Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Vraag om uitleg over het koninklijk besluit betreffende het gebruik van afstandsbestuurde luchtvaartuigen in het Belgische luchtruim
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister-president Bourgeois.
De heer De Clercq heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, het gaat om het boeiende en beloftevolle thema van drones – maatschappelijk evenwel, want wettelijk is er nog geen kader. Daardoor is er in het Belgische luchtruim een verbod, behalve op erkende terreinen. Hiervoor is een KB nodig op federaal niveau. In het kader van het samenwerkingsfederalisme zullen we goed moeten afstemmen. Ik vond het toch belangrijk om dit thema even aan te snijden, in het licht van de Vlaamse adviserende bevoegdheid.
Het is een beloftevolle technologie, die meer en meer opgang maakt in allerhande sectoren, van de landbouw tot de petrochemie. Ook in het kader van veiligheid, voor hulpdiensten en brandweer, kan het een bijzonder goed middel zijn. Innoverende bedrijven – en we hebben er gelukkig veel in Vlaanderen en in ons land – zijn bezig met het uitrollen van allerlei mogelijkheden, maar dus zonder wettelijk kader. Het is uiteraard belangrijk om oog te hebben voor de aspecten privacy en veiligheid.
De bevoegde federale minister, Galant, antwoordde enkele weken geleden op vragen van de goede collega’s Van Mechelen en Van Quickenborne dat zij er volop mee bezig is. Ze schetste ook zeer ambtelijk de procedure die het moet doorlopen. Een van de elementen is het advies van de gewesten, met een termijn van zestig dagen. Uit het parlementair debat in de Kamer kon ik afleiden dat het KB er nog niet is, dat de minister wel wil praten met de sector en dat er dus onverwijld werk van wordt gemaakt.
Wat is de visie van de Vlaamse Regering inzake drones in het luchtruim? Minister-president, kunt u al iets meegeven over uw opstelling bij het advies? Met welke parameters zult u rekening houden bij het adviseren? Minister Wathelet had al een KB klaar, maar dat stond bol van de administratieve rompslomp. Zult u erop toezien dat de administratieve last binnen de perken blijft? Wilt u afstemmen met de sector?
Het lijkt me goed om ook in dialoog te gaan met de onvolprezen staatssecretaris voor Privacy. Voor onze fractie is dat een belangrijk punt, ook al omarmen we technologie. Engageert u zich om in overleg te gaan met European UAV Knowledge Area (EUKA), het competentiecentrum voor drones, dat tot stand kwam in het kader van Vlaanderen in Actie (ViA)? De minister van Mobiliteit wou ik nog vragen of hij ook initiatieven plant.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
De vraag is nagenoeg gelijklopend, ik zal het kort houden. Er is enkel een wettelijk kader voor militaire en politionele doeleinden, en voor de douane. Er komt nu een KB om meer mogelijk te maken. Daarop moet een advies komen van u, minister-president. Wat gaat u daarin zetten?
Het is belangrijk om op te merken dat dit echt pionierswerk is. Ik denk niet dat er in Europa ergens een uitgewerkt regelgevend kader is voor drones. Als we dit kunnen doen, kunnen we de ontwikkeling van drones in Vlaanderen en in België een boost geven en een competitief voordeel hebben op andere regio’s en landen. Die kans hebben we nu. In veel dossiers zijn we er al af gefietst. Als we dit kunnen realiseren, zou dat toch bijzonder zijn.
Ik deel alle bezorgdheden, met drones die over kerncentrales vliegen en dergelijke, net als alle bezorgdheden op het vlak van privacy. Maar zeker als het gaat over toepassingen in het kader van de overheid, bijvoorbeeld bij overstromingen, verkeersongevallen of massabijeenkomsten, kunnen drones zeer nuttig zijn en mensenlevens redden. Zeker in die niche kunnen we een enorme meerwaarde creëren.
De vraag is heel simpel: wat is uw advies? Wij hopen dat het in de goede richting gaat.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, het is inderdaad een zeer actueel en boeiend thema, dat diverse vragen oproept en dat nog wacht op een aantal antwoorden. In The Economist staat er deze week toevallig een artikel over, zoals u hebt gelezen, zie ik, mijnheer De Clercq. Dat geeft ook de diverse standpunten. Canada gaat er eerder liberaal mee om, de Verenigde Staten eisen dat de bediener van de drones een pilootopleiding krijgt.
Mijnheer Van Rompuy, zover ik geïnformeerd ben, worden er ook op Europees vlak initiatieven genomen, niet enkel op Belgisch vlak. Volgens mijn informatie zouden lidstaten kunnen legifereren voor drones tot 150 kilogram en daarboven zou de EU een regeling uitwerken, voor zwaardere toestellen met waarschijnlijk bijkomende capaciteiten.
Wij zijn als Vlaamse overheid vragende partij voor een wettelijk kader, dat het operationele en commerciële gebruik van drones mogelijk maakt en regelt. Die vraag leeft ook sterk bij het bedrijfsleven en andere organisaties, die opportuniteiten zien in het gebruik van drones. Mogelijke toepassingen zijn zeer divers. De inzet van drones opent heel wat mogelijkheden in zeer verschillende sectoren. Het laat toe om in een aantal situaties gepaster, sneller, eenvoudiger en goedkoper te opereren.
U hebt erop gewezen, mijnheer De Clercq, dat er in Vlaanderen recent een kenniscentrum is opgericht, de vzw EUKA. Die zet zich in voor het faciliteren en promoten van de UAV-industrie (unmanned aerial vehicle). Het is inderdaad nog een kindje van ViA. Dat mag ook eens worden vermeld.
Een wettelijk kader moet de nodige rechtszekerheid bieden. Hopelijk laat het ook toe om de nodige stimuli te geven aan de ontwikkeling van de diensten met drones, op het vlak van hardware en software en gebruiksmogelijkheden. Maar een belangrijk aspect is de privacy. Veiligheid komt er ook bij te pas. We hebben allemaal vernomen dat drones recent in Frankrijk kerncentrales hebben overvlogen, wat vragen deed rijzen. Leefkwaliteit is ook een belangrijke zaak. Die elementen zullen bij het uitwerken van de regelgeving in balans moeten komen.
Ik hoop dat de innovatieve sector inzet op de verdere ontwikkeling hiervan. Ons bedrijfsleven, de universitaire en onderzoekscentra kunnen daarin een grote rol spelen. Het past in elk geval in onze ambities met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek, innovatie en ondernemerschap.
Het is zo dat de vorige Federale Regering op 19 mei 2014 een ontwerp van KB heeft gemaakt en dat heeft bezorgd voor advies aan de gewesten. Er is geen advies verleend binnen de termijn, maar dat is een termijn van orde, zoals u weet, die vaak wordt overschreden. Nu gebeurt daarvan een analyse bij de diensten van minister Weyts, bij het departement Mobiliteit en Openbare Werken. Zodra hij over dat advies beschikt, zal de Vlaamse Regering haar standpunt bepalen en bezorgen aan de nieuwe federale minister bevoegd voor de mobiliteit.
Minister Galant heeft inderdaad een tijd geleden in het federale parlement bevestigd dat ze werkt aan een nieuw KB. We hebben contact opgenomen met haar kabinet. Daar was men eerst een beetje verrast dat er al een vorig KB voor advies voorlag. Er is bevestigd dat ze werken aan een nieuw KB. Er is afgesproken, informeel, dat niets belet dat wij ondertussen toch ons advies verlenen over het bestaande ontwerp van KB. Als het nieuwe fundamenteel verschilt van het oude, zullen we opnieuw om advies worden gevraagd, neem ik aan. Maar het kan geen kwaad dat het advies al wordt verleend, vanuit de invalshoek van onze bevoegdheden. Welllicht kan er rekening mee worden gehouden in de loop van de procedure.
Dat KB zal voornamelijk handelen over de federale bevoegdheden als luchtvaartveiligheid en de organisatie van het luchtverkeer. Maar er zijn nog belangrijke criteria. We denken in het bijzonder aan de wetgeving op de privacy, de specifieke bevoegdheden van de deelstaten en de federale overheid, en het Europese kader, waar dus ook regelgeving zou worden ontwikkeld.
Het is niet uitgesloten dat het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit eventueel op het terrein van de bevoegdheden van de deelstaten terechtkomt. Dat geldt zeker voor de toegang tot het beroep voor de afstandspiloten. Dat is een gewestelijke bevoegdheid.
Zoals hier al is beklemtoond, lijkt overleg met de sector me belangrijk. Minister Galant heeft aangekondigd dat ze binnenkort een ontmoeting met de betrokken sectoren zal hebben. Dat lijkt me belangrijk. We zullen dan horen welke besognes door de betrokken sectoren en bedrijven worden geuit.
Ik ben het ermee eens dat de administratieve verplichtingen binnen redelijke perken worden gehouden. Daar moeten we over waken. Het zal echter steeds delicaat zijn. Het gaat immers om meer dan een zuiver technische aangelegenheid. Op een of andere manier moeten we waarborgen dat de drones geen schending van ons recht op privacy of van de veiligheid kunnen betekenen. Die twee belangrijke aspecten vallen onder de federale verantwoordelijkheid.
Ik wil niet vooruitlopen op het advies dat mijn regering zal verstrekken, maar ik ga ervan uit dat we de aandacht op die twee aangelegenheden zullen vestigen. Ik kan niet vooruitlopen op het advies dat momenteel nog door onze diensten wordt uitgewerkt.
Tijdens de vorige legislatuur is geen advies aan de vorige staatssecretaris meer verleend. We zullen dat advies zo snel mogelijk verstrekken. De administratie zal minister Weyts al binnen enkele weken een ontwerp van advies bezorgen.
Ik heb zelf geen overleg gepleegd met de vzw EUKA. Die vzw is heel recent, op 7 november 2014, opgericht. Minister Weyts moet oordelen of overleg nodig is.
Wat mijn eigen bevoegdheden betreft, is de inzet van drones enkel aan de orde voor het beleid inzake onroerend erfgoed. Voor het buitenlands beleid denken we nog niet aan de inzet van drones. Dat laatste was natuurlijk een grapje. (Gelach)
– Jan Hofkens treedt als voorzitter op.
Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft in 2012 vier tests met drones laten uitvoeren. Die tests maakten deel uit van drie waarderingsonderzoeken van archeologische sites in functie van de opmaak van beschermingsdossiers. Dat is zeer nuttig. De drones overvliegen archeologische sites en detecteren vanuit de lucht. Dat is uitbesteed. Momenteel lopen nog twee bijkomende procedures voor de uitbesteding van archeologisch waarderingsonderzoek dat in 2015 moet worden uitgevoerd. In het bestek van beide opdrachten is de inzet van een drone opgenomen. De drone moet luchtfoto’s van de site maken om de onderzoeksresultaten in die foto’s te kunnen inpassen.
De heer De Clercq heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor u antwoord. De vragen van de heer Van Rompuy en mijn eigen vragen sloten perfect bij elkaar aan. We hebben een positief geloof in de nieuwe technologie. Er zijn wel een aantal bezorgdheden met betrekking tot de privacy en de veiligheid.
Uw antwoord heeft me positief gestemd. U kunt natuurlijk niet op het concrete advies vooruitlopen. Ik heb echter uit uw antwoord afgeleid dat u vragende partij bent voor een wettelijk kader binnen de contouren die we net hebben geschetst. Dit is positief.
We hebben in België en zeker in Vlaanderen alles om hierin te slagen. We beschikken over excellente kenniscentra en innoverende bedrijven. Er is van onderuit al heel wat gebeurd. Nu moet de politiek het kader scheppen om de samenleving effectief baat te laten hebben van alle aangehaalde voordelen. We moeten de veiligheid en de privacy in acht nemen. Dat kan echter geen argument zijn om een dergelijke ontwikkeling af te remmen.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Minister-president, het is de bedoeling het koninklijk besluit aan te passen. Het is een goede zaak voor Vlaanderen het advies in te dienen, al is het maar om de Federale Regering wat onder druk te zetten. U kunt er nooit tegen zijn de Federale Regering wat onder druk te zetten om wat vooruitgang te boeken.
Blijkbaar vielen tijdens uw eerste contacten over het koninklijk besluit enkele mensen dronematig uit de lucht. Ik begrijp dat minister Galant veel aan het hoofd heeft en dat die drones om haar hoofd niet haar eerste bekommernis zijn. Het zou evenwel een goede zaak zijn het advies zo snel mogelijk uit te brengen.
Er is nog geen Europese regelgeving. Ook in andere landen loopt het proces nog. Indien we de eerste zouden zijn, zouden we een gedeelte van die industrie en die ontwikkeling naar hier kunnen trekken. Het zou een goede zaak zijn indien Vlaanderen op dit vlak een voortrekkersrol zou kunnen spelen. Ik dank u voor uw enthousiasme en uw welwillendheid.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.