Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik heb deze vraag over het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) eerder al ingediend, maar er was wat onduidelijkheid over waar ze behandeld moest worden. Uiteindelijk werd beslist dat alle vragen hierover gebundeld moesten worden bij de rapportering van de minister-president, maar natuurlijk kent de minister-president ook niet alle antwoorden op punctuele vragen, en daarom hebben we vorige week afgesproken dat ik deze vraag toch aan de vakminister mocht stellen.
Minister, deze vraag om uitleg gaat specifiek over het Ondernemersplatform. In de vorige legislatuur waren we tevreden dat ook de werkgevers hun schouders onder het SALK wilden zetten. Er is toen ook een plan van aanpak voor ondernemen Limburg uitgewerkt.
Dat plan bestaat uit drie delen. Het eerste deel is het versterken van het innovatiecentrum. Dat hebben we nog samen gedaan in de vorige regering. Het tweede deel was ervoor zorgen dat er een plan rond acquisitie werd opgericht. Daar is een apart dossier voor ‘Locate in Limburg’ rond goedgekeurd, nog door de vorige minister van Economie. Het derde luik was een versterking van het ondernemerschap via transformatie. Dat zou dan gebeuren door de werkgeversorganisaties samen. Daarvoor is 2,4 miljoen euro uitgetrokken. De werkgeversorganisaties hebben de handen in elkaar geslagen en hebben acht ecosystemen of ‘tracks’ bepaald en hebben die netjes onder elkaar verdeeld.
Het stimuleren van groei zou door de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) worden opgenomen, voor 200.000 euro. Ruimer exporteren was voor het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), voor 400.000 euro. Land- en tuinbouw zou gebeuren door de Boerenbond, voor 250.000 euro. De bouwsector was voor de Confederatie Bouw, voor 250.000 euro. Zorg werd opgenomen door het VKW, voor 200.000 euro. Logistiek was opnieuw voor Voka, voor 200.000 euro. De maakindustrie zou gebeuren door Agoria, en de vrijetijdseconomie door UNIZO, ook nog eens voor 100.000 euro. Daarnaast is er nog twee keer 400.000 euro vrijgemaakt voor het ‘transformation management’ en voor het ‘program management’.
Er is toen ook heel duidelijk bepaald wat het Ondernemersplatform zou doen en wat het niet zou doen. Wat het niet zou doen, staat ook uitdrukkelijk in de overeenkomst die werd afgesloten: ze zouden zich niet bezighouden met detailhandel, vrije beroepen en interim, overheidsjobs en onderwijs.
Groot was dan ook de verbazing van velen toen op het tweede jaarlijkse congres, op 23 oktober, het thema onderwijs ineens het meest prominente thema was dat daar naar voren kwam. Dat werd ook al aangekondigd in Het Belang van Limburg, met interviews met de heer Urbain Vandeurzen, die stelde dat de toestand van het onderwijs in Limburg dramatisch is. De dag na het congres titelde de krant ook nog dat Urbain Vandeurzen op het congres “snoeihard uithaalde”.
Minister, is er ondertussen iets veranderd? Is er een nieuw spoor toegevoegd aan het Ondernemersplatform? Hebben ze er een opdracht bij gekregen, om zich nu ook over het onderwijs te buigen? Zijn er dan budgetverschuivingen gebeurd om daar geld voor vrij te maken?
Hoe staat het nu met de concrete doelstellingen die het Ondernemersplatform op zich had genomen? We hebben daar afspraken over gemaakt, we hebben daar ook kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) voor vastgesteld voor de resultaten die ze zouden behalen. Is daar al een stand van zaken van opgemaakt? Welke KPI’s hebben ze gehaald?
Kunnen we wat meer inzicht krijgen in de overheadkosten, dus die tweemaal 400.000 euro voor het ‘transformation management’ en voor het ‘program management’. Wat zijn de subsidiabele kosten die de Vlaamse overheid heeft aanvaard voor dat budget?
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Voorzitter, minister, mevrouw Lieten heeft een mooie uitleg gegeven over de stand van zaken van het Ondernemersplatform. Soms zijn we het niet met elkaar eens, maar vandaag en op dit punt wel. Ik kan het volledig eens zijn met haar eerste vraag, die eigenlijk bijna een oproep inhoudt. Voor haar overige vragen wacht ik het antwoord van de minister af.
Ik was zelf ook aanwezig op die bijeenkomst waar mevrouw Lieten ook aanwezig was, in HANGAR58, waar de heer Vandeurzen een oproep heeft gedaan omtrent het problematische resultaat dat het Limburgse onderwijs op dit ogenblik aflevert. Ik ben het daar volledig mee eens. Als we de cijfers bekijken, moeten we inderdaad vaststellen dat daar werk aan de winkel is.
Dan dringt zich natuurlijk de vraag op hoe we dat probleem kunnen oplossen. En daar verschillen we misschien wel van mening, mevrouw Lieten. De vraag zou geïnterpreteerd kunnen worden als zou het Ondernemersplatform een bijkomende track moeten krijgen met betrekking tot het onderwijs. Dat was niet de vraag van het Ondernemersplatform, en dat is ook ons standpunt niet. We kunnen ons niet verzoenen met de wijze waarop het SALK nog verder versnipperd wordt en het zijn gelden intern verder verdeelt.
