Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Mijn vraag sluit een beetje aan bij de discussie die we net hebben gehad over de stand van zaken van de begroting 2015. Ik wil nu even teruggaan naar het tekort van 2014 en het monitoringrapport dat ons ter beschikking is gesteld op 21 januari 2015, met een geraamd tekort van afgerond 563 miljoen euro voor 2014. In dat rapport worden een paar oorzaken naar voren geschoven. De minister heeft aangekondigd dat ze in de eerstvolgende commissie verder wilde ingaan op dit rapport. Onder meer de ‘oorzaken’ van het tekort en de mogelijke impact, negatief of positief, op de begroting 2015, verdienen een bijkomende toelichting in de commissie. Correcte cijfers zijn immers de basis voor een correcte discussie.
Minister, ik zou van u graag wat toelichting hebben over volgende vragen die duiding zouden moeten geven bij het begrotingstekort 2014 en de eventuele impact op de begroting 2015. De vragen kunnen wat technisch lijken maar een deel van de techniek hebben we nodig om al dan niet de argumentatie van de regering voor het tekort 2014 te bevestigen.
Minister, wat is het nieuwe gebouw dat de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) gekocht heeft? Wie is de verkoper? Ik vraag dit omdat het te maken heeft met de consolidatie. Wanneer heeft de verkoop/aankoop precies plaats gehad?
Aangezien de regering heel sterk heeft beklemtoond dat een deel van het tekort te wijten is aan de bouw van een nieuwe sluis in Terneuzen, wat een goede zaak is voor de Gentse haven en de gehele Vlaamse economie, zou ik graag een opsplitsing hebben van de 120 miljoen euro uitgaven waar altijd naar verwezen is. In het rapport staat dat het gaat over voorbereidingskosten en voorschot realisatiekosten. Ik druk op het woord ‘voorschot’. Want zoals de minister ongetwijfeld weet, is het voor de ESR-aanrekening belangrijk welke economische realiteit achter die cijfers zit. Die economische realiteit telt voor de aanrekening op het vorderingensaldo, zoals Eurostat al verschillende keren heeft laten weten.
Minister, hebt u al een beter zicht op de geraamde recurrente toename bij de reguliere uitgavenkredieten, dus de niet-investeringsuitgaven?
Volgens mijn eigen berekeningen heb ik andere cijfers dan degene die u daarstraks hebt aangehaald in het vorige debat. Volgens mij is de onderbenutting veel kleiner dan de geraamde onderbenutting, en ook kleiner dan wat u daarstraks hebt aangegeven, als ik het goed heb begrepen. Deze drie vragen hebben belang voor de correctheid van de ESR-aanrekening en het tekort.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Het gebouw aangekocht door de VLM betreft het kantoorgebouw dat gelegen is aan de Gulden Vlieslaan 72 in 1060 Brussel. Het gebouw werd gekocht van AXA Belgium nv op 12 december 2014.
De kosten van de voorbereidende werken bedragen maximaal 41 miljoen euro. Dat is het prijspeil 2014, inclusief btw. Het betreft voornamelijk grondaankopen. Vlaanderen en Nederland financieren elk 50 procent van deze kosten. De 120 miljoen euro bestaat dus uit circa 20 miljoen euro voorbereidingskosten en 100 miljoen euro voorschot voor de overige realisatiekosten. De vordering van 120 miljoen euro van Nederland op Vlaanderen is in 2014 ontstaan.
Waarom was dat dossier belangrijk voor 2014? Als het dan nog werd gestort, kon minister Weyts samen met zijn Nederlandse collega deelnemen aan een Europese aanbesteding om Europese middelen te hebben voor dit project. Dat is de reden waarom het te risicovol was om te wachten tot 2015 om de storting van het bedrag te doen. Dan zouden we buiten de timing van Europa vallen en het zou dom zijn dat te missen.
Uw derde vraag valt op dit moment moeilijk exact te beantwoorden aangezien er nog geen opsplitsing van de uitvoeringscijfers tussen werkings- en investeringsuitgaven beschikbaar is omdat de definitieve uitvoeringsrekening van de rechtspersonen nog niet beschikbaar is. De preconfiguratie gebeurde op basis van een rondvraag. Er is dan ook nog geen volledig zicht op welke opstoten in vereffeningskredieten recurrent zijn en welke niet. Op een bepaald moment is het van belang om die zeer gedetailleerde informatie te hebben. Wel kan ik meegeven dat de onderbenutting, exclusief de eenmalige uitgaven zoals de sluis in Terneuzen en de aankoop van het VLM-gebouw, 268,4 miljoen euro lager uitviel dan begroot, hoofdzakelijk door een lagere onderbenutting bij instellingen met veel investeringsuitgaven zoals het Vlaams Infrastructuurfonds (VIF), Waterwegen en Zeekanaal (W&Z), het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU) en het Hermesfonds. Het zijn instellingen met veel investeringsuitgaven. Het is wachten op de definitieve cijfers om te weten wat van de onderbenutting effectief investering is en wat werking bij de instellingen.
