Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik zal mijn inleiding kort houden, want vorige week hebt u in het antwoord op de vraag om uitleg van de heer De Clercq over ‘intelligent speed adaptation’ (ISA) al een en ander gezegd over de verkeersbordendatabank. Dat is natuurlijk geen toeval, want slimme mobiliteit en slimme mobiliteitsoplossingen zoals ISA, maar ook de zelfrijdende wagen, kunnen alleen maar worden georganiseerd op slimme wegen. Het is daarvoor heel belangrijk dat de informatie over wat op en langs die wegen gebeurt, voorbeeld de snelheidsregimes die erop van toepassing zijn, perfect up-to-date en accuraat zijn.
U gaf zelf aan, en we konden dit in het kerstreces ook lezen in de krant De Morgen, dat het op dit moment nog altijd niet het geval is, ondanks het feit dat de verkeersbordendatabank al werd opgestart in 2008. In 2013 is er al eens een nieuwe versie gemaakt die werd geacht gebruiksvriendelijker te zijn. Nog steeds verzaken lokale besturen eraan om de databank up-to-date te houden. Ook een aantal administraties verzaakt eraan – u hebt de hand al in eigen boezem gestoken.
In de vorige legislatuur zei toenmalig bevoegd minister Crevits, en u hebt dat beaamd, dat alles staat of valt bij het voortdurend updaten van de databank. We zijn nu zes jaar verder en er is maar liefst 20 miljoen euro geïnvesteerd in een databank waarmee we nog niet veel kunnen aanvangen.
U hebt vorige week al gezegd dat u uw eigen administratie zult vragen om te doen wat nodig is. Er moet een plan worden uitgewerkt om de databank zo snel mogelijk up-to-date te maken. Ik heb vooral ook onthouden dat u bereid bent om na te denken over maatregelen om lokale besturen effectief te dwingen om de databank up-to-date te houden.
De eerste twee vragen uit mijn schriftelijke voorbereiding hoef ik eigenlijk niet meer te stellen, u hebt ze al beantwoord. Er blijven er nog twee over.
Hebt u al meer informatie over de wijze waarop u denkt de steden en gemeenten ertoe te kunnen bewegen om de gegevens in de databank te actualiseren? Ik denk dat er al verschillende mogelijkheden zijn. Ik wijs er bijvoorbeeld op dat in het licht van artikel 26 van het Mobiliteitsdecreet, het Vlaamse Gewest de gemeente subsidieert in het teken van het duurzame lokale mobiliteitsbeleid, onder andere voor infrastructuur langs gemeentewegen. Ik zou het eerlijk gezegd niet abnormaal vinden indien het Vlaamse Gewest bepaalt dat de gemeente die ervoor zorgt dat de databank up-to-date blijft, kan rekenen op subsidies. Wie subsidies komt vragen aan ons, moet ook aan zijn plichten voldoen. Dit is volgens mij een van die plichten. Dit is dus een concrete suggestie.
Kunt u, gelet op het feit dat er al 20 miljoen euro werd geïnvesteerd, een inschatting geven van de evolutie van de kosten die de komende jaren verbonden zijn aan de verdere ontwikkeling van de verkeersbordendatabank?
Minister Weyts heeft het woord.
We hebben het daar zijdelings over gehad tijdens de discussie over ISA. Ik heb aan de administratie gevraagd om nog wat nieuwe gegevens te verstrekken en de problematiek van de verkeersbordendatabank nader te bekijken.
In mei 2013 zijn we gestart met een nieuwe en geüpdatete versie. Dat heeft een positief effect gehad en ervoor gezorgd dat het aantal wijzigingen per maand serieus is toegenomen. In 2013 waren er gemiddeld 1343 wijzigingen per maand, in 2014 waren het er 2390. Aangezien we het hebben over een gemiddelde, is er een zekere vertekening waarbij de stijging in het laatste halfjaar enigszins wordt afgevlakt. Als we 1343 vergelijken met 2390, dan zien we een stijging van 78 procent. Het is nog niet optimaal, maar het gaat in de goede richting.
De administratie heeft intussen ook de steden en gemeenten bevraagd over hun ervaringen met die toepassing. Dat heeft sommige steden en gemeenten getriggerd om een update door te voeren.
Een van de resultaten van die bevraging is dat de gemeenten zich overbevraagd voelen door de Vlaamse overheid, de federale overheid en de provincies. Het is natuurlijk wel zo dat ze niet zozeer rechtstreeks, maar op zijn minst toch onrechtstreeks zelf baat hebben bij die verkeersbordendatabank.
De steden en gemeenten zeggen dat ze eigenlijk te weinig tijd en personeel hebben om die databank actueel te houden.
