop misschien antwoorden dat u dat niet kunt zeggen. Als Vlaams volksvertegenwoordiger vind ik echter niet dat ik alles in de krant moet lezen. De pers heeft u de redenen voor het ontslag gevraagd en we hebben hier van alles over gelezen. Ik vind dan ook dat ik het u hier, in het Vlaams Parlement, mag vragen. Vormt het auditrapport de rechtstreekse aanleiding tot het ontslag? Kunnen we dit auditrapport krijgen?
Een andere vraag is wanneer het college van vijf deeltijdse experten zal worden samengesteld. Hierover is al een actuele vraag gesteld. Toen is geantwoord dat de adjunct de functie tijdelijk zal waarnemen en dat vijf deeltijdse experten zouden worden gezocht.
Zullen die experten per thema of per opdracht werken? Ik geef maar voorbeelden. Het kan ook een deeltijds expert per provincie worden. Ze kunnen ook per thema, zoals het openbaar domein of de sociale huisvesting, werken of ze kunnen specifieke moeilijke projecten behandelen. Over wat gaat het eigenlijk?
Dit is een bezorgdheid die bij elke lokale overheid leeft. De lokale besturen vragen zich af bij welke van de vijf deeltijdse experten ze moeten zijn. Zult u misschien met een bepaalde volgorde werken, met een expert tijdens een periode en een ander expert tijdens een andere periode, of zal het een college zijn dat moet beslissen? Zullen de vijf deeltijdse experten zich over alle projecten moeten buigen?
Mevrouw Pira heeft het woord.
Voorzitter, er is naar aanleiding van de indiening van deze vraag om uitleg wat verwarring ontstaan. Uiteindelijk hebben de commissiesecretarissen overlegd over de vraag welk aspect van de bouwmeesterproblematiek waarmee we worden geconfronteerd nu bij welke minister hoort.
Minister, uiteindelijk is ons meegedeeld dat de elementen met betrekking tot het college, de functies, de inkanteling en dergelijke bij minister Schauvliege horen en dat de elementen met betrekking tot het ontslag en dergelijke bij u horen. Om die reden zijn mijn vragen hier enkel op de ontslagprocedure gericht.
De beslissing de Vlaamse Bouwmeester om dwingende redenen te ontslaan, is na een forensisch auditonderzoek genomen. De beslissing is zeer drastisch en is slechts enkele maanden voor het einde van het mandaat van de Vlaamse Bouwmeester genomen. Als Vlaams volksvertegenwoordiger ga ik ervan uit dat een zo drastische maatregel zeer ernstige redenen moet hebben. Ik kan dat echter niet wegen. We hebben immers geen inzage in de audit. Ik zou me dan ook bij de laatste vraag van mevrouw Van Volcem willen aansluiten. Kunnen we inzage in de audit krijgen?
Daarnaast vraag ik me af welke procedure tijdens en na een forensische audit precies moet worden gevolgd. Heeft de Vlaamse Regering ten aanzien van dit ontslag alle van toepassing zijnde procedures nageleefd? Heeft de Vlaamse Bouwmeester de kans gekregen de aantijgingen in het auditrapport te weerleggen? We moeten afgaan op krantenartikelen waarin te lezen staat dat hij ’s morgens werd gesommeerd en dat hij al om 16.00 uur zijn inzichten moest geven.
Werd in plaats van een onmiddellijk ontslag een minder drastische maatregel overwogen, bijvoorbeeld schorsing, in afwachting van het resultaat van het gerechtelijk onderzoek? Onze bezorgdheid betreft vooral de vraag of dit ontslag om dwingende redenen, dat voor velen als een donderslag bij heldere hemel kwam, proportioneel is.
De heer Meremans heeft het woord.
Voorzitter, ik zal mij niet bij alles aansluiten wat mijn collega’s hebben gezegd. Men leest zaken in kranten, maar ik denk niet dat de Vlaamse Regering kan worden verantwoordelijk gesteld voor alles wat in kranten verschijnt. Het is nu eenmaal de job van journalisten om de dingen na te gaan en daar eventueel zaken aan toe te voegen. Ik weet niet in hoeverre er vanuit de Vlaamse Regering een communicatie is geweest.
Ik denk dat het op dit ogenblik vrij delicaat is. De procedure is lopende, en je hebt het hier ook over personen. Ik sluit mij wel aan bij de vraag in die zin dat de beslissing om de instelling van Bouwmeester om te vormen al eerder was genomen. Zo stond het in het regeerakkoord. Tijdens de vorige legislatuur waren hier al vragen over. De evolutie was toen al duidelijk.
