Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, de vraag die ik hier wil stellen, gaat over het feit dat moet worden vastgesteld dat ondanks het bestaan van een V-test waarmee men zijn eigen prijs kan vergelijken, er nog altijd particulieren zijn die niet op de goedkoopste manier energie inkopen. We zien ook dat er vorig jaar minder werd geswitcht van de ene naar de andere leverancier.
We hebben kunnen lezen in een artikel in Trends dat kmo’s nog veel minder goedkoper inkopen. Ze zouden zelfs tot 1000 euro te veel betalen. Voor aardgas gaat het over bedragen tot 500 euro. Daarvoor worden een aantal redenen opgesomd, maar die zijn volgens mij niet allemaal correct.
Zo wordt onder meer beweerd dat de kmo’er er geen tijd voor neemt om dit te doen of dat de kmo’er zich nestelt in klassieke standaardcontracten. Ik weet uit ervaring dat het volgens mij eerder een probleem is dat de communicatie op de websites een momentopname is. Het is een momentopname, die dan zogenaamd een indruk geeft, bijvoorbeeld voor particulieren en kmo’s die op laagspanning zitten. Het gaat wel om een volledige prijs, inclusief distributiekosten, taksen, kosten voor groenestroomcertificaten en de commodityprijs, maar het is een momentopname waardoor men de indruk krijgt dat dat de prijs zal zijn voor een welbepaalde periode.
Dat klopt dan wel voor wie een vast contract afsluit, maar uiteraard is er nog altijd de mogelijkheid om een variabel contract af te sluiten. Dat wordt volgens mij te weinig geïnitieerd op de sites. Er moet aan mensen duidelijk worden gemaakt dat ze moeten opletten, dat het om een vast contract gaat voor een welbepaalde periode. Er is te weinig aandacht voor de mogelijkheid om een variabel contract af te sluiten.
We weten allemaal dat een vast contract afsluiten eigenlijk hetzelfde is als een variabel contract plus een verzekeringspremie afsluiten. De leverancier moet rekening houden met een mogelijke prijsstijging in de toekomst en zal daarom zijn vaste prijs iets hoger zetten. De leverancier heeft immers geen glazen bol, hij kan niet voorspellen wat de prijs in de toekomst zal zijn. Veel studies tonen aan dat de discrepantie tussen een vast contract en een variabel contract tussen 5 en 10 procent kan liggen. Dat is ook de reden waarom het Vlaams Energiebedrijf met de overheid variabele contracten op de kortetermijnmarkt afsluit.
Minister, de marktwerking verloopt vlot. Consumenten wisselen soms van leverancier. Dat gebeurt het ene jaar al wat meer dan het andere. De vraag is natuurlijk of de V-test een goede test is. Er zijn ook nog andere websites. Werd dit al eens geëvalueerd? De consument zou blijvend moeten worden aangemoedigd om de test te doen, om regelmatig eens de eigen facturen te controleren. Hoe zult u de consumenten blijven sensibiliseren?
De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) zegt dat professionele klanten actiever zijn dan de gezinnen, maar dat ze niet goed inkopen. Het zal moeilijk zijn om er een profiel op te plakken van wie wel goed inkoopt en wie niet goed inkoopt. Via de sites moeten de kmo’s misschien meer gesensibiliseerd worden. Ook zij kunnen iets doen aan de facturatie. Misschien zijn andere vergelijkingsmodellen nodig. Misschien moet duidelijker worden gecommuniceerd dat het niet enkel gaat over een prijs voor een vast contract, iets wat de sites ‘spontaan’ voorstellen, maar dat er ook contracten met variabele prijzen zijn.
Is de V-test de meest handige test? Het lijkt een heel simpele test te zijn en volgens mij is die zelfs een beetje te simpel. Wordt de test geëvalueerd? Is de test laagdrempelig genoeg om het brede publiek van gezinnen en kmo’s te kunnen aanspreken?
De her Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, er bestaat een opmerkelijk initiatief, een website met de naam www.killmybill.be. Het zou een vergelijkbare prijsvergelijkingssite zijn, maar de site heeft een commercieel doel voor ogen: indien iemand op basis van die website van leverancierscontract verandert, betaalt die nieuwe leverancier een kleine vergoeding aan de uitbaters van de website. Omdat er een commercieel oogmerk is, moeten we toch een beetje op onze hoede zijn. Het is van kapitaal belang dat de vergelijkingen correct gebeuren.
De heer Gryffroy merkte terecht op dat er te weinig naar variabele contracten wordt overgeschakeld. Ook bij deze website valt op dat alleen vaste prijzen worden vergeleken. Het lijkt een beetje alsof consumenten het verschil tussen variabel en vast niet altijd goed kennen of toch dat ze schrik hebben voor een variabel contract. Gezien de enorme mogelijkheden om heel snel van contract te wisselen, is die schrik nauwelijks nodig. Er kan veel voordeel worden gedaan door meer in te schakelen op variabele contracten, zeker wanneer de prijstendens dalend is.
