Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, de aanleiding van mijn vraag is het bericht dat de marktleider inzake woonkredieten, BNP Paribas Fortis, in januari ongeveer 20 procent minder woonleningen zou hebben toegekend dan in december vorig jaar. In die daling zijn de herfinancieringen dan nog inbegrepen. Als die buiten beschouwing worden gelaten, ziet BNP Paribas een daling van 60 procent. U begrijpt dat dit soort schommelingen onze aandacht trekt, temeer als de bank meedeelt dat ze, mede als gevolg van de aanpassing van de woonbonus, ook in de eerste maanden van 2015 nog een lichte terugval verwacht.
Met een terugval van het aantal woonleningen kan men logischerwijs aannemen dat de Vlaamse overheid ook minder registratierechten zal innen. En lagere registratierechten hebben ook een impact op uw begroting, een begroting die al niet gemakkelijk te monitoren is. Bovendien staat u voor een zeer lastige begrotingscontrole. Ik vermoed dan ook dat u bent gewaarschuwd door het bericht van BNP Paribas Fortis en dat u daarmee aan de slag bent gegaan om na te kijken wat de impact is. Ik heb het nu specifiek over de registratierechten, maar ik kan me voorstellen dat een dergelijke oefening ook zou kunnen gebeuren rond de impact van de woonbonus an sich.
Minister, kunt u die dalende trend bevestigen? Wij hebben het moeten doen met een bericht van BNP Paribas Fortis. Zij zijn marktleider, dus het zou kunnen dat zij in die positie een terugval kennen, maar dat er in het geheel van de markt een grotere constante is. Hebt u nieuws van andere kredietverstrekkers, die bevestigen dat er effectief een negatieve knik in het aantal woonleningen zit, met als kantelpunt 1 januari 2015? Indien ja, hoe schat u de impact ervan in op de ontvangsten van de registratierechten?
Overweegt u, als gevolg van dit nieuws, een verscherpte monitoring? We hebben een vrij stabiel systeem gehad, dat vrij grote voorspelbaarheid genoot. Er is een hervorming van de woonbonus gekomen, en we zien nu een indicatie dat daar mogelijk toch wel wat gevolgen aan vasthangen. Overweegt u om die inkomsten en die stromen wat meer verscherpt te monitoren, gezien de grote impact die dit kan hebben op de Vlaamse begroting?
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Ik meen in de vraagstelling gehoord te hebben dat er een wijziging is omdat Vlaanderen op dit ogenblik zijn eigen registratie- en successierechten int. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
Ik dacht dat gehoord te hebben. Er is in elk geval geen wijziging. Wij innen alleen maar. Ze waren vroeger al voor ons, en ze blijven voor ons.
Ik denk dat het op dit ogenblik klaar en duidelijk is waarom er minder leningen zouden kunnen zijn in de maand januari, zonder dat we daar al cijfers van hebben – het zou mij verwonderen, mochten we al alle cijfers hebben die van toepassing zijn op januari 2015. Als er een inderdaad een verlaging van het aantal aankopen zou zijn, kan ik mij perfect voorstellen dat dat te maken heeft met de verlaagde woonbonus en het vele werk dat de notarissen in de maand december hebben gehad.
Geen enkele politieke partij of meerderheid zou eraan denken om het geweer nu van schouder te veranderen, gewoon omdat het weer is zoals het voorspeld wordt. We wisten op voorhand dat er misschien wel een verlaging zou zijn van het aantal verkopen in de beginperiode, maar specialisten ter zake hebben heel duidelijk gesteld dat de verlaging van de woonbonus wel een verlaging van de prijzen op de markt teweeg zou brengen, maar over het algemeen geen wezenlijke wijziging van het aantal verkopen en aankopen van onroerend goed met zich mee zou brengen.
We kijken daarvoor het best naar onze buurlanden, waar dergelijke woonbonussen niet bestaan, en naar het verleden, toen de woonbonus er niet was zoals hij er de laatste vijftien jaren is geweest.
Als de vraag is of de minister paniekvoetbal speelt, denk ik dat het antwoord van de minister ‘neen’ zal zijn. Wij vragen ook met de meeste klem om geen paniekvoetbal te spelen, want het is niet omdat Frank Deboosere in de winter sneeuw en in de zomer zon voorspelt, dat we twee keer verbaasd moeten zijn over wat komt.
De heer Schiltz heeft het woord.
Met de hervorming van de woonbonus is Vlaanderen onmiddellijk aan de slag gegaan met zijn nieuwe bevoegdheid, om die zaak een beetje op orde te stellen. Verder heeft de Vlaamse Regering een vervroegde begrotingscontrole aangekondigd. De technische voorbereidingen daarvoor zijn volop aan de gang.