Wanneer zal het college van vijf deeltijdse experts worden samengesteld? En waaruit bestaat de procedure van zo’n forensisch onderzoek?
Minister Homans heeft het woord.
Collega’s, ik waarschuw u: gelet op de gevoeligheid van dit onderwerp zal ik mij aan mijn tekst houden. Het is in juridisch opzicht belangrijk om dat te doen.
Mevrouw Pira, voorafgaandelijk wil ik u toch zeggen dat u gelijk hebt: de omvorming tot een college is niet mijn bevoegdheid. De actuele vraag daarover van twee weken geleden in de plenaire vergadering werd dan ook terecht aan minister Schauvliege gesteld.
Mevrouw Van Volcem, voor uw laatste vraag moet ik u doorverwijzen naar minister Schauvliege want dat is niet mijn bevoegdheid. Ook de heer Meremans vroeg daarnaar.
De voltallige Vlaamse Regering heeft ingestemd met het ontslag om dringende reden van de Vlaamse Bouwmeester. Die beslissing is genomen op basis van het auditrapport dat Audit Vlaanderen heeft opgesteld na een forensisch auditonderzoek. Ikzelf en de secretaris-generaal van het departement Bestuurszaken hebben op 29 januari 2015 kennis genomen van dat rapport.
Ik wens wegens het recht van betrokkene op bescherming van zijn privacy hierover geen verdere verklaringen af te leggen.
Ik kan u wel bevestigen dat het auditrapport de rechtstreekse aanleiding was tot het ontslag van de betrokkene.
Mevrouw Pira, en misschien ook anderen, u vroeg naar de precieze procedure die gevolgd moet worden tijdens en na een forensische audit en bij het ontslag, en of die is nagekomen. Bij het uitvoeren van een forensische audit worden door Audit Vlaanderen verschillende stappen genomen. In eerste instantie is er de registratie: een klacht of aanvraag tot een forensische audit wordt geregistreerd door de manager-auditor bij Audit Vlaanderen. Dan volgen een vooronderzoek en een opdrachtaanvaarding: elke aanvraag tot een forensische audit wordt zorgvuldig geanalyseerd op basis van de motivering ervan, waarbij onder meer wordt nagegaan of de klachten en/of vermoedens van onregelmatigheden degelijk onderbouwd zijn en steunen op betrouwbare aanknopingspunten. Een personeelslid dat in het kader van een forensische audit van mogelijke onregelmatigheden wordt verdacht, kan door Audit Vlaanderen worden uitgenodigd voor een gesprek. De confrontatie gebeurt steeds door twee onderzoekers. Het genoteerde antwoord dient een getrouwe weergave te zijn van het mondeling gegeven antwoord. Hiervan wordt verslag opgemaakt. Indien de forensische audit uitwijst dat er mogelijk misdrijven werden gepleegd, wordt het parket ingelicht door de administrateur-generaal van Audit Vlaanderen of door de verantwoordelijke van het auditobject.
Ook de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie, die deel uitmaakt van de federale politie, ontvangt een exemplaar van het auditrapport. Voor wat betreft dit dossier kan ik u meedelen dat Audit Vlaanderen het dossier heeft overgemaakt aan de Centrale Dienst voor de Bestrijding van de Corruptie. Deze dienst zal al dan niet het parket verwittigen.
Bij dit ontslag door de Vlaamse Regering werden alle van toepassing zijnde procedureregels nageleefd. De procedure van beëindiging van de arbeidsovereenkomst door ontslag om dringende reden is geregeld in artikel 35 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en houdt in dat het ontslag en de dringende reden afzonderlijk worden betekend in volgende stappen.
De eerste stap: de secretaris-generaal van het departement Bestuurszaken, waar de Vlaamse Bouwmeester onder ressorteerde, heeft diens arbeidsovereenkomst verbroken op maandag 2 februari 2015, dit is binnen de drie werkdagen die volgen op de dag waarop de secretaris-generaal kennis had gekregen van de feiten die het ontslag rechtvaardigden, zoals de wet voorschrijft. Het ontslag werd betekend bij gerechtsdeurwaardersexploot. De Vlaamse Bouwmeester werd voorafgaandelijk door de secretaris-generaal gehoord over de feiten die hem ten laste werden gelegd.
