Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, eind 2014 keurde de Vlaamse Regering de uitvoeringsbesluiten van het Maatwerkdecreet goed. Het Maatwerkdecreet heeft als doelstelling om beschutte en sociale werkplaatsen gelijk te schakelen en om mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, tewerk te stellen. Er zijn drie instrumenten: het collectief maatwerk, het individueel maatwerk en het tewerkstellen van vijf voltijds equivalenten in het reguliere circuit.
Op Vlaams niveau is er de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP) waarmee de werkgever in het reguliere circuit mensen met een arbeidshandicap, een bijpassing kan geven. Die doelgroep zal binnenkort worden uitgebreid zodat niet meer alleen mensen die vroeger al een VOP kregen, in aanmerking komen, maar ook mensen met een arbeidshandicap.
Om even in te gaan op de toepassing van de VOP, citeer ik twee artikels die interpreteerbaar zijn. Artikel 28 zegt: “De werkgever is de persoon die behoort tot een van de volgende categorieën: a) een natuurlijk persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, met uitzondering van de beschutte werkplaatsen, die een werknemer als vermeld in 2°, aanwerft of heeft aangeworven.” Er staat dus uitdrukkelijk “beschutte werkplaatsen”; er zou dus een discrepantie met het Maatwerkdecreet kunnen zijn. In artikel 29 staat: “De VDAB kent, na aanvraag van de werkgever die een persoon met een arbeidshandicap aanwerft of heeft aangeworven, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, aan de werkgever een VOP toe, om de integratie van werknemers met een arbeidshandicap in het gewone arbeidscircuit te bevorderen.”
Ik begrijp hieruit dat tot voor kort ook de sociale werkplaatsen gebruik konden maken van de VOP. Met het Maatwerkdecreet, waarbij beschutte- en sociale werkplaatsen gelijk worden geschakeld, maar waarbij ook reguliere werkgevers vanuit de sociale economie op subsidies kunnen rekenen, moet er een gelijke regelgeving komen: ofwel kunnen alle werkgevers van de VOP gebruikmaken, ofwel is die voortaan enkel voor werkgevers uit de reguliere economie die minder dan vijf voltijdsen aanwerven.
Minister, ik wou graag wat duidelijkheid over deze thematiek. Ik veronderstel dat er een soort nieuw systeem moet komen omdat het individueel maatwerk in het decreet twee luiken telt. Kunt u al iets meer zeggen over hoe de integratie van de twee nieuwe individuele systemen voor mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben, zal verlopen?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil me aansluiten bij de vraag van mevrouw Claes, in die zin dat ik wil vragen naar de invulling van het individueel luik van de matrix met steunmaatregelen die is opgezet naar aanleiding van het uitwerken van het Maatwerkdecreet.
De uitvoeringsbesluiten voor het decreet zijn er. Minister, bij eerdere vragen hebt u steevast verwezen naar de hervorming van doelgroepmaatregelen om het individuele luik te bekijken. Wij hebben intussen kennis kunnen nemen van wat de regering plant inzake doelgroepmaatregelen. Wij hebben er onze kritiek op kunnen formuleren, met name het veronachtzamen van laaggeschoolden. Het betekent wel dat nu het moment gekomen is om te kijken naar de praktische invulling van het individueel luik en of er variatie is ten opzichte van de bestaande VOP-regeling. Als we de geest van de originele matrix aanhouden, zou het niet zo mogen zijn dat de rechtspersoon van de werkgever het verschil maakt. Men voorzag heel duidelijk in een collectief luik, te regelen via maatwerk en dus de integratie van beschutte en sociale werkplaatsen, of maatwerkafdelingen. Maar ook in dat geval kan een onderneming in de reguliere economie met een privaatrechtelijke structuur mensen tewerkstellen. Ofwel zit je in het individuele luik: individueel maatwerk of een maatwerkafdeling die kleiner is dan de normen die zijn ingeschreven.
