Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, op 16 januari vestigde Kristel Vandenbrande, de adjunct-directeur van het Koninklijk Belgisch Filmarchief Cinematek de aandacht op een prangende kwestie. Het waardevolle archief – het tweede grootste van Europa – met maar liefst een miljoen filmdozen, dreigt totaal te verkommeren. De huidige stockeringsgebouwen zijn in de jaren 80-90 als noodoplossing verworven, maar waren in feite nooit bedoeld voor de bewaring van films. Het is een problematische zaak, omdat film het best wordt bewaard bij een temperatuur van maximaal 5 graden en een luchtvochtigheid van 35 procent.
De twee grote stockeringsgebouwen in Elsene vreten energie en veel installaties moeten dringend worden vernieuwd. Als we niet opletten, gaat er waardevol filmerfgoed verloren. Tragisch, zeker aangezien in vrijwel heel Europa ondertussen werk is gemaakt van duurzame filmconservering.
Een van de pistes die naar voren wordt geschoven, is de Reyerssite, waar de VRT en de RTBF hun gebouwen hebben. Daar zal in de komende jaren het mediapark het licht zien. Dit ambitieuze project zal plaats bieden aan nieuwe omroepgebouwen, andere mediabedrijfjes en verwante voorzieningen. Ook het Cinematek-project is al opgenomen in het programma voor de herontwikkeling. Niet alleen de huidige collectie, maar ook de beeldarchieven van de VRT en de RTBF zouden een plaats krijgen in een nieuw, aangepast gebouw op de Reyerssite.
Bovendien kan de expertise van Cinematek worden ingezet om het beeldarchief van de VRT waar nodig te restaureren en te digitaliseren. Zelfs een opleidingscentrum voor digitalisering behoort tot de mogelijkheden.
Minister, toen ik deze vraag om uitleg stelde, was ik me niet zo bewust van het feit dat het de zenuw raakt van Cinematek. Cinematek is een stichting van openbaar nut en dat betekent dat geen enkele overheid zich het probleem aantrekt van filmarchivering. Ze krijgen federale subsidies, maar dat betekent niet dat er een federaal beleidsplan is voor Cinematek. Ze krijgen ook een schenking van de Nationale Loterij. Cinematek krijgt evenveel als het filmarchief van Luxemburg. Als je de collecties vergelijkt, dan zie je dat Cinematek een Europese autoriteit is, en Luxemburg helemaal niet. Ze doen heel veel met heel weinig geld.
Minister, bent u op de hoogte van dit probleem en van de eventuele piste om naar de Reyersite te verhuizen? Wat denkt u daarvan? Hebt u hierover al overlegd met collega’s? Gaat u zich de problematiek van het filmarchief aantrekken? Bent u van plan een begin van beleid of visie voor de archivering van film te ontwikkelen?
Cinematek werkt ook samen met het Vlaams Instituut voor Archivering (VIAA). Als de budgetten daar worden ingekrompen, dan zal dat ook een repercussie hebben op Cinematek, maar ook op alle andere organisaties bij wie vandaag ook al het water aan de lippen staat. Gelooft u dat er een oplossing ligt in de schoot van de fameuze samenwerkingsovereenkomst Vlaanderen-Franse Gemeenschap?
De heer Poschet heeft het woord.
Ook ik zal jullie vergasten op een gedicht. Ik ga daarvoor naar het Oosten, maar niet zover als mevrouw Segers. Ik stop halverwege, namelijk in Polen, bij Wislawa Szymborska, die de Nobelprijs Literatuur heeft gewonnen in 1996. Hiermee wil ik een postuum antwoord bieden aan iedereen die me heeft gevraagd: “Waarom studeer je in godsnaam Slavistiek?” Wel, dat is om in de commissie Cultuur een gedicht van een Poolse dichteres te kunnen voorlezen. Ik zal het in het Nederlands doen.
Einde en begin
Na elke oorlog
moet iemand opruimen.
Min of meer netjes
wordt het tenslotte niet vanzelf.
Iemand moet het puin
aan de kant schuiven
zodat de vrachtwagens met lijken
over de weg kunnen rijden.
Iemand moet waden
door het slijk en de as,
de veren van canapés,
de splinters van glas
en de bloederige vodden.
Iemand moet een balk aanslepen
om die muur te stutten,
iemand het glas in het raam zetten,
de deur in de hengels tillen.
Fotogeniek is het niet
en het kost jaren.
Alle camera’s zijn al
naar een andere oorlog.
De bruggen moeten terug
en de stations opnieuw.
Van het opstropen
gaan mouwen aan flarden.
Met een bezem in de hand
vertelt iemand nog hoe het was.
Iemand luistert en knikt
met een hoofd dat nog niet is afgekletst.
Maar bij hen in de buurt
duiken al gauw lieden op
die het begint te vervelen.