Op de website www.killmybill.be wordt de schijn gewekt dat de prijzen nu enorm laag zijn, dat nu een gouden zaak kan worden gedaan, dat er enorm veel geld kan worden bespaard. En dat terwijl de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) heeft aangeduid dat de lage energieprijzen misschien nog een beetje verder zullen dalen en dat er alleszins niet direct sprake is van een plotse stijging.
Ook opmerkelijk is dat dat website in kwestie het charter voor vergelijkingswebsites nog niet heeft getekend. De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) heeft, omdat die de bui wel zag hangen, een charter opgesteld waarbij alle websites, leveranciers of andere partijen die menen energiecontracten te kunnen vergelijken, moeten voldoen aan een paar minimale kwaliteitseisen. Dat is ook logisch.
Minister, wat is uw visie op de V-test in vergelijking tot andere testen, met dien verstande dat de V-test niet alleen de prijzen vergelijkt maar ook de kwaliteit en de groencomponent?
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ik wil me ook graag heel kort aansluiten. Het is inderdaad heel belangrijk om de consument zo actief mogelijk te maken en te houden. Er is ook een groep consumenten die nog nooit echt actief is geweest op deze markt. Daarvoor moeten we alle actoren kunnen inschakelen. Er zijn private actoren, maar er werd in het verleden ook vanuit de FOD Economie initiatief genomen om hieraan te werken. Ook de gemeentebesturen doen dat. En er zijn de provincies die met groepsaankopen actief zijn. Misschien is het nuttig, indien dat nog niet gebeurt, dat er vanuit de Vlaamse overheid een coördinerend initiatief wordt genomen om al die inspanningen vanuit de diverse overheden op elkaar af te stemmen. Op die manier kunnen we maximaal inzetten op een actieve consument, ook en vooral op degenen die nog nooit actief zijn geweest op deze markt.
Minister Turtelboom heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, het middel dat de vrijmaking van de elektriciteits- en aardgasmarkten inzet, is uiteraard concurrentie. Concurrentie tussen energieleveranciers leidt tot de eigenlijke doelstelling: competitieve prijzen, betere service en innovatie voor de klanten.
De dynamiek van concurrentie is veel complexer dan wat te vatten is in de switchgraad. Hoge aantallen klanten die van energieleverancier wisselen, zijn dus geen doel op zich. Ze zijn zonder meer onvoldoende om te stellen dat de liberalisering goed werkt, noch dat de markt goed werkt. Zo is switchbereidheid bijvoorbeeld mogelijk belangrijker dan daadwerkelijke switch op zich, als het gaat over het evalueren van de marktwerking. Als de leverancier voelt dat iedereen op elk moment op het punt staat om te willen switchen, dan heeft dat een veel natuurlijker naar beneden drukken van de prijs tot gevolg dan wanneer de leverancier vrij safe zit en het eigenlijk altijd hetzelfde percentage mensen is dat effectief verandert van energieleverancier.
De VREG berekent jaarlijks de Herfindahl-Hirschman Index (HHI) van de elektriciteits- en aardgasleveringsmarkten. De HHI is een vaak gebruikte maatstaf voor de concentratiegraad in een sector. De berekening is gebaseerd op de verdeling van de markt onder verschillende aanbieders. Hoewel de indicatoren ook in 2014 nog niet op het niveau zijn dat aanzien wordt als een volledig concurrentiële markt, betekent 2014 opnieuw een sterke verbetering op dit vlak – op het niveau van 2597 – en benaderen we de streefwaarde van 1800 die over het algemeen vooropgezet wordt als voorwaarde voor een competitieve markt.
De vaststelling op basis hiervan is dat de Vlaamse energiemarkt de afgelopen jaren veel concurrentiëler werd, maar nog altijd wat sterker geconcentreerd is dan wat theoretisch als ideaal wordt beschouwd. Dit is enerzijds te wijten aan het nog altijd relatief belangrijke marktaandeel van de historische leveranciers, maar ook aan het effect van fusies en participaties tussen de verschillende spelers. Toch werpt de steeds hevigere concurrentie wel degelijk vruchten af voor alle klanten, en niet alleen voor de actieve klanten die van energieleverancier veranderen. Zodra een zekere kritische massa bereikt wordt inzake het aantal klanten dat van energieleverancier wisselt of minstens bereid is om dat te doen, wordt de concurrentiedruk groot genoeg om ook de prijzen van de passieve(re) klanten te doen afnemen. Hoewel de beste prijsvoorwaarden nog altijd voor de actieve klanten zijn die voor de gunstigste aanbieding op de markt opteren, drukt de mededinging dus ook de prijzen voor de andere klanten.
