Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de gevolgen van vuurwerk voor huisdieren
Verslag
De heer Engelbosch heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, afgelopen Nieuwjaar doken in de pers weer heel wat berichten op over de gevolgen van het vuurwerkgebruik. Terwijl heel wat mensen feestend de nacht in gingen, waren er bijna evenveel dierenliefhebbers die ergens in een stal of op een veld hun dieren probeerden te kalmeren tijdens de aanhoudende feestknallen. Voor sommige mensen is het ook moeilijk om hun huisdier – een hond in de meeste gevallen – gerust te stellen. Voor die mensen is Nieuwjaar niet zo’n leuke periode geweest.
De tol leek dit jaar hoger dan andere jaren. Er zijn een aantal landbouwdieren overleden nadat ze zich een hartaderbreuk hadden geschrokken, er waren doodgeboortes, en traditioneel waren er helaas ook weer heel wat in paniek weggelopen honden.
Vuurwerkgebruik wordt lokaal geregeld in het politiereglement. Heel wat gemeenten hebben ook zo’n reglement. De vraag is natuurlijk hoeveel inwoners effectief op de hoogte zijn van de in hun gemeente geldende reglementering. Een andere vraag is hoeveel controles er zijn op het naleven daarvan.
Een totaalverbod op vuurwerk is niet aan de orde, maar we kunnen er ook niet omheen dat het particuliere vuurwerkgebruik aan een steile opmars bezig is, en dat de maatschappelijke kritiek ook steeds luider klinkt. Minister, welke stappen kunt u eventueel ondernemen om de negatieve gevolgen in de toekomst te beperken? Is het mogelijk om naar een overkoepelende Vlaamse regelgeving te gaan?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, de collega heeft de problematiek al goed geschetst. Rond de jaarwisseling wordt er inderdaad traditioneel heel wat vuurwerk afgeschoten, met als gevolg dat er heel wat onrust is bij de dieren. Het komt er dus op aan om het beleid af te stemmen op het aspect dierenwelzijn en op het aspect vuurwerk. Beide aspecten moeten met andere woorden zo goed mogelijk met elkaar verzoend worden.
Hoe schat u de invloed van vuurwerk op het welzijn van dieren in? Beschikt u over cijfer- en andere gegevens die het probleem van de gevolgen van vuurwerk op huisdieren in kaart brengen? Zo neen, zult u daarover een onderzoek opstarten met het oog op het voeren van een aangepast vuurwerkbeleid, dat rekening houdt met het welzijn van de dieren die er het meest gevoelig voor zijn? Welke preventieve maatregelen zult u op korte termijn nemen om het dierenwelzijn zo goed mogelijk te verzekeren bij het afsteken van vuurwerk? Zult u er bij de lokale besturen op aandringen om aandacht te hebben voor deze problematiek bij het afleveren van vergunningen voor het afsteken van vuurwerk?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij deze vragen. Gelukkig hebben we in België of in Vlaanderen niet zo’n vuurwerkcultuur als in Nederland, want daar moet het echt een hel zijn voor heel wat dieren. Tijdens de nacht van oud naar nieuw knalt het in heel Nederland de hele tijd door. In Vlaanderen is dat natuurlijk niet het geval, maar dat neemt niet weg dat het vuurwerk ongetwijfeld voor heel wat dierenleed zorgt.
Het is natuurlijk niet zo’n gemakkelijk probleem. De heer Engelbosch stelt dat een algemeen verbod niet aan de orde is; mevrouw De Vroe zegt dat we rekening moeten houden met de meest gevoelige dieren. Maar wat betekent dat dan in de praktijk?
Waar ik mij persoonlijk vragen bij stel, is het gebruik van vuurwerk in woonwijken. Er zijn heel wat particulieren die vuurwerk afschieten. Ik kan me voorstellen dat die mensen daar plezier aan beleven, maar de negatieve impact zal groter zijn dan het plezier dat wordt gegenereerd. Maar wat te doen met vuurwerk dat georganiseerd wordt door bijvoorbeeld steden? Dat is nog een ander paar mouwen. Ik kijk uit naar het antwoord van de minister.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is onmiskenbaar zo dat het afsteken van vuurwerk niet alleen gevaarlijk kan zijn voor mensen, maar ook voor dieren. Dat is ondertussen genoegzaam bekend. Daarom vond ik het ook belangrijk om te trachten een duit in het zakje te doen met betrekking tot de sensibilisering.
