Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, op 28 juni 2013 werd het decreet houdende de wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 20 maart 2009 betreffende de toegankelijkheid van publieke plaatsen voor personen met een assistentiehond gepubliceerd. Dat decreet is in werking sinds 1 januari 2014.
Het is echter nog steeds mogelijk dat niet-gemachtigde assistentiehondenscholen – dus scholen die niet willen of kunnen voldoen aan het huishoudelijk reglement van de cel Machtiging Assistentiehondenscholen – assistentiehonden opleiden. Meer nog, in uw antwoord op mijn vraag stelt u dat deze scholen als ze in orde zijn met de federale wetgeving, die hond ook mogen verkopen. Ze mogen wel niet zeggen dat het om een geattesteerde assistentiehond gaat.
Hierin schuilen toch wel een aantal problemen. Mensen met een beperking die een assistentiehond kopen van een niet-gemachtigde vereniging, betalen daar veel geld voor, maar ze kunnen vaak niet rekenen op nazorg en hulp als er problemen optreden met de hond. Bij geattesteerde honden moeten de gemachtigde scholen die nazorg wel bieden. De niet-gemachtigde verenigingen willen vaak geen machtiging bij de cel Machtiging vragen of lid worden van de internationaal overkoepelende organen zoals Assistance Dogs Europe (ADEu), Assistance Dogs International (ADI) en de International Guide Dog Federation (IGDF), omdat er dan te veel controle over hen is. Honden van gemachtigde assistentiehondenscholen worden minstens twee jaar zeer intensief getraind en houden zich aan de door de minister en ADEu, ADI en IGDF opgelegde regels.
Gemachtigde assistentiehondenscholen worden nu geconfronteerd met vragen van mensen met een beperking die een niet-geattesteerde assistentiehond hebben. Het gaat hierbij om de vraag naar nazorg en het oplossen van problemen en naar de vraag om toch een attest voor hun hond uit te reiken. Hier kunnen de gemachtigde scholen uiteraard niet zonder meer op ingaan. De hulpbehoevende persoon blijft dan in de kou staan, want hij kocht – om het spreekwoordelijk uit te drukken – een ‘hond in een zak’.
Ik begrijp niet goed dat we enerzijds zeer zware decretale eisen opleggen aan gemachtigde assistentiehondenscholen en daarnaast een secundair netwerk van organisaties laten werken die personen met een beperking geld vragen voor een hond die eigenlijk niet voldoet, en dit met alle negatieve gevolgen voor mensen die het door hun ziekte of beperking al niet gemakkelijk hebben. Een oplossing zou erin kunnen bestaan om de definities ‘assistentiehond’ en ‘assistentiehondenschool’ zoals vastgelegd in het decreet en de uitvoeringsbesluiten, aan te passen.
In uw antwoord op mijn schriftelijke vraag 34 van 2 oktober stelt u dat er vanuit het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin actie wordt ondernomen. Ik citeer: “Enerzijds sensibiliseert en informeert het VAPH (Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap) de multidisciplinaire teams (die een persoon met een handicap adviseren bij de keuze van de gepaste bijstand). De bedoeling hiervan is dat zij de persoon met een handicap duidelijke informatie geven over de meerwaarde van een door een gemachtigde hondenschool opgeleide assistentiehond. Daarnaast besliste het VAPH ook om de terugbetaling van assistentiehonden enkel voor geattesteerde assistentiehonden te laten plaatsvinden.”
In de keuzewijzer assistentiehonden van het VAPH/KOC (Kenniscentrum Hulpmiddelen) van november 2013, die gebruikt zou moeten worden door de multidisciplinaire teams bij het opmaken van een dossier en het doorverwijzen naar een assistentiehondenschool, staat op pagina 22 een lijst met opleidingscentra voor assistentiehonden. Van die twaalf scholen zijn er maar zeven gemachtigd. De overige vijf assistentiehondenscholen, met name Alfa, 4Paws4Kids, Hart tegen Hart, de Brailleliga en hondenschool Mijn Trouwe Vriend Neeroeteren, voldoen niet aan de door de minister gestelde eisen. Sterker nog, de hondenschool in Neeroeteren is al vier jaar gestopt met het opleiden van assistentiehonden, Alfa zou naar het buitenland vertrokken zijn, Hart tegen Hart Vlaanderen is gestopt en de Waalse tak traint geen assistentiehonden meer, en de Brailleliga is geen assistentiehondenschool.
