Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën en Begroting
Vraag om uitleg over de samenwerkingsovereenkomst met de Federale Regering over de door de Vlaamse Regering ingestelde economische steunzones
Verslag
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Minister-president, ik ben op zoek naar informatie, ik hoop dat u mij die kunt geven. Het gaat over de uitvoering van de federale Competitiviteitswet, die uiteindelijk in mei gepubliceerd is geraakt in het Belgisch Staatsblad en waarop de Federale Regering het koninklijk besluit heeft genomen. Wij hebben daar, in de vorige Vlaamse regeerperiode, proactief naartoe gewerkt. Wij hebben al twee zones afgebakend die onder de toepassing van die Competitiviteitswet zouden vallen: een zone rond Genk en een rond Turnhout. Wij hebben uitvoerig beraadslaagd over die zones, wij hebben die zones afgebakend op basis van de statistische sectoren. Wij hebben ze zodanig gekozen dat er een maximum aantal bedrijven en bedrijventerreinen, wetenschapsparken en bedrijvencentra in kunnen vallen, en dat zo veel mogelijk bedrijven van dit competitief voordeel gebruik zouden kunnen maken.
Ik weet dat het een tijdje heeft geduurd vooraleer de onderhandelingen tussen de Vlaamse en de Federale Regering konden starten, om daar uitvoering aan te kunnen geven. U moest wachten op de vorming van de nieuwe Federale Regering. Dat is ondertussen gebeurd. Ik heb begrepen dat de onderhandelingen opgestart zijn. Ik juich dat uiteraard toe. Maar er blijven toch nog een paar vragen onbeantwoord. Ik hoop dat u die vragen zult kunnen beantwoorden.
We zijn een beetje ongerust geworden toen we het regeerakkoord lazen. Daar staat weliswaar in dat de twee zones behouden blijven, maar ook dat u een opening laat om een derde zone te erkennen. In de Competitiviteitswet wordt, bij het nauwkeurig afbakenen van die zones, rekening gehouden met het toegestane aantal vierkante kilometers en ook met het aantal inwoners. Wij kunnen niet eindeloos blijven doorgaan. Dat zou Europa ons niet toelaten. Als er nu een derde zone bijkomt, welke zou dat dan zijn? Zou dat ten nadele gaan van de twee al afgebakende zones?
Mijn collega Rob Beenders heeft hierover al op 22 oktober 2014 een actuele vraag gesteld aan minister Homans. Maar minister Homans heeft geen duidelijkheid verschaft en zij heeft dus de onrust bij ons niet weggenomen. Daarom richt ik mij nu tot u. Mijn vraag is eenvoudig: kunt u bevestigen dat de twee in de vorige regeerperiode afgebakende zones rond Turnhout en Genk onverkort en ongewijzigd behouden blijven? Hoe ziet u de timing voor de afsluiting van het samenwerkingsakkoord? De bedrijven zullen er maar van kunnen genieten wanneer het samenwerkingsakkoord in eerste instantie is afgesloten. Hebt u al zicht op de concrete uitvoeringsmodaliteiten? Hoe zal dat gaan? Welke procedure zullen de bedrijven moeten volgen om van die steun te kunnen genieten? Wat komt er wel in aanmerking? Vanaf wanneer gaan die termijnen in? Vanaf wanneer zouden die bedrijven effectief van die steun kunnen genieten?
De heer Kennes heeft het woord.
In de nadagen van de vorige legislatuur kwam die gunstregeling voor de ontwrichte zones tot stand. De vorige vraagsteller heeft daar toen in haar functie zeker ook erg aan meegewerkt. Er is op een bepaald moment een keuze gemaakt voor twee gebieden: de omgeving rond Genk en de omgeving rond Turnhout. Dat gebeurde op basis van 605 collectieve ontslagen die daar waren gevallen tussen juli 2012 en april 2014. Er wordt sindsdien door velen uitgekeken naar de uitwerking en de concretisering van die engagementen. Daar is een samenwerkingsakkoord voor nodig. Er werden vragen over gesteld in het federale parlement. We moeten vermijden dat er een pingpongspel wordt gespeeld waarbij de federale minister verwijst naar de Vlaamse Regering en de Vlaamse Regering naar de Federale Regering. Het komt erop aan dat men nu tot een snelle afronding van dat samenwerkingsakkoord komt.
Er waren op een bepaald moment ook nog vragen in verband met de Europese regelgeving. Wat dat betreft is er vanuit de Federale Regering een geruststellend antwoord gekomen in verband met de nieuwe algemene groepsvrijstelling. Die is, op een paar punten na, conform aan de Europese verordening. Dat zal dus geen bewaar vormen.
We kijken dus uit naar die concretisering. Recent heeft de Vlaamse Regering ook nog dit punt behandeld. Maar er is nog altijd geen akkoord over de samenwerkingsovereenkomst. Wat is de stand van zaken? We gaan ervan uit dat dit er gaat komen. Op welke manier anticipeert de Vlaamse Regering in de contacten met potentiële investeerders om deze nieuwe fiscale troef te kunnen uitspelen? Het is belangrijk om niet pas in gang te schieten op het moment dat dat akkoord er is. We moeten anticiperen. We vertrouwen erop dat dit er komt.
En dan sluit ik mij aan bij een vraag van mevrouw Lieten: hoe zit dat nu met de mogelijke uitbreiding naar andere ontwrichte zones? Uiteraard zijn er velen die deze regeling zouden willen toepassen. Maar het is goed om de focus te behouden. Er zijn keuzes gemaakt. Ik pleit voor het behouden van deze zones en voor het daarop blijven focussen. Als er andere ideeën zijn, zouden we die natuurlijk ook graag kennen.
De heer Keulen heeft het woord.
Collega’s, ik geef eerst het iets bredere perspectief. Vandaag halen heel wat overheden de broeksriem aan. Er is bijvoorbeeld het federale niveau dat met 11 miljard euro besparingen tracht de loonkostenhandicap, die vandaag in vergelijking met Nederland en Duitsland 6 procent bedraagt, weg te werken. Ik geef een voorbeeld. Action plant een heel belangrijk nieuw logistiek centrum in dit deel van de wereld. Belgisch Limburg kwam in beeld. Uiteindelijk is het in Nederlands Limburg terechtgekomen, net vanwege die loonlasthandicap van 6 procent. Vlamingen, en Belgen bij uitbreiding, zijn iets productiever dan Nederlanders. Dat zullen zelfs de Nederlanders niet ontkennen. Maar je kunt die handicap van 6 procent niet alleen met productiviteit overbruggen.
Minister-president, met de regionale steunkaart hebt u kleur bekend en knopen doorgehakt. Bedrijven krijgen 10 procent verhoogde investeringssteun voor wat in het jargon heet: ‘strategische investerings- en transformatieprojecten’. Er zijn 24 gemeenten geselecteerd in het Limburgse. Dat loopt tot eind december 2020. Dat is belangrijk, vooral met het oog op opleiding en innovatieve projecten en dergelijke. Dat helpt opnieuw om een deel van de loonkostenhandicap weg te werken.
Een tweede punt zijn die ontwrichte zones. Ik zal de geschiedenis niet herhalen, mevrouw Lieten en de heer Kennes hebben dat heel mooi uiteengezet. Het gebied in een straal van 40 kilometer rond Ford was geselecteerd. Ik meen mij ook te herinneren dat dat ook geldt voor delen van de zogenaamde arrondissementen Turnhout en Leuven. We praten hier over 25 procent korting op de bedrijfsvoorheffing. Ook dat was een factor om, ondanks de loonlastenhandicap die voor potentiële investeerders vandaag bestaat, in dit deel van Vlaanderen investeringen te plannen.
Bij Ford rolt op 18 december de laatste wagen van de band. Men beseft hier onvoldoende dat dit iets gaat teweegbrengen in Limburg. Hier wordt letterlijk een tijdperk afgesloten. Zesduizend mensen vallen zonder werk. In mijn gemeente, Lanaken, worden driehonderd gezinnen getroffen door een C4, die op dat ogenblik wordt uitgereikt aan diegenen die daar aan de slag zijn.
Heel wat Limburgse gemeenten en steden zullen letterlijk en figuurlijk een slag krijgen. Minister-president, na de regionale steunkaart, een prima beslissing, moet u snel duidelijkheid brengen betreffende de vastlegging van de ontwrichte zones en de timing. Multinationals volgen uiteraard dit soort processen veel nauwgezetter dan wij dat kunnen inschatten. Ze willen weten waar ze aan toe zijn en wanneer de steunregimes van kracht worden.
Op 18 december – dat is bijna overmorgen – rolt de laatste Ford van de band en vallen zesduizend mensen zonder werk. U kunt een belangrijk signaal geven en perspectief bieden aan de getroffen provincie en aan mensen die daar willen investeren in de toekomst in de vorm van tewerkstelling.
Mevrouw Remen heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik heb hierover al een actuele vraag gesteld in de plenaire vergadering van 22 oktober 2014. Ik wil er nog even op ingaan.
De beslissing om samen te gaan zitten met de Federale Regering, komt geen dag te vroeg. Het systeem van de ontwrichte zones of steunzones is hoogdringend. Het risico bestaat immers dat bedrijven de jobcreatie gaan uitstellen in afwachting van deze gunstige regeling, en dat kan echt niet de bedoeling zijn.
Ik lees dat deze gunstige maatregel zowel op kmo’s als op grote bedrijven van toepassing zal zijn. Dat is heel goed. Over de maatregelen waaraan bedrijven moeten voldoen om deze steun te krijgen, meer bepaald over de gewestelijke steun die bedrijven reeds moeten ontvangen om in aanmerking te komen voor de vermindering van de bedrijfsvoorheffing, heerst echter nog enige onduidelijkheid. Hoe ver reikt deze lijst van gewestelijke steun? Zitten daar ook kleinere, alternatieve steunmaatregelen in, zoals de kmo-portefeuille, zodat de kmo’s ook in aanmerking komen?
Ik heb deze vraag eerder al gesteld aan minister Homans, maar zij moest mij het antwoord schuldig blijven. Ik hoop dat u er nu wel een antwoord op kunt geven. Zo niet, hoop ik dat u mijn bekommernissen ter harte neemt en meeneemt naar de besprekingen met de Federale Regering. Ook de Limburgse kmo’s moeten immers ten volle van het systeem van ontwrichte zones kunnen genieten. Het zijn immers voornamelijk de kmo’s en kleinhandelaars die duurzame jobs creëren. Ze vormen de ruggengraat van onze economie. De grote multinationale fabrieken trekken weg uit Limburg, daarom moeten we vooral inzetten op de ondersteuning en omkadering van nieuwe en bestaande kmo’s. Precies door deze ondernemingen is de arbeidsmarkt volop in beweging. Buitenlandse investeringen zijn uiteraard ook van harte welkom, maar de focus moet liggen op de verankerde kmo’s, met meer tewerkstelling en export.
Perfect bestaat natuurlijk niet, maar met de huidige maatregelen hoopt de Vlaamse Regering extra investeringen naar Limburg te halen en bestaande Limburgse bedrijven aan te zetten om extra te investeren en zo meer jobs te creëren. Dat is op dit moment het belangrijkste voor Limburg, en de Vlaamse Regering heeft dat goed begrepen. Deze regering komt haar engagementen na. Dat is een belangrijk signaal voor de Limburgse economie.
Het Strategisch Actieplan voor Limburg in het Kwadraat (SALK) moet maximaal de creatie van duurzame jobs in de privésector ondersteunen. Deze fiscale maatregelen passen perfect in deze visie, een visie waar ik 100 procent achtersta. Door constant doemberichten de wereld in te sturen en Limburg ongerust te maken, helpen we onze provincie niet verder. Dit is een problematiek die de partijgrenzen overstijgt. Deze Vlaamse Regering wil Limburg er weer bovenop helpen. Ik weet niet wie daar tegen zou zijn.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, ik begrijp de bezorgdheid van de vraagstellers. Mevrouw Lieten, u bent goed geplaatst om te weten dat de vorige regering een principiële beslissing nam om bepaalde gebieden in Limburg af te bakenen als ontwrichte zone. We hebben op 28 november beslist om dat voorstel definitief in te dienen, u weet dat wellicht. Er komt een heel duidelijke afbakening en omschrijving. De zones rond Genk en die rond Turnhout worden voorgedragen.
Alle industrie- en bedrijfsterreinen, alsook alle wetenschapsparken in Limburg, zullen dus tot die zone behoren.
Er is een ontwerp van samenwerkingsakkoord, dat al besproken is door de Vlaamse en federale administraties. Ook politiek zijn de gesprekken begonnen. Deze week donderdag komt er een federale interkabinettenwerkgroep (IKW) samen. Het samenwerkingsakkoord is eigenlijk klaar, het kan worden ondertekend.
Alleen moet de federale overheid nog één punt uitklaren. Het is een vervelende situatie. De wet dateert van mei 2014. Daarna – de heer Kennes heeft er al op gealludeerd – is er een nieuwe algemene groepsvrijstellingsverordening van kracht geworden, die dateert van juni 2014 en van kracht werd op 1 juli 2014. In het samenwerkingsakkoord gaan we uit van die nieuwe groepsvrijstellingverordening. We gaan onderzoeken of we vooruit kunnen met het samenwerkingsakkoord zonder dat de wet van 15 mei gewijzigd wordt. De FOD Financiën onderzoekt dat. Als dat kan, gaan we onverkort door. Zo niet, zal de Federale Regering die wet zo snel mogelijk wijzigen.
Gelukkig verandert er ten gronde niets inzake de groepsvrijstelling en procedures, maar we kunnen in het samenwerkingsakkoord moeilijk verwijzen naar een wet die nog moet worden aangepast. Indien nodig zal de Federale Regering de wet zo snel mogelijk wijzigen ofwel via de wet Diverse Fiscale Bepalingen, ofwel via een apart in te dienen voorstel of ontwerp. Dat wordt uitgeklaard in een federale IKW. Het gaat om een legistieke aanpassing, geen inhoudelijke. De doelstellingen die we samen onderschrijven, veranderen niet. Het is absoluut de bedoeling van beide regeringen om dit dossier zo snel mogelijk vooruit te helpen.
We hebben erop aangedrongen om een instrument te creëren dat efficiënt en snel werkt zonder al te veel administratieve lasten zodat de investeerder geen reeks administratieve drempels moet overwinnen.
We moeten inderdaad inzetten op een structurele verlaging van de loonkost, mijnheer Keulen. U hebt het voorbeeld aangehaald, mevrouw Lieten. Nadat de beslissing om Ford Genk te sluiten, was genomen, hebben twee grote vestigingen zich niet bij ons maar in Nederlands Limburg gevestigd, op luttele kilometers afstand. (Opmerkingen)
Inderdaad, en het waren echt grote vestigingen. Dat had te maken met de competitiviteit en de loonkost. Men kan nog zo inventief, creatief en productief zijn, het is de kost per producteenheid die finaal telt. Gelukkig zijn er federale maatregelen die de competitiviteit versterken. In de ontwrichte zones kan men een korting van 25 procent krijgen op de bedrijfsvoorheffing.
Mevrouw Remen, ik ben geen specialist betreffende een voorafgaande gewestelijke steun, dit is een bevoegdheid en dossier van minister Muyters. Ik lees in artikel 18 van de wet van 15 mei 2014: “… houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, de in paragraaf 1 bedoelde investeringen”.
Het gaat dus om investeringen, het mag ook gaan om een overname. Zo lezen we in paragraaf 3, dat de investering “kan betrekking hebben op een overname van materiële of immateriële activa” (…) “komt die slechts in aanmerking in zoverre voor die investering een gewestelijke steun is verleend”.
De wet bepaalt inderdaad dat er een gewestelijke steun moet worden verleend. Dat kan opleidingssteun of strategische transformatiesteun zijn. U kent de instrumenten bij het Agentschap Ondernemen.
Nogmaals, ik heb de wet niet helemaal doorgenomen met het oog op deze vraag. Dit valt onder de bevoegdheid Economie. U kunt de wet erop nalezen.
Mijnheer Kennes, u vraagt of er al een actieve promotie is. Mijnheer Keulen, u hebt erop gewezen dat dit minstens zeer actief wordt opgevolgd door potentiële investeerders. Dat klopt. Het is wel zo dat we nu niet actief kunnen promoten omdat we de datum van inwerkingtreding nog niet kennen. We moeten rechtszekerheid kunnen geven.
Vorige week had ik een ontmoeting met een hele reeks ambassadeurs in De Warande, waarbij ik ons buitenlands beleid en ons beleid inzake buitenlandse handel heb geschetst. Ik heb vragen beantwoord in verband met potentiële investeringsplaatsen. Ik heb natuurlijk ook de aandacht gevestigd op deze site. Ik heb natuurlijk gezegd dat daar mogelijkerwijze zeer interessante incentives zullen zijn. We kunnen voorlopig echter nog niet officieel beginnen aan promotie op websites en in geschriften. We zullen daar duidelijk over communiceren als er een definitieve beslissing is.
De vorige regering heeft principieel twee zones aangeduid. We hebben dat in de nota van 28 november vastgesteld. Er is potentie voor nog twee andere zones. De wet biedt de mogelijkheid dat elk gewest vier zones voordraagt. Als dat zou gebeuren, zal dat mijns inziens niet ten nadele van Turnhout of Genk zijn. Alleen is het zo, gelukkig, dat er geen andere ontwrichte zone is.
U kent de criteria om als ontwrichte zone te worden bestempeld. Het moet gaan om een bedrijfssluiting of een herstructurering van minstens vijfhonderd collectieve ontslagen in een welbepaalde straal binnen een periode van drie jaar. De voorwaarden zijn strikt. Gelukkig hebben we in Vlaanderen momenteel niet zulke dramatische geconcentreerde situaties. Er zijn nog wel ontslagen, maar meer gespreid.
Geen enkele andere zone komt momenteel in aanmerking voor de wet van 15 mei. Mocht dat zich toch voordoen, dan moet de regering zich daarover beraden. Het regeerakkoord vermeldt inderdaad dat de Vlaamse Regering bijkomende zones kan aanduiden, maar er is geen ander dossier. Ik ben blij dat dit zo uitdraait. Het zou bijzonder dramatisch zijn als we met nog een sluiting van die grootte geconfronteerd werden. Hopelijk gebeurt dat nooit meer.
In Genk zal de definitieve sluiting van Ford sterk voelbaar zijn. Er is vorige week een SALK-bijeenkomst geweest. Daar is beslist om een beroep te doen op het Europees Globalisatiefonds. Er is een eerste schijf vrijgegeven van een klein half miljard euro. Nu zal het grote bedrag vrijkomen, doordat zo’n groot aantal mensen op straat komt te staan.
Mevrouw Lieten heeft het woord.
Dank u, minister-president, voor uw duidelijkheid. Ik ben verheugd dat de zones onverkort en ongewijzigd door de regering zijn bevestigd. Ik zou graag nog wat meer duidelijkheid krijgen over de timing.
Ik heb begrepen dat er nog juridische problemen moeten worden uitgeklaard. Het zal niet meer mogelijk zijn om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten voor Kerstmis. Acht u het mogelijk om dat nog in januari te doen? Uiteraard is dat indicatief. Ik besef dat u dat niet alleen in de hand hebt.
Als de overeenkomst is afgesloten, hoeveel tijd is er dan nodig om die in werking te laten treden? Kunnen de bedrijven en de kmo’s, waarnaar mevrouw Remen verwijst, daarop een beroep doen in de eerste jaarhelft van 2015?
De heer Kennes heeft het woord.
Minister-president, bedankt voor uw antwoord. Het is goed om, zoals u doet, potentiële investeerders te wijzen op die evolutie. Er zijn al een aantal beslissingen genomen. Men kan uiteraard niet zeggen wat de finale modaliteiten zijn. Maar het lijkt me wel de juiste aanpak om er in contacten nu al op te wijzen dat er iets bezig is. Gelukkig zijn er op dit moment geen andere zones die aan de criteria voldoen. Dat zal op dat moment verder moeten worden beoordeeld. De vragen van mevrouw Lieten naar de timing zijn zeker relevant. Dat interesseert ons allemaal.
De heer Keulen heeft het woord.
Het is goed dat de zonering is bevestigd. Dat is een eerste belangrijke geruststellende maatregel, ook psychologisch belangrijk. Wat de timing betreft, moeten we er zeker vanuit de meerderheid bij de federale collega’s op aandringen om daarvan werk te maken. Laat dat een gedeelde opdracht zijn, om ervoor te zorgen dat we het kunnen afronden en zo bijkomend perspectief bieden op een loonlastenverlaging. 25 procent korting op de bedrijfsvoorheffing kan de zaak enkel vooruithelpen.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, ik heb alle begrip voor de opmerkingen over urgentie. Het is een zeer dringend punt. Maar ik zit met één omstandigheid waardoor ik nu helaas niet in staat ben om uitsluitsel te geven over de inwerkingtreding. Als de IKW donderdag uitsluitsel geeft, ga ik dat meedelen. Laat ons afspreken dat ik u samen met minister Muyters informeer zodra we duidelijkheid hebben over het verdere verloop en het tijdsschema – bij benadering, want er zijn altijd zaken die niet 100 procent zeker zijn. Het dossier is belangrijk genoeg, alle partijen moeten erover worden geïnformeerd.
Ik wacht dus op uitsluitsel. Moet die wet er absoluut eerst zijn? Het ontwerp tot samenwerkingsakkoord is er. Het is geen officieel stuk, ik kan het u niet bezorgen. Na het samenwerkingsakkoord moet er een dossier worden ingediend, daarover moet federaal ook weer bij KB worden beslist. Het moet naar de Raad van State. Er zal altijd een zeker tijdsverloop zijn.
Ik hoop met u, mevrouw Lieten, dat de eerste jaarhelft haalbaar moet zijn, al heb ik van Jean-Luc Dehaene geleerd dat het zeer gevaarlijk is om een uitspraak te doen over timing. Ik ben voorzichtig, omdat dit onverwachte element is opgedoken. Op federaal vlak – dat is gewoon een vaststelling – is niet opgemerkt dat die verordening eraan kwam, die van kracht is geworden vlak nadat de federale wet was goedgekeurd. Maar de bereidheid is er, zowel federaal als Vlaams, om dit zo vlug mogelijk te verhelpen. Ik neem me voor om, samen met minister Muyters, als er duidelijkheid is, dat ook mee te delen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.