Ik heb daar in het kader van de eindejaarsdagen ook uitdrukkelijk over gecommuniceerd, met de boodschap: je mag feesten als de beesten, maar houd misschien ook even rekening met de beesten. We willen mensen stil doen staan bij de neveneffecten van het afschieten van vuurwerk, maar we willen ook eigenaars sensibiliseren en ze enkele tips meegeven, zodat ze er maximaal voor kunnen zorgen dat dierenleed wordt voorkomen. Ook dat is immers een element waar ik aandacht voor vraag, dat eigenaars ook zelf maatregelen kunnen treffen. Ik heb concrete tips opgelijst en heb die ook op televisie kunnen brengen.
Het blijft natuurlijk een bevoegdheid van openbare orde, waardoor de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de verbodsbepalingen inzake vuurwerk. Voor 2014 heb ik een communicatie gedaan, voor 2015 plan ik een ruimere sensibiliseringsactie ten aanzien van de gemeenten, om hen te wijzen op het gegeven dat er wel wat oplossingen of tussenoplossingen mogelijk zijn, als je bijvoorbeeld tracht om op één centrale plaats vuurwerk te laten plaatsvinden of zelf te organiseren, en privaat vuurwerk te verbieden of tot een minimum te beperken.
Het blijft natuurlijk pijnlijk dat dieren sterven vanwege een zeer vluchtig pleziertje van sommige mensen. Het wetenschappelijke onderzoek daaromtrent is betrekkelijk eenduidig. Ik denk niet dat het nodig is om daar nog verder wetenschappelijk onderzoek rond te organiseren. Het is wetenschappelijk bewezen dat de luide knallen en de lichtflitsen beangstigend zijn voor veel dieren, zowel huisdieren als wilde dieren.
Het vuurwerk blijft bovendien niet beperkt tot één dag. Om de een of andere reden wordt zowel de dagen voordien als de dagen erna nog wel wat vuurwerk afgestoken. Daardoor worden heel wat dieren in een staat van angst en paniek gebracht en is hun welzijn gedurende die periode in significante mate geschaad.
Ik heb daar geen officiële cijfers over; het betreft enkel meldingen. Ik moet ook de kleine kanttekening maken dat een rechtstreeks causaal verband ook niet altijd duidelijk is. Het is op basis van ondervindingen en meldingen van mensen. Ik heb zo verschillende meldingen gekregen, vooral over paarden die in de bewuste nacht van oud naar nieuw overleden zijn.
Ik wil ijveren voor een doordachter gebruik van vuurwerk. Ik plan daarvoor initiatieven om bij de gemeenten, en via die weg naar een breder publiek, meer te sensibiliseren. Daarnaast blijf ik ook benadrukken dat we tips aanreiken aan de eigenaars van dieren, zodat zij, wanneer vuurwerk wordt afgeschoten, maximaal maatregelen treffen om het leed te beperken.
De heer Engelbosch heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Het is zeer positief dat de sensibilisering die er vandaag al is, nog zal worden uitgebreid in 2015. Het lijkt mij inderdaad zeer nuttig dat die twee richtingen uitgaat: enerzijds de mensen die het vuurwerk gebruiken en anderzijds mensen die dieren hebben, en die vandaag ook niet altijd weten hoe ze met hun dier moeten omgaan. We moeten aan die mensen ook de nodige adviezen kunnen geven.
Als de steden dan inderdaad een reglement hebben waarin ze stellen dat het beperkt is in de tijd of alleen op bepaalde plaatsen toegelaten wordt, moet daarover natuurlijk ook gecommuniceerd worden vanuit het stedelijke niveau naar de inwoners. Anders is het een maat voor niets geweest. Dat is ook een verantwoordelijkheid voor ons allen hier. Wij zijn allemaal ook lokaal actief. We moeten onze eigen lokale mensen aansporen om binnen de gemeenteraad het nodige te doen, zodat erover gecommuniceerd wordt in de lokale huis-aan-huisbladen en zo.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Ik onderschrijf de mening van de heer Engelbosch. Het is inderdaad een goede zaak dat de sensibiliseringsactie wordt uitgebreid naar 2015. Het is inderdaad heel belangrijk om er bij de lokale besturen op aan te dringen te communiceren naar hun inwoners toe zodat iedereen, zowel gemeenten als inwoners, er op de hoogte van is welke maatregelen ze kunnen nemen om hun dieren zo goed mogelijk te beschermen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik heb een concrete tip. Er wordt gepleit voor meer sensibilisering voor wat de geldende regels zijn binnen een gemeente of een stad. Het probleem is volgens mij net dat het erg divers is. Zoals u zelf stelt, heeft elke stad of gemeente een eigen reglement. Voor veel burgers is het om die reden onduidelijk wat de geldende regels zijn. Zou het dan geen idee zijn om te proberen alle steden en gemeenten op dat vlak op één lijn te krijgen? Misschien kunt u daarover een initiatief nemen?
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.