Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Vraag om uitleg over Volvo Cars Gent en het verlies van de XC60
Vraag om uitleg over de geplande hervormingen bij Volvo Gent
Verslag
De heer Van Malderen heeft het woord.
Ik heb inderdaad een vraag ingediend over Volvo Cars in Gent, al is het maar om Limburgse scenario’s, met name Fordscenario’s, te vermijden in Oost-Vlaanderen. Mevrouw Turan heeft voor honderd procent gelijk: in Vlaanderen hebben we een jammerlijke reeks van sluitingen gekend in autoassemblagebedrijven. Dat betekent dat we met een aantal collega’s in dit parlement het dossier van Volvo Gent al enkele jaren van heel dichtbij opvolgen en bij tijd en wijlen daarover vragen stellen.
Het is evenzeer een vaststaand en terugkerend feit dat planning in autoassemblagefabrieken aan evolutie onderhevig is. Modellen komen en gaan, maar het is wel de bedoeling dat die fabriek blijft bestaan. (Gelach. Opmerkingen)
We konden in de pers de dubbele boodschap vernemen dat Volvo Gent de assemblage van het zeer succesvolle XC60-model zou verliezen aan de fabriek in Zweden. Ik zeg wel degelijk ‘zou’, want we moeten het doen met een aantal verklaringen. Daar staat dan wel tegenover dat het CMA-platform in de plaats zou komen. Gent zou zich gaan focussen op de compacte modellen, eigenlijk dé gidsfabriek worden op dat vlak en op die manier een nieuwe toekomst krijgen.
De tewerkstellingsgraad zou op peil blijven. Het gaat over 5300 vaste en 350 interimmedewerkers. Op die manier zouden die mensen tot 2025 hun job kunnen behouden.
De streefdatum om de nieuwe modellen in productie te laten gaan, zou 2018 zijn. Er is dus nog wel even tijd, maar de klokt tikt natuurlijk wel. We wisten allemaal dat 2014 en 2015 cruciale jaren zouden worden, gezien de cyclus van modellen. Dat bleek ook uit eerdere vragen. En dus, minister, is het nogal logisch dat we u een aantal vragen stellen, ook gezien het werkbezoek dat u, minister-president Bourgeois en minister Schauvliege, een paar dagen geleden hebben afgelegd, waarbij de minister-president heeft onderstreept dat Vlaanderen bereid is om een aantal steunmaatregelen te nemen.
Minister, hebt u, hetzij vooraf, hetzij tijdens uw werkbezoek, de bevestiging gekregen dat de dubbele boodschap die we daarnet hebben geschetst, terecht is? Vertrekt het XC60-model, maar krijgt men daarvoor in de plaats gegarandeerd het CMA-platform? Kunt u bevestigen dat de tewerkstelling, zoals daarnet geschetst, op peil blijft? Kunt u bevestigen dat u daarover gesprekken hebt gevoerd? Ik denk dat dat na dit weekend een evidente vraag is.
De minister-president heeft de steunmaatregelen van de Vlaamse overheid dit weekend in de etalage gezet. Is er daarover ondertussen ook een vraag gekomen vanuit het bedrijf? Met andere woorden, is er een dossier? Als dat zo is, vernemen we dat graag.
Op welke manier denkt u de fabriek en haar werknemers te kunnen steunen, vooral in de fase van de overgang? Als je zo’n platform moet installeren, zit je in een fase van overgang. Het ene model faseert uit. Vandaag is het op piekhoogte, maar je kunt ervan op aan dat dat zal dalen. Je moet de volledige ombouwfase timen. Er is een fase waarin mensen in opleiding gaan, maar misschien zullen er ook wel momenten bestaan – dat is in het verleden toch al gebleken – dat er discussie bestaat over verschillende ploegen, dat er opleidingen moeten worden gepland, misschien zelfs tijdelijke werkloosheid enzovoort. Op die momenten gaan we wellicht iets ruimer dan het loutere steuninstrumentarium dat in de focus komt.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ook ik heb een vraag om uitleg ingediend over Volvo Cars Gent. Het is niet zo dat ik de pretentie heb om te verklaren dat mijn vraag een Opel- of Fordscenario zou kunnen vermijden. (Opmerkingen van de heer Bart Van Malderen)
Ja, mijnheer Van Malderen, u hebt duidelijk ambitie. Dat siert u.