De heer Bertels heeft het woord.
AXA is geen probleem. Ik betwist het nut van de sluis in Terneuzen niet. Maar, zoals u zegt, we hebben het voorschot betaald vanwege een Europese aanbestedingsprocedure. Die kasuitgaven betwist ik ook niet. Dat is geen probleem.
Het gaat mij om de aanrekening. Voor zover ik de jurisprudentie en de uitspraken van Eurostat ken, zijn voorschotten niet noodzakelijkerwijze aanrekenbaar op het vorderingensaldo waarover we het hier toch hebben. De betaling is maar aanrekenbaar indien daar een economische realiteit tegenover staat. Als ik u goed begrepen heb, gaat het niet om gronden die al aangekocht zijn of niet voor het volledige bedrag van 100 miljoen euro. Het gaat me niet om de kasuitgaven maar om de aanrekening op het ESR-vorderingensaldo. Ik denk dat u daar voor uzelf te streng bent geweest, en ik weet niet waarom. Ik wil gewoon weten of mijn interpretatie van de Eurostatregels correct is of niet en dat u het tekort ‘moedwillig’ bezwaard hebt of niet. Dat is mijn specifieke vraag met betrekking tot dat tweede punt. Het is heel technisch, maar heeft wel een politieke consequentie omdat het gebruikt werd als uitleg voor het tekort.
Minister, ik heb het al gevraagd. Ik kom aan andere cijfers met betrekking tot de onderbenutting als ik de betaalkredieten vergelijk met de aanrekeningen. Ik zou graag uw cijfers – u spreekt van 268,4 miljoen euro minder – in detail kennen en weten hoe u daartoe gekomen bent. Dat lijkt me, kwestie van transparantie, niet meer dan normaal. Nu zitten we met verschillende cijfers.
Om u de technische details te besparen – uw administratie kent dit ongetwijfeld ook goed – heb ik hier een beslissing van Eurostat bij met betrekking tot de ‘Treatment of the Infrastructures Investment Projects’. Die zegt letterlijk dat het moet gaan om een economische realiteit. Hoe zit het hier?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Ik begrijp uw bekommernis. Wij denken dat we dat moesten doen, maar ik geef eerlijk toe dat het niet altijd zo zwart-wit is. In het monitoringrapport heb ik geschreven dat er tussen het moment van indiening van het rapport en de definitieve uitvoeringscijfers in maart, misschien nog een 100 miljoen euro zou inkantelen van Via-Invest. Ik heb dat er in het rapport als noot bij gezet, omdat we indicaties hebben dat Europa die beslissing gaat nemen. Dat is nog niet gebeurd. We weten dat er nog dossiers hangende zijn bij Europa. We interpreteren het zoals we denken dat het moet en in nauw contact met het INR. We denken dat we de juiste beslissing hebben genomen, maar nogmaals, ik verwijs bewust naar Via-Invest omdat er nog dossiers hangende zijn. Het is nog wat afwachten.
De heer Bertels heeft het woord.
U zegt dat u voorzichtig bent, dat laat ik voor uw rekening.
Minister, ik wil er zo op drukken, omdat gecommuniceerd werd dat de investeringen in Gent-Terneuzen de oorzaak zijn van het tekort. Volgens mij is dat niet zeker. Of het nu een groter of kleiner tekort veroorzaakte in 2014, dat is nog een andere discussie. Ik denk dat u hier een argument gebruikt hebt om het tekort te verantwoorden dat puur technisch volgens het INR niet correct is, tenzij u mij een brief kunt tonen van het INR. Dat zou u moeten geweten hebben. Ik wil nog een antwoord op dat laatste punt dat het ‘puur technisch niet correct is’. U verwijst naar het INR, ik zou graag de communicatie met het INR zien.
Misschien kunt u dat antwoord later geven of laten toevoegen aan het verslag?
Ik heb daarnet gezegd dat wij ervan uitgingen en uitgaan dat dat in 2014 moest worden aangerekend. Als u toch gelijk zou hebben, kan Via-Invest er wel bij komen en dan staan we nog altijd op datzelfde bedrag. Dat is de reden waarom ik het zeg.
U gebruikt het politiek argument als zou ik de investeringen aanhalen als een reden voor het tekort. Neen, want het gaat om een lagere onderbenutting bij onder meer Waterwegen en Zeekanaal, bij FFEU, bij het Hermesfonds: allemaal heel zware investeringsvehikels.
Minister, het gaat me om het feit dat voorschotten niet zomaar moeten worden aangerekend op het vorderingssaldo, los van de kas. Dat zou u moeten weten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.