Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, op 23 april 2014 werd het nieuwe Natuurdecreet goedgekeurd. Op basis daarvan worden door het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) uitvoeringsbesluiten uitgewerkt omtrent de financiering van aankoop, beheer en inrichting van natuurgebieden. U weet dat we daar een jaar geleden heel kritisch tegenover stonden. Terecht, denk ik, maar u zult dat wellicht onterecht vinden.
Via Natuurpunt bereiken ons toch wel alarmerende berichten. In een nieuwsbrief noemt het de voorstellen die het ANB op tafel legt “op veel vlakken onaanvaardbaar”. Er is sprake van een niet-correcte berekening van normkosten, de samenwerking met lokale overheden zou worden gehypothekeerd en een mindering van de financiering voor de openstelling in het kader van toegankelijke natuur zou worden gepland. Natuurpunt maakt dus een heleboel kritische bedenkingen. Dat is zorgwekkend, maar de vraag is natuurlijk of de kritiek gegrond is.
Minister, vandaar mijn vragen. Hoever staat het ANB met het uitvoeringsbesluit over de financiering van aankopen, beheer en inrichting?
Kunt u wat meer uitleg geven over de inhoud van die voorstellen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, mijnheer Sanctorum, we hebben in april vorig jaar de instandhoudingsdoelstellingen (IHD's) goedgekeurd. Daaraan was een visienota gekoppeld over de vraag hoe we er in de toekomst voor zullen zorgen dat we de financiering, de vele middelen die we in Vlaanderen besteden aan natuurbeleid, veel meer dan nu koppelen aan het behalen van de natuurdoelen. De financiering is vandaag niet altijd afgestemd op het effectief behalen van de natuurdoelen die we moeten bereiken. De Vlaamse Regering heeft in april beslist om dat te veranderen.
De uitvoering van de grote principes die in de visienota zijn goedgekeurd, is volop bezig bij het ANB. Een van de opdrachten die we daarbij hebben gegeven, is dat de pistes die ze uitwerken, worden afgetoetst bij de verschillende actoren. Er is dus een participatietraject aan gekoppeld. Wat er concreet op tafel ligt en wat werd afgetoetst, hebben we op dit moment niet. Binnenkort hebben we een afspraak met het ANB en dan worden de pistes aan ons uitgelegd. Ik heb dus geen zicht op wat wordt afgetoetst met de verschillende actoren.
Wat ik u wel kan geven, zijn de grote lijnen van de visienota die in april werd goedgekeurd en nu worden uitgewerkt door het ANB en binnenkort aan mij worden voorgelegd en met mij zullen worden besproken.
De doelstellingen zijn de volgende. De financiering wordt gekoppeld aan het behalen van de natuurdoelen. De subsidies zijn gebonden aan een natuurbeheerplan. Er is effectief een resultaatsverbintenis aan gekoppeld en pas in de tweede lijn een inspanningsverbintenis. De grote principes zijn dat de beheersubidies worden bepaald aan de hand van normkosten die minstens om de vijf jaar geëvalueerd worden en die jaarlijks geïndexeerd worden.
De subsidie voor beheerevaluatie en opvolging is een forfaitaire vergoeding per hectare, afhankelijk van het natuurstreefbeeld. Hoe ambitieuzer men is voor het natuurstreefbeeld, hoe meer middelen men kan krijgen. Dat is ook logisch.
De subsidie voor eenmalige inrichtingswerken is een percentage van de reële kost, afhankelijk van het type beheerplan. Ook daar geldt: hoe meer ambitie, hoe strikter het beheerplan, hoe meer middelen je kunt krijgen. Type 2 is bijvoorbeeld 50 procent, type 3 is 80 procent en type 4 is 90 procent.
Voor aankoopsubsidies geldt als voorwaarde dat men moet beschikken over een natuurbeheersplan type 4. Ook daar moet men ambitie hebben om de subsidie te krijgen.
Als subsidie voor de opmaak van een beheerplan krijgt men een vergoeding voor de gemaakte kosten. Die wordt toegekend vanaf type 2. Er is ook een basissubsidie per hectare met eventueel een extra subsidiebedrag per hectare indien er intensiever moet worden gemonitord. In een supplement wordt ook voorzien indien er meerdere eigenaars zijn die het plan moeten opmaken.
Een laatste punt is een openstellingssubsidie. Die wordt pas toegekend als de openstelling meer is dan de principiële toegankelijkheid. Er wordt in een subsidie voorzien voor infrastructuurwerken in het licht van de openstelling. In een subsidie voor bezoekerscentra wordt voorzien vanaf type 4, in functie van het onthaal van het publiek.
Een van de principes die we hebben vooropgesteld in het nieuwe Natuurdecreet, wat hier natuurlijk ook een uitvoering van is, net als de visietekst, is dat we de financiering ook openstellen voor iedereen die dezelfde ambitie heeft. We willen iedereen op gelijke voet behandelen.
