Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, met grote bescheidenheid kom ik hier een vraag stellen, want ik maak geen deel uit van de commissie en ik ben ook geen plaatsvervangend lid. Er was iets waar ik met minister Weyts over van gedachten wilde wisselen.
Door de zesde staathervorming zijn wij sinds 1 januari 2015 bevoegd voor de homologatie van voertuigen. Enkel een gehomologeerd voertuig voldoet aan de gestelde vereisten voor verkeersdeelname en kan worden ingeschreven. Het gelijkvormigheidsattest of individueel goedkeuringscertificaat toont aan dat het voertuig gehomologeerd is en dus kan worden ingeschreven. Voor de meesten onder ons is dat geen probleem. Wij kopen een standaard voertuig, een auto. Dat is duidelijk en dat verloopt zeer vlot. Je kiest, je koopt, je betaalt en bij je wagen krijg je meteen alle nodige documenten.
Voor andere voertuigen echter, bedrijfsvoertuigen, is het vaak nodig dat de standaardwagen, bestelwagen, vrachtwagen of personenwagen, aangepast wordt op basis van de gebruiksdoeleinden. Voorbeelden zijn vrachtwagens of bestelwagens waar een koelcel in wordt geplaatst, een laadbak of laadklep in wordt geplaatst, een tillift in wordt gezet, of die worden omgebouwd tot werkvoertuigen voor specifieke diensten. Een knelpunt bevindt zich onder andere in de wegenbouw, maar ook bij wagens die worden aangepast voor vervoer van dieren.
Het is nogal een kluwen en dus is het moeilijk om daar duidelijkheid in te krijgen. De homologatie van de aanpassingen aan een voertuig maakt deel uit van de zogenaamde meerfasentypegoedkeuring waarbij iedere fabrikant of constructeur die bij het bouwproces van het voertuig betrokken is, dat gedeelte van het certificaat moet invullen dat zijn specifieke productiefase betreft. Er is dus de oorspronkelijke garage die een eerste goedkeuringscertificaat afgeeft, en dan volgen een of meerdere carrosseriebedrijven die elk voor hun aparte aanpassing aparte documenten moeten aanvragen en in orde brengen.
Zowel de carrosseriebedrijven als de garagisten, maar ook de kopers en gebruikers zijn slachtoffer van deze omslachtige en soms tijdrovende procedure. Eigenaars moeten vaak weken wachten alvorens de goedkeuring wordt afgeleverd. Maar mijn cijfers dateren natuurlijk van voor 1 januari toen de dienst nog federaal was. Maar in tussentijd staat het voertuig ongebruikt op de parking van de oorspronkelijke garage. Deze voertuigen zijn al betaald en terwijl de eigenaars wachten op de homologatie van de carrosseriebedrijven, genereert het voertuig enkel kosten en geen opbrengsten. Ik hoef u ook niet uit te leggen dat die specifieke bedrijfsvoertuigen worden gekocht omdat ze nodig zijn en bedoeld voor directe ingebruikname.
Dat aanpassingen aan bedrijfsvoertuigen aan de voorgeschreven technische specificaties moeten voldoen en men dat op een afdoende wijze moet aantonen, staat zeker niet ter discussie, daar wil ik duidelijk over zijn, maar de manier waarop dit nu moet gebeuren en de hieraan verbonden doorlooptijden zijn mijns inziens voor verbetering vatbaar. Nu de homologatie van aangepaste voertuigen een Vlaamse bevoegdheid is, hoop ik dat er hefbomen kunnen worden gevonden om de oorzaken van de wachttijden, alsook de praktische werking onder de loep te nemen.
Minister, welke van uw diensten is sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor deze dossiers? Over welke instrumenten beschikt u voor het vormgeven van deze nieuwe bevoegdheden? Welke zijn de huidige te volgen procedures? Wenst u die te behouden of wenst u die te evalueren met het oog op het nemen van initiatieven, net om die efficiëntie te verbeteren? Welke maatregelen of initiatieven kunt u nemen of opstarten om lange wachttijden te vermijden? Hoe gaat u hierover in overleg met de sector om een draagvlak en een optimaal resultaat te verkrijgen?