Minister, ik kijk uit naar uw antwoord. Waarin zal de individuele regeling verschillen van de VOP van vandaag en wanneer zullen we die mogen aanschouwen?
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik heb een drietal vraagjes.
De VOP, zoals we vorige week tijdens de bespreking al hebben kunnen horen, wordt behouden met de huidige modaliteiten. Er wordt een extra categorie toegevoegd in het kader van de uitstroom uit de sociale economie, namelijk de doelgroep ‘psychosociale problematieken’. Welke precieze regeling is er voor hen?
Doelgroepwerknemers krijgen een subsidie voor vermindering van loonkosten en een subsidie voor begeleiding. Kan de werkgever voor een persoon uit de sociale economie beide subsidies blijven ontvangen?
Wordt er ook in een oplossing voorzien voor personen die in dienst waren bij een lokaal bestuur en voor personen met een handicap die zelfstandige waren voor 1 oktober 2008? Zouden zij met deze nieuwe regeling ook nog recht kunnen hebben op de premie?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ga beginnen met de uitbreiding van de VOP naar de doelgroep met een psychosociale problematiek. Ik heb u vorige week gezegd dat de conceptnota is goedgekeurd door de regering en dat ik ze zou voorleggen aan de sociale partners. Tussen vorige week en nu is er dan natuurlijk geen specificatie. Dat mag u mij niet vragen. Ik had het eigenlijk bijna verwacht dat iemand dat zou vragen. Ik leg het nu eerst voor aan de sociale partners.
Werkgevers die personen met een arbeidshandicap aanwerven of tewerkstellen, kunnen een VOP-premie aanvragen. Momenteel geldt de maatregel in de privésector en het onderwijs. Voor werknemers bij lokale besturen kan de VOP-premie aangevraagd worden voor personen die aangeworven werden na 1 oktober 2008. De VOP geldt momenteel niet bij de overheid en in beschutte werkplaatsen. Sociale werkplaatsen konden bijgevolg gebruikmaken van de VOP. Let wel, het was niet de bedoeling dat de werkplaatsen voor hun doelgroepwerknemer én een loonpremie voor sociale economie én een VOP ontvangen.
Op 19 december 2014 keurde de Vlaamse Regering een aanpassing van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2008 goed. Dat gaat over de professionele integratie van personen met een arbeidshandicap. Artikel 28 is aangepast. De aanleiding voor deze aanpassing was het Collectief Maatwerkdecreet, waar het onderscheid tussen beschutte en sociale werkplaatsen niet meer bestaat. Het nieuwe artikel 28 bepaalt dat vanaf 1 april 2015 maatwerkbedrijven voor niet-doelgroepwerknemers die zij na 1 januari 2015 hebben aangeworven, een VOP kunnen vragen. In hoofde van de werknemer is een cumul tussen de loonpremie collectief maatwerk en de VOP niet mogelijk. Dit is nu ook expliciet opgenomen in het besluit van de Vlaamse Regering. Persoonlijk denk ik dat ik daarmee tegemoetkom aan de opmerkingen die u hebt gegeven.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, u was zeer snel, zeker in uw laatste stuk.
Ik zal het even herhalen. Het nieuwe artikel 28 bepaalt dat vanaf 1 april 2015 maatwerkbedrijven voor niet-doelgroepwerknemers die zij na 1 januari 2015 hebben aangeworven, een VOP kunnen vragen. In hoofde van de werknemer is een cumul niet mogelijk.
Daarmee is het inderdaad opgelost. Bedankt.
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik denk dat ik zelf de geest van de matrix heb geschetst. Het ligt in de lijn.
Ik wil wel nog eens mijn kritiek herhalen dat bij de doelgroepmaatregelen laaggeschoolden uit het oog zijn verloren. Ik blijf ook uitkijken naar het antwoord van de sociale partners. Als er nieuws is, zullen we dat wel vernemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.