Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Voorzitter, zoals we natuurlijk weten, is naar aanleiding van de eurocrisis beslist dat elk land in de eigen interne rechtsorde een soort gouden regel moest inschrijven. Dat is ook in ons land gebeurd. Er is een verdrag gekomen. We kunnen dit een intern stabiliteitspact noemen. Dit heeft de vorm gekregen van een samenwerkingsakkoord dat door de verschillende overlegcomités is uitgevoerd. Eigenlijk is een bepaalde overlegprocedure overeengekomen.
Minister, andere deelstaten hebben dat verder uitgevoerd in een decreet. Bent u dat ook van plan? Wat zijn nu alweer juist de afspraken tussen de verschillende entiteiten wat betreft de Europese begrotingsdoelstellingen en de inspanningen voor de komende jaren? Ik had dit graag nominaal en structureel. Indien er bij een van de entiteiten een afwijking van de doelstellingen zou zijn, wat is dan de juiste procedure? Is er over die doelstellingen een akkoord gesloten? Is er enkel kennis genomen van de doelstellingen die de verschillende entiteiten zullen hebben? Als er een afwijking is, wanneer wordt deze juist vastgesteld in het jaar? Op het einde van het jaar? Bij het begin van het volgende jaar? Als men effectief een afwijking zou vaststellen, is er dan een opvolging, een toezicht, een correctie? Hoe verloopt die procedure exact?
De heer Schiltz heeft het woord.
Het is in het kader van het Europese toezicht van kapitaal belang dat er een samenwerking is tussen de verschillende overheden in dit land. Vlaanderen is niet alleen verantwoordelijk voor een eventueel begrotingstekort. Dat lijkt mij evident. De rol van de Hoge Raad voor Financiën (HRF) wordt daarbij bijzonder belangrijk. Er zal een secretariaat worden opgericht waarin ook vertegenwoordigers van Entiteit II zullen worden opgenomen. In het kader van het Europese toezicht lijkt het me dus relevant om te bekijken wat de vorderingen zijn, en of het KB dat de organisatie van de HRF moet aanpassen, al op federaal vlak is genomen. Wat is de stand van zaken? Wat kunt u doen om dit te bespoedigen?
Ik heb nog een specifieke vraag met betrekking tot het Rekendecreet. Wat is hier de stand van zaken? Zijn hier decretale aanpassingen nodig?
De heer Bertels heeft het woord.
Ik ben blij dat nu ook vanuit de meerderheid vragen rijzen, weliswaar met een aantal maanden ‘vertraging’ want we vragen al sinds september-oktober, naar aanleiding van de begrotingscontrole 2014 en de opmaak van de begroting 2015, dat het Overlegcomité wordt samengeroepen, want dat is wat de vraag impliciet inhoudt, en dat er afspraken worden gemaakt tussen de entiteiten. Wij verkiezen dat dit gebeurt in het kader van een structureel evenwicht. Ik heb begrepen dat nu ook de heer Van Rompuy vraagt naar een nominaal en structureel evenwicht, zoals ook de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) al meermaals gevraagd heeft.
Ik ben een beetje verbaasd dat er nu nog vanuit de meerderheid wordt gevraagd om een afspraak te maken met betrekking tot de begroting of de rekening van het jaar 2014. (Opmerkingen van de heer Peter Van Rompuy)
U mag daar straks op repliceren. (Opmerkingen van de heer Peter Van Rompuy)
Het zijn mijn woorden en het zal ook zo in het verslag staan. Het is een rariteit dat er nu nog vragen worden gesteld over het jaar 2014. Maar er wordt een herziening gewenst met betrekking tot de impliciete afspraken die worden gemaakt. We zullen nog terugkomen over de fetisj van het nominale evenwicht. Dat kunnen we het beste verlaten. (Opmerkingen)
Ik heb net gezegd dat we daar nog zullen op terugkomen. Nu moet de verslaggever dat twee keer noteren.
Het is essentieel dat de minister van Begroting actief en proactief optreedt. Zij kan de HRF vatten, zie het samenwerkingsakkoord zoals het los van het decreet heel duidelijk bestaat en al werd gepubliceerd in het Staatsblad van 18 december 2013.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Ik zal niet zeggen wat de heer Bertels en de heer Van Rompuy bedoelden. Ik heb de vragen begrepen.
Er zijn geen aanpassingen aan decreten of uitvoeringsbesluiten nodig om aan de huidige Europese regelgeving inzake budgettair bestuur te voldoen. Niettegenstaande dit gegeven, zal mijn administratie een evaluatie van het Rekendecreet uitvoeren waarbij onderzocht zal worden of de bepalingen ervan een optimale afstemming met de in de afgelopen jaren aangenomen Europese regelgeving garanderen.
Het resultaat van deze evaluatie zou aanleiding kunnen geven tot een voorstel tot aanpassing van het Rekendecreet.
