Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Op 1 januari neemt België het voorzitterschap op van de Benelux Unie. Volgende week stelt het voorzitterschap in het Egmontpaleis officieel zijn prioriteiten voor.
Het college van secretarissen-generaal van de Benelux had in dit verband reeds een werkvergadering met federaal minister van Buitenlandse Zaken Reynders. Het college informeerde minister Reynders van een aantal lopende Beneluxprojecten, want zoiets is natuurlijk altijd een combinatie van bestaande projecten en van nieuwe accenten. Dat is in lijn met het Beneluxjaarplan 2015 dat op 16 december door het Comité van Beneluxministers werd vastgelegd.
Minister Reynders is bij dat overleg dieper ingegaan op de resultaten die België als voorzitter samen met de partnerlanden wil realiseren. Dat zijn er in totaal drie. Zo zal worden ingezet op veiligheid, duurzame mobiliteit en energie, materies waar ook Vlaanderen bij betrokken is. Mobiliteit en energie staan bij ons ook hoog op de agenda, evenals een aantal veiligheidsaspecten.
We kunnen terugkijken op een productief jaar onder Nederlands voorzitterschap waarin de Benelux zich vooral heeft toegelegd op het tegengaan van sociale fraude en het bevorderen van economische groei; het laatste door onder andere betere regelgeving voor onze transport- en logistieke sector. Voor Vlaanderen dat zich verder wil ontwikkelen als logistieke draaischijf van Europa is dat natuurlijk een bijzonder belangrijk dossier.
De sociale top van de premiers en ministers van Sociale Zaken in februari 2014 stond helemaal in het teken van het bestrijden van sociale dumping. Diverse Beneluxbeslissingen hadden het afgelopen jaar een reële impact op ondernemers in de Benelux, bijvoorbeeld om efficiënter op te treden tegen acquisitiefraude, een vorm van bedrijfsoplichting. De Benelux heeft er ook voor gezorgd dat grote zeecontainers vlotter over de grens vervoerd kunnen worden. Vervoersbedrijven werden geconfronteerd met zware administratieve procedures aan de grenzen. Binnen de Benelux is dit nu vereenvoudigd door het schrappen van speciale vergunningen. Deze lopende projecten verdienen de komende jaren een goede opvolging omdat het ook voor Vlaanderen belangrijke dossiers zijn.
Minister, welke rol is er weggelegd voor de deelstaten in het kader van het Belgisch voorzitterschap? Ik stel deze vraag omdat het vernieuwde Benelux Unieverdrag bepaalt dat de Belgische constitutionele context daarin helemaal wordt gevaloriseerd en dat de deelstaten hun plaats krijgen, wat in het verdrag van 1948 natuurlijk nog niet het geval was.
Werden de deelstaten betrokken bij de voorbereiding van het voorzitterschap?
Zal Vlaanderen zelf ook events organiseren rond bepaalde thema’s in 2015? Ik denk aan de thema’s die zich op Vlaams terrein bevinden.
Hoe ziet u de medewerking van Vlaanderen aan de opvolging van de lopende projecten rond sociale fraude en economische groei?
De heer Hendrickx heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij de vraag van de heer Kennes omdat ik denk dat het van het allergrootste belang is dat de Benelux als supranationale instelling rekening houdt met de staatkundige indeling van haar leden. Zo is de Belgische delegatie in de parlementaire assemblee van de Benelux reeds een weerspiegeling van onze staatkundige realiteit. Dat is een goede zaak.
Het lijkt me ook logisch, zoals de heer Kennes aangeeft, dat Vlaanderen ook kan wegen op de agenda van dat voorzitterschap. In die zin vraag ik me ook af in hoever wij daarbij betrokken werden of alsnog bij betrokken kunnen worden.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, dit is een interessante en actuele vraag. We hebben er bij de herziening van het Beneluxverdrag voor gezorgd dat er een grotere betrokkenheid is van de deelstaten. Ik heb daar heel veel energie aan besteed, ook al is de Benelux op zich een beetje uit het blikveld verdwenen. Het heeft destijds toch een grote rol gespeeld en kan dat nog doen als voortrekker binnen bepaalde domeinen in de EU, ook in het licht van de toekomstige evolutie binnen de Unie, met de reductie van het aantal commissieleden enzovoort. We moeten aandacht blijven hebben voor en dynamiek blijven steken in het Beneluxgegeven.
Het Beneluxsecretariaat werkt het voorstel van jaarprogramma uit. De lidstaten kunnen hierop reageren. De rol van de deelstaten is formeel geregeld in het op 5 juni 2009 gesloten samenwerkingsakkoord. Op basis daarvan werd een Beneluxoverlegorgaan opgericht waarbij de FOD Buitenlandse Zaken instaat voor de intra-Belgische coördinatie. De voorstellen worden dus geformuleerd door het secretariaat. Verschillende beleidsdomeinen brachten amendementen op de tekst aan, waarvan de meeste werden meegenomen in de definitieve versie. Vlaanderen heeft de thema’s mobiliteit, energie, arbeidsmobiliteit en de strijd tegen sociale fraude aangereikt om een trilaterale samenwerking aan te gaan.