Uit de enquêtes van de VREG blijkt dat zowel de gezinnen als de bedrijven erg tevreden zijn over hun energieleverancier wat betreft de juistheid van de facturen, de prijs, de informatieverlening en de ondersteuning op het vlak van energiebesparingen. Het is van groot belang dat de tevredenheid van de gezinnen over de juistheid van de facturen met 91 procent net als de vorige jaren erg hoog ligt, 59 procent is tevreden en 32 procent is zeer of uiterst tevreden. Ook informatieverlening scoort goed met 89 procent tevreden klanten. Het aantal klanten dat minstens tevreden is over de prijs ligt met 82 procent iets lager, maar is toch nog verrassend hoog. De tevredenheid over de ondersteuning op het vlak van energiebesparingen blijft, net als de vorige jaren, het grootste pijnpunt. 16 procent van de gezinnen is hierover ontevreden.
Bij de bedrijven is 90 procent tevreden tot uiterst tevreden over de juistheid van de facturen en 80 procent over de informatieverlening en de prijs. De ondersteuning op het vlak van energiebesparing blijft het traditioneel iets minder goed doen, met 26 procent van de bedrijven die niet echt of helemaal niet tevreden zijn.
Hiervoor zijn verschillende verklaringen. De achterstand van professionele klanten in switchgraad in de periode 2008-2011 wordt nu ingelopen. Dat komt door acties van de VREG gericht op kmo’s van de afgelopen jaren en het feit dat de op professionelen gerichte V-TEST-varianten pas later werden ontwikkeld dan de V-TEST voor huishoudelijke klanten. De VREG voert sinds eind 2014 en begin 2015 gericht campagne naar kmo’s om de V-TEST voor professionelen beter bekend te maken. Via Voka verscheen een praktisch publi-redactioneel artikel in de Vokatribune van september. Via UNIZO kwamen er advertenties in tijdschriften en voor de VREG zijn de interessantste geselecteerd voor publi-redactionele input in onder andere Elektrovisie, Metaal Info, ZO Magazine, De Vrije Beroeper, notarius en De Startersgids 2015. Daarnaast werd ook de communicatieverantwoordelijke van UNIZO gecontacteerd door de VREG om een bericht te laten opnemen in de elektronische nieuwsbrief van UNIZO en in een mail aan vijftig regionale adviseurs. Binnen Voka bestaat een lerend netwerk ondernemen, een lokaal initiatief binnen de kamers van koophandel, een groep van bedrijven die samenkomen rond thema’s zoals personeelsmanagement, export, energie enzovoort. De VREG zal presentaties aanbieden tijdens deze bijeenkomsten. Daarnaast wordt voorzien in een praktisch publi-redactioneel artikel in het tijdschrift van de kamers van koophandel en in de maandelijkse nieuwsbrief Energie en Milieu.
De VREG wil – getuige zijn ondernemingsplan – inzetten op de verbetering en het klantvriendelijker maken van de V-TEST. Om relevant te blijven, moet de V-TEST immers gelijke tred houden met de andere prijsvergelijkingswebsites, in de eerste plaats wat betreft gebruiksvriendelijkheid en door te streven naar volledigheid, onder andere door het opnemen van bepaalde kortingen. Verder moeten ook de ontwikkelingen op de markt zo getrouw mogelijk weerspiegeld worden in de V-TEST.
Mijnheer Schiltz, u verwees naar de website www.killmybill.be. We zullen dit in de evaluatie meenemen. U hebt de situatie van de nieuwe website goed geschetst. We moeten kijken op welke manier ze een stuk van de markt bespelen. Misschien laten sommigen de V-test links liggen en kiezen ze voor hen omdat ze een groter scala aan aspecten aanbieden.
Over belangrijke wijzigingen in de V-test worden de energieafnemers via specifieke communicatieacties geïnformeerd. De V-test zal worden aangepast inzake gebruiksvriendelijkheid, maar zal ook vooral vollediger zijn. Ontwikkelingen op de markt moeten op elk moment weerspiegeld zijn. Een test is altijd een momentopname. Wie zich na de test vastklikt aan een contract voor meerdere jaren, heeft op het moment van de test misschien een goede deal gesloten maar het kan die persoon wel vastzetten. Als de commodityprijzen nog verder zouden dalen, is het helemaal niet gezegd dat de momentopname van nu even goed is als de momentopname over twee of drie maanden. Er is dus nog werk aan de winkel.
De V-test wordt nu erg gewaardeerd door de gebruikers. Uit de enquête bleek dat 47 procent van de respondenten de V-test kent. 60 procent van diegenen die de V-test kent, heeft die al gedaan. 28 procent van de gezinnen in Vlaanderen heeft de V-test al ingevuld. 87 procent van de respondenten die de V-test al heeft gedaan, vond deze gebruiksvriendelijk. Nu moeten we ons richten op de 53 procent die de test nog niet kent.