De begrotingsdoelstellingen voor Entiteit I en Entiteit II voor het jaar 2014 werden vastgelegd bij beslissing van het Overlegcomité van 17 juli 2013. Er werd afgesproken het structureel tekort in 2014 te beperken tot -1,4 procent van het bbp, wat overeenstemt met een nominaal tekort van -2,15 procent van het bbp. Entiteit I engageerde zich tot een nominaal deficit van maximaal -2,25 procent van het bbp. Voor Entiteit II werd de doelstelling op een nominaal overschot van 0,1 procent van het bbp bepaald, dit wil zeggen een nominaal evenwicht voor elke gemeenschap en elk gewest en een overschot van 0,1 procent voor het geheel van de lokale besturen. Op die manier werd rekening gehouden met de investeringscyclus van de lokale besturen, waarbij in niet-verkiezingsjaren een overschot gerealiseerd dient te worden om investeringen die zich in verkiezingsjaren voordoen te kunnen financieren.
In het voorjaar van 2014 stelde België – rekening houdend met de op til zijnde federale en gewestverkiezingen – een louter indicatief stabiliteitsprogramma op voor de periode 2014-2017, zowel voor wat betreft de globale begrotingsdoelstellingen als voor de verdeling van de inspanning over de diverse beleidsniveaus. In het kader van de opmaak van het stabiliteitsprogramma 2015-2018 in het voorjaar 2015 zal er overlegd moeten worden over de algemene begrotingsdoelstellingen en zullen de individuele budgettaire doelstellingen van de diverse overheden goedgekeurd moeten worden overeenkomstig de procedure bepaald in het samenwerkingsakkoord van 13 december 2013 betreffende de uitvoering van artikel 3, paragraaf 1, van het verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur in de Economische en Monetaire Unie.
Conform artikel 4, paragraaf 1, van het bovengenoemd samenwerkingsakkoord, dat op 1 januari 2014 in werking is getreden, zal de afdeling Financieringsbehoeften van de overheid van de HRF jaarlijks de naleving van de verbintenissen in het kader van dit samenwerkingsakkoord en de naleving van de budgettaire afspraken zoals goedgekeurd door een beslissing van het Overlegcomité evalueren. Indien er significante afwijkingen worden vastgesteld, zullen de betrokken overheden deze afwijkingen moeten rechtvaardigen en correctiemaatregelen treffen. De afdeling Financieringsbehoeften van de overheid van de HRF werd belast met het toezicht op de implementatie van de correctiemaatregelen.
Conform het huidige stabiliteitsprogramma heeft de Vlaamse Regering zich geëngageerd tot een begroting in nominaal evenwicht over de hele programmaperiode. Teneinde dit vooropgesteld nominaal evenwicht ook effectief te kunnen realiseren, zal de uitvoering nauwgezet moeten worden gemonitord en bijgestuurd.
Met betrekking tot het secretariaat van de HRF is op het Overlegcomité van januari 2015 beslist om spoed te zetten achter de uitvoering zodat ook de gewesten betrokken zijn bij het secretariaat van de HRF. Dat is op onze expliciete vraag gebeurd. Daarvoor moeten er nog wat wetgevende aanpassingen gebeuren. Ik denk dat op federaal niveau een KB moet worden aangepast. Intussen is er wel al mogelijkheid om informeel betrokken te zijn. Het is belangrijk dat we bij het proces zo snel mogelijk effectief worden betrokken.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Dat was razendsnel, maar ik heb geprobeerd te volgen. Ik heb een aantal dingen onderstreept of goed gehoord.
Wat betreft de begrotingsdoelstellingen is voor de komende jaren de doelstelling louter indicatief. Spreek mij tegen als het niet zo is. Ik heb geprobeerd om zo goed en zo kwaad als ik kan te volgen. Die doelstellingen zijn indicatief. Daarover komt een overleg in het voorjaar van 2015. Dat is dus niet op de lange termijn. Ik weet niet of die datum al vastligt. Ik vermoed dat dat dan in een Overlegcomité zal zijn, als ik het goed begrijp. (Opmerkingen van minister Annemie Turtelboom)
Oké, eerst de HRF. Ik begrijp dat de indicatieve doelstelling van Vlaanderen geldt voor de hele periode. (Opmerkingen van minister Annemie Turtelboom)
Het secretariaat van de HRF moet nog samengesteld worden. De HRF zal dan de naleving evalueren. Maar wanneer zal dat gebeuren? In de loop van 2015 of bij het begin van volgend jaar, wanneer alle cijfers gekend zijn? Dat is ook een belangrijk aspect. Ik heb onderstreept – op het gevaar af dat de oppositie zal trachten mijn woorden te interpreteren in haar richting, maar dat risico neem ik erbij, want het hoort bij de job – dat de doelstellingen zoals ze nu zijn vastgesteld omdat het een nieuwe procedure is, louter indicatief zijn en dat er binnenkort een overleg over komt. Het is een doelstelling over een bepaalde periode. Wanneer zal de HRF, die hierop toezicht houdt, al dan niet een afwijking vaststellen?