We delen wel de bekommernis en we steunen de oproep om iets te doen aan het onderwijs, maar daar bent u, minister, helaas niet voor bevoegd. En het SALK zit op dit ogenblik in de portefeuille van de minister-president. Maar dat neemt niet weg dat ik, los van de bevoegdheden, vandaag heel uitdrukkelijk aan mevrouw Lieten zeg: laten we elkaar de hand reiken over de partijgrenzen heen om dit probleem aan te pakken en op te lossen, maar los van het SALK en van de beschikbare middelen, maar wel met extra middelen, en dan bedoel ik geen financiële middelen, maar extra inspanningen. We lossen het probleem niet op met extra structuren, en zeker niet met extra beton en infrastructuur. We kunnen beter mensen samenbrengen, en daaraan willen wij gerust meewerken.
Minister Muyters heeft het woord.
Mevrouw Lieten, ik kan u garanderen dat er geen aanpassing voorgelegd is aan de Vlaamse Regering met betrekking tot onderwijs, en er is dus ook geen bijkomende track. Er is geen versnippering van de middelen op een of andere manier.
Het Ondernemersplatform is met een paar maanden uitstel gestart, wat maakt dat bepaalde acties ook wat vertraging hebben. De KPI’s zijn vooral activiteitindicatoren. Ik kan ze u laten bezorgen, hoewel ik dacht dat u ze wel kende. Ik ga niet van allemaal de stand van zaken geven, ik zal een paar indicatieve cijfers geven.
Eind 2014 waren er al 603 bezoeken uitgevoerd, die hebben geleid tot 908 leads. Hiermee bedraagt de gemiddelde lead 1,51 per bezoek. Bedrijven met een sterk groeipotentieel worden verder begeleid. 203 bedrijven worden gescreend om na te gaan welk exportpotentieel zij hebben en welk begeleidingstraject voor hen kan worden opgezet. De drie proeftuinen voor de bouw zijn van start gegaan.
Het is nodig om een beter zicht te krijgen op de performantie van het Ondernemersplatform, maar daarvoor is een diepgaandere analyse nodig. Met de beschikbare cijfers kan dat niet. Als er een vraag naar verlenging zou komen voor ondersteuning, dan moeten we daar uiteraard een diepgaande evaluatie voor uitvoeren. De afgesproken zaken moet je uitvoeren, maar als er een verlenging komt, mag er wat mij betreft eerst een evaluatie komen.
De kosten voor het transformation en program management zijn horizontale kosten over alle programma’s heen. De kosten die als subsidiabel worden aanvaard, zijn de loonkosten van respectievelijk de transformation manager en de program manager, kosten voor het inzetten van experten die voor begeleidingen moeten zorgen, en een aantal werkingskosten. Zoals zo vaak is in de afspraken erin voorzien dat op het einde van de subsidieperiode een financiële eindcontrole plaatsgrijpt, waarin de aanvaardbaarheid van de ingebrachte kosten wordt nagegaan.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister, dank u om die duidelijkheid te scheppen. Ik begrijp dat u over onvoldoende cijfers beschikt om die evaluatie te maken en een stand van zaken te geven. U zegt dat het nodig is om een evaluatie te doen als er een verlenging wordt aangevraagd. Dat begrijp ik. Ik kijk ook uit naar meer duidelijkheid daarover.
Ik zou u nog een advies willen meegeven. Ik denk dat het zeer belangrijk is dat het Ondernemersplatform zijn taak uitvoert en onze bedrijven begeleiden naar meer export en meer innovatie. Dat is essentieel.
Ik zou toch voorstellen dat ze een klein beetje letten op hun ‘train de vie’ als ik het zo mag zeggen. Ik geef een voorbeeld. Ik heb regelmatig contact met mensen die bij Ford werken. Die mensen leven natuurlijk in een andere wereld. Die wereld vandaag is dat ze effectief geen job meer hebben. Ze zitten thuis. Ze zitten in allerlei programma’s om weer aan het werk te geraken. Die mensen kijken wel met een andere bril dan de doorsnee ondernemer.
Ik heb bijvoorbeeld een brief gekregen van een Fordwerknemer, de heer Vandepaere, een heel nette uitgebreide brief. Die zegt dat in het begin de regering via diverse kanalen het Ondernemersplatform heeft gesteund onder leiding van de heer Urbain Vandeurzen, en dat men ervoor zou zorgen dat de werkloosheid in Limburg zou dalen. Hij verwijst dan ook naar het congres. Hij zegt het zoals hij het beleeft: “Uiteindelijk heeft dit congres een hoop geld gekost want u kan het draaien of keren zoals u het wilt: iets organiseren kost nu eenmaal geld. (...) Uiteindelijk is dit congres een flop geworden want tot op heden is er nog steeds niets bereikt van alles wat daar beloofd is. (...) Tot overmaat van ramp is Urbain Vandeurzen nu opnieuw van plan een tweede congres te organiseren. (...) De toenmalige regering (in maart 2014) had een mooi budget vrijgemaakt. (...) Doch tot op heden, kunnen we enkel en alleen maar vaststellen dat iedereen die zich met het SALK-project bezighoudt of erbij betrokken is op de een of andere manier, fijn zijn eigen zakken financieel zit te vullen en dat er voor de rest weinig of geen schot in de zaak komt.”