Minister Weyts heeft het woord.
Het is inderdaad een technische materie, maar een die rechtstreeks heel wat bedrijven aanbelangt en van enig economisch belang is en waar een traject voor verbetering mogelijk is.
Wat betreft het inkantelen in het beleidsdomein: het zit bij het departement Mobiliteit en Openbare Werken, binnen de afdeling Beleid, Mobiliteit en Verkeersveiligheid. Daarbinnen is een aparte cel homologatie en technische keuring.
Het Vlaamse Gewest beschikt over alle instrumenten en bevoegdheden om de regelgeving te wijzigen op basis van de zesde staatshervorming en de bijzondere wet van 6 januari 2014. Natuurlijk is er ook het Europees wettelijk kader dat ter zake geldt. Onder andere op dat vlak is een belangrijke kaderrichtlijn die van 2007. Daarnaast blijft het gegeven dat wij als Vlaamse overheid gebonden blijven aan de productnormen die dan wel federaal zijn gebleven, maar die op hun beurt dan ook weer sterk Europees bepaald zijn.
Gelet op de problemen die er inzake de homologatie van voertuigen bestaan, bestuderen we momenteel verschillende scenario’s om het proces aan te passen en te reorganiseren, net in functie van, zoals u terecht aanhaalt, de vlotheid en de doorstroming. Dat zit nog in een beginfase. Verdere analyse is nodig om te bepalen of homologatie al dan niet tot de kerntaken van de overheid behoort.
Wel hebben we onmiddellijk getracht om enige vlotheid te krijgen, met enkele concrete maatregelen.
Ten eerste komt er een selectieve screening van dossiers om de behandelingstijd te versnellen. De kwaliteit van dossiers laat soms te wensen over. Met een selectieve screening winnen we wat tijd voor alle goed samengestelde dossiers. Tweede maatregel betreft de scope van de applicatie voor de automatische goedkeuring van voertuigen geconstrueerd door erkende fabrikanten. Dat is de iFast-procedure. Die zal worden uitgebreid zodat bijkomende categorieën van voertuigen snel kunnen worden gehomologeerd. De actieradius van die procedure willen we dus uitbreiden. Ten derde, worden mensen die over de nodige expertise beschikken of die die op korte termijn kunnen verwerven, maximaal toegewezen aan de cel Homologatie. Het gaat eigenlijk over het verhogen van de specialisatiegraad. Dit onderwerp vereist een hoge mate van technische kennis.
Ten vierde denken we op iets langere termijn aan een spoor om mobiele technische diensten in te schakelen voor keuring, voorafgaand aan een homologatie bij niet-erkende fabrikanten. Op die manier kan de kwaliteit van die dossiers verbeteren waardoor de cel Homologatie ten dele wordt ontlast. Het gaat om assistentie ten aanzien van indieners van dossiers. Er zijn er die heel veel gebruik maken van de procedure van homologatie omdat ze beroepsmatig met de aanpassing van voertuigen bezig zijn. Daarnaast zijn er heel wat occasionele spelers. Er wordt nu wat tijd verloren met slecht opgestelde of onvolledige dossiers.
Er is regelmatig overleg met de sector. Volgens mij gebeurt dat ondertussen bijna op maandelijkse basis.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben blij dat u het probleem erkent. We horen heel vaak redenen om uit te leggen waarom iets lang duurt of waarom iets complex is. U erkent het economische belang en er is een verbeteringstraject mogelijk. U wilt daar werk van maken. Ik vond dit dan ook een aangenaam antwoord.
U hebt enkele maatregelen opgesomd die u op korte termijn kunt nemen. Met de tweede inzake de uitbreiding van de automatische goedkeuring, de iFast-procedure, zijn zeker efficiëntiewinsten te boeken. Ook het opdelen van de dossiers in dossiers die in orde zijn versus occasionele is een goede maatregel, evenals de mobiele technische keuring en de specialisatiegraad. Dat kan een meerwaarde bieden.
Het spreekt voor zich dat het positief is dat de sector betrokken wordt. Ik neem aan dat ze uitkijken naar het verdere werk dat u hierin stopt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.