Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Vele steden en gemeenten worden dagelijks geconfronteerd met de problematiek van zwerfkatten. Op basis van de Dierenwelzijnswet dragen steden en gemeenten de verantwoordelijkheid voor de aanpak van de zwerfkattenproblematiek. In de praktijk is het zo dat vele lokale besturen reeds een beleid ter zake voeren, en dat is uiteraard een goede zaak.
In januari echter ontvingen de lokale besturen een schrijven van de Nederlandstalige Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen (NGROD). In dit schrijven wensen zij de dwingende manier waarop dierenartsen door steden en gemeenten worden benaderd, onder de aandacht te brengen. Dierenartsen voelen zich geïntimideerd door vragen om hun tarieven te verlagen. Men ervaart dreigementen om bestaande samenwerkingen stop te zetten.
De NGROD wil aan de lokale besturen uitdrukkelijk laten weten dat het dierenartsen deontologisch niet is toegelaten tarieven te hanteren die de kwaliteit van de dierengeneeskunde in het gedrang brengt. De NGROD vraagt overleg tussen dierenartsen en steden en gemeenten. Verder vragen ze steun voor deze problematiek vanuit de Vlaamse overheid.
Minister, hebt u het schrijven ontvangen? Bent u op de hoogte van deze problematiek en wat is uw visie? Zult u deze oproep steunen? Indien ja, op welke manier?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb die brief inderdaad ontvangen en ben me bewust van de problematiek. Dierenartsen spelen een belangrijke rol in het bewaken van het welzijn van dieren. Dat blijkt uit de actieplannen die steden en gemeenten ontwikkelen om die zwerfkattenproblematiek aan te pakken.
De taak van de dierenartsen bestaat er net in toe te kijken dat die aanpak diervriendelijk en efficiënt is. Het is belangrijk dat die activiteit behoorlijk wordt gehonoreerd. Het is niet mijn bevoegdheid om tussen te komen in de prijszetting. Daar enige druk uitoefenen, laat staan dwang, is contraproductief en tegen hun eigen belang. Elke stad en gemeente heeft er alle baat bij om te kunnen rekenen op een goede samenwerking met de betrokken dierenartsen. Als die druk, laat staan dwang, zouden uitoefenen, is dat contraproductief.
Mevrouw Joosen heeft het woord.
Minister, ik heb nog twee bijkomende vragen. Zou het een goed idee zijn om die problematiek mee te nemen naar het overleg dat u plant met de lokale schepenen van dierenwelzijn? Een kanttekening daarbij is wel dat niet alle steden en gemeenten een schepen hebben die bevoegd is voor dierenwelzijn.
In een antwoord op mijn schriftelijke vraag van 20 januari liet u weten dat u niet over gegevens beschikt over het aantal steden en gemeenten dat een beleid voert, en op welke manier ze dat voeren. Is het mogelijk en nuttig om die gegevens in de toekomst toch bij te houden of te registreren?
Uw suggestie in verband met de schepenen neem ik zeker mee. Verder tracht ik de link te leggen naar de VVSG om mee informatie te verwerven via dat kanaal. Dat lijkt me het meest aangewezen voor lokale problemen en het lokale beleid dat wordt gevoerd inzake dierenwelzijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.