Het geografisch informatiesysteem (GIS) en de vertrouwdheid daarmee spelen duidelijk een rol. De gemeenten die vertrouwd zijn met het GIS, zullen dat ook toepassen. Dat zijn ook de gemeenten die de databank beter onderhouden dan andere. Heel wat gemeenten klagen ook over de achterstand die ze hebben opgelopen sinds de lancering van de toepassing. Hun argumentatie is dat als ze daar nu mee moeten beginnen, het heel veel tijd zal vergen voor de databank is geüpdatet. Er zijn ook gemeenten die vragen naar meer ondersteuning bij het gebruik van de toepassing. Dat zijn leerrijke bevindingen.
Hoe ziet de toekomst eruit? De administratie zal blijven inzetten op communicatie en opleiding van gebruikers en potentiële gebruikers. Het is ook de bedoeling om de gegevens uit de databank als open data te behandelen. Dat heeft ook te maken met het feit dat de gegevens zoals die ons worden gemeld, dan ook controleerbaar zijn. Die meldingen worden in de praktijk, in de mate van het mogelijke, gecheckt door bijvoorbeeld het Agentschap Wegen en Verkeer en door de districtsmedewerkers, maar dat gebeurt natuurlijk niet systematisch want dan zit men met een check en een dubbelcheck. Een en ander als open data ter beschikking stellen heeft natuurlijk ook als voordeel voor dat klachten kunnen worden gemeld. Mensen kunnen bijvoorbeeld rapporteren dat de melding van een bepaald bord niet strookt met de realiteit. Op die manier krijgen we een meer continu systeem.
De databank kan ook een instrument zijn in de ontwikkeling van ISA en van intelligence traffic system (ITS) en toepassingen daarvan. Die databank geeft immers informatie over de locatie van de verkeersborden die de maximumsnelheid reguleren.
We hebben eerder in deze commissie gesproken over de wijziging van de regel van 90 naar 70 kilometer per uur. Daarvoor is die databank een essentieel instrument en een extra incentive, ook voor de gemeenten. Heel wat gemeenten zijn daar vragende partij voor.
Tot slot zal ook worden onderzocht hoe we dwingender kunnen optreden ten aanzien van die gemeenten waarvan manifest is aangetoond dat er een achterstand of onwil is over het invullen van die verkeersbordendatabank.
Wat de evolutie van de kosten betreft, is tot nu toe enkel voorzien in kosten voor het beschikbaar houden van de toepassing. Er is niet voorzien in verdere wijzigingen of uitbreidingen. Indien er op basis van de bijkomende feedback bij de gebruikers een nood zou ontstaan aan verdere ontwikkeling, dan zullen we onderzoeken hoe we daaraan tegemoet kunnen komen binnen het beschikbare budget.
De heer Vandenbroucke heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de verdere duiding bij wat u eerder al had laten vallen. Er zijn een aantal heel interessante gegevens boven water gekomen. Ik vind de uitleg van de lokale besturen waarom zij die databank niet updaten, niet altijd even geloofwaardig.
Het zou misschien een zeer interessante oefening zijn om eens te bekijken of er een correlatie is tussen de mate waarin een gemeente die databank gebruikt en up-to-date houdt en de schaalgrootte, dus de grootte van de gemeente. Dat is misschien iets voor de collega’s van de commissie Binnenlands Bestuur. Ik heb ook eens informatie ingewonnen bij mijn eigen stad, Gent. Daar wordt die databank blijkbaar wel daadwerkelijk als een nuttig instrument gebruikt. Daar ziet men in dat er baten zijn verbonden aan die databank. Misschien is dat wat minder het geval bij zeer kleine gemeenten. In plaats van zelf te moeten investeren in opleiding, communicatie en dergelijke meer, zouden we kunnen bekijken in welke mate dit ook een aanleiding kan zijn om te bekijken hoe we de hertekening van het Vlaamse bestuurlijke landschap in de toekomst zien. Dat is echter absoluut een omweg die ik maak, een bedenking die ik hier luidop durf te maken.
U bent wel opnieuw vaag gebleven – maar ik begrijp dat u daar niet op terugkomt – over het feit dat u dwingende maatregelen overweegt. Dat vind ik zeer belangrijk. Naast de wortel wordt toch ook het hanteren van de stok bekeken. Er is sprake van een investering van 20 miljoen euro. Men is al zeven jaar bezig. In deze commissie en elders in het parlement is er een kamerbrede consensus om werk te maken van die slimme mobiliteit. Het zou doodjammer zijn, mocht die 20 miljoen euro tevergeefs geweest. Ik hoop echt dat die databank op relatief korte tijd perfect accuraat en helemaal up-to-date kan zijn, en ik kijk uit naar het plan dat u daarvoor uitwerkt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.