Voor Vlaanderen waren twee criteria belangrijk bij het bepalen van deze prioriteiten: dat de gekozen thema’s voor de drie landen ook binnen de regeringen hoog op de agenda staan en dat er concrete resultaten kunnen worden verwacht. U hebt al verwezen naar de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap. Een ervan werd door Vlaanderen aangebracht, namelijk duurzame mobiliteit. De andere twee prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap zijn veiligheid en energie. Vlaanderen heeft dus actief zijn stempel gedrukt op dat programma.
Het Beneluxsecretariaat bereidt op dit moment de evenementenkalender voor. We hebben een afspraak, ze komen naar mijn kabinet binnenkort. Zij bereiden de kalender voor, ik heb daar nog geen zicht op, maar we worden hierbij betrokken. Een aantal zaken liggen al vast: de ministeriele ondertekening van de beschikking inzake diploma-erkenning, dat betekent een automatische diploma-erkenning binnen de Benelux. Daar spelen we ook een voortrekkersrol binnen de EU. We willen veel minder formalisme, minder tijdverlies, het is beter voor de arbeidsmobiliteit, beter voor mensen die een job zoeken binnen de Benelux. Daar wordt nu de laatste hand aan gelegd. Op 26 januari komen de experten opnieuw samen en dan wordt besproken hoe er hierrond wordt gecommuniceerd, via een event, locatie van het event enzovoort.
Een tweede punt zijn de langere en zwaardere voertuigen. Het volgend overleg daarover vindt op 12 januari plaats met het kabinet van minister Weyts over de invulling van de ondertekeningsceremonie.
Voor het derde punt hoopt men in het najaar nog een Beneluxbeschikking inzake homologatie van elektrische voertuigen te kunnen laten ondertekenen en daar de nodige ruchtbaarheid aan te geven.
Vlaanderen participeert alvast aan workshops en conferenties over diverse thema’s die door het secretariaat worden georganiseerd. We zullen daar binnenkort meer zicht op hebben. We zullen nagaan in hoeverre dat zinvol en mogelijk is. Ik zal de collega’s daarover bevragen. Heel binnenkort komt er die ontmoeting van mijn kabinet met het secretariaat. Ik zal aan de collega’s voorstellen om op hun terrein, als ze dat belangrijk achten, als het om een gedeeld belang gaat voor de drie landen, eventueel een workshop of conferentie of zo te organiseren.
Een belangrijk moment is de openingsceremonie van het voorzitterschap op 20 januari in het Egmontpaleis. Op dit startevenement zal het nieuwe Verdrag over de Benelux Interparlementaire Assemblee ondertekend worden, dat het bestaande verdrag uit de jaren vijftig vervangt. Aangezien het om een gemengd verdrag gaat, worden ook de deelstaten hierbij betrokken. We hebben erop gestaan om zelf mee te ondertekenen en geen mandaat te geven aan minister Reynders. De andere deelstaten komen niet. Ik kan er zelf niet zijn, ik zit in Davos, minister Turtelboom zal de honneurs namens Vlaanderen waarnemen en de officiële ondertekening doen.
De uitvoering en opvolging van de projecten die zitten vervat in het jaarplan rond sociale fraude en economische groei, maar ook de andere thema’s, gebeurt door de verschillende betrokken Vlaamse beleidsdomeinen. Dat kan de vorm aannemen van strategisch overleg op hoog ambtelijk niveau of een meer technische en operationele aanpak binnen werkgroepen.
De heer Kennes heeft het woord.
Ik dank u voor uw antwoord, minister-president. Het voldoet aan mijn verwachtingen. Vlaanderen was betrokken bij de totstandkoming van het jaarprogramma en nam actief deel. De nadruk lag op duurzame mobiliteit. Dat is goed. Als we een logistieke draaischijf willen zijn en wetende dat we nog heel wat mobiliteitsknelpunten hebben, is het belangrijk dat we dat bewaken en alle kansen aangrijpen om daar samen met anderen werk van te maken.
Ik noteer dat de inhoudelijke momenten – ik heb het events genoemd – over concrete zaken gaan zoals de diploma-erkenning en de homologatie van elektrische voertuigen, en over de lange en zware voertuigen die nog besproken werden in het Beneluxparlement in december. Als ik het over events heb, gaat het over de ondertekening van zulke zaken en de ruchtbaarheid die we daar dan aan geven zodat de mensen weten hoe dat tot stand is gekomen, wie de partners zijn, welke structuren daartoe hebben bijgedragen, en vooral wat voor bepaalde sectoren het concrete voordeel is. Dat moeten we vaak doen omtrent de Benelux: aan de betrokkenen laten weten of duidelijk maken dat het voor mensen is en voor bedrijven dat maatregelen worden genomen en afspraken worden gemaakt.
Minister-president, wilt u dit blijven opvolgen en een coördinerende rol spelen binnen de Vlaamse Regering?
De heer Hendrickx heeft het woord.
Minister-president, ik noteer met zeer veel vreugde dat u energie wil blijven steken in de Benelux, ook al is die momenteel een beetje weggedeemsterd. U hebt inderdaad concrete voorbeelden gegeven waar de Benelux in de toekomst nog een rol zal spelen. Dat verheugt me.
De vraag om uitleg is afgehandeld.