Een correcte en bredere informatie- en sensibiliseringscampagne is noodzakelijk. Politie, horeca maar ook eerstelijnsorganisaties zoals de Vereniging voor Personen met een Handicap moeten goed geïnformeerd zijn over de huidige wetgeving en de gevaren of nadelen van het aanschaffen van een niet-geattesteerde assistentiehond.
Minister, welke oplossingen ziet u voor het probleem van niet-geattesteerde assistentiehonden en dus van niet-gemachtigde hondenscholen die niet voldoen aan de eisen van het decreet en een probleem kunnen opleveren zowel voor de persoon met een beperking die te goeder trouw zo’n hond kocht als voor de maatschappij? Als de hond onvoldoende is opgeleid en zich misdraagt op publieke plaatsen, kan dat een probleem geven. Erkent u de foute informatie in de keuzewijzer assistentiehonden van het VAPH/KOC en welke acties zullen hiervoor ondernomen worden? Het kan toch niet de bedoeling zijn dat niet-gemachtigde scholen hierin staan. Hoever staat het met de reeds lang aangekondigde sensibiliseringscampagne?
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me aansluiten bij de vragen die mevrouw Brusseel stelt over de problematiek. Dit dateert al van 2009. Met de toenmalige collega’s hebben we destijds het voorstel van decreet ingediend, dat vervolgens ook werd gewijzigd. Het belang van die assistentiehonden is groot, zeker als het gaat over de vrijheid en de veiligheid van mensen met een beperking. Dat gaat over veel meer dan enkel en alleen mensen met een visuele beperking. Die assistentiehonden zijn ook duur, wat waarschijnlijk heel logisch is, gezien de vele manuren die daarin worden geïnvesteerd. Dat blijkt ook uit de VAPH-tegemoetkoming voor zo’n assistentiehond. Die bedraagt meer dan 13.000 euro.
Het is maar normaal dat een VAPH-tegemoetkoming voor een geleidehond enkel kan als de aankoop een hond betreft die geattesteerd is door een gemachtigde assistentiehondenschool. Blijkbaar was dat in het verleden niet zo, en rijst het probleem dat er organisaties zijn – privéorganisaties, wel of niet bekende organisaties – die niet-geattesteerde honden verkopen. Dan is het natuurlijk een moeilijk probleem: hoe kan de overheid ter zake ingrijpen?
Ik sluit me dus aan bij deze vragen. Ik stel vast dat de VAPH-tegemoetkoming voldoende kan zijn, maar dat we ervoor moeten zorgen dat de daarvoor voorziene middelen inderdaad enkel worden ingezet als er sprake is van een gemachtigde assistentiehondenschool.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega’s, iedereen kan en mag op dit ogenblik inderdaad een hond opleiden en bepaalde taken aanleren. Het is zeer moeilijk om nu via een Vlaams regelgevend initiatief te bepalen dat men een hond niet mag opleiden of trainen. Op die manier is dat zeer moeilijk te beschrijven. Als u natuurlijk een hond koopt in de overtuiging dat die beantwoordt aan de criteria die ook aanleiding kunnen geven tot een terugbetaling of financiering door het VAPH, en dat blijkt niet zo te zijn, dan spelen op dit ogenblik in de huidige stand van de regelgeving natuurlijk de klassieke regels van het verbintenissenrecht, van koop en verkoop. U hebt dan een voorwerp gekocht dat niet aan de eisen voldoet enzovoort. U hebt dus het klassieke arsenaal aan rechtsmiddelen. U kunt uiteraard ook terecht bij de Algemene Directie Economische Inspectie van de FOD Economie. U kunt ook terecht bij de FOD Economie als het gaat over consumentenbescherming en consumentengeschillen. Ik denk dus dat u dan terechtkomt bij de algemene mogelijkheden die er bestaan ter bescherming van een consument en van een koper.
