Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over de nood aan administratieve vereenvoudiging in het stelsel van dienstencheques
Verslag
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Ik vernam in de pers dat steeds minder wasserijen strijkdiensten aanbieden in ruil voor dienstencheques. De wasserijen zouden opzien tegen de zware administratieve last die aan de cheques verbonden is. Bijna twee op de drie van de wasserijen die werken met de cheques, zijn daar het laatste jaar mee gestopt of overwegen dat te doen en dat heeft natuurlijk een impact op de tewerkstelling in de sector. Daarnaast blijkt dat de verkoop van dienstencheques vorig jaar voor het eerst is gestagneerd.
Wat is volgens u, minister, de reden van de terugval in wasserijen die strijkdiensten aanbieden in ruil voor dienstencheques? Wat denkt u daaraan te doen? Wat is volgens u de reden van de stagnatie in de verkoop van dienstencheques? Wat denkt u daaraan te doen?
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Voorzitter, minister, zoals mevrouw Kherbache heeft aangegeven, zijn er de laatste weken heel wat onheilsberichten verschenen in de kranten over de dienstencheques. Eigenlijk voor de eerste keer sinds het systeem bestaat, is er een daling van de totale verkoop. Vorig jaar werden 1 miljoen minder dienstencheques gebruikt dan in 2013. De daling was weliswaar sterker in Wallonië dan in Vlaanderen, Vlaanderen kende zelfs een lichte stijging van 0,3 procent, maar toch. Dat wil toch zeggen dat de dienstenchequebedrijven in Vlaanderen het moeilijk hebben, vooral door de administratieve rompslomp.
Er gebeuren al heel wat zaken die in de toekomst hopelijk een positieve invloed hebben. Ik denk aan de afschaffing van de 60 procentmaatregel. Toch zijn er nog altijd 279 dienstenchequebedrijven minder dan in 2013. Die daling is vooral te merken bij de strijkdiensten en wasserijen. Ik las dat bijna twee op de drie wasserijen die met dienstencheques werken, daar in het afgelopen jaar mee gestopt zijn, of overwegen om te stoppen. De voornaamste reden daarvoor is blijkbaar de administratieve rompslomp.
Minister, het dienstenchequesysteem is op zich een zeer goed systeem. Hoe gaat u ervoor zorgen dat het gebruik van dienstencheques blijft stijgen of ten minste op hetzelfde niveau blijft? Hoe gaat u de bedrijven ondersteunen om ervoor te zorgen dat de daling van het aantal stopt? Hoe gaat u die wasserijen met strijkdienst ondersteunen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat ze minder administratieve rompslomp te verwerken krijgen?
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Mijn excuses voor mijn laattijdigheid. Ik hoop dat ik niet te veel in herhaling val.
De aanleiding tot mijn vraag is dezelfde als die van mevrouw Kherbache. Het is al even geleden, maar inderdaad, de wasserijen trokken aan de alarmbel omdat de administratieve overlast voor het toepassen van dienstencheques het gebruik ervan niet langer interessant maakte en dreigt te leiden tot verlies van banen.
Ik ben de eerste om te zeggen – en ik heb dat altijd gedacht – dat dienstencheques als instrument voor werk per uur niet gemaakt zijn om toe te passen in een wasserij, waar investeringen in materiaal zo’n grote rol spelen. Er zit een spanningsveld tussen dat uurwerk en de investeringen. Het verbaast me niet dat die wasserijen ermee stoppen.
De noodkreet is wel illustratief voor de hele sector: de administratieve afhandeling van de dienstencheques kost heel wat mankracht. Ik trap een open deur in als ik zeg dat de winstmarges voor dienstenchequeondernemingen (DCO) veel krapper zijn geworden en dat op de prijzen voor de consument geen rek meer zit. Dus moeten de DCO’s efficiënter werken. Regelluwte en afbouw van administratieve last is dan een key point.
