Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Bajart heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, volgens de bijdrage van de Vlaamse administratie aan het regeerakkoord moet er een schaalvergroting plaatsvinden van de gemeenten in het Vlaamse Gewest. Deze schaalvergroting past in een bevoegdheidsoverdracht die moet gebeuren zodat Vlaanderen opgebouwd wordt rond twee bestuursniveaus: Vlaanderen aan de ene kant en sterke, bestuurskrachtige gemeenten aan de andere kant. Veel gemeenten hebben niet de noodzakelijke schaal om deze bestuursoverdracht aan te kunnen. De oprichting van allerlei intermediaire structuren in de laatste jaren wijst erop dat zelfs voor de bestaande bevoegdheden de huidige schaal van veel gemeenten al te klein is.
Om de bestuurskracht van gemeenten vast te stellen, zijn een aantal factoren van belang. De Vlaamse administratie somt er vijf op: het inwonersaantal, de socio-economische omgeving, de oppervlakte, de ruimtelijke logica van de gemeente en de draagkracht van de inwoners. Het evaluatierapport van het Agentschap Binnenlands Bestuur stelt dat gemeenten met minder dan 15.000 inwoners vooral de focus vormen voor fusies.
De mediaangemeente in Vlaanderen telt amper 14.000 inwoners en de verschillen tussen de 308 Vlaamse gemeenten zijn dus erg groot. De kleinste gemeente in Vlaanderen, Herstappe, telt 85 inwoners. De grootste stad van Vlaanderen, Antwerpen, heeft er meer dan 500.000. Terwijl de steden meer bevoegdheden vragen, kreunen de kleine gemeenten onder hun takenpakket.
Bovendien wordt de financiële toestand van de gemeenten steeds nijpender. In De Tijd konden we vandaag nog lezen dat kleinere gemeenten tot 50 procent minder investeren in wegen, onder meer omdat ze de pensioenlast van hun werknemers dragen. Veel kleinere gemeenten gaan daarom samenwerkingsverbanden aan. Maar die 2000 samenwerkingsverbanden worden stilaan een kluwen waarop weinig controle mogelijk is.
Een citaat uit het Vlaams regeerakkoord: “Gemeenten kunnen vrijwillig fusioneren. We stimuleren hen hiertoe door een financiële bonus, en door grotere autonomie en extra bevoegdheden toe te kennen aan de middelgrote steden en gemeenten, en de grootste steden.” De noodzaak van een fusie blijkt zowel uit het regeerakkoord als uit een studie van de economische denktank VIVES (Vlaams Instituut voor Economie en Samenleving) van de KU Leuven. Ik citeer professor Matthijs: “De taken van de gemeenten zijn ook veel te versnipperd. Zo werken veel kleinere gemeenten met elkaar samen voor afvalverwerking, sociale huisvesting en nutsvoorzieningen, waardoor extra structuren zoals intercommunales ontstaan.”
Minister, toenmalig Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Geert Bourgeois spoorde de gemeenten in 2011 al aan tot een fusie. Geen enkele gemeente zette toen de stap, maar sindsdien zijn de uitdagingen nog nijpender en leeft het onderwerp steeds meer. Met minder geld moet men meer bevoegdheden aankunnen.
Minister, omdat in de vorige legislatuur geen enkele gemeente overging tot fusie is de kans klein dat dit tijdens deze legislatuur zal gebeuren. Wat als na enige tijd blijkt dat geen enkele gemeente overgaat tot fusie? Kan de Vlaamse Regering soeverein beslissen tot het wijzigen van gemeentelijke grenzen en dient dit steeds te gebeuren met instemming van betrokken gemeenteraden? Het is voor mij niet altijd even duidelijk tot waar de beslissingsmacht gaat. Hebt u een zicht op hoeveel gemeenten door hun beperkte schaalgrootte problemen ondervinden om in basisdienstverlening voor de burger te voorzien?
Minister Homans heeft het woord.
Collega’s, dit debat hebben we natuurlijk gehad bij de bespreking van de beleidsnota Binnenlands Bestuur, nog niet zo heel lang geleden, en ook in de plenaire vergadering. Ik heb toen redelijk uitgebreid geantwoord op de vragen. Ik ga niet in herhaling vallen. Ik zie momenteel ook geen nieuw feit waarop uw vraag dan nu gebaseerd is.
In het regeerakkoord staat inderdaad dat we willen overgaan tot meer vrijwillige fusies. Op uw vraag of Vlaanderen soeverein kan opleggen om dat te doen, kan ik ‘ja’ antwoorden. Vlaanderen zou dat kunnen doen, maar het staat natuurlijk een beetje haaks op het principe van vrijwilligheid dat in het regeerakkoord staat. We gaan dat dus niet doen, maar we zouden het per decreet wel kunnen doen. Als bepaalde gemeenten autonoom en vrijwillig beslissen om te fuseren, moeten we dat wel met een eenvoudig decreet in het Vlaams Parlement goedkeuren.