Ook in de enquête die parallel uitgevoerd werd bij ruim 1000 kmo’s, werd aan de bedrijven met een jaarlijkse elektriciteitskost tot 10.000 euro en/of een jaarlijkse aardgaskost tot 7500 euro die aangaven de VREG te kennen, gevraagd of ze de V-test kennen. 39 procent antwoordt bevestigend. Voor heel wat bedrijven is de V-test nog onontgonnen terrein. 95 procent van wie de vergelijking al gebruikte, vond deze wel gebruiksvriendelijk. Van de 162 bedrijven die voor elektriciteit in de doelgroep vallen en die de V-test kennen, hebben 96 bedrijven de test daadwerkelijk gedaan voor elektriciteit. Slechts 48 van hen, of 51 procent, koos ook effectief voor een nieuwe elektriciteitsleverancier. Bedrijven willen vaak zeker zijn van de kostenstructuur. Van de 122 bedrijven binnen de doelgroep voor aardgas die de V-test kennen, heeft nog niet de helft, namelijk 47 procent, de test al gedaan. Van deze 58 bedrijven koos 63 procent een nieuwe aardgasleverancier op basis van het resultaat.
Het is een goed instrument waar we moeten aan blijven werken. We moeten mensen zo veel mogelijk responsabiliseren. Het is niet alleen het effectief switchen die een neerwaartse druk zet op de prijs, maar ook de switchbereidheid. Als er meer variabele contracten zijn en veel mensen aangeven dat ze op elk moment willen veranderen, geeft dat een grotere neerwaartse druk dan effectieve bereidheid. Het is een goed instrument dat up-to-date moet worden gehouden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, wat u zegt, is correct. Zelfs diegenen die niet switchen of de V-test niet gebruiken, zullen ook genieten van betere prijzen omdat de marktprijs van leveranciers onder druk komt te staan doordat er meer wordt geswitcht of doordat er meer bereidheid is daartoe. Ik mis twee zaken op de site van de V-test.
Ik lees in Trends van 12 februari 2015: “Bovendien zijn kmo’s extra gevoelig voor het zekerheidsargument. Een particulier die twee uur geen stroom heeft, dat is geen ramp, maar zonder stroom kan een kapper of een bakker niet werken.”
Het is je reinste onzin wat die verkopers vertellen. Die verkoper bepaalt niet of de stroom uitvalt of niet, want dat hangt af van accidenten ‘en cours de route’ enzovoort. Dat mag voor mij ook op de site staan zodat dat argument een beetje ontkracht wordt. Sommige bedrijfsleiders van kmo’s zeggen mij dat ze zeker niet zonder elektriciteit willen vallen. Het heeft er eigenlijk niets mee te maken. Er is een verschil tussen de V-test en de verhaaltjes die de ronde doen.
Een communicatielijn zou mensen ook kunnen wijzen op het verschil tussen variabele energieprijzen en vaste energieprijzen. Men zou de voor- en nadelen kunnen geven. De voordelen van vaste energieprijzen hebt u zelf al opgesomd, maar er zijn ook voordelen aan variabele energieprijzen. De consument moet zich daarvan bewust zijn. Als hij instapt in een vast energieprijzencontract, moet hij weten wat de consequenties zijn. De website van de V-test kan dus worden verbeterd.
Voor de producent en de leverancier zijn de begrippen een evidentie, maar voor de buitenwereld niet. Soms kiezen bedrijven meer voor zekerheid tegen een hogere prijs, terwijl het niets te maken heeft met bevoorradingszekerheid. Ik hoor ook het argument dat ze liever weten wat hun prijs de komende jaren zal zijn dan dat ze moeten leven met de onzekerheid van een prijsstijging of -daling. Het gaat ook om het bedrijfseconomisch inplannen van kosten.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik heb nog een praktische suggestie. Er zijn een aantal mensen die niet veranderen van leverancier. Ze kunnen onrechtstreeks mee profiteren door de marktwerking die we hier kennen. Een deel van die mensen is gewoon niet in staat om die switch te doen omdat ze digitaal niet actief zijn. Misschien is het nuttig om na te gaan of de ambtenaren die nu mensen bijstaan bij het invullen van de V-test, kunnen worden gemachtigd om de switch voor de betrokkenen te doen. In een aantal gevallen kan het een manier zijn om die mensen toch over de brug te halen en effectief de switch te maken.
We zijn bezig met de evaluatie. We willen een aangepaste test. Alle suggesties zijn dus welkom. We scoren nu goed, maar we moeten ervoor zorgen dat het zo blijft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.