Maar omdat Volvo Cars Gent natuurlijk een heel belangrijke werkgever is in Oost-Vlaanderen, volg ik dit dossier al jaren op. We zijn blij dat de Vlaamse Regering heel wat aandacht heeft voor dit bedrijf, dit dossier, onder andere met het werkbezoek van vorige week. Uit uw eerdere schriftelijke vraag heb ik begrepen dat er volgende week of binnen twee weken nog een overlegmoment is gepland met de CEO van de Volvo Group zelf. Ik denk dat dat een heel belangrijk moment is om te kijken hoever het dossier staat en wanneer er een dossier, bijvoorbeeld over opleidingssteun, zal worden ingediend.
Ik denk dat de heer Van Malderen de omstandigheden al ruim heeft geschetst. Ik denk dat het ook belangrijk is te stellen dat de Vlaamse Regering, niet alleen deze, maar ook de voorgaande, heel wat belang heeft gehecht aan een goed en regelmatig contact met Volvo Cars, zowel met de Gentse directie en de vakbonden als met de Volvo Group en de Chinese eigenaars. Er was al heel wat ondersteuning gepland. Er was ondersteuning voor het opleidingsprogramma en ook ecologiesteun, recent nog 2 miljoen euro voor het warmtenet dat is gepland tussen Stora Enso en Volvo-fabriek. En met resultaat, want uiteindelijk was 2014 het op één na beste jaar voor Volvo Gent, met ongeveer 260.000 geproduceerde wagens. Belangrijk daarbij is de XC60, die goed is voor 43 procent van de productie in Gent. De XC60 verlaat Gent op termijn, maar in ruil komt dus dat kleinere platform naar Gent, waarbij kleinere wagens zullen worden gebouwd. De XC40 zal alleen in Gent worden gebouwd en wereldwijd worden verdeeld.
Er zijn een aantal belangrijke aspecten voor de vestiging van Volvo Gent. Een aantal aspecten vallen onder uw bevoegdheid en andere onder de bevoegdheid van uw collega’s. Zo zijn er aspecten van Mobiliteit en Openbare Werken aan de orde, maar ook aspecten van Omgeving, met de milieu- en klimaatnormering. Uiteraard zijn er ook een aantal aspecten van Werk en Economie. Ik ga ervan uit dat u uiteindelijk voor een stuk coördinerend minister bent als het over dergelijke dossiers gaat.
Minister, hoe reageert u op het nieuws van het verlies van de productie van de XC60 en de omschakeling naar dat kleinere platform?
Belangrijker misschien is dat overleg van volgende week met de top van de Volvo Group. Welke agendapunten zullen daar aan bod komen? Wat zijn de prioriteiten van de Vlaamse Regering in dezen? Wat zijn de prioriteiten van de Volvo Group voor dat overleg?
In het verlengde daarvan: hoe kan Vlaanderen nog meer inspanningen leveren om Volvo in Vlaanderen te ondersteunen, bijvoorbeeld via strategische opleidingssteun? Ook daar heb ik dezelfde vraag als de heer Van Malderen: is er effectief een dossier dat zich aandient?
Iets ruimer dan uw eigen bevoegdheid, maar toch ook belangrijk voor de economische ontwikkeling daar, is het mobiliteitsdossier. Wat zal er op dat vlak gebeuren op het terrein en wanneer? Hebt u zicht op budget en timing van uitvoering van de werken die heel belangrijk zijn voor Volvo?
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik zal niet herhalen wat er al is gezegd. Onze gekoppelde vragen om uitleg waren een paar weken geleden gepland, maar door verschuivingen van de agenda is de vraagstelling op sommige punten al achterhaald.