Mijn voorganger Bourgeois heeft ook gepleit voor vrijwillige fusies. Waarom is daar niets van gekomen? Ik heb het bij de bespreking van de beleidsnota al gezegd: omdat er weinig tegenover stond. U hebt zelf verwezen naar een stimulans. In het kader van de beleidsnota heb ik het voorbeeld van de eventuele schuldovername gegeven. Ik denk dat het belangrijk is om een wortel voor te houden om dat te doen. Ik denk dat het vooral ook belangrijk is om, los van die financiële stimulans, te benadrukken dat het absoluut de bedoeling is van deze Vlaamse Regering om enerzijds meer autonomie, meer bevoegdheid te geven aan de lokale besturen, en te laten zien dat deze Vlaamse Regering echt wel vertrouwen heeft in het lokale bestuur. Daarom hebben we aangegeven dat, hoe groter de schaalgrootte is – waarmee ik niet wil zeggen dat je allemaal per definitie boven de 50.000 of 80.000 inwoners moet zitten, dat is zeker niet de bedoeling – hoe doeltreffender je soms beleid kunt voeren en hoe efficiënter je bepaalde diensten kunt samenvoegen en dergelijke. Nogmaals, het is aan de gemeenten zelf om die keuze op vrijwillige basis te maken. En als ze die keuze willen maken, krijgen ze van ons een financiële stimulans in ruil, maar tegelijkertijd ook meer autonomie en verantwoordelijkheid en vooral ook het volle vertrouwen van de Vlaamse Regering.
De heer Dochy heeft het woord.
Ik was, net zoals de minister, wat verrast dat de vraag hier wordt gesteld. Waarschijnlijk gebeurt dat vanuit de ervaring van de heer Bajart als bestuurder van een kleine gemeente. Ik neem aan dat hij zelf voelt hoe moeilijk het is. Dat lijkt mij de enige reden. Er zijn vele anderen die er vandaag anders over denken.
Ik wil een kleine wijsheid citeren: “De grootste wijsheid komt zelden van mensen zonder ervaring.” Ik zou willen vragen om in dit dossier te luisteren naar de lokale bestuurders, zij die een kleine gemeente besturen, en ook naar de inwoners van die gemeenten. Is er echt zo’n groot deficit? Ervaren die inwoners zo’n groot tekort van dienstverlening? Ik denk dat dat debat ook wel eens mag worden gevoerd. In alle objectiviteit: ik heb er geen probleem mee om dat debat te voeren, maar ik denk dat het nodig is dat aspect mee te nemen in het verhaal.
De heer Doomst heeft het woord.
Ik wil aansluiten bij wat de collega heeft gezegd en bij wat de minister heeft beaamd: het is niet de bedoeling om tot een standstill te komen. We willen vooruitgaan. Het zou zonde zijn mochten we nu niet voor een deel van onderuit kunnen hervormen.
Dat zijn de twee belangrijke dingen. Geen standstill, maar een move slowly, met de nadruk op bewegen. Het moet echt vooruitgaan.
Verder moet het echt van onderuit komen. Zoals de collega heeft gezegd: wij zullen van hieruit niet dicteren. Laat de wijsheid groeien en bloeien. Maar het moet wel groeien. We moeten er attent voor zijn dat er in dat hervormingsproces effectief een beweging komt. Het zou zonde zijn mochten we binnen vijf jaar vaststellen dat we opnieuw niet verder staan dan vijf jaar geleden.
Minister, ik wil zelf ook even reageren.
In het vorige regeerakkoord stond er ook dat men op vrijwillige basis fusies zou stimuleren. (Opmerkingen)
Dat stond er wel in.
Natuurlijk moeten we niet bruuskeren. Persoonlijk ben ik ervan overtuigd dat iedereen in een kleine landelijke gemeente gelukkig is. Maar het gaat er ook over hoe je tot meer efficiëntie kunt komen. Als je ziet hoe het in andere landen gaat, met een veel grotere schaal, denk ik dat we toch een stap vooruit moeten durven te zetten.
Het staat niet in het regeerakkoord, minister, maar ik steek niet weg dat we met een verplichte fusie, niet op korte termijn, maar bijvoorbeeld op twaalf jaar, zodat ook de burgemeesters daaraan kunnen wennen, misschien veel meer stappen vooruit hadden gezet. Niet vrijwillig op zes jaar, maar bijvoorbeeld verplicht op twaalf of zelfs achttien jaar. Dan zouden we misschien ‘slowly’, maar wel met effectieve stappen vooruit, tot een schaalvergroting zijn gekomen. Ik denk dat het nu allemaal wat vrijblijvend blijft. Sommigen zullen daarmee misschien gelukkig zijn, vooral veel lokale burgemeesters en schepenen. Maar ik denk dat we moeten professionaliseren op dat vlak.