Een elektronisch betaalsysteem verloopt sneller, efficiënter, milieuvriendelijker en biedt meer mogelijkheden om fraude in te dijken. We moeten toegeven dat er heel wat cowboys rondlopen en dat de sector in het verleden fraudegevoelig gebleken is. Dat elektronische systeem is echter niet zo geschikt voor het oudere cliënteel en voor oudere poetshulpen. Zij hebben hun reserves.
Overigens zijn er klachten van DCO’s rond het uitblijven van de beslissing over de nieuwe uitgiftemaatschappij, dat was al bij de Federale Regering het geval. De vorige uitgiftemaatschappij is al een paar keer naar de Raad van State gestapt, als ik het goed heb.
Hoe schat u de administratieve overlast voor DCO’s in, minister? Welke initiatieven gaat u nemen om dat in te dijken? Zult u in het bijzonder initiatieven nemen om het gebruik van de elektronische dienstencheques te verhogen en het gebruik van papieren dienstencheques te ontraden en op termijn volledig af te bouwen? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de uitgiftemaatschappij? Tegen wanneer komt hierover duidelijkheid? Zullen de DCO’s voldoende tijd krijgen zodat ze niet opnieuw in de problemen komen met het aanpassen van hun processen? Klopt het dat er een stijgend aantal problemen wordt vastgesteld met de logistiek van de huidige uitgiftemaatschappij? Zo ja, wat zijn hiervan de oorzaken? Hebt u hierover al contact gehad met de verantwoordelijken?
Mevrouw Claes heeft het woord.
Dienstencheques zijn er gekomen vanuit drie opdrachten: maatschappelijke dienstverlening, tewerkstelling en zwartwerk tegengaan. Die drie opdrachten moeten in evenwicht blijven. Dienstencheques zijn voor de overheid dure maatregelen. Naast de subsidie en de fiscale aftrek komt dat neer op 80 procent betoelaging door Vlaanderen.
Ik ben het met u eens dat de prijs voor de consument op zijn maximum zit. We zien dat ook doordat in Wallonië het gebruik afneemt. We zijn ervan overtuigd dat het evenwicht zo moet blijven. Minister, bent u het ermee eens dat de drie doelstellingen bewaard moeten blijven?
Ik sluit aan bij de vorige vraag inzake de afschaffing van de 60 procentmaatregel: administratieve vereenvoudiging, laaggeschoolden tewerkstellen en het systeem in zijn geheel in stand houden zodat zwartwerk niet weer gaat stijgen, want daar zijn we ook niets mee. Er zitten heel veel verschillende aspecten aan vast. Het evenwicht is delicaat. Als we ergens één ding veranderen, zou het wel eens in onevenwicht kunnen geraken. Een grote uitdaging lijkt ons.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ben mij bewust van het moeilijke evenwicht en van de administratieve lasten in de wasserijsector. Mijn kabinet heeft daarom vorige week al een eerste overleg gehad om de zaken te bespreken. Ik zou willen proberen om de administratieve rompslomp te doorbreken. Ik ben het ermee eens, zoals in het regeerakkoord staat, dat de dienstencheques moeten continueren met de drie genoemde doelstellingen: arbeid en gezin beter combineren, laaggeschoolden extra kansen geven en zwartwerk voorkomen.
Tijdens de eerste maanden van mijn mandaat heb ik al geprobeerd om conform het regeerakkoord twee stappen te zetten voor de verlaging van de administratieve lasten. Ik heb de 60 procentregel aangepakt, en in het kader van een VIONA-onderzoek (Vlaams Interuniversitair Onderzoeksnetwerk Arbeidsmarktrapportering) rond de rendabiliteit van de dienstencheques wordt aandacht besteed aan de administratieve lasten voor de dienstenchequebedrijven, in het bijzonder met betrekking tot de opleiding van werknemers. Dit onderzoek wordt opgevolgd. Ik zal het bespreken met alle beleidsactoren.