Uiteraard moeten bij zo’n begrotingscontrole een aantal ramingen en parameters in overweging worden genomen. Ik neem aan dat dat hier ook het geval is en dat het een beetje voorbarig is om nu de volledige impact van de registratierechten in kaart te brengen. Ik neem aan dat dat ook nog niet volledig mogelijk is. De ontvangsten worden wel al periodiek gemonitord. Ik denk dus niet dat de vraag naar een verscherpte monitoring relevant is, want dat gebeurt al.
Voordat we de komende weken en maanden de impact ervan op de begroting kunnen bespreken, wil ik de minister toch al vragen of ze al zicht heeft op het aantal registraties. Ik denk dat we dat wel al kunnen weten. Ik weet nog niet welke conclusies we daar dan aan moeten verbinden, maar het zou interessant zijn om dat te weten.
Tijdens de begrotingsbesprekingen gaf u al aan, minister, dat de ramingen gebeuren op basis van modellen van de FOD Financiën, maar dat in de toekomst de Vlaamse Belastingdienst dat zou overnemen. Gebeurt dat al? Zijn die ramingen van VLABEL al opgestart? Zullen die al in aanmerking worden genomen bij de begrotingscontrole of niet?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Vooreerst lijkt het mij van belang om nog even mee te geven dat de Vlaamse Belastingdienst de inning van de registratierechten sinds 1 januari 2015 van de federale overheid heeft overgenomen, en daarbij volledig op schema zit wat de inkohiering betreft.
Rekening houdend met het feit dat de federale overheidsdienst Financiën problemen heeft gehad met de opstart van zijn zogenaamde DER-applicatie, de computerapplicatie die voortaan de elektronische akten moet overmaken in plaats van de vroegere papieren akten – is VLABEL er steeds van uitgegaan dat er ten vroegste vanaf begin februari 2015 zal kunnen worden ingekohierd. En die timing werd dus gehaald. VLABEL heeft op 20 januari zijn eerste akte vanuit de FOD Financiën doorgekregen, de volgende dag werden er 37 akten overgemaakt aan VLABEL, en zo zijn de aantallen gestaag de hoogte ingegaan.
Ik geef u die cijfers mee, maar ik wil er meteen op wijzen dat je enorm moet opletten met cijfers. We hebben immers twintig dagen geen inkohiering gehad. Je kunt vandaag heel moeilijk een statistiek voor de rest van het jaar extrapoleren uit de eerste twee maanden. Het systeem loopt nu goed, maar ik zou er heel voorzichtig mee zijn om op basis van die eerste twintig dagen een statistiek op te maken.
Ik geef u de cijfers mee om duidelijk te maken dat er tot eind januari heel weinig akten zijn doorgekomen. Je mist dus al bijna een maand op de nu bijna twee maanden. Vanaf 28 januari werden aantallen gehaald van vijfhonderd akten per dag. Je merkt dus dat het systeem goed loopt, na de technische problemen die de federale overheid heeft gehad.
Daarenboven is het ook van belang om te weten dat ten gevolge van de problemen met de DER-applicatie de FOD Financiën bij wijze van administratieve tolerantie de registratietermijn voor het notariaat heeft verlengd van 15 dagen naar 30 dagen, en dat tot eind maart 2015, wat nog eens aangeeft dat je de cijfers voorzichtig moet interpreteren. Dat maakt immers dat de notarissen tot eind maart veel meer tijd krijgen om de akten te laten registreren en dat het dus mogelijk is dat we vandaag nog niet alle akten van de maand januari hebben binnengekregen.
Alvorens concreet op uw vraag te antwoorden, zal ik u de cijfers inzake inkohiering geven tot op vandaag. Van 20 januari tot gisteren, 23 februari, heeft VLABEL 23.266 notariële akten binnengekregen via de FOD Financiën. Daarvan zijn al 9218 akten ingekohierd en werd het aanslagbiljet al verstuurd, voor een totaalbedrag van afgerond 53 miljoen euro aan te betalen registratierechten. Nog eens 1325 akten zijn al volledig afgewerkt en staan klaar voor inkohiering, voor een bedrag van 8,8 miljoen euro. Die aanslagbiljetten worden eerstdaags verstuurd. Ondertussen lijkt het er ook op dat de aantallen die via DER doorkomen naar VLABEL stilaan op een normaal ritme zitten van 900 akten per dag.
