Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, dames en heren, in september vorig jaar heb ik een schriftelijke vraag gesteld aan minister Homans over de dossiers over rampenschade. Ze heeft toen de stand van zaken geschetst en de manier waarop dit overgaat van de federale naar de Vlaamse bevoegdheid. Er is een samenwerkingsakkoord gemaakt met het federale niveau om de periode tussen 1 juli 2014 en 1 januari 2015 te overbruggen, waarbij de federale ambtenaren de dossiers verder zouden behandelen. Vanaf 1 januari 2015 is het de bedoeling dat de dossiers van rampenschade ook door de Vlaamse administratie worden behandeld.
Tussen het indienen van deze vraag en vandaag is er ook een erkenning gekomen van de ramp van 27, 28 en 29 juli 2014 die een groot deel van ons gewest heeft getroffen. Ik wil de minister en de administratie feliciteren met de performante manier waarop dit dossier is afgehandeld, in schril contrast met de manier waarop gelijkaardige dossiers federaal worden behandeld. Er liggen er nog een aantal te wachten op erkenning, zelfs nog van 2012. In de communicatie over de erkenning door de Vlaamse Regering heb ik ook gehoord dat het de verwachting is dat de uitbetaling tegen oktober 2015 kan gebeuren.
Minister-president, beschikt de Vlaamse overheid over voldoende middelen en instrumenten om de dossiers te behandelen? Ik denk dan aan kosten voor personeel, logistiek en de betaling van deskundigen die op pad moeten worden gestuurd. Kunt u een stand van zaken geven van de lopende dossiers? Komt de afhandeling van de eventueel erkende federale dossiers bij de Vlaamse administratie? Hoe zal dit worden aangepakt? Hoe zullen de getroffenen op de hoogte worden gehouden van de stand van zaken van hun dossier?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Dochy, dank u voor de complimenten aan het adres van de regering en de diensten.
Rampen die gebeurd zijn vóór 1 juli 2014 blijven volledig onder de bevoegdheid van de Federale Regering. Die worden niet overgeheveld. Het Vlaams Rampenfonds is sinds 1 juli 2014 bevoegd. Wel werken we nog altijd met de federale wetgeving als rechtsbasis. Hoewel u ons complimenteert, wil ik toch kijken of we de wetgeving nog beter en efficiënter kunnen maken.
We willen de procedures digitaliseren, wat nu niet kan. In het kader van ‘Radicaal digitaal’ kunnen we de huidige werkmethode verbeteren waardoor er sneller wordt gewerkt met minder foutenmarge. We willen ook nagaan of we de procedure kunnen vereenvoudigen. We willen ook inhoudelijk kijken of we de criteria moeten behouden, ook in het licht van een aantal verzekeringen die bepaalde calamiteiten nu wel dekken, wat vroeger niet altijd het geval was. Ik loop daar niet op vooruit.
We hebben middelen gekregen. Er is gewerkt met een gemiddelde, als ik me niet vergis, wat niet per se in het voordeel van de deelstaten uitvalt. We hebben 11.241.000 euro overgeheveld gekregen. Dat is met inbegrip van de werkingskosten. We hebben de elf personeelsleden van de dienst gehuisvest in het Boudewijngebouw bij het departement Bestuurszaken. We zijn operationeel klaar om de dossiers inzake rampenschade te behandelen. We hebben al werk verricht op dat vlak, zoals u hebt gezegd.
De eerste erkenning gebeurde op 30 januari. Op basis van het advies van het Koninklijk Meteorologisch Instituut en de Inspectie van Financiën hebben we de regenval waarvan sprake, erkend. De diensten hebben de opdracht gekregen om dit allemaal zo spoedig mogelijk uit te werken. Normaal moet de publicatie nog gebeuren in het Belgisch Staatsblad, tenzij dit al gebeurd zou zijn. Pas na de publicatie kunnen de benadeelden de aanvraag indienen. Dit moet uiterlijk de laatste dag van de derde maand volgend op de maand waarin het besluit in het Staatsblad is verschenen. Als het in februari zou zijn, zal de termijn voor het indienen van de individuele schadedossiers voor dit schadegeval lopen tot eind mei 2015. De aanvraag moet ingediend worden bij de provinciegouverneur van de woonplaats indien de schade daar effectief is geleden. In het andere geval moet de aanvraag worden ingediend in de provincie of provincies waar de schade zich heeft voorgedaan.
De benadeelden krijgen dan van de dienst van de gouverneur een ontvangstmelding met mededeling van een dossiernummer met de contactgegevens van de behandelend ambtenaar of ambtenaren en hun diensten. Al deze zaken zouden efficiënter moeten kunnen. Na onderzoek en behandeling zal de aanvrager een gemotiveerd vergoedingsbesluit krijgen. Er kan van worden uitgegaan, als alles naar wens verloopt, dat de eerste betalingen na onderzoek van de dossiers en na uitvoering van de vereiste administratieve en financiële werkzaamheden in de loop van het vierde kwartaal van 2015 zouden kunnen gebeuren.
Op 29 januari 2015 hebben mijn diensten een brief gericht aan de betrokken provinciegouverneurs om de praktische afspraken te maken met het oog op het verstrekken van nadere informatie in functie van de dossierbehandeling. Binnen het huidige kader doen we er alles aan om het hele dossier zo goed en snel mogelijk af te handelen.
Minister-president, heb ik goed begrepen dat de administratieve afhandeling van federaal erkende rampen die plaatsvonden vóór 1 juli 2014, door de federale administratie zal gebeuren en niet door de Vlaamse administratie?
Wat betreft de procedure werd in antwoord op mijn schriftelijke vraag gesuggereerd dat er een herziening zou komen. U beschouwt dat als een prioriteit. Ik wil u niet vastpinnen op een timing, maar zal dit vrij snel gebeuren? De datum van 1 januari 2016 werd op een bepaald moment gesuggereerd als richtdatum voor de evaluatie. Start u dit nu op of zal dit eerst worden getoetst aan de ervaringen die worden opgedaan door de afhandeling van de eerste dossiers?
Mijnheer Dochy, het antwoord op uw eerste vraag is affirmatief. Rampen van voor 1 juli 2014 vallen onder de federale bevoegdheid.
Voor wat betreft uw tweede vraag zal ik mij niet vastspijkeren op een datum, maar ik hoop dat we het decreet kunnen indienen in de loop van 2015. Het wordt waarschijnlijk eind 2015, want het zal toch wel wat voorbereidend werk vragen. Ik heb die opdracht al gegeven. Mijn diensten zijn op dit ogenblik in een eerste fase in gesprek met het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI). Het is goed om naar de bron te gaan, om te weten wat de erkenningscriteria zijn, enzovoort, en om te weten of daaraan iets moet veranderen. Ik heb gevraagd om daar werk van te maken. Het is niet hoogdringend, want er is een rechtsbasis waarop de dossiers worden afgehandeld. We moeten van de gelegenheid gebruik maken om niet alleen de procedure en de digitale afhandeling te vereenvoudigen, maar ook om te bekijken of we inhoudelijk, inzake de criteria, moeten verfijnen en bijstellen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.