Dat is natuurlijk de perceptie van één persoon maar het is belangrijk dat we daar aandacht aan spenderen. Mensen die nu werkloos zijn, thuis zitten en op zoek gaan naar werk, zien van die heel mooie grote congressen liever duidelijk wat de resultaten zijn. Dat er inspanningen moeten worden geleverd, dat men er tijd aan moet geven, dat is allemaal terecht. Maar het is toch goed dat de werkgeversorganisaties en het Ondernemersplatform een beetje inspanningen doen en een beetje nadenken over hun communicatie, vooral naar de getroffen arbeiders. Daarom stelde ik de vraag wat de kosten zijn die uiteindelijk door de Vlaamse overheid worden betaald. Wij betalen het. De werkgeversorganisaties zijn altijd onze bondgenoot als het gaat over efficiënte besteding van de middelen van de overheid. Ik denk dat zij ook een voorbeeldrol hebben om de middelen die zij van de overheid krijgen, ook zeer zuinig en efficiënt te besteden.
Het is gewoon een advies van mij om aan het Ondernemersplatform te vragen om wat duidelijkheid te geven over de resultaten en wat soberheid aan de dag te leggen in het besteden van hun werkingskosten die door de belastingbetaler worden betaald.
De heer Lantmeeters heeft het woord.
Ik heb daarnet de hand gereikt aan mevrouw Lieten. Ik blijf die hand reiken, hoor, maar ik heb daarstraks gezegd dat we het niet altijd eens zijn. Op dit punt zijn we het ook niet eens. Ik kan me voorstellen dat men opmerkingen krijgt omtrent werkingsmiddelen en kosten van structuren enzovoort. Vandaar ook dat ik er geen voorstander van ben om bijkomende structuren in het leven te roepen met betrekking tot onderwijs. Ik kan begrijpen dat men vragen krijgt daaromtrent, maar ik denk dat die vragen ook perfect kunnen worden beantwoord.
Op dit ogenblik heb ik de exacte resultaten van het Ondernemersplatform niet bij me, maar ik zou toch willen benadrukken dat, ongeacht wat de pers af en toe schrijft, SALK zwaar op schema zit. We hebben daarover vorige week of twee weken geleden een toelichting gekregen. Van de 140 projecten zijn er maar enkele wat vertraagd.
Nu, er is onlangs een overzicht gegeven over wat de mensen van het Ondernemersplatform doen met hun middelen, over hoever zij staan. Ook zij zitten heel zwaar op schema. Ze hebben resultaten geboekt en communiceren daar ook heel dikwijls over. Ik heb ze op dit ogenblik niet bij me, omdat ik niet had verwacht dat er wordt getwijfeld aan de resultaten die zij bereiken. Er zijn dus resultaten en ze zitten op schema.
Het is misschien eigenaardig dat ik het zeg, maar ze werken met relatief beperkte middelen. Heel SALK gaat over relatief beperkte middelen, waarmee zo’n groot mogelijk resultaat moet worden bereikt. Wanneer we kijken naar hetgeen men ter beschikking heeft gesteld voor het Ondernemersplatform en de onderverdeling daarvan, moeten we toch wel vaststellen dat die budgetten relatief – ik benadruk: relatief – beperkt zijn. Zo is er bijvoorbeeld 200.000 euro voor groeistimulering, 200.000 euro voor logistiek 200.000 en 100.000 euro voor vrijetijdseconomie. Dan denk ik dat we, wanneer we een brief krijgen met vragen over kosten, het best kunnen antwoorden dat er, ten eerste, resultaten zijn en dat, ten tweede, de budgetten relatief beperkt zijn.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Ik wil graag nog het woord nemen, omdat de heer Lantmeeters zich specifiek tot mij richtte.
Mijnheer Lantmeeters, u moet geen verschillen zoeken waar ze niet zijn. Ik ben het helemaal met u eens dat heel wat van de SALK-projecten op schema zitten. Dat is vooral te danken aan de inzet van alle ministers uit de vorige regering en deze regering. Ik heb dat vorige week ook aan minister-president Bourgeois gezegd, tijdens de rapportering.
Niettemin mag ik toch wel vragen stellen over de resultaten van het Ondernemersplatform en de minister een advies geven over de stijl en de ‘train de vie’. Het gaat over perceptie, maar ook over het vertrouwen van de mensen voor wie het allemaal is opgezet. Daarop wou ik even de nadruk leggen, niet meer of niet minder.
De vraag om uitleg is afgehandeld.