Mevrouw Brusseel, ik ben enigszins getriggerd door uw suggestie. U zei dat een oplossing erin zou kunnen bestaan de definities van ‘assistentiehond’ en ‘assistentiehondenschool’ zoals vastgelegd in het decreet en de uitvoeringsbesluiten, aan te passen. Als ik het goed heb begrepen, is de stand van zaken dat er nu als het ware een bescherming is van wat wij een ‘geattesteerde assistentiehond’ noemen. Men kan die term niet gebruiken als men niet aan de criteria voldoet. Ik denk met u mee. Uw suggestie is dat we gewoon zouden bepalen dat het woord ‘assistentiehond’ niet mag worden gebruikt. Ik sta absoluut open voor die discussie. We hebben er immers alle belang bij dat het duidelijk is voor iedereen. Alleen is het in de huidige stand van de regelgeving zo dat ‘geattesteerde assistentiehond’ en ‘gemachtigde assistentiehondenschool’ begrippen zijn die we inderdaad kunnen beschermen. Het andere moet juridisch worden onderzocht, denk ik. Dat gaat het niet alleen over de vraag of we dat kunnen op basis van de Vlaamse bevoegdheden. Ik neem aan dat dit ook in een wat bredere context zal moeten worden bekeken. Ik heb er echter persoonlijk geen bezwaar tegen dat we die oefening maken, als dat echt een probleem blijkt te zijn.
U stelde dat de keuzewijzer die er nu is, niet up-to-date is. Midden 2014 is het Kenniscentrum Hulpmiddelen (KOC) van het VAPH gestart met een initiatief om de informatie over hulpmiddelen in al zijn publicaties gebruiksvriendelijker aan te bieden. Daarbij wordt onder andere de inhoud van de website geactualiseerd. Dat initiatief is nog bezig. Aan de hand van uw opmerkingen heb ik gevraagd dat men de keuzewijzer met betrekking tot assistentiehonden prioritair zou aanpassen. Uit uw vraag leid ik immers af dat een aantal zaken inderdaad alvast niet up-to-date zouden zijn.
Wat de sensibilisatiecampagne betreft, de middelen waren en zijn beperkt. Gelijke Kansen in Vlaanderen heeft, samen met het VAPH, vorig jaar echter gekozen voor de publicatie van een artikel in diverse vakbladen in de sector horeca, de sector ondernemingen, de sector personen met een handicap, de sector lokale besturen – en dus ook de lokale politie –, de sector toerisme en de sector openbaar vervoer, en in digitale nieuwsbrieven. Alle betrokken sectoren zijn aangeschreven in de tweede helft van 2014, waarna het artikel in die tweede jaarhelft is verschenen in de diverse vakbladen, uiteraard afhankelijk van de publicatiedatum van die vakbladen. Daarnaast informeert het VAPH ad hoc de multidisciplinaire teams die de persoon met een handicap adviseren bij de keuze van de gepaste bijstand, zodat zij de persoon met een handicap op hun beurt duidelijke informatie kunnen geven.
Het is correct, denk ik, dat er organisaties zijn die niet door de cel machtiging assistentiehondenscholen werden gemachtigd om honden op te leiden, en die dat doen. Zoals gezegd, het lijkt me moeilijk te verbieden dat iemand een hond traint. Iedereen mag een hond opleiden en bepaalde taken aanleren. Als is voldaan aan de regelgeving, en die is in hoofdzaak federaal, dan mag die hond ook worden verkocht.
Wat natuurlijk niet kan, is dat een niet-gemachtigde organisatie een hond aanprijst of tracht te verkopen als geattesteerde assistentiehond. Zoals gezegd, zijn er mogelijkheden om klacht in te dienen zowel bij de FOD Economie als bij de administratie die binnen de FOD instaat voor het consumentenrecht.