Vandaag kun je eigenlijk geen conclusies trekken op basis van deze cijfers, waarvan we zeker weten dat ze nog onvolledig zijn, door de vertraging in de eerste twintig dagen. Anderzijds kan op basis van deze cijfers wel een zeer voorzichtige extrapolatie worden gemaakt. Daaruit valt af te leiden dat de inkomsten inzake registratierechten veeleer stabiel zullen zijn ten opzichte van de eerste maanden van 2014.
Hoe kom ik daartoe? Van 23 januari tot 23 februari hebben we circa 23.600 akten opgeladen. Daarvan zijn er al zo’n 10.500 verwerkt, voor een totaalbedrag van 60 miljoen euro. Als er een extrapolatiecoëfficiënt van 2,3 is, betekent dat 138 miljoen euro op maandbasis, wat dus eigenlijk een vrijwel normale maand is. Januari 2014 was immers 149 miljoen euro, februari 2014 was 131 miljoen euro.
Maar ik zeg het nogmaals: we moeten daar heel voorzichtig mee zijn, vanwege de vertraging die op het federale systeem zat. Ik kan dus eigenlijk alleen maar zeggen dat ik voorlopig geen indicaties heb dat er minder ontvangsten uit registratierechten zouden zijn. Integendeel, als we kijken naar de periode waarin normaal gewerkt is, en we rekening houden met het feit dat de notarissen meer tijd hebben om in te dienen, komen we eigenlijk op een vrijwel normale periode uit.
Tot slot wil ik nog verwijzen naar het feit dat recent vanuit het notariaat werd gesteld dat er in de loop van de maand januari 2015 meer akten inzake woonkredieten zijn verleden. Door de zeer lage rente van het moment blijft het voor veel mensen immers interessant om hun woonkrediet te herzien of een nieuwe lening af te sluiten bij een andere bank tegen een lager rentetarief. Maar uiteraard zal ik blijven monitoren en de ontvangsten scherp blijven bekijken. Ik ben vooral heel blij dat ons systeem sinds 20 januari zeer goed loopt en dat we op schema zitten.
Ik verwijs tot slot nog naar een barometer die marktleider BNP Paribas Fortis heeft gepubliceerd. Daarin zegt men dat er meer leningen verstrekt zijn dan in januari 2014.
Kortom: de cijfers wijzen niet op een rampscenario, integendeel. En sowieso moeten alle cijfers die ik nu geef, heel voorzichtig geïnterpreteerd worden. In elk geval zitten we op schema qua overname van deze bevoegdheid, na een paar weken van technische problemen bij onze federale collega’s.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Minister, het zijn op zich interessante cijfers, maar de hamvraag blijft wat de impact van deze operatie op de begroting zal zijn. Met andere woorden: wat was uw initiële uitgangspunt? Ik kan er zo al 10 miljoen euro uithalen die u minder hebt ten opzichte van vorig jaar, als ik het enigszins pessimistische scenario voor januari zie. De vraag is dus wat u begroot had en wat de impact van deze operatie wordt. Die operatie heeft uiteraard een component in het overnemen van een federale bevoegdheid, maar achterliggend is de vraag wat de impact is van de hervorming van de woonbonus. Hebben we hier te maken met een heel grote piek, die wellicht ook een prijsstijging met zich heeft meegebracht eind 2014, en dan met een krimpende markt met een prijsverlaging en dito impact op het woonbonussysteem en het registratiesysteem in 2015? Het zijn dat soort schommelingen die ons interesseren.
U verwijst naar wat VLABEL binnenkrijgt, maar we zien nu een marktleider meedelen dat er zich qua nieuwe dossiers, dus los van de herfinancieringen die nog altijd aan de gang zijn, een daling voordoet van 60 procent. Dat zijn cijfers waarbij je toch een aantal alarmbellen hoort afgaan. Misschien kunt u contact opnemen met Febelfin en vragen of dit enkel bij BNP Paribas Fortis gebeurt, of dat dit zich in de hele hypothecaire sector voordoet. Dan zou u kunnen kijken wat de impact op onze begroting is.
U kijkt louter en alleen naar wat u binnenkrijgt. Ik begrijp dat, maar u kunt daarnaast toch ook de bestaande kanalen aanspreken om na te gaan of we voor een krimpend scenario staan? Ik ben niet op zoek naar een rampscenario, maar naar een scenario dat krimpt en dat zijn impact heeft op de begroting. U staat voor een enorm grote taak. Het lijkt mij dat u dat zo goed mogelijk moet inschatten.