Het aantal dienstencheques is voor het jaar 2014 gedaald met 4,8 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Er zijn twee grote lijnen: een daling van het aantal verkochte cheques in 2014 en de anticipatie van de gebruikers op de prijsstijging van 1 januari 2014. Indien we het aantal aangekochte cheques sinds de aanvang van het systeem bekijken, zien we een afnemende groei. Het stijgingspercentage werd altijd kleiner en nu is er sprake van stabilisatie. Dat toont de curve aan. Voor meer informatie verwijs ik naar het jaarlijks evaluatierapport de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (WASO).
De negatieve groei in 2014 wil ik een beetje nuanceren omdat er een anticipatie was op de prijsstijging van 1 januari 2014. De gebruikersprijs steeg van 8,5 euro naar 9 euro per cheque. Tijdens de maand december 2013 werden er maar liefst 38,6 procent meer cheques aangekocht dan tijdens dezelfde maand in 2014. Dat is een groot deel van de verklaring. Er waren 10,4 miljoen tegenover 6,4 miljoen aankopen van cheques het jaar nadien.
Mevrouw Taelman, u had het over de elektronische dienstencheques. Automatisering en digitalisering zitten in het regeerakkoord. Bij een nieuwe uitbesteding van de uitgiftemaatschappij, zullen we daarop inzetten.
U hebt gelijk: we zitten in een heel moeilijke positie. De federale overheid heeft nog een offerteaanvraag gedaan. Die is andermaal aangevochten voor de Raad van State. We hebben er al over gesproken. De laatste procedure is nog niet afgerond. Er is nog geen duidelijkheid omtrent de datum van het arrest van de Raad van State. Anticiperend daarop zijn we al bezig met de voorbereiding van een nieuwe offerteaanvraag.
Wegens de lopende procedure werd nog geen nieuw bedrijf aangesteld. Ik volg de ontwikkelingen ter zake uiteraard van nabij, en we hebben daar ook overleg over, zowel met de RVA als met de drie gewesten. Het is immers fundamenteel voor mij dat we continuïteit kunnen garanderen, voor de dienstenchequebedrijven, maar ook voor de dienstenchequegebruikers.
Bij toekomstige ontwikkelingen met betrekking tot de uitgiftemaatschappij zullen we tijdig communiceren. Ik begrijp uw bekommernis, maar ik denk dat we dat pas kunnen doen als we echt op de hoogte zijn van de volgende stappen die we kunnen zetten.
Ik moet zeggen dat noch mijn administratie, noch de RVA signalen heeft ontvangen met betrekking tot stijgende problemen in verband met de logistiek. Als u er echter hebt, dan mag u die gerust doorgeven, maar wij hebben er geen gekregen. Als er zouden zijn en u kunt die aan mij doorgeven, dan zullen we die uiteraard opvolgen. Elke maand is er ook een opvolgingsvergadering, met de RVA, met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en met de uitgiftemaatschappij. Als er dus logistieke problemen zijn, dan willen wij er graag mee voor zorgen dat die worden opgelost. We zijn daar echter niet van op de hoogte.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Minister, ik dank u voor dit duidelijke antwoord.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het uitgebreide antwoord. Ik heb nog één punctuele vraag. U spreekt over het VIONA-onderzoek. Hebt u er een zicht op wanneer dat ter beschikking zou kunnen zijn?
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Er zijn wel wat minder dienstenchequebedrijven, maar de bestaande zijn nu meestal wel in orde. Bij het opstarten van de dienstenchequeondernemingen waren er immers heel wat bedrijven die er eigenlijk waren op malafide basis, of die eigenlijk toch niet echt met alles in orde waren om een erkenning te krijgen. Toen ik in de Kamer zat, heb ik dat zelf ook heel vaak aangekaart. Mocht men echter de administratieve rompslomp die er nu is, kunnen vereenvoudigen, dan zou dat de dienstenchequebedrijven wel wat ademruimte geven. Voor de rest dank ik u voor uw antwoord.
Dat is duidelijk de bedoeling.
Uit het blote hoofd: ik denk dat we tegen het zomerreces het antwoord krijgen op de VIONA-studie. Uiteraard ben ik op dat moment graag bereid om te zien wat we er verder mee kunnen doen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.