Minister Homans heeft het woord.
Ik wil even reageren op de betogen van de heren Dochy en Doomst. Het regeerakkoord is zeer duidelijk. U hebt dat zelf ook gezegd. Er staat: “op vrijwillige basis”. Wij leggen dus niets op.
Dat het van onderuit moet komen, lijkt mij logisch. Dat lijkt mij samen te gaan met het woord ‘vrijwillig’. Dat het in samenspraak moet gebeuren met de betrokken gemeenten, daarmee ben ik het absoluut eens, mijnheer Dochy.
Ik denk dat het goed is dat bepaalde gemeenten – en niet van de kleinsten – zich hebben aangeboden om het gesprek aan te gaan. Ik heb dat verleden keer al gezegd. Natuurlijk doen wij dat dan in overleg met de betrokken gemeenten en zeker ook de buurgemeenten waarmee ze willen fuseren. Dat zal allemaal in vrijwilligheid gebeuren. Ik denk wel dat het belangrijk is om het toch te proberen, zeker in het kader van het geven van meer autonomie, meer bevoegdheden en meer vertrouwen.
Het valt me op dat de grootste vraag om te komen tot fusies uit de steden komt. De centrumsteden vinden zichzelf iets te klein. Ik ken voorbeelden van partijgenoten van u, minister, die ook in de krant verklaren dat de landelijke gemeenten zouden moeten fusioneren, maar als het om hun eigen stad gaat, is het niet aan de orde.
Het gaat me niet over de structuur, het gaat me om wat de mensen nodig hebben. Als een fusie kan leiden tot een betere dienstverlening, tot een verbetering voor de mensen, is dat voor elk bestuur van een landelijke gemeente bespreekbaar. Maar vandaag leeft die overtuiging niet. Er wordt niet ervaren dat de dienstverlening in een stad of een gemeente zou verbeteren als het wordt ingebed in een grotere structuur.
Er worden al zaken bekeken op een grotere schaal, zoals de politiezones en nu ook de brandweerzones. Er zijn al heel wat dingen ontnomen en in een hogere structuur geplaatst. Hoever moet je daarin gaan? Voor mij is de essentie: wat verbetert er voor de inwoners? Als u dat niet kunt aantonen, komt het hun niet ten goede.
Er is een ander punt belangrijk voor de Vlaamse overheid, die toch niet in een financiële luxepositie zit. Er wordt altijd gesproken over extra financiële middelen. Dat is de wereld op zijn kop. Als de schaal groter wordt en je bent overtuigd dat het daardoor efficiënter gebeurt, zou de Vlaamse overheid minder moeten geven aan de gemeenten die fusioneren. Als je efficiënter werkt, moet je minder geld krijgen. Dat is de essentie van efficiëntie. Als het betekent dat je meer geld krijgt, is het eenvoudig om efficiënt te zijn.
Maar van waar gaat het geld komen om die schulden over te nemen en om de gemeenten extra middelen te geven? De pot is niet oneindig groot. De insteek is verkeerd. Als je efficiënter wilt werken, moet je het kunnen doen met minder middelen.
Wij gaan als gemeente die uitdaging aan. Wij willen gemeente en OCMW laten samenwerken, met minder personeel. We werken dus efficiënter en goedkoper. Onze overheadkosten dalen. Ik stel niet vast dat die kosten dalen wanneer gemeenten fusioneren. Er zijn heel wat voorbeelden in Nederland waar grote fusies zijn gemaakt en waar het resultaat niet is dat het daardoor veel efficiënter en beter gaat, in elk geval niet op financieel vlak.
Maar hebt u een zicht op hoeveel gemeenten een probleem hebben door die schaalgrootte?
Wacht even, een probleem met de schaalgrootte? Dat is de piste die de heer Dochy hier nu op tafel legt. Bepaalde zaken die hij zegt, kan ik wel volgen, maar uw vraag ging over het mogelijk fuseren van gemeenten. Ik heb gezegd dat het vrijwillig moet gebeuren. De gemeenten zullen zelf naar mij moeten komen en melden dat ze willen fuseren. Dus nee, ik heb daar geen zicht op, als een bepaalde burgemeester of lokale overheid nog niet aan mij of de administratie heeft gemeld dat ze dat eventueel willen bespreken. Er zijn er al enkele langs geweest, maar het is een proces dat iets langer duurt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.