De heer Schiltz relativeerde daarnet eigenlijk al een beetje de correctheid van de nog komende begrotingscontrole. We zullen ook daar moeten zien wat ervan komt. Ik raad u echt aan om uw oor te luisteren te leggen bij die sector. Mede door de verlengde termijn voor notarissen zit er een groot vertragingseffect op wat bij VLABEL binnenkomt, maar u zult die begrotingscontrole wel eerstdaags moeten aanvatten. Er is de impact op registratie, maar er is ook de impact op de woonbonus. Hoe meer dossiers voor 1 januari 2015 zijn afgewerkt en in het voor de regering duurdere scenario zitten, des te kleiner is de besparing die nadien zal gebeuren, op het moment dat je in januari een verschuiving hebt, tenzij je echt in een krimpscenario komt, waardoor je een economische impact hebt.
De heer Schiltz heeft het woord.
We nemen akte van de cijfers. Het punt is dat in het kader van de begrotingscontrole met een aantal modellen zal moeten worden gewerkt om de inkomsten te kunnen inschatten – deels meten, maar ook deels inschatten. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag welke modellen dan gehanteerd zullen worden. Zijn dat nog altijd de oude modellen van de FOD Financiën? In welke mate kan de omschakeling naar het aanbrengen van de expertise van VLABEL zorgen voor meer accurate cijfers voor die ramingen?
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Minister, als ik de cijfers van ING zie en ik zou dan de cijfers aanhalen die u aanhaalde, zou ik me als minister zeker geen zorgen maken. Ik blijf erbij dat het op dit ogenblik onmogelijk is om een compleet beeld te krijgen.
Ik wil ook het beeld ontkrachten dat de oppositie probeert te creëren, namelijk dat we hier een woonbonus in elkaar hebben gestoken die met haken en ogen aan elkaar hangt, en dat we, nu ING 20 procent minder omzet heeft, onze woonbonus weer zouden moeten veranderen. Dat zou pas steekvlampolitiek zijn. Het geeft ook de indruk dat we iets in elkaar hebben geduwd waar we niet zeker van zijn.
Als we de cijfers bekijken die u hebt aangehaald, is het overduidelijk dat er een reden is om de woonbonus te behouden op zijn huidige niveau, zeker gelet op het feit dat hij doordacht is. Het is geen sympathieke maatregel geweest, dat weten we allemaal. Het is veel sympathieker om aan de mensen geld te geven dan te zeggen dat ze wat minder zullen krijgen. Maar vandaag moeten we doodeenvoudig zeggen dat we moeten afwachten hoe de markt reageert. Ik herhaal wat ik al dikwijls heb gezegd en wat ook alle specialisten hebben gezegd: het zal weinig verschil maken in het aantal aan- en verkopen.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Mijnheer Van Malderen, ik heb met heel veel detailcijfers net willen weergeven dat er op dit moment geen enkele reden tot paniek is. Ik heb u de cijfers gegeven van de aktes die we binnenkrijgen en de inkohiering die we al gedaan hebben, welke middelen al binnen zijn, welke zaken in de pijplijn zitten enzovoort.
Ik begrijp dat u vanuit de oppositie wilt aantonen dat de maatregel van de woonbonus een slechte maatregel was die desastreuze gevolgen zal hebben, maar ik heb met die cijfers net willen bewijzen dat we op dit ogenblik, als we een voorzichtige extrapolatie doen, rekening houdend met het feit dat we de eerste twintig dagen geen gegevens hebben doorgekregen, geen reden tot paniek hebben. Uiteraard zullen we dat blijven monitoren, maar op dit moment hebben we geen indicaties.
U zegt dat ik mijn oor te luisteren moet leggen bij de sector, maar ik heb in mijn antwoord net verwezen naar de input die notarissen mij geven. Ik heb verwezen naar een rapport vanuit de banksector zelf. Ik begrijp dat het antwoord u misschien niet goed uitkomt, maar het zal een kwestie zijn van te blijven monitoren. Op basis van de cijfers van vandaag hebben we geen indicatie om in paniek te zijn.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Er zijn mij hier al wat woorden in de mond gelegd die ik nooit heb uitgesproken. De wens is de moeder van de gedachte, mijnheer Lantmeeters.
Ik heb in elk geval geen antwoord gekregen over de impact van deze schommeling op de begroting. Er is geen reden tot paniek, zegt u. Paniek is altijd een slechte raadgever, maar als ik zie dat een marktleider een daling van 60 procent aan nieuwe dossiers aankondigt, dan is dat een wake-upcall, minister. U kunt het u niet permitteren om u nog eens om te draaien en nog wat voort te slapen. Maar maak u geen zorgen, minister, wij zullen dan volgende maand en de maand nadien uw snoozefunctie zijn, om u te vragen wat de impact dan werkelijk is.
Als je een nieuwe bevoegdheid krijgt vanaf 1 januari, is het niet meer dan logisch dat je elke maand de gegevens bekijkt. Ik wil ze dus heel graag met u delen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.