Soms zal iemand nog
onder een struik
doorgeroeste argumenten opgraven
en ze naar de vuilnishoop brengen.
Zij die wisten
waarom het hier ging,
moeten wijken voor hen
die weinig weten.
En minder dan weinig.
En ten slotte zo goed als niets.
In het gras, overwoekerd
door oorzaak en gevolg,
moet iemand liggen die
met een aar tussen zijn tanden
naar de wolken staart.
Dan ga ik even in op Cinematek. Vorige week had ik het genoegen om met enkele collega’s, ook van het federaal parlement, Cinematek te bezoeken. Ik was enorm geschrokken. Ik kende het niet en wist niet dat het zo’n omvang heeft en wereldwijd tot de top vijf behoort. Er worden duizenden filmbanden bewaard met een schat aan verbeelding en op het netvlies gebrande beelden. Het is inderdaad een stichting van openbaar nut. Dat heeft het voordeel dat ze onafhankelijk zijn, dat ze een flexibele structuur hebben. Het nadeel is dan dat ze niet een natuurlijke vader en moeder hebben die voor zijn of haar verantwoordelijkheid kan worden gesteld, weze het dat dat de gemeenschappen zijn of de federale overheid. Op dit moment zijn het vooral de federale overheid en de Nationale Loterij die dit steunen. Maar dat is niet wettelijk of decretaal verankerd. Cinematek genereert voor een derde aan eigen inkomsten. De overheid staat dus niet in voor 100 procent financiering.
Minister, wat kunt u vanuit de Vlaamse Gemeenschap doen? Dat is geen gemakkelijke vraag, dat weet ik, want het gaat om centen, terwijl dit meer een besparingsperiode is dan een periode van nieuwe uitgaven. Ziet u mogelijkheden om dit op Europees niveau te tillen of een uitweg te vinden in een samenwerking met het Europese niveau? Misschien kunnen we dat koppelen aan Brussel als Europese hoofdstad, aangezien dit toch tot de top van de Europese filmarchieven behoort.
De heer Meremans heeft het woord.
Mevrouw Idrissi zei dat Brussel een moeilijk geval is. Ik hoop dat dat niet geldt voor de Brusselaars.
Ik heb Cinematek ook bezocht, maar dan wel in de zomer van 2013. Ik druk mijn appreciatie uit voor de instelling en het werk dat men daar levert. Die instelling wordt gesubsidieerd door de federale overheid en de Nationale Loterij. Het heeft een bicultureel statuut. Cinematek en ook andere instellingen kijken uit naar bijkomende mogelijkheden. Cinematek zou eventueel ook digitaliseren, net als het archief van de VRT, maar daarstraks hadden we het over VIAA. Ik hoop dat we dan geen twee organisaties ondersteunen die met hetzelfde bezig zijn. Een van de aanbevelingen was om dubbele financiering te vermijden.
Samenwerking met organisaties die geen Vlaamse instelling zijn of door de Vlaamse overheid worden gesubsidieerd, kan projectmatig zijn – dat is in het verleden al bewezen –, als het een meerwaarde biedt voor de Vlaamse overheid en het Vlaamse archief. Ik besef ook dat er in het archief waardevolle erfgoedelementen zijn, dat betwist niemand. De vraag is wie het moet financieren. Er gaan in Brussel nog talloze andere ballonnen op. Men kijkt naar de gemeenschappen, of daar niet extra geld vandaan kan komen.
Projectmatig kunnen de gemeenschappen samenwerken met instellingen die door de federale overheid worden ondersteund, maar een structurele financiële ondersteuning is iets anders. Daarnet nog, en de komende maanden ook, debatteren we over keuzes die de regering maakt, ook in het cultuurbeleid. Je moet ook zorgen dat de eigen instellingen hun werk kunnen blijven doen. In plaats van te gaan naar onze kerntaken, komt er nu steeds meer bij. Dat is allemaal waardevol en de moeite, ik kan het best begrijpen. Maar wij moeten niet inspringen omdat er ergens anders te weinig financiering zou zijn. Die bedenking geef ik mee. Ik kijk reikhalzend uit naar uw antwoord, maar in de toestand waarin wij ons bevinden, is structurele ondersteuning zeer moeilijk.
Minister Gatz heeft het woord.
Mevrouw Idrissi, u hebt gelijk dat u dit aankaart, want de waarde van de collectie van Cinematek staat buiten kijf. Het is een van de rijkste filmcollecties in Europa en zelfs wereldwijd. Er dient dan ook te worden geïnvesteerd om deze collectie ook in de toekomst te vrijwaren en volgens de huidige normen toegankelijk te maken voor toekomstige generaties.
De voorbije zomer heeft Cinematek beslist alles in het werk te stellen om zo snel mogelijk een meer duurzaam onderkomen te vinden. Deze intentie werd ook publiek gemaakt in de strategische nota, die het voorbije najaar ruim verspreid werd en ook op mijn kabinet werd ontvangen. Er zijn evenwel nog geen beslissingen genomen qua locatie. Cinematek is pas gestart met het verkennen van mogelijke pistes.