De tweede stap: de secretaris-generaal heeft een uitvoerige en precieze omschrijving van de dringende reden aan de Vlaamse Bouwmeester bij gerechtsdeurwaardersexploot op 5 februari 2015 betekend, dit is binnen de drie werkdagen die op het ontslag volgen, zoals de wet bepaalt. De secretaris-generaal van het departement Bestuurszaken heeft volgens artikel 11, punt 5, van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 oktober 2003 tot regeling van de delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de hoofden van de departementen van de Vlaamse ministeries delegatie om de beslissing te nemen in verband met het ontslag van personeelsleden. De voltallige Vlaamse Regering heeft op maandag 2 februari 2015 beslist haar goedkeuring te geven aan de aanpak zoals ik die zopas heb beschreven.
De Vlaamse Bouwmeester heeft de kans heeft gekregen om de aantijgingen uit het auditrapport te weerleggen. De secretaris-generaal van het departement Bestuurszaken heeft op maandag 2 februari 2015 om 8.30 uur aan de Vlaamse Bouwmeester een kopie van het forensisch auditrapport overhandigd tegen ontvangstbevestiging. Hij heeft hem de inhoud ervan kort toegelicht en hem ook meegedeeld dat naar aanleiding van dat rapport stappen werden overwogen om een einde te stellen aan zijn arbeidsovereenkomst om dringende reden. Hij heeft de Vlaamse Bouwmeester tevens uitgenodigd om op diezelfde dag om 16 uur hierover gehoord te worden, waarbij hij zich kon laten bijstaan indien gewenst. De Vlaamse Bouwmeester heeft ervoor gekozen om gehoord te worden en diende geen schriftelijk verweer in. Van de hoorzitting werd een proces-verbaal opgemaakt.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, dank u voor uw omstandig antwoord. U hebt uw best gedaan. U bent natuurlijk aan de wet gebonden. Maar ik zal proberen om, via de voorzitter, op vertrouwelijke wijze toch inzage te krijgen.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Minister, u hebt een aantal keren verwezen naar de drie werkdagen na de betekening van het verslag. Het rapport is de vrijdag overhandigd. De zaterdag geldt als werkdag, de zondag niet. Maar het blijft een feit dat als je ’s morgens dat verslag krijgt en je moet om vier uur daarover jouw inzichten geven, plus een advocaat zoeken…
Ik veronderstel dat de Bouwmeester niet op de hoogte was van het feit dat de conclusies zo verregaand zouden zijn dat hij om dringende redenen zou worden ontslagen. Ik blijf dat toch ontzettend weinig tijd vinden. Als je ziet welke rechten de verdediging heeft, vind ik dit bijzonder verwonderlijk.
Ik vraag mij af of die termijn van drie dagen niet op een andere manier zou kunnen worden georganiseerd zodat er meer tijd was geweest voor de Bouwmeester om schriftelijk commentaar te geven en zich in te laten met de inhoud van het auditrapport. Ik blijf me er toch over verwonderen dat die tijd zo kort is.
Minister Homans heeft het woord.
Ik voeg er voor alle duidelijkheid nog aan toe dat de Bouwmeester ook in een voorafgaandelijke fase is gehoord tijdens het opstellen van het rapport. Hij is dus ook door Audit Vlaanderen verschillende keren uitgenodigd om op gesprek te komen. Verder wil ik daar geen, verklaringen over afleggen.
Mevrouw Pira, als u het moeilijk hebt met de termijn van drie dagen, wel, ik kan er ook niet aan doen, maar die is wettelijk vastgelegd.
Mevrouw Pira heeft het woord.
Ik heb geen probleem met die termijn, maar het gaat erover waar je die drie dagen zet. Als het rapport bijvoorbeeld op dinsdag overhandigd was geweest, dan was er meer tijd geweest voor de persoon in kwestie om schriftelijk commentaar te geven.
Zegt u dan eigenlijk dat Audit Vlaanderen de forensische audit nog een paar dagen had moeten achterhouden om ervoor te zorgen dat er geen zondag in viel? Of zie ik dat verkeerd?
Waar ik me vragen bij stel is die korte termijn van amper acht uur om kennis te nemen van een dergelijk belangrijk rapport, en dan is er nog het zoeken van een advocaat.
Minister, u zegt dat de Bouwmeester verschillende keren is uitgenodigd. Wanneer was dat en hoeveel keer juist? Is er telkens een verslag gemaakt?
Mevrouw Pira, in het kader van het onderzoek ga ik hier geen verdere antwoorden op geven. Ik zeg u alleen dat betrokkene gehoord is geweest in het kader van het opstellen van de audit.
U hebt gezegd: verschillende keren. U bevestigt dat?
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.