Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
We hebben vanmorgen al heel wat gehoord over jongerenwerkloosheid en de inschakelingsuitkering.
In 2012 besliste de toenmalige Federale Regering-Di Rupo dat de inschakelingsuitkering voor schoolverlaters in de tijd zou worden beperkt. Die maatregel laat nu pas zijn effecten voelen.
Deze uitkering is er voor mensen die na hun schoolperiode niet of onvoldoende gewerkt hebben en daardoor geen recht hebben op een gewone werkloosheidsuitkering. Nu wordt deze uitkering beperkt tot een periode van drie jaar.
Met die maatregel probeert de Federale Regering deze mensen te motiveren om actiever op zoek te gaan naar werk, een opleiding te volgen of opnieuw te gaan studeren. Door de afschaffing verliezen ongeveer 23.000 mensen hun inschakelingsuitkering, zowel in Brussel en Wallonië als in Vlaanderen. Van de 23.000 personen die hun inschakelingsuitkering verliezen, zijn er ongeveer 6500 jonger dan 25 jaar. De rest zijn mensen ouder dan 25 jaar die al jaren of zelfs tientallen jaren niet of onvoldoende hebben gewerkt om recht te hebben op een normale werkloosheidsuitkering.
Minister, worden de personen die hun inschakelingsuitkering verliezen gecontacteerd door de VDAB voor een nieuw intakegesprek om ze toch nog toe te leiden naar de arbeidsmarkt of om ze te motiveren om een opleiding te volgen of opnieuw te gaan studeren, eventueel via de VDAB, Syntra of derden? Welke maatregelen zullen worden genomen om deze groep te helpen? Komen hiervoor extra inspanningen van de VDAB? Een aantal media voorspelden een enorme stijging van het aantal leefloners als gevolg van de uitvoering van die maatregel. Klopt dat?
De heer Annouri heeft het woord.
Aansluitend op deze vraag wil ik nog even stilstaan bij de grote groep van mensen die niet-toeleidbaar zijn. De heer Hofkens heeft er daarnet ook op gewezen dat we voorzichtig moeten zijn met het label dat we op die groep plakken. Ook die mensen verliezen hun inschakelingspremie. Het gaat over mensen die volgens de VDAB niet thuishoren binnen het systeem van de werkloosheidsuitkeringen.
Duidelijke cijfers hierover heb ik niet kunnen vinden. Uit een recente screening van de VDAB bij 1500 werkzoekenden met een inschakelingsuitkering bleek dat maar liefst 951 mensen werden gelabeld als ‘niet-toeleidbaar’. Het is een goede zaak dat de VDAB die mensen screent, tenminste als men ze op basis van die screening een aangepast toekomstperspectief kan geven en hen duidelijk kan oriënteren.
De discussie over wie bevoegd is voor welke doelgroep en of niet-toeleidbaren thuishoren in een werkloosheidssysteem of in de bijstand, woedt al langer. Hoeveel mensen zullen in 2015 hun uitkering verliezen? (Opmerkingen van minister Philippe Muyters)
Ik zal dan mijn andere vragen stellen. Zal de VDAB in de toekomst alle mensen die een wachtuitkering krijgen, screenen? Wordt er verdere oriëntatie gekoppeld aan de screening? Hebt u overleg gepleegd met het federale en lokale niveau over deze problematiek? Denkt u na over een aangepast statuut voor de groep niet-toeleidbare werkzoekenden? Hoe kan dat eruitzien?
De heer Hofkens heeft het woord.
Ik wil er geen ideologisch debat over voeren, maar iemand die echt niet-toeleidbaar is – en dat kan bijvoorbeeld door een medische situatie – moet een totaal ander bijstandsbegeleidingstraject krijgen. Dat is een totaal andere benadering. Als het echt niet kan dat mensen naar werk worden toegeleid, kun je hen ook niet manu militari dwingen. Dit is een andere problematiek dan activering. Tot de conclusie komen dat iemand echt niet activeerbaar is, moet een uitzonderingssituatie zijn. Ik ben ervan overtuigd dat veel mensen, met welzijnsomkadering, toch nog uit een situatie kunnen worden gehaald en geactiveerd kunnen worden.
Minister Muyters heeft het woord.
Voorzitter, ik zal daarvoor niet in een apart statuut voorzien. Het is mijn job om mensen te proberen te activeren, maar er moet een goede kans zijn om die mensen naar een job te begeleiden. Het is pas na een intensief begeleidingstraject waar problemen zich telkens opnieuw voordoen, dat het label ‘niet-toeleidbaar’ wordt gebruikt. Er zijn dan andere mogelijkheden, zoals het OCMW.
De VDAB heeft alle werkzoekenden die hun inschakelingsuitkering dreigen te verliezen en de voorbije twee jaren geen dienstverlening hebben gekregen, uitgenodigd voor een passend aanbod. Werkzoekenden die al in een traject zaten, werden in de regionale VDAB uitgenodigd of kwamen er spontaan aankloppen. Op basis hiervan werd een groep van ‘kwetsbare werkzoekenden met een inschakelingsuitkering’ in kaart gebracht. De VDAB heeft zijn job gedaan.
Daarnet ben ik al vrij uitvoerig op deze zaak ingegaan. Ik heb toen gezegd dat we dat vooral doen met partners. Het is een tender die probeert de passende maatregelen te nemen.
De inhoud van de acties wordt bepaald in functie van de competenties en behoeften van de persoon. Bij de VDAB en SYNTRA zijn er op het vlak van herscholingen mogelijkheden. Dat kan binnen de huidige capaciteit. Als het nuttig is volgens de inschatting van competenties en talenten die nodig zijn voor een job, kunnen die trajecten ook worden meegenomen. Ook opleidingen binnen de VDAB zijn daar mogelijk, of studies. Het hangt er allemaal van af. Waar het nuttig is, wordt het hervatten van studies gestimuleerd.
Het is moeilijk om in te schatten wat de impact op de OCMW’s zal zijn. Het valt alleszins niet uit te sluiten dat personen die hun inschakelingsuitkering verliezen, zullen aankloppen bij het OCMW. Om hoeveel mensen dat zou kunnen gaan, kunnen we niet inschatten.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Het is belangrijk om die jongeren te triggeren opdat ze op zoek zouden blijven gaan naar werk. We zijn er met zijn allen van overtuigd dat we er alles aan moeten doen om ze zo snel mogelijk naar de arbeidsmarkt toe te leiden. Dat is de beste garantie op een beter leven en een betere toekomst. Wat het OCMW betreft: dat zal de toekomst uitwijzen. Ik zal dat blijven opvolgen.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Uiteraard moet er alles aan worden gedaan om de jongeren te activeren. Als echter 60 procent van de groep werkzoekenden die de inschakelingspremie kwijtspeelt, ouder dan 30 jaar is, moeten we er alles aan doen om die groep niet te laten vallen. Het gaat niet over een nieuwe doelgroep, maar telkens over dezelfde groep, namelijk die tussen 30 en 50 jaar.
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Kherbache, ik bewonder uw vasthoudendheid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.