Wij proberen te sensibiliseren en vooral de multidisciplinaire teams die de persoon met een handicap adviseren bij de keuze van de gepaste bijstand, te informeren. Zij kunnen de persoon met een handicap op hun beurt duidelijke informatie kunnen geven over de meerwaarde van een door een gemachtigde hondenschool opgeleide assistentiehond. Het VAPH beslist ook om de terugbetaling, enkel voor de geattesteerde assistentiehond, te laten plaatsvinden.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik begrijp dat u zegt dat iedereen een hond mag opleiden. De vraag om een definitie te veranderen, lijkt misschien wel een beetje op een voorzichtige piste of een denkoefening. Je zou het kunnen zien als muggenzifterij om de terminologie aan te passen. Ik wou er in ieder geval eens een denkoefening over houden omdat we vaststellen dat veel mensen makkelijk te overhalen zijn – wanneer het woord niet-geattesteerd erbij staat – om een assistentiehond te kopen, ook van een instantie die niet geattesteerd is. We zien het wel vaker. Daarom is consumentenbescherming ook zo belangrijk omdat mensen, zeker als ze in een moeilijke positie zitten, snel naar een oplossing zoeken en het niet zo nauw nemen met het ene of andere advies.
Sensibiliseren is dus zeer belangrijk. Ik ben blij dat u er verder werk van zult maken want het lijkt me belangrijk dat alle instanties die advies geven, heel goed het verschil begrijpen.
Ik ben ook blij dat u de betrokken sectoren zult aanschrijven. Ik stel vast dat er op dat vlak nog veel onwetendheid is. Ik zal even een anekdote vertellen. Mijn collega, Brussels parlementslid Carla Dejonghe, zal enige tijd met een assistentiehond werken. Daarover werd in het Brussels parlement al moeilijk gedaan over de toegang en over het gebruik van een dienstwagen, terwijl de regelgeving, ook in Brussel, heel erg duidelijk is. Er is helaas nog onwetendheid over. Ik wou de vraag stellen zodat alle mensen de juiste informatie kunnen krijgen.
Minister, ik heb een bijkomende vraag. Zou er een mogelijk capaciteitsprobleem kunnen zijn waardoor mensen ook honden kopen die niet van een geattesteerde instantie komen? Hebt u daar weet van?
Minister, ik zou willen vragen hoeveel keer het VAPH een aanvraag weigert van een assistentiehond die er in de realiteit geen is. U kunt nu misschien niet antwoorden. Het zou ons toelaten om een reëel inzicht te krijgen in het probleem omdat ik ervan uitga dat mensen die voor een deel misleid zijn, te goeder trouw een aanvraag zouden doen bij het VAPH en een negatief antwoord krijgen. Het zou ons toelaten om te kunnen inschatten hoe zwaar dit probleem weegt. Ik begrijp dat dit statistische informatie is die u niet onmiddellijk hebt.
Dat moeten we opzoeken.
Misschien nog deze beschouwing: nadat het decreet is goedgekeurd en het uitvoeringsbesluit is gemaakt, hebben we veel appreciatie van de sector gekregen. Ik denk dat de sector heel blij was dat het eindelijk fatsoenlijk was geregeld. Ook de verwijzing naar de Europese en internationale standaarden, is op zichzelf een goede zaak.
Het opleiden van zo’n hond is een grote investering. Ik heb er nogal vertrouwen in dat het regelgevend kader ons ook in staat zal stellen om diegenen die dat op een ernstige en kwalitatieve manier doen, daarvoor de kans te geven.
Het decreet is nog maar amper operationeel, laat het ons een beetje de kans geven. Wij engageren ons om het onderzoek te doen of de naam assistentiehond beschermd kan worden. Wij gaan ook proberen om u een cijfer te geven over het aantal dossiers dat zou zijn ingediend door mensen die menen in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming en die niet krijgen omdat de hond niet over het vereiste attest beschikt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.