De Reyerspiste vormt, gezien de aard van het project, een eerste piste die nader verkend wordt. Sinds de zomer heeft Cinematek hierover contact met het Agentschap voor Territoriale Ontwikkeling (ATO) van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, dat de herinrichting van de site coördineert. Het ATO voert momenteel een studieopdracht uit over de stockeringsmogelijkheden van het archief van Cinematek op de Reyerssite in het kader van het masterplan. Cinematek is ook opgenomen in het programma voor herontwikkeling, maar dit programma bevindt zich voorlopig nog in een verkennende studiefase. De mediasite op Reyers kan vanzelfsprekend een waardevolle piste zijn, gezien de mogelijke synergieën. De aanwezigheid van Cinematek kan ook een meerwaarde betekenen voor de mediasite an sich. De VRT heeft te kennen gegeven dat zij bereid is tot samenwerking met Cinematek, indien dit opportuun is binnen het Vlaamse archiefbeleid en indien dit in het voordeel is van de VRT en Cinematek. Er zijn dus voorwaarden, maar er is een positieve, open houding.
De creatie van een volwaardig filmconservingscentrum is een project over verscheidene jaren dat enkel gerealiseerd kan worden wanneer er een draagvlak is bij de verschillende beleidsniveaus, daarin hebt u gelijk en daarmee vertel ik niets nieuws. Op dit moment heb ik over dit concrete project nog geen overleg gehad met mijn collega’s, maar in de toekomst zal dit zeker gebeuren.
Er zit een element van korte termijn in uw vraag, maar hoofdzakelijk gaat het om middellange termijn. Wat de korte termijn betreft, namelijk dat de publieke financiering uitsluitend door de federale overheid gebeurt en dat daar een gat valt, is het niet evident voor mij om de gaten die elders vallen zomaar te dichten. Maar goed, we worden geconfronteerd met de realiteit en de feiten. Zelfs al ben ik tot veel bereid, het is allemaal niet zo vanzelfsprekend op korte termijn.
Op middellange termijn gaat uw vraag over de verhuis. Die gesprekken zullen we zeker opstarten met de collega’s, zowel in verband met cultuur als media. We gaan kijken met de VRT en noodzakelijkerwijze ook de RTBF wat mogelijk is. Het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest speelt toch al een constructieve rol daar, via de coördinatie door ATO. Ik sluit dus niet uit dat er mogelijkheden zijn. We zullen in de komende maanden eerder dan weken hopelijk verder perspectieven kunnen brengen.
Minister, ik dank u voor uw antwoord, dat mij wel hoopvol stemt. U bent bereid om daar mee in te stappen en na te denken over de piste van de Reyerssite. Het klopt dat mijn vraag ook gaat over de iets langere termijn. Nog los van subsidies, want dat woord heb ik niet eens genoemd, vraag ik me af welke minister het zich wil aantrekken om een traject uit te denken voor de digitalisering van het filmarchief. Dat overlapt deels met VIAA. En misschien kunnen ze daarin worden opgenomen. Er zou minstens een visie moeten zijn op waar we naartoe willen met dat – zoals u zelf hebt bevestigd – internationaal gerenommeerde archief. U gooit het kind niet met het badwater weg. Dat stemt me blij en hoopvol.
Ja, dank u wel voor uw antwoord, minister. Ik ben ook blij dat u werkt aan perspectieven in de komende maanden. Het klopt natuurlijk niet volledig wat de heer Meremans zei, dat VIAA en Cinematek hetzelfde werk doen. Door de financiële situatie waarin ze zitten, hebben ze ook wel het gezond verstand om geen dubbel werk te doen.
Cinematek heeft een specifieke expertise en een technische bagage die niemand anders heeft. De mensen die die films conserveren en restaureren kunnen hun opleiding niet eens in België volgen, enkel in Milaan en Amsterdam. Dat is op internationaal niveau. Het is eerder een toegangspoort, voor wat nadien naar VIAA gaat, en geen dubbel werk. Ik kijk ook hoopvol verwachtend uit naar de komst van meer nieuws over samenwerking.
Ik kan me aansluiten, we zijn allemaal hoopvol. Minister, ik heb gehoord dat u daarover nog moet overleggen met uw collega’s en dat het moet passen binnen ons Vlaamse cultuurbeleid. Er moet een meerwaarde zijn. Er is een samenwerkingsakkoord, dat nog moet worden ingevuld. We kijken er ook naar uit.
Indien men voor instellingen die niet Vlaams zijn maar nu door een ander niveau worden gesubsidieerd of geleid, verwacht dat Vlaanderen een rol opneemt, moet er ook een vorm van zeggenschap zijn. Dat wil ik zeker eens bekijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.