Als private eigenaars zeggen dat ze die ambitie ook hebben, als ze een goed natuurbeheerplan maken en de lat hoog leggen, dan moeten ze op dezelfde manier op subsidies kunnen rekenen als alle anderen. Het is voor iedereen gelijk. Dat is heel democratisch en open.
Ik herhaal dat ik de concrete voorstellen in uitwerking van de principes van de visienota, nog niet heb. Ik hoop ze binnenkort te zien. Ik kan er nog niet op vooruitlopen. Het ANB is bezig met het aftoetsen van een aantal pistes, en die worden dan aan mij voorgelegd.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, het klopt, de discussie loopt nog. Ik hoop dat zodra er een aantal ontwerpen bij u op het bureau liggen, u voldoende aandacht zult hebben voor een aantal elementen die belangrijk zijn voor Natuurpunt. Vandaar dat ik deze vraag stel.
De normkosten lijken me een logische werkwijze, met een beheervergoeding per habitattype of leefgebied van een soort. Alleen verneem ik dat er twijfels zijn bij de methodiek van de berekening. Hopelijk zal dat verder uitgeklaard kunnen worden met het ANB.
Wat het aankoopkader betreft, weet ik dat de piste is gekozen – en ik volg die natuurlijk voor een deel – dat er moet worden ingezet op de Europese instandhoudingsdoelstellingen. Vandaag is de verdeelsleutel 75 procent voor IHD’s en 25 procent erbuiten. Dat lijkt me al redelijk scherp. Als men dan het percentage voor de IHD’s nog optrekt, zal het niet langer evenwichtig zijn. Ik hoop dat u ook nog voldoende aandacht zult besteden aan de gebieden buiten de zones waarop de IHD’s betrekking hebben.
Ik verneem ook kritiek op de terreinen die in eigendom zijn van lokale besturen en provincies. Zij moeten immers steeds meer zelf instaan voor het beheer van hun natuurgebieden. Concreet is het zo dat een terreinbeherende vereniging zoals Natuurpunt, die het beheer op zich neemt van een domein van een lokaal bestuur, daar vandaag Vlaamse subsidies voor krijgt – tot voor kort toch. Indien van dit principe wordt afgestapt, betekent dit dat de lokale besturen of provincies moeten instaan voor de eventuele subsidies, maar het is dan de vraag of er voldoende financiële ruimte zal zijn bij die lokale besturen of provincies. Ik hoop dat u dit voldoende in het oog zult houden zodat er geen achteruitgang komt op vlak van het beheer.
Over de subsidies voor de openstelling van natuurgebieden hebt u iets meer verteld. De lat wordt iets hoger gelegd. Ik heb ook vernomen dat er voor de bezoekerscentra niet in financiële middelen zou worden voorzien. Ik hoop dat daaraan geremedieerd zal worden. Het lijkt me niet logisch dat bezoekerscentra geen geld meer zouden krijgen.
We geven het natuurlijk verder alle kansen. Ik hoop dat het ANB en Natuurpunt eruit geraken en dat uiteindelijk de juiste beslissing wordt genomen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Ik zal natuurlijk zien wat er op tafel komt, maar voor mij is het heel belangrijk dat we de beslissing die we in april hebben genomen, uitvoeren.
Het is voor mij ook essentieel dat we de natuurdoelen halen, dat de financiering meer daarop gebaseerd is. Dat is belangrijk, dat wordt hier ook breed in het parlement beaamd. We moeten de natuurdoelen halen. Dat kunnen de Europese zijn, maar er bestaan ook regionale. Beide zijn belangrijk. Er zal worden afgestemd op het behalen van de doelstellingen.
We staan ook achter het principe van openheid. Of het nu om een terreinbeherende vereniging gaat of een gemeentebestuur of een private eigenaar: wie aan dezelfde voorwaarden voldoet en dezelfde inspanningen levert, moet dezelfde financiering kunnen krijgen. Dit is heel belangrijk voor mij. We moeten dit openstellen voor iedereen: dat is het principe van het Natuurdecreet. Het is een heel belangrijk aandachtspunt bij wat op tafel zal komen en voor de manier waarop ik zal beoordelen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
We zullen de uiteindelijke besluiten afwachten.
U stelt dat iedereen gelijk moet zijn voor de wet, dat iedereen die in aanmerking komt, evenveel recht moet hebben op eventuele subsidies voor aankoop, beheer en inrichting.
Ik kan dat voor een stuk volgen. Alleen hebben wij vanuit de fractie altijd de bezorgdheid geuit dat er ook voldoende expertise aanwezig moet zijn. Dat lijkt me toch een heel belangrijk element. Bij Natuurpunt, die een grote ervaring heeft, is dat natuurlijk het geval. De vraag is of het bij al die private eigenaars het geval zal zijn. We mogen daar niet zomaar van uitgaan. Ik hoop dus dat er nog voldoende aandacht zal blijven bestaan voor de expertise.
De vraag om uitleg is afgehandeld.