De heer Schiltz heeft het woord.
Mijnheer Van Rompuy, u hebt dat zeer interessant samengevat.
Minister, u hebt aangegeven dat er mogelijk al informeel kan worden samengewerkt over de beleidsniveaus heen. Dat is heuglijk nieuws. Maar als we van 2014 tot 2017 het stabiliteitsprogramma rond moeten krijgen, wetende dat het voor 2014 nog niet echt gelukt is… Nu worden die entiteiten erbij betrokken. Maar informeel zal het een moeilijke klus worden om die inspanningen verdeeld te krijgen. Het verdient dus aanbeveling dat de federale overheid het betrokken KB zo snel mogelijk aanpast, om die informele samenwerking te formaliseren, zodat het secretariaat zo spoedig mogelijk met een volledige juridische draagkracht aan de slag kan gaan.
Voor het overige, minister, hebt u geantwoord dat het Rekendecreet wordt geëvalueerd en dat we daarop zullen moeten wachten om te bekijken welke elementen mogelijk zullen moeten worden aangepast.
De heer Bertels heeft het woord.
Los van de formele aanpassingen wil ik gewoon even meegeven – en dat is geen interpretatie – dat de Vlaamse Regering nu al de mogelijkheid heeft om het Overlegcomité te vatten en om formele of informele afspraken te maken. Daar heb je de formele aanpassing van dat KB of de HRF niet voor nodig.
Mijnheer Van Rompuy, ik interpreteer u niet, maar ik sluit mij bij u aan: het gaat effectief indicatief, en er zou best een overleg over komen, zoals dat al meermaals is gevraagd. We mogen ons niet blindstaren op wat is afgesproken in het Overlegcomité van 2013 en indicatief bevestigd in het Overlegcomité van 2014. Laat ons een Overlegcomité 2015 doen, ook naar aanleiding van de aangepaste cijfers die de Federale Regering heeft overgemaakt aan Europa. Waarom kan Vlaanderen daar ook geen oefening voor vragen?
Minister, u verwees zelf impliciet naar het gegeven dat de HRF correctiemaatregelen zal voorstellen of moeten adviseren met betrekking tot de afwijkingen die worden geconstateerd op de cijfers zoals ze indicatief zijn afgesproken, onder meer voor 2014. Ik neem aan dat u zult bevestigen dat er voor de resultaten van 2014 een afwijking is ten opzichte van de doelstelling die toen is afgesproken, tenzij er de laatste drie weken nieuwe cijfers zijn opgedoken. Waarom vat u zelf de HRF niet om dat even te bekijken en de verantwoordelijkheden vast te leggen? U weet dat er verantwoordelijkheden liggen bij de lokale overheden. Waarom reageert u daar niet actief op en kijkt u zo passief toe tot er iets uit de lucht komt vallen?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Er wordt altijd vastgesteld over drie jaar, bijvoorbeeld van 2014 tot en met 2017. Dat wordt in het voorjaar bepaald. In 2015 gaat het over de periode 2015-2016-2017. Het wordt jaarlijks herbekeken, maar altijd voor een periode van drie jaar. Eerst is het 2015-2016-2017, het jaar daarop 2016-2017-2018. Dat gebeurt altijd in april.
Ik ben het ermee eens dat je niet altijd een formeel Overlegcomité nodig hebt om met elkaar te kunnen spreken. Dat is ook de reden waarom we gisteren voor de eerste keer een informele lunch hebben gehad met alle begrotingsministers. Ik hoop dat we dat op meer dan regelmatige basis zullen doen. Daarbij kan er heel vrijuit en op een informele manier worden gesproken over de uitdagingen die er zijn. Dat is goed. Dat gebeurt met respect voor ieders coalities en voor ieders gevoeligheden en bekommernissen. We doen dat dus al. Ik vind dat we dit meer zouden moeten doen omdat het op dit ogenblik voor elk beleidsniveau nog altijd een heel moeilijke budgettaire situatie is.
Wat het vaststellen van de afwijking betreft: dat is een procedure die moet worden uitgewerkt op voorstel van de Hoge Raad voor Financiën.
2014 was indicatief, omdat we met een verkiezingsperiode zaten en er dus geen regering was in volheid van bevoegdheid.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Het is een relatief nieuwe procedure. Ik ben zeer benieuwd. Ik zal nauw opvolgen hoe dit in zijn werk zal gaan. Het is belangrijk voor onze geloofwaardigheid ten aanzien van de Europese instellingen dat het zo optimaal mogelijk verloopt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.