Er valt mij inderdaad iets op. Als we spreken over ‘change’, verandering, dan is er altijd die paniekerige ondertoon, ook in de media, terwijl verandering ook een positieve boodschap kan hebben.
De XC60 wordt niet naar China gebracht, maar wel naar Zweden. Dat betekent dat er voor een aantal modellen misschien toch nog plaats is in Europa. Zweden is niet België, maar ook niet China. Als er dan anderzijds een nieuw platform zou komen, een CMA-platform voor de ‘40’, de kleinere SUV-wagens, denk ik wel dat dat een toekomstmodel kan zijn dat hier in West-Europa beter past dan op een aantal andere markten. De ‘deciders’ in Zweden of China zullen wel goed hebben nagedacht en bekeken waar een model succes kan hebben en waar ze dat dan ook moeten produceren, zodat het zo dicht mogelijk wordt geproduceerd bij het gebied waar het kan worden verkocht.
Ik heb het dus eigenlijk eerder gelezen als een positieve boodschap van hoe iets kan veranderen. Het gaat om een verandering die positief kan zijn.
Ik denk dat de Vlaamse overheid, bij monde van de Vlaamse Regering, Vlaanderen zo veel mogelijk moet verkopen en het positief imago van Vlaanderen moet brengen bij de CEO en andere mensen die zij daar ontmoeten. Ze kunnen bekijken welke steun er zou kunnen zijn als we spreken over onderzoek, ontwikkeling, strategische opleidingssteun enzovoort. Ze moeten proberen dat te verkopen.
Soms spreek ik met de mensen van het F.I.T., bijvoorbeeld Claire Tillekaerts. Zij bekijkt waarom bepaalde buitenlandse investeringen niet meer bij ons gebeuren. Er worden twee hoofdredenen opgegeven. In België in het algemeen, en dus ook Vlaanderen, zitten we met een imagoprobleem, door de mogelijke black-out en de wilde stakingen. Ik vind dat het de taak is van onze Vlaamse ministers om ons echt te gaan verkopen bij de bedrijven die wel nog willen investeren.
Dus, minister, ik weet al dat u contact hebt opgenomen met het management, u bent er geweest. Hebt u na die gesprekken meer zicht op de impact van de reorganisatie? Wat uw verkoopsgesprek betreft, als ik het zo mag uitdrukken: wat kunt u Volvo aanbieden om hier te blijven? Het lijkt me logisch dat ze hier produceren wat hier kan worden verkocht, maar we hebben het imago tegen. Minister, u kunt onze verkoopsambassadeur zijn.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik heb het laatste jaar heel wat contact gehad met Volvo. Ik ben op een vrijdag mee gaan draaien in de opleiding teamwork, dat was heel interessant. Ik was er samen met minister Schauvliege in verband met de ecologiesteun van Stora Enso. Afgelopen maandag was ik er ook.
Op 18 december 2014, voor er over was bericht, ben ik informeel telefonisch op de hoogte gesteld van de positieve boodschap – zo hebben ze het duidelijk gebracht – van het verdwijnen van de XC60 maar ook van het nieuwe, moderne platform, dat heel veel mogelijkheden geeft die er vandaag niet zijn. Ze hebben toen expliciet gevraagd om daarover niet te communiceren. Zij hebben dat gecommuniceerd bij de start van het Autosalon. Als dat wordt gevraagd, respecteer ik dat. U zult dat wel begrijpen. Zo behoud je de kans dat men je blijft informeren in de toekomst.
Vorige week maandag waren we daar. Voor mij is het belangrijkste dat ze effectief een toekomstperspectief hebben in Gent. Het nieuwe platform is heel concreet. Dat heb ik maandag bij het bezoek kunnen vaststellen. De bouw ervan zal er ook toe leiden dat de huidige tewerkstelling de volgende jaren op peil kan blijven. Op het overleg met de directie hebben we vooral geluisterd naar de toekomstplannen en de impact ervan op Vlaanderen. Wat me opviel, is dat ze een capaciteitstekort hebben en dat ze een stijging van de capaciteit verwachten voor hun modellen in de toekomst. Het gaat om een serieuze capaciteitsverbetering, onder andere door nieuwe markten zoals China maar ook voor bepaalde markten in West-Europa. Het is de bedoeling dat het nieuwe platform niet enkel wagens kan produceren voor West-Europa, maar ook voor de Verenigde Staten. Dat is nieuw. Vroeger was het niet zo dat de in Gent geproduceerde auto’s naar de VS konden. Die elementen stemmen mij toch hoopvol.
Daarnaast hebben we gesproken over mogelijke steun, daar kom ik zo dadelijk nog op terug. Het gaat dan over steun voor de opleiding van de werknemers. Er stonden nog enkele andere punten op de agenda, zoals de EU-richtlijn voor CO2 en NOx en het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) voor vrije handel met Amerika. Naar goede traditie bij Volvo hebben zij de ministers ook gevraagd een gesprek te voeren met de vakbonden, wat we hebben gedaan.
Er is nog geen officiële steunaanvraag bij het Agentschap Ondernemen, dat lijkt me logisch. Als die er is, zullen we die uiteraard bekijken. Als de Vlaamse Regering op dat moment – maar daarvoor moet ik eerst een dossier hebben – zou beslissen dat het een superstrategische steun is, kunnen we afwijken van het plafond van 1 miljoen euro, maar laat ons daarop niet vooruitlopen.
Mijnheer Bothuyne, u gaf ook al mee dat we in het verleden zowel opleidings- als ecologiesteun hebben gegeven aan Volvo. Bij het gesprek met de heer Samuelsson zullen elementen als de steun voor competentieontwikkeling en infrastructuur aan bod komen. Loonkost is altijd een element, ook in het gesprek dat we hebben gehad. En aan de heer Samuelsson zullen we ook best uitleggen wat we van plan zijn op federaal vlak voor het verbeteren van onze loonkostpositie ten opzichte van andere landen. Hetzelfde geldt voor energiekosten.
Als laatste ga ik in op het mobiliteitsgegeven. U weet beter dan ik dat Volvo Cars vandaag werkt met eigen bussen voor personeel, ze hebben een tiental lijnen. Ze hebben de grootste carpoolorganisatie in Vlaanderen. 50 procent van de werknemers komt met de wagen naar de site in de Kennedylaan, 18 procent carpoolt, 15 procent komt met de fiets, 5 procent met de bedrijfsbus, de rest met de motor of met busjes van Max Mobiel. In de Skaldenstraat is dat zelfs nog beter, waar 22 procent carpoolt. In het distributiecenter komt 80 procent van de werknemers met de fiets en 20 procent met de wagen. Dat zijn mooie realisaties. Ze zoeken altijd nieuwe manieren: de elektrische fiets is een van de zaken die men nu gaat bekijken.
Maar dat is maandag niet aan bod gekomen, over de mobiliteit is niet gesproken. Ik heb wel gehoord dat er een probleem is met het openbaar vervoer dat weinig tot niet aanwezig is in de haven. De NMBS wil geen gebruik maken van spoorlijn 204, naast de site van Volvo. Maar er zijn ook geen of te weinig bussen van De Lijn. Dat zal ik signaleren aan mijn collega.
Ik ben blij met uw antwoord, minister, in de zin dat u heel affirmatief zegt dat ‘zou’ ‘zal’ wordt, we gaan het platform binnenhalen. Dat is zonder meer goed nieuws. Volvo is vandaag een gidsend bedrijf in het Vlaamse economische weefsel, en zeker in Oost-Vlaanderen en de Gentse kanaalzone. U hebt zelf voorbeelden gegeven, zoals wat het bedrijf opzet voor mobiliteit. En dan heb ik het nog niet over de enorme toegevoegde waarde die daar wordt gegenereerd en de belangrijke plek die het bedrijf inneemt in de haven, samen met bijvoorbeeld ArcelorMittal. Het is belangrijk dat de overheid dat ook naar waarde weet te schatten en er antwoorden op biedt.
Ik ervaar bij u een zekere welwillendheid als er een dossier zou komen, ik ben u ook erkentelijk voor het antwoord dat u het mobiliteitsprobleem zult aankaarten bij uw collega’s of de federale overheid. Het sleept al zeer lang aan. In het verleden zijn er engagementen genomen, maar die zitten nog in de pijplijn. Met name het voorbeeld van de NMBS is behoorlijk wraakroepend.
We moeten niet bang zijn, maar wel waakzaam en alert blijven. Ik ben het niet vaak eens met de heer Gryffroy, maar we moeten dit inderdaad als een opportuniteit zien. Dat we een platform kunnen binnenhalen eerder dan een model, is een opportuniteit, omdat het toelaat in te spelen op marktevoluties. Bij andere sluitingen ging de discussie steevast om een model. Als dat dan om interne of externe redenen, zoals een financiële crisis in de VS, niet aanslaat, sta je zeer zwak. Het is ook belangrijk dat met deze keuze voor Volvo internationaal impliciet wordt gezegd dat de optie Mexico, die nefast zou zijn geweest voor deze site, van de baan lijkt en dat het de bedoeling blijft om te exporteren richting de VS.
Er is nog geen dossier ingediend voor superstrategische steun. Hebt u zicht op de verdere timing? Als er tegen een bepaalde datum geen dossier binnenkomt, moeten we ons misschien eens opnieuw beraden. Voor de heer Van Landeghem is dat een bijzonder belangrijk aspect. Eerder dan doelgroepen en loonkost, benadrukt hij steun voor onderzoek en ontwikkeling, lees ik in het verslag. Ik houd het mee in het oog.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en voor de aandacht die wordt besteed aan dit bedrijf en dit dossier. Er bieden zich inderdaad heel wat opportuniteiten aan. Het is aan de Vlaamse Regering samen met de Federale Regering om de omstandigheden zo te maken dat die opportuniteiten maximaal kunnen worden benut. U verwees zelf al naar loon- en energiekosten. Dat is gedeeltelijk een federale maar intussen toch ook in belangrijke mate een Vlaamse bevoegdheid, met onder andere de doelgroepmaatregelen, die toch ook een belangrijk effect kunnen hebben op de loonkostproblematiek van Volvo in Gent en van de toeleveranciers.
Ik ga ervan uit dat u dat meeneemt naar uw overleg met de heer Samuelsson. Ik ben ook blij dat u enkele andere elementen aankaart bij minister Weyts, over mobiliteit en openbare werken. Dat is heel positief, we volgen het dossier verder op.
Minister, het is een goed teken dat u een informeel overleg hebt gehad op 18 december 2014. Het wijst op vertrouwen tussen de Volvodirectie en de Vlaamse Regering, wat noodzakelijk is om bedrijven ervan te overtuigen om hier verder te investeren.
De interne verandering die Volvo neerzet, is positief; dat hoeft geen negatief nieuws te zijn in de media. Met dat platform kunnen we in principe inspelen op de sterkste troef die Vlaanderen nog altijd heeft, en dat is flexibiliteit. Zoals de heer Van Malderen zegt, is het platform meer dan één model. Het kan wijzigen in de toekomst, waardoor we gemakkelijker kunnen inspelen op de marktvraag. Men blijft niet meer tien jaar bij hetzelfde model. Mensen hebben soms liever iets anders, de ‘mindset’ verandert. Het is een sneller proces. Het kan de Volvosite in Gent enkel ten gunste komen als die daar ook sneller op kan inspelen. Dat kunnen we bestendigen door onze Vlaamse karakteristieken goed te verkopen.
Mijnheer Van Malderen, ik heb geen concrete timing. Zoals u ook zegt, mijnheer Gryffroy, ligt de lijn open naar hen. We volgen het zeker zelf ook op, misschien kan het op 13 